[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Jaarverslag Ministerie van Defensie 2024

Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2024

Jaarverslag

Nummer: 2025D19992, datum: 2025-05-21, bijgewerkt: 2025-05-28 16:43, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36740-X-1).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36740 X-1 Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2024.

Onderdeel van zaak 2025Z08696:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024–2025
36 740X Jaarverslag en Slotwet Ministerie van Defensie (X) 2024
Nr. 1

Jaarverslag van het ministerie van Defensie

Ontvangen 21 mei 2025

Gerealiseerde uitgaven en ontvangsten

Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 12.466,6

Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x €1 mln.). Totaal € 314,6

A. Algemeen

1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik, mede namens de staatssecretaris van Defensie, het departementale jaarverslag van het Ministerie van Defensie (X) over het jaar 2024 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Defensie decharge te verlenen over het in het jaar 2024 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  1. het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;
  2. de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het Ministerie van Financiën;
  3. de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
  4. de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;
  5. de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  1. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2024;
  2. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;
  3. het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
  4. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2024 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2024, alsmede over de saldibalans over 2024 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Defensie,

R.P.Brekelmans

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. Leeswijzer

Algemeen

Voor u ligt het jaarverslag 2024 van het ministerie van Defensie, begrotingshoofdstuk X van de Rijksbegroting. In het jaarverslag worden de gerealiseerde beleidsdoelen, gebruikte instrumenten en ingezette middelen verantwoord ten opzichte van de begroting. Waar relevant wordt verwezen naar Kamerstukken of andere beschikbare verantwoordingsinformatie. De Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) en de Comptabiliteitswet (CW) vormen het regelgevend kader voor het jaarverslag.

Vanwege tussentijdse afrondingen op duizenden, miljoenen of miljarden euro’s kan het voorkomen dat de som der delen afwijkt van het totaal in de tabellen.

Opbouw van het jaarverslag

Het jaarverslag bestaat, conform RBV, uit de volgende onderdelen:

  1. Algemeen;
  2. Beleidsverslag;
  3. Jaarrekening;
  4. Bijlagen.

A. Algemeen

Dit gedeelte bestaat uit de aanbieding van het jaarverslag met een verzoek tot dechargeverlening en deze leeswijzer (hoofdstukken 1 en 2).

B. Beleidsverslag

De kern van het jaarverslag wordt gevormd door het beleidsverslag (hoofdstuk 3): welke resultaten zijn bereikt in 2024? Hierin wordt teruggekeken op de beleidsagenda uit de begroting 2024, waarin de belangrijkste beleidsdoelen voor 2024 staan. De beleidsagenda en dus ook het beleidsverslag zijn opgesteld langs de lijnen van de Defensienota 2024.

Beleids- en niet beleidsartikelen

Daarna wordt in de beleidsartikelen (hoofdstuk 4) en de niet-beleidsartikelen (hoofdstuk 5) per artikel op hoofdlijnen gerapporteerd over de bereikte resultaten in 2024. De beleidsartikelen in het jaarverslag hebben volgens de RBV standaard de volgende indeling:

  1. A.Algemene doelstelling;
  2. B.Rol en verantwoordelijkheid;
  3. C.Beleidsconclusies;
  4. D.Tabel Budgettaire gevolgen van beleid;
  5. E.Toelichting op de instrumenten.

Tabel budgettaire gevolgen van beleid

Zowel de beleidsartikelen als de niet-beleidsartikelen bevatten een tabel ‘Budgettaire gevolgen van beleid’ met een toelichting op de verschillen tussen de begrote en gerealiseerde bedragen.

Niet alle verschillen in verplichtingen, uitgaven en ontvangsten worden toegelicht. Voor het opnemen van een toelichting zijn op het niveau van financiële instrumenten onderstaande normen gehanteerd:

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 en < 1000 5 10
=> 1000 10 20

Bedrijfsvoeringsparagraaf

Hoofdstuk 6 is de bedrijfsvoeringsparagraaf met relevante aandachtspunten in de bedrijfsvoering van het ministerie van Defensie. De bedrijfsvoeringsparagraaf heeft het karakter van een uitzonderingsrapportage. Er wordt onder andere ingegaan op de door de Algemene Rekenkamer geconstateerde onvolkomenheden bij het vorige jaarverslag (2023) en de maatregelen die zijn getroffen om deze onvolkomenheden in het verantwoordingsjaar (2024) en de jaren daarna weg te werken. Ook wordt gerapporteerd over de rechtmatigheid van de verantwoorde bedragen, rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen en belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering.

C. Jaarrekening

De hoofdstukken 7 tot en met 11 vormen de jaarrekening. Hoofdstuk 7 geeft de verantwoordingsstaten weer. De hoofdstukken 8 en 9 zijn gericht op de verantwoording van het agentschap Paresto. Hoofdstuk 10 is de saldibalans met toelichtingen en hoofdstuk 11 de verantwoording betreffende de Wet Normering Topinkomens (WNT).

D. Bijlagen

Tot slot zijn negen bijlagen opgenomen:

  1. Bijlage 1: Toezichtsrelaties zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s) en rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT’s)
  2. Bijlage 2: Moties en Toezeggingen
  3. Bijlage 3: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek
  4. Bijlage 4: Nationaal Groeifonds
  5. Bijlage 5: Inhuur externen
  6. Bijlage 6: Rijksuitgaven Caribisch Nederland
  7. Bijlage 7: Rapportage burgerbrieven
  8. Bijlage 8: Veiligheid
  9. Bijlage 9: Lijst van afkortingen

Grondslagen voor de vastlegging en de waardering 

De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften 2024 en de Regeling agentschappen. Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast en voor de baten-lasten agentschappen het baten-lastenstelsel.

Groeiparagraaf

Ten opzichte van het jaarverslag Defensie 2024 is er een wijziging doorgevoerd.

  1. Het gebruik van Artikel 13 Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) is opgeheven. Het DMF werd tot dusverre gevoed door tussenkomst van dit artikel. Vanaf Prinsjesdag 2024 wordt budget direct overgeheveld van de artikelen van de defensiebegroting en de begrotingen van andere departementen, naar de betreffende artikelen op het DMF. Hierdoor wordt de administratieve last verminderd en wordt de verdeling van middelen tussen de defensiebegroting en het DMF beter inzichtelijk gemaakt.

B. Beleidsverslag

3. Beleidsprioriteiten

3.1 Beleidsverslag

Inleiding

De ontwikkelingen in de mondiale veiligheidssituatie in 2024 maken de urgentie van onze veiligheid dringend duidelijk. Geopolitieke spanningen leiden tot meer instabiliteit en onzekerheid, conflicten duren voort of zijn geïntensiveerd. De oorlog in Oekraïne is een voortdurende bron van onveiligheid op ons eigen continent. Het conflict in het Midden Oosten heeft zich in 2024 uitgebreid en de verhoudingen in de regio verder op scherp gezet. In Afrika woeden conflicten met grote humanitaire impact, wat ook impact heeft in Europa. In ons eigen land hebben we te maken met pogingen vanuit het buitenland, vooral Rusland en China, om onze samenleving te beïnvloeden en te ontwrichten. Om in deze onrustige wereld een sterke speler te kunnen zijn die samen met Europese en andere internationale partners in staat is de eigen belangen te beschermen, is blijvend meer inspanning nodig. Langs welke lijnen we deze intensivering vorm geven, is omschreven in de Defensienota 2024 die in september 2024 werd gepubliceerd en die inhoud geeft aan de structurele verhoging van het Defensiebudget afgesproken in het Hoofdlijnenakkoord.[1] Defensie zet in op afschrikking en moet voorbereid zijn op een grootschalig conflict. We streven ernaar klaar te zijn voor het gevecht van de toekomst en veranderende dreigingen. Daarnaast zijn we klaar voor nationale taken.

We hebben in 2024 verder gewerkt aan de transformatie die nodig is om onze organisatie in te richten voor deze opgave. We investeren in versterking van gevechtskracht, in mensen, materieel en de (rand)voorwaarden die we voor deze versterking nodig hebben. De resultaten zijn zichtbaar. We hebben het afgelopen jaar stappen gezet om onze gereedheid en gevechtskracht te verbeteren, onder meer door investeringen in materieel (F35’s, tanks, fregatten), vastgoed en IT. In een krappe arbeidsmarkt zijn we erin geslaagd meer mensen aan te nemen en te groeien. Alle defensieonderdelen zijn bezig met wat nodig is voor het kunnen voeren van een grootschalig conflict. Door innovatie te stimuleren en samen te werken met de defensie-industrie, zorgen we ervoor dat onze krijgsmacht toegang heeft tot de nieuwste technologieën en expertise, waarmee we onze operationele effectiviteit kunnen vergroten.

De dreigingen waar we als samenleving mee te maken hebben, kunnen we alleen als samenleving het hoofd bieden. Het verhogen van onze weerbaarheid helpt om een conflict te voorkomen maar is ook van levensbelang op het moment dat er onverhoopt een conflict uitbreekt. Defensie werkt interdepartementaal, interbestuurlijk en met maatschappelijke partners aan de militaire paraatheid van Nederland. Internationaal zijn we onderdeel vanbetrouwbare bondgenootschappen, waar we onze bijdrage aan leveren. Allianties zijn immers van essentieel belang voor het beschermen van onze belangen en de nationale veiligheid. Daarnaast blijven we Oekraïne onverminderd steunen in de strijd tegen Rusland. De omvang was afgelopen februari € 5,88 miljard. We nemen deel aan operaties die de veiligheid in en nabij Europa bevorderen en daarmee ook voor onze eigen veiligheid van belang zijn. Bijvoorbeeld aan de oostflank met enhanced Forward Presence (eFP) in Litouwen, inzet Baltic Air Policing in Estland en inzet MQ9 Reaper in Roemenië. We ondersteunen Oekraïne ook middels Interflex en EUMAM. Daarnaast bleef Defensie zich inzitten voor de internationale rechtsorde door de bijdrage aan NMI en de veiligheid van de scheepvaart in de Rode Zee en Golf van Aden.1

Financiële ontwikkelingen

Het kabinet-Schoof heeft geïnvesteerd in het verhogen van de defensie-uitgaven. De defensie-uitgaven zijn in absolute zin ten opzichte van 2023 met ruim € 4,5 miljard gestegen naar 20 miljard en ook de in 2024 aangegane verplichtingen zijn gestegen van € 20 miljard naar € 30 miljard, ondanks het feit dat de realisatie van verplichtingen en de daaraan verbonden uitgaven onder druk staat als gevolg van de verhoging van budgetten van alle bondgenoten en de zeer krappe defensiematerieelmarkten en arbeidsmarkt. Deze krapte heeft ertoe geleid dat enkele investeringen in 2024 vertraagd zijn. Defensie heeft als gevolg van deze vertragingen in 2024 een deel van de defensie-uitgaven verschoven naar latere jaren. De extra middelen die het kabinet aan Defensie beschikbaar heeft gesteld, worden dan ook verspreid over de komende jaren uitgegeven. Ondanks deze externe marktkrapte lukt het Defensie om in budgettaire omvang in korte tijd snel te groeien. Dit toont niet alleen de ambitie van Defensie, maar ook het aanpassings- en groeivermogen van de organisatie.

In onderstaande figuur is de ontwikkeling van de omvang van de Nederlandse defensie-uitgaven als percentage van het bbp weergegeven, zoals berekend door de NAVO (2,06% voor 20242). Ook is de Nederlandse berekeningswijze weergegeven in- en exclusief de uitgaven aan militaire steun aan Oekraïne (resp. rode en licht groene lijn voor de realisatiecijfers en geel en donkergroene lijn voor de percentages ten tijde van de ontwerpbegroting 2024). De Nederlandse berekeningswijze hanteert bbp-gegevens van het Centraal Planbureau en de NAVO hanteert onder andere bbp-ramingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

Figuur 3 NAVO-percentage

De investeringsverplichtingen zijn in 2024 sterk toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren. De investeringsquote (de totale investeringsuitgaven afgezet tegen de totale uitgaven) kwam uit op 26,7%. Het vijfjaarsgemiddelde is 25,0%. Voor het zesde jaar op rij voldoet Nederland aan de gestelde NAVO-eis van 20%.

Figuur 4

3.1.1 Koers van versterking

Samenwerking in NAVO- en EU-verband

Tijdens de NAVO-top in Washington in 2024 stonden bondgenoten stil bij het 75-jarig bestaan van de NAVO. Het versterken van de bondgenootschappelijke afschrikking en verdediging en het bestendigen van de steun aan Oekraïne stonden centraal. Daarnaast maakt Nederland zich hard voor NAVO-EU samenwerking, in het bijzonder op het gebied van opschaling van de defensie-industriële productiecapaciteit.

Nederland heeft zich in 2024 daarom wederom ingezet voor het versterken van de Europese Defensie Technologische en Industriële Basis (EDTIB). Een sterkere Europese defensie-industrie met meer productiecapaciteit is noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de behoefte van onze Krijgsmacht en die van Oekraïne. Nederland draagt in dat kader actief bij aan de totstandkoming van het Europees Defensie Industrie Programma (EDIP). Het onderstreept daarbij dat samenwerking met derde landen, zoals de VS en het VK, van belang blijft. Ook is Nederland deelnemer geworden in twee European Defence Industry Reinforcement through Common Procurement instrument (EDIRPA) projecten, voor de aanschaf van 155mm munitie. 

Nederland nam in 2024 deel aan vijf EU missies en operaties, waaronder EUFOR Althea, de Militaire Assistentie Missie (EUMAM) voor Oekraïne en EUNAFOR ASPIDES. In NAVO verband was Nederland in 2024 actief in verschillende missies, waaronder NATO Mission Iraq (NMI), enhanced Forward Presence (eFP), enhanced Vigilance Activities (eVA) en verschillende vlootverbanden.

Overige multilaterale samenwerking

De samenwerking in de Northern Group, de Joint Expeditionary Force (JEF) en het European Intervention Initiative (EI2) is in 2024 voortgezet. Binnen deze multilaterale verbanden stond de oorlog in Oekraïne hoog op de agenda, evenals hybride dreigingen en de bescherming van vitale infrastructuur op en in de zee.

Met de landen van de Northern Group is afgesproken intensiever samen te werken om Oekraïne te steunen en deze steun binnen de Northern Group beter te coördineren. In 2024 is binnen de JEF de samenwerking verder versterkt op het gebied van de bescherming van vitale infrastructuur op zee, aansluitend op de drie focus gebieden: Hoge Noorden, Noord-Atlantische regio en Baltische zee regio. Een belangrijke activiteit was de oefening Joint Protector 2024, waarbij een uitdagende command post exercise werd uitgevoerd in Letland, en waarbij Oekraïne aansloot als observant. Tijdens de JEF Leaders meeting in Estland in december is de collectieve steun van de JEF-landen aan Oekraïne herbevestigd, zijn afspraken gemaakt om strenger op te treden tegen de Russische schaduwvloot, en is afgesproken om de defensie-industriesamenwerking te intensiveren en beter op elkaar af te stemmen.

Bilaterale samenwerking

De bilaterale samenwerking met strategische partners (België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten) en andere partnerlanden is in 2024 voortgezet. De minister heeft het internationale netwerk verder versterkt door bilaterale bezoeken te organiseren met onder andere de ministers van Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, Baltische Staten en Roemenië. In deze bilaterale ontmoetingen is onder andere het Nederlandse standpunt over de steun aan Oekraïne herbevestigd evenals andere belangrijke afspraken uit het hoofdlijnenakkoord, zoals het wettelijk vastleggen van de hoogte van Defensie-uitgaven op minimaal 2% van het BBP.

Een belangrijke ontwikkeling in de bilaterale samenwerking met Frankrijk is de keuze van Nederland om de order van vier nieuwe onderzeeboten bij het Franse NAVAL Group te plaatsen. Voor de samenwerking met Duitsland is het voornemen om het nieuw op te richten Nederlandse tankbataljon te stationeren nabij de NATO Training Area (NTA) Bergen-Hohne in Duitsland een significante stap. Over de haalbaarheid van deze stationering is het gesprek met Duitsland in 2024 gestart.

Nationale Veiligheid

Defensie heeft gewerkt aan het beschermen van vitale processen tegen militaire en hybride dreigingen. Deze vitale processen bevinden zich in Nederland, in het Koninkrijk, maar ook op of onder de Noordzee. In 2024 kreeg het Landelijk Crisisplan Militaire Dreigingen verder vorm, een kaderstellend civiel-militair politiek-bestuurlijk plan. Het biedt een leidraad voor de bestuurlijke aanpak en verantwoordelijkheidsverdeling binnen het Koninkrijk bij een (statelijke) dreiging of daadwerkelijke aanval waarbij grootschalige inzet van de krijgsmacht noodzakelijk is.

In het afgelopen jaar heeft Defensie bijgedragen aan de beveiliging van personen, objecten en diensten. Zo zijn eenheden van de KMar dagelijks belast met het beveiligen van ministers, officieren van justitie, advocaten en rechters in Nederland, Joodse scholen, Koninklijke objecten en het Catshuis. Tevens heeft de KMar een belangrijke rol in de coördinatie van beveiligingsopdrachten.

Evenals voorgaande jaren waren in 2024 militairen dagelijks actief voor nationale taken, militaire bijstand en ondersteuning in Nederland en het Caribische deel van het Koninkrijk. Tevens onderschepten de Kustwacht Carib en Defensie verdovende middelen in het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Weerbare en betrokken samenleving

Defensie is samen met Justitie en Veiligheid de aanjager van de weerbaarheidsopgave: de Nederlandse samenleving weerbaarder maken tegen militaire en hybride dreigingen. Hiertoe is in december 2024 de Kamerbrief Weerbaarheid tegen militaire en hybride dreigingen (Kamerstuk 30821, nr. 249) verzonden.

Defensie werkt als onderdeel van deze weerbaarheidsopgave aan het verhogen van de militaire paraatheid. Hieronder valt zowel het beschermen en verdedigen van eigen en bondgenootschappelijk grondgebied als het waarborgen van civiele ondersteuning aan de krijgsmacht. De krijgsmacht heeft voor het uitvoeren van de militaire taak ondersteuning van civiele partijen nodig en de krijgsmacht moet op haar beurt een bijdrage leveren aan de maatschappelijke weerbaarheid van Nederland. Defensie is gestart met het inzichtelijk maken welke specifieke behoeften de organisatie heeft richting de samenleving ter verhoging van de militaire paraatheid.

Innovatie en kennis

In 2024 zette Defensie de extra investeringen in lang-cyclische innovatie3 voort, in lijn met de doelstellingen zoals uiteengezet in de Kamerbrief Voortgang Uitvoeringsagenda Innovatie en Onderzoek (Kamerstuk 31125, nr. 130). Daarmee wordt de kennisbasis verstevigd en werken we samen met verschillende partners, waaronder de industrie. De investeringen worden ingezet voor kennisopbouwprogramma’s met onze strategische kennispartners TNO, NLR en Marin. Dit gebeurt ook voor technologieontwikkelingsprojecten nationaal en internationaal met bedrijven en kennisinstellingen, en voor nieuwe samenwerkingen met nationale en internationale (kennis)partners, zoals via European Defence Fund (EDF), NATO Innovation Fund (NIF) of met denktanks en universiteiten. Dit alles draagt bij aan het toekomstbestendig maken van onze krijgsmacht, vandaag én morgen.

De totale Research & Technology (R&T) uitgaven in 2024 waren € 249 miljoen. Dit is een stijging van 16% in vergelijking met 2023 (€ 214 miljoen). De totale defensiebegroting nam in omvang toe in 2024. Daardoor daalde de KPI R&T naar 1,24%. Echter, indien de uitgaven voor Oekraïne niet worden meegerekend, steeg de KPI van 1,40% naar 1,42%.

In 2024 waren er in totaal 96 lopende kennisopbouwprogramma’s bij TNO, NLR en MARIN, waarvan er in 2024 26 nieuw zijn opgestart. Voorbeelden zijn programma’s op het gebied van sensoren (Smart Multi Sensor Management) met TNO, ruimtevaart (Militair Gebruik van de Ruimte) met NLR en TNO, intelligente systemen (Combined Man-Machine Intelligence for the Navy) met TNO en maritiem (Hydro onder water maximaal operationeel) met MARIN.

Defensie versterkt haar kennisbasis niet alleen bij deze drie strategische kennispartners, maar verbreedt ook. Dit doen we onder andere door via de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) van het Ministerie van Onderwijs en Cultuur gezamenlijk onderzoek uit te zetten. Naast de versterking van de kennisbasis, werkt Defensie met industriepartners, uiteenlopend van start-ups tot grootbedrijf, om technologie door te ontwikkelen, al dan niet samen met kennispartners.4

Steun aan Oekraïne

Het jaar 2024 stond, net als de twee voorgaande jaren, in het teken van de nietsontziende Russische invasie van Oekraïne. Het is essentieel de Nederlandse steun voort te zetten en Oekraïne te blijven steunen in zijn strijd voor vrijheid. Als Oekraïne deze oorlog verliest zal de veiligheid van Nederland in het gedrang komen en zullen de kosten waarmee Nederland wordt geconfronteerd, zowel materieel als immaterieel, vele malen hoger zijn dan het nu steunen van Oekraïne.

Nederland werkt op bilaterale basis en met partners in verschillende internationale coalities om Oekraïne militair zo goed mogelijk te steunen. Coördinatie en samenwerking middels de Ukraine Defence Contact Group (UDCG), de NAVO, EU en andere internationale gremia was onontbeerlijk om ervoor te zorgen dat de steun zo effectief en efficiënt mogelijk geleverd kon worden. Zo werkte Nederland, in samenwerking met de landen verenigd in de Air Force Capability Coalition, aan een Oekraïense F-16 capaciteit. Nederland en Denemarken leverden toestellen; op verschillende locaties werden piloten, monteurs en ander grondpersoneel opgeleid. Ook kon Defensie in 2024 voorzien in prioritaire luchtverdedigingsmiddelen, waaronder draagbaar luchtafweergeschut, onderdelen van een Patriot-systeem en een financiële bijdrage voor luchtafweermunitie. Daarnaast leverde Defensie een breed pallet aan ander militair materieel aan Oekraïne, zowel commercieel aangekocht als geleverd uit eigen voorraad, ter waarde van in totaal € 2,7 miljard. Ook verzorgde Defensie trainingen en werd bijgedragen aan forensische onderzoeken in Oekraïne. Op deze wijze leverde Nederland een samenhangend pakket waarmee de Oekraïense strijdkrachten in alle facetten van de strijd werd ondersteund. De Tweede Kamer is periodiek op de hoogte gehouden van deze bijdragen middels diverse Kamerbrieven.

Om de Nederlandse steun aan Oekraïne te bestendigen is een tienjarige veiligheidsovereenkomst overeengekomen. De focus ligt hierbij op samenwerking op het vlak van veiligheid en defensie, ook voor de middellange en lange termijn, bijvoorbeeld middels het verstevigen van de defensie-industrie en het versterken van de interoperabiliteit van het Oekraïense leger met de EU en NAVO.

3.1.2 Gevechtskracht

Missies en operaties

Nederlandse militairen zijn in 2024 wederom breed ingezet in verschillende missies en operaties. 

De Russische agressie zorgt ervoor dat de verdediging van het bondgenootschappelijk gebied meer aandacht heeft gekregen. Dit komt onder andere tot uiting in toegenomen bijdragen in NAVO-verband, waaronder de bijdragen aan de enhanced Forward Presence (eFP) inzet in Litouwen, de MQ-9’s in Roemenië en de inzet van F35’s ten behoeve van Air Policing in Estland.

In Bosnië en Herzegovina droeg Nederland, naast een bijdrage van stafofficieren en een IMINT team, tot oktober 2024 met een infanteriecompagnie van 150 mariniers bij aan EUFOR Althea. Doel van deze bijdrage is om meer stabiliteit en veiligheid in de Westelijke Balkan, aan de rand van Europa, te brengen.

In het Midden-Oosten is al lange tijd sprake van instabiliteit en onrust. Defensie continueerde de bijdrage aan verschillende missies in het Midden–Oosten, zoals UNTSO, UNIFIL en USSC. In Irak droeg Nederland bij aan de NAVO missie in Irak (NMI) en Operation Inherent Resolve (OIR). Voor NMI leverde Nederland de force commander met ondersteunende staf, een force protection-eenheid, een helikopter detachement en stafofficieren. Het doel van de verschillende bijdragen in Irak is het bijdragen aan het duurzaam verslaan van ISIS en het vergroten van de stabiliteit middels onder meer institutionele advisering van de Iraakse veiligheidssector. Met onze aanwezigheid, ook in NAVO-verband, kan tevens de invloed van landen als Iran en Rusland worden ingedamd. Dit alles is in het directe belang van Nederland.

Vanwege de aanhoudende raketaanvallen van de Houthi’s op koopvaardijschepen in de Rode Zee werden Zr.Ms. Tromp en Zr.Ms. Doorman ingezet ten behoeve van Operatie Prosperity Guardian en Operatie Aspides. Ook droeg Nederland bij met stafcapaciteit aan deze twee operaties en met niet-operationele militaire steun aan Operatie Poseidon Archer. Zr.Ms. Tromp vervolgde na de inzet in de Rode Zee haar reis naar de Indo-Pacific.

Operationele gereedheid
In 2024 is de operationele gereedheid van Defensie licht afgenomen. Voor de verdediging van eigen en bondgenootschappelijk grondgebied en voor het bevorderen van de internationale rechtsorde is het aantal eenheden met voldoende gereedheid licht afgenomen. Bij de ondersteuning van civiele autoriteiten zien we een afname in de gereedheid. De eenheden die als stand-by stonden, voldeden aan hun verplichtingen.

Obstakels voor het verhogen van de operationele gereedheid zijn de te lage personele en materiële gereedheid van een aantal specifieke eenheden. Dit beperkte de eenheden in de geoefendheid omdat ze onvoldoende op niveau kunnen trainen. De materiële gereedheid van de hoofdwapensystemen is gelijk gebleven ten opzichte van 2023. Het laatste triaal toont een opwaartse trend. Het is niet zeker dat deze groei doorzet. Uitdagingen zoals tekorten aan technisch personeel, gebrek aan kritische reservedelen, vertragingen in onderhoud, lopende modificatie- en transitieprogramma’s en infrastructurele beperkingen blijven bestaan.

Oefeningen en trainingen zijn grotendeels volgens planning verlopen, waardoor de geoefendheid voor stand-by opdrachten en specifieke missies geborgd is. Om gereed te zijn voor  grootschalig optreden, blijft er behoefte aan meer fysieke en virtuele ruimte voor gereedstellingsactiviteiten. De Kamer wordt meer uitgebreid en vertrouwelijk geïnformeerd over de operationele gereedheid via de Stand van Defensie.

Informatiegestuurd en Multidomein optreden

In navolging van de NAVO heeft de krijgsmacht Multidomein Operaties (MDO) omarmd als het operationele concept voor de krijgsmacht. In het voorjaar van 2024 is het Operational Design MDO (OD MDO) vastgesteld. Dit document gaat in op de achtergrond van MDO, de betekenis van MDO en concretiseert de MDO-transformatieopgave aan de hand van zes strategische operatielijnen.

Na goedkeuring van het OD MDO zijn er werksessies georganiseerd om de benodigde capabilities voor de aansturing, uitvoering en ondersteuning van MDO te identificeren voor de krijgsmacht. Daarnaast hebben de MDO-specialisten als kennisadviseurs actieve bijdrages geleverd aan de programma’s en (IT) projecten, NAVO-werkgroepen, Defensie-opleidingen en de oprichting van het Nederlands Joint Force Command.

Wet op Inlichtingen

De huidige veranderende veiligheidscontext en de hernieuwde focus op hoofdtaak 1 maken een goede informatiepositie inclusief inlichtingen noodzakelijker dan ooit. Defensie heeft daarom in 2024 verder geïnvesteerd in de versterking van de MIVD en de inlichtingencapaciteit van de krijgsmacht. Dit heeft geleid tot een verdere versterking van onze huidige en toekomstige inlichtingenpositie.

De MIVD werkt nauw samen met de AIVD, de NCTV en met buitenlandse collega-diensten. Middels deze samenwerking zijn talrijke in Nederland gehuisveste (inter)nationale organisaties, (inter)nationale partners, andere ministeries en de defensie-industrie voorzien van handelingsperspectief en in staat gesteld hun weerbaarheid te verhogen en passende maatregelen te treffen. Voorbeelden daarvan zijn het Dreigingsbeeld militaire en hybride dreigingen en het onderkennen van verschillende (statelijke) cyberoperaties van onder meer China en Rusland. Daarnaast hebben de MIVD en AIVD in 2024 aan de norm voldaan dat 90% van alle veiligheidsonderzoeken binnen de wettelijke termijn van acht weken zijn afgerond.

Op 1 juli 2024 is de Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma in werking getreden. Inmiddels geeft het handelen onder deze Tijdelijke wet de diensten meer slagkracht. In overleg met de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) en de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) wordt toegewerkt naar een zo spoedig mogelijke volledige toepassing van de Tijdelijke wet. Tegelijkertijd werkt Defensie aan de brede herziening van de Wiv 2017. De ervaringen met de Tijdelijke wet worden bij dit wetstraject betrokken.

Cyber

Met de ontwikkeling van de nieuwe Defensie Cyberstrategie heeft Defensie in 2024 een proactieve koers ingezet voor de eigen cyberveiligheid, cyber als operationeel domein en de cyberweerbaarheid van Nederland en bondgenoten. Tegelijk is doorgegaan met de investeringen uit het Uitvoeringsplan Cyber. Ter vergroting van de veiligheid van de eigen ICT-systemen is geïnvesteerd in extra personeel bij de Operationele Commando’s en het Defensie Cyber Security Centrum (DCSC). Het Joint IV-Commando (JIVC) voert verschillende programma’s uit om de cybersecurity te verhogen.

Voor een slagvaardige krijgsmacht in het cyberdomein is geïnvesteerd in het versterken van het Defensie Cyber Commando (DCC). Daarbij is ook de samenwerking van het DCC met de MIVD geïntensiveerd. Ook heeft Defensie de cybercapaciteit van de MIVD voor onderzoek naar de diverse actoren in het cyberdomein, maar ook ten behoeve van een meer proactieve omgang met cyberdreigingen, vergroot. Tot slot heeft Defensie ingezet op opleiding en training om zo de cybergereedheid te verhogen.

Afgelopen jaar heeft Defensie op verzoek ondersteuning geleverd aan bondgenoten gericht op het verhogen van de cyberweerbaarheid, zoals capaciteitsopbouw, handhaving, detectie en respons. Defensie cyberteams hebben meegedaan aan (inter)nationale cyberoefeningen om partners beter te leren kennen, om procedures te oefenen en om de gereedheid te verhogen. Ook heeft Defensie internationale cyberoefeningen georganiseerd.

Commandovoering

Goede commandovoering is bepalend voor het succes van militaire missies. Een commandant is daarbij afhankelijk van de beschikbaarheid en correctheid van waardevolle informatie om tijdig de juiste beslissingen te kunnen nemen. Defensie heeft daarom geïnvesteerd in diverse commandovoeringssystemen.

Bij Commando Landstrijdkrachten (CLAS) lag de focus op het moderniseren van battlemanagementsystemen middels verbeteringen in hard- en software. Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) trad in dezelfde voetsporen met onder meer de softwareontwikkeling van het Combat Management System (CMS). In het kader van gezamenlijk optreden lag de focus voornamelijk op trainers, simulatoren en de implementatie van nieuwe tactische datalink systemen (TDL). Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) heeft de nadruk gelegd op systemen voor de luchtverkeersleiding en luchtgevechtsleiding, waaronder nieuwe radio’s en de noodzakelijke Communication and Information Systems (CIS) ondersteuning. Verder zijn de systemen voor de Target Support Cell opgeleverd. Daarnaast investeert Defensie doorlopend in de onderliggende infrastructuur om veilige gegevensuitwisseling te borgen en onze dataopslagcapaciteit te vergroten.

Naast de technologische verbeteringen is er ook geïnvesteerd in de mentale en conceptuele component van de commandovoering. Hierbij kan worden gedacht aan het verkorten van operationele processen en het kunnen omgaan met het groeiende aantal nieuwe inzichten door de veelheid aan gegevens. Om te zorgen dat de krijgsmacht voorafgaand aan inzet tijdig in een goede informatiepositie kan komen, is gewerkt aan passende wetgeving om dat op een rechtmatige wijze met de juiste waarborgen te kunnen doen.

Ruimtedomein

In 2024 is de lange-termijn ruimtevaart agenda (LTR) gepresenteerd. De LTR maakt zichtbaar over welke ruimtevaartcapaciteiten Nederland op civiel, wetenschappelijk en militair terrein over tien jaar wil beschikken. De defensiebelangen zijn hierin geborgd. De LTR onderschrijft het belang van een overkoepelend beleid voor het ruimtedomein. De LTR geeft daarvoor een belangrijke aanzet met een voorstel voor een nieuwe interdepartementale overleg- en beheersstructuur. De nog in te richten governance structuur voor de implementatie van de Lange Termijn Ruimtevaartagenda, zal toezien op interdepartementale coördinatie en afstemming van activiteiten. 

In 2024 heeft Defensie zich ingezet om verdere uitvoering te geven aan de Defensie Ruimte Agenda en het prioritaire gebied Space dat in de Kamerbrief Productiezekerheid (Kamerstuk 36410 X, nr. 93) wordt genoemd. Deze bepalen onze ‘routekaart’ naar een toekomstbestendige krijgsmacht waar het ruimtedomein een integraal onderdeel van uitmaakt.

Op 20 september werd, in het bijzijn van industrie en kennisinstellingen, het startschot gegeven tot het ontwikkelen van de eerste PAMI satelliet. Dit is een satelliet met een aardobservatiemissie waarop een demonstratiemodel van de Nederlandse lasercommunicatie zal worden geïmplementeerd. De ontwikkeling is grotendeels gerealiseerd door Industriële Participatie verplichtingen van Raytheon. Het is de intentie om een constellatie van satellieten te ontwikkelen zodat de Nederlandse krijgsmacht een meer zelfstandige informatiepositie kan verkrijgen en datatransport tussen satellieten mogelijk is waarmee niet alleen eigen optreden wordt versterkt maar ook dat van onze NAVO partners.

Op 16 december is het contract ondertekend met ISISPACE dat voor Defensie satellieten zal ontwikkelen, bouwen en opereren. Met het raamcontract gaat Defensie een meerjarige samenwerking aan met ISISPACE en zal daarmee voor het Nederlandse ruimtevaart ecosysteem optreden als launching customer. Dit past bij de beleidsambities op kennis, innovatie en industrie uit de Defensienota 2024, met Space als één van de vijf gebieden.

3.1.3 Mensen

Personeel

De kracht van de krijgsmacht wordt in belangrijke mate bepaald door haar mensen. Het vinden en behouden van voldoende mensen is al jaren één van de grootste uitdagingen. In de Defensienota 2024 is de ambitie gesteld om in 2030, of zoveel eerder als mogelijk, een gevulde organisatie te zijn, die schaalbaar kan meebewegen met de dreiging.

Het personeelsbestand van Defensie is in 2024 gegroeid met 4.274 VTE’n, namelijk 1.317 beroepsmilitairen, 664 reservisten en 2.293 burgermedewerkers. Defensie is daarmee gegroeid naar een organisatie van 74.333 VTE, waarvan 42.975 beroepsmilitairen, 7.764 reservisten en 23.594 burgers. Daarmee is Defensie één van de grootste werkgevers van Nederland.

Arbeidsvoorwaarden

Op 2 juli 2024 zijn Defensie en de vakcentrales een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord overeengekomen. Het Defensiepersoneel heeft hierdoor onder andere per 1 januari 2025 een structurele loonsverhoging gekregen van 5% en vanaf 1 januari 2026 nogmaals 2%. Deze loonsverhogingen maken deel uit van het akkoord over de periode 1 januari 2025 tot 1 september 2026.

Schaalbare krijgsmacht

Onder een schaalbare krijgsmacht verstaan we een krijgsmacht die in een relatief korte tijd in staat is capaciteiten (personeel, materieel, infrastructuur, kennis etc.) uit de organisatie en samenleving in te zetten of aan de organisatie toe te voegen. Hiertoe voert Defensie een dienmodel in dat past bij een schaalbare krijgsmacht. Met de brief ‘Een dienmodel dat past bij een schaalbare krijgsmacht’ is uw Kamer hierover nader geïnformeerd (Kamerstuk 36124, nr. 45). Deze schaalbare krijgsmacht krijgt vorm in een organisatie die is ingericht op taakuitvoering door vaste en mobilisabele eenheden. Hierin werken militairen in actieve dienst, burgerpersoneel, reservisten en dienjaarmilitairen in wisselende samenstellingen. Defensie is in 2024 begonnen met het verkennen van de mogelijkheden voor een dienmodel dat voorziet in maatregelen met een (gradueel) meer verplichtend karakter tussen vredestijd en oorlogstijd. De invoering van een vrijwillige enquête onder 18-27-jarigen, aangekondigd op 3 oktober 2024 (Kamerstuk 36592, nr. 2), is een eerste stap. Een belangrijk onderdeel van de schaalbare krijgsmacht zijn de reservisten. De instroom van reservisten is ten opzichte van 2023 met 9,4% gestegen. Dat komt met name door de toegenomen instroom van Dienjaarmilitairen en Defensity college militairen. Defensie heeft in 2024 in kaart gebracht welke aanvullende maatregelen mogelijk zijn voor het verder verbeteren van de instroom en het behoud van reservisten. Dat kan onder meer door het moderniseren van de rechtspositie. Daarover wordt met de vakcentrales gesproken. Ook wordt bezien in hoeverre een civiele werkgever belemmeringen ervaart als een werknemer reservist is of wordt en wat daar vervolgens aan gedaan kan worden.

Dienjaar

In 2024 is de animo voor het Dienjaar Defensie toegenomen. Van de ruim 4.000 sollicitanten zijn er 521 aangesteld, verdeeld over alle Operationele Commando’s. Daarnaast zitten er nog ruim 1000 kandidaten in het selectie- en keuringstraject om in 2025 op te komen. Hiermee lijkt de ambitie om te groeien naar minimaal 1000 dienjaarmilitairen per jaar vanaf 2025 haalbaar. Bijna 80% van de dienjaarmilitairen heeft te kennen gegeven na afronding van het Dienjaar aan Defensie verbonden te willen blijven als beroepsmilitair (circa 60%) of reservist (circa 20%). Ook de dienjaarmilitairen die niet kiezen voor een vervolg binnen Defensie geven aan blij te zijn dat ze aan het Dienjaar deelgenomen hebben. Eind 2024 is er overeenstemming bereikt met de centrales van overheidspersoneel dat dienjaarmilitairen aangesteld gaan worden als tijdelijk beroepsmilitair. Aangezien dit om een nieuwe aanstellingsgrond gaat, dient de regelgeving eerst te worden aangepast. De verwachting is dat de eerste dienjaarmilitairen eind 2025 in tijdelijke dienst aangesteld kunnen worden.

Veteranen

In 2024 is stilgestaan bij het tienjarig bestaan van de Veteranenwet. In deze wet, die de grondslag vormt voor het veteranenbeleid, is de bijzondere positie van de veteraan verankerd en worden de erkenning, waardering, zorg en de bijzondere zorgplicht voor veteranen en hun relaties beschreven. Ook in 2024 heeft Defensie, in samenwerking met verschillende organisaties zoals het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) en het nationaal Veteranen Platform (VP) invulling gegeven aan de uitvoering van het veteranenbeleid. Dit heeft onder andere geleid tot de start van het assistentiehondenbeleid voor veteranen. Daarnaast is de veteranenherstellocatie 'Sparrenheuvel', een initiatief van het Leger des Heils, geopend. Veteranen met uitzendgerelateerde psychische problemen kunnen hier opvang, zorg en begeleiding krijgen. Tevens zijn in 2024 activiteiten gericht op het vergroten van de erkenning en waardering voor veteranen geïntensiveerd, zoals het programma «Veteraan in de Klas» en het project 'Helden op Bruggen en Viaducten', waarbij bruggen en viaducten vernoemd worden naar militairen omgekomen in vredesmissies.

Een veilige werkomgeving bij Defensie

In 2024 heeft Defensie verder gewerkt aan het verbeteren van de veiligheid binnen de organisatie. Er is geïnvesteerd in kennisontwikkeling en innovatie. Zo is de opleiding Middelbare Arbeidshygiëne doorgezet, om de kennis van medewerkers op de werkvloer over fysieke veiligheid te verbeteren. Deze opleiding leidt personeel op om zelfstandig de Nadere Inventarisatie Gevaarlijke Stoffen (NIGS) uit te voeren en is ook gericht op het inrichten van een veilige werkomgeving op het gebied van geluid en straling. Dit heeft geresulteerd in verschillende concrete veiligheidsverbeteringen en quick wins bij de operationele commando’s. Een voorbeeld hiervan zijn nieuwe zonnebrillen voor het Korps Mariniers die beter aansluiten op de omstandigheden (zonlicht en –reflectie op het water) van hun inzet op snelvarende FRISC-motorboten bij anti-drugs operaties in het Caribisch gebied.

Het zorgen voor een veilige werkomgeving gaat ook over sociale veiligheid. Het afgelopen jaar zijn er veel trainingen gegeven aan medewerkers, leidinggevenden en teams rondom sociale veiligheid en integriteit. In 2024 hebben circa 1.300 werknemers deelgenomen aan 145 trainingen. De meeste trainingen gingen over sociale veiligheid, waaronder diversiteit en leidinggeven in een sociaal veilige werkomgeving. Een kleiner deel van de trainingen was specifiek gericht op integriteit.

Begin 2024 is de Academische Werkplaats Defensie opgericht, onderdeel van de Nederlandse Defensie Academie (NLDA). Binnen deze structuur wordt gewerkt aan initiatieven die deze thema’s kunnen versterken. Daarnaast is voortgang geboekt op het verder professionaliseren van het stelsel van vertrouwenspersonen.

Arbeidsextensief werken

Defensie heeft haar inspanningen gecontinueerd om bepaalde processen arbeidsextensiever in te richten door meer gebruik te maken van technologie. Hierdoor kan Defensie haar mensen daar inzetten waar ze het hardst nodig zijn en bovendien het werk voor hen veiliger, interessanter, minder routinematig en effectiever inrichten. In 2024 zijn verschillende stappen gezet, zoals de vertaling van de Defensie Stategie Data Science naar een roadmap. Hieruit is een interne Defensie versie van de populaire dienst ChatGPT voortgekomen, genaamd DefGPT. Daarnaast is de geautomatiseerde ondersteuning van de domeinen financiën, materieel-logistiek, inkoop en afstoting verder geoptimaliseerd op basis van SAP (S4/HANA), waarbij diverse interfaces en processtappen zijn geautomatiseerd. Verder is de toepassing van Robotic Process Automation (RPA) verbreed naar alle Defensieonderdelen. Het equivalent aan werk verzet door RPA is verdubbeld ten opzichte van 2023. Defensie heeft tevens ingezet op meer arbeidsextensievere (wapen)systemen (onder andere ASW fregat, sensoren, doorbraaksystemen, dronecapaciteit en Main Ground Combat System).

3.1.4 Randvoorwaarden

Informatie en transparantie

Digitale innovatie in het militaire domein versnelt exponentieel. Dit is het meest duidelijk te zien in het gebruik van data, ArtificialIntelligence (AI) en autonome systemen. In 2024 heeft Defensie met onder andere de datastrategie en het inrichten van decentrale datateams ingezet op het versterken van de informatiepositie van Defensie. Tegelijk is met de programma’s Grensverleggende IT (GrIT), Defensie Open op Orde (DOO), Keystone, Foxtrot en talloze kleinere projecten hard gewerkt aan het moderniseren van de infrastructuur en verbeteren van commandovoering.

Deze ontwikkelingen zijn hard nodig, want de effectieve inzet van de Krijgsmacht is steeds afhankelijker geworden van het gebruik van IT. Om deze ontwikkelingen door te zetten en te stroomlijnen is Defensie een digitale transformatie gestart, met als doel onze militairen een voorsprong op het slagveld geven.

Medio 2024 is Defensie gestart met het vormgeven van een wetvoorstel dat het juridisch kader zal vormen wat noodzakelijk is om tot een volledige inzetgereedheid van de krijgsmacht te komen. De informatieomgeving zal onderdeel van dit wetsvoorstel zijn.

Vastgoed

Er is de afgelopen kabinetsperiode fors geïnvesteerd in de ontwikkeling van onze krijgsmacht met mede als gevolg dat de defensieorganisatie de komende jaren groeit. Defensie heeft daardoor een omvangrijke vastgoedopgave waarbinnen veel locaties moeten worden verbouwd of gerevitaliseerd. In het Strategisch Vastgoedplan 2022 (SVP) is het kader hiervoor geschetst. De concrete voorbeelden hierbij worden genoemd in het Materieelverslag van het Defensiematerieelbegrotingsfonds.

Ruimte en leefomgeving

Defensie investeert in meer mensen, meer training, meer materieel en meer activiteiten. Dit vraagt om extra ruimte voor defensieactiviteiten (fysieke, milieu- en geluidsruimte). Het in beeld brengen, integraal afwegen en borgen van deze benodigde ruimte gebeurt in het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD). Een zogenoemd plan milieueffectrapport (planMER) maakt daar onderdeel van uit. Omdat deze ruimtevraag de leefomgeving van veel mensen kan raken en ook kan knellen met andere ruimtelijke opgaven, is in het NPRD veel aandacht voor participatie en bestuurlijk overleg.

Defensie betrekt de omgeving bij activiteiten die effect hebben op de leefomgeving. Dit geeft inzicht in de belangen, zorgen en wensen van lokale gemeenschappen, ondernemers en overheden. Potentiële knelpunten maar ook kansen zijn sneller in beeld, wat meerwaarde en meervoudig ruimtegebruik creëert en bijdraagt aan een duurzame relatie met de omgeving en mede-overheden. Defensie werkt aan de verankering van het omgevingsgericht werken en voert een verkenning uit naar de mogelijkheden om in de omgeving van Defensielocaties een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid.

Een evaluatie-onderzoek naar het functioneren van de Commissies Overleg & Voorlichting Milieu (COVM’s), de wettelijke overlegorganen van de vliegbases van Defensie, is afgerond. De Kamer is hierover geïnformeerd (Kamerstuk 36592, nr. 4) en heeft het onderzoeksrapport ‘Buren van een basis’ ontvangen. Defensie werkt aan de appreciatie van de aanbevelingen uit het onderzoeksrapport. Deze appreciatie wordt met de Kamer gedeeld.

Defensie bereidt zich vanwege de verhoogde dreiging voor op het beschermen en verdedigen van het eigen grondgebied en dat van bondgenoten. De huidige wet- en regelgeving is ingericht voor vredestijd, terwijl Nederland zich helaas in een grijze zone tussen vrede en oorlog bevindt. Ook in de leefomgeving leidt dit tot spanning tussen wat Defensie aan activiteiten wil uitvoeren en wat Defensie op basis van wet- en regelgeving mag uitvoeren. Om deze belemmeringen weg te nemen werkt Defensie aan een Wet op de Defensiegereedheid die de gereedstelling van de krijgsmacht eenvoudiger en sneller mogelijk maakt.

Recente rechterlijke uitspraken hebben tot nieuwe uitdagingen geleid in het stikstofdossier. De uitspraken kunnen ertoe leiden dat de uitbreiding van bestaande activiteiten of de toevoeging van nieuwe activiteiten die noodzakelijk zijn om onze militairen voor te bereiden op een gevecht onvergunbaar zijn. Het is het belangrijk dat (stikstof) ruimte wordt geboden voor urgente maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de tijdige en stelselmatige gereedstelling van de krijgsmacht. Inzet van de Ministeriele Commissie Economie en Natuurherstel is om die ruimte te bieden. In Europees verband wil Defensie aandacht vragen voor het spanningsveld tussen Europese verplichtingen uit (bijvoorbeeld) de vogel- en habitatrichtlijn aan de ene kant en de grondwettelijke taken voor Defensie inclusief onze NAVO-commitments aan de andere kant.

Duurzaamheid

In de afgelopen periode is het belang van energiezekerheid voor Defensie sterk naar voren gekomen. Energie is mission critical bij het militaire optreden en essentieel voor de bedrijfsvoering. Energiezekerheid is daarom een belangrijke voorwaarde voor weerbaarheid en duurzame energie draagt hier aan bij. Defensie pakt dit op door energiezekerheid onderdeel te maken van beleidsontwikkeling, projecten en onderzoek. In de Stand van Defensie rapporteren we jaarlijks over het energieverbruik en de CO2-emissie van Defensie.

Defensie richt haar verduurzamingsacties primair op het operationeel materieel inclusief kampementen, op vastgoed en terreinen, op de bedrijfsvoering en zakelijke mobiliteit. In het materieelverslag van het Defensiematerieelbegrotingfonds staan bij ‘Duurzaamheid’ en bij ‘Vastgoed’ nadere toelichtingen op de projecten die hieraan bijdragen.

Milieu en PFAS

Defensie heeft op de huidige en voormalige defensieterreinen waar PFAS-houdend blusschuim is gebruikt dertien locaties met PFAS-verontreiniging in beeld. Er is onderzoek gedaan naar de herkomst en de ernst van de verontreinigingen. Defensie werkt voor de nog exact te bepalen saneringslocaties volgens een risico-gestuurde aanpak. Dit betekent dat de uitvoeringsmaatregelen worden bepaald op basis van humane risico's, ecologische risico's en verspreidingsrisico's. Het risico op blootstelling aan PFAS via de grond bij normaal gebruik van het terrein, zoals werkzaamheden in gebouwen en oefenen op terreinen, is zeer klein. Defensie pakt de verontreinigingen aan in gezamenlijkheid met betrokken overheden.

3.1.5 Focusonderwerp 2024 en vervolg focusonderwerp 2023

De schaarste op de arbeidsmarkt is één van de oorzaken die bijdragen aan het personeelstekort bij Defensie, in het bijzonder in sectoren waar de schaarste extra groot is zoals in de techniek, IT en medische sector. De onderuitputting die hieruit ontstaat wordt zoveel mogelijk ingezet voor onder andere alternatieve personele capaciteit, waaronder externe inhuur en de inzet van reservisten, om de taken van Defensie uit te voeren. Zo is door deze onderuitputting € 175,1 miljoen extra uitgegeven aan externe inhuur. Door deze uitgaven aan onder andere alternatieve personele capaciteit en door de invoering van nieuwe arbeidsvoorwaarden waren de personele uitgaven uiteindelijk € 843,3 miljoen hoger dan bij dan bij de initieel vastgestelde Defensiebegroting voorzien was. Bij Defensie worden met enige regelmaat analyses uitgevoerd die de situatie op de arbeidsmarkt monitoren en in kaart brengen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van brongegevens van het CBS en het CPB. Daarbij wordt specifiek gekeken naar voor Defensie relevante sectoren.

Het personeelstekort verklaart deels de onderuitputting bij Defensie, maar zeker niet geheel. Op het Defensiematerieelbegrotingsfonds wordt de onderuitputting ook veroorzaakt door vaak lange levertijden, die mede ontstaan omdat de vraag naar militair materieel als gevolg van de huidige veiligheidssituatie in de wereld significant is toegenomen.

Voor de onderuitputting op het gebied van vastgoed geldt dat naast de beperkingen op het gebied van personele capaciteit, ook de schaarste van middelen en capaciteit in de markt en de beperkingen op het gebied van ruimte voor Defensie, zowel fysieke ruimte als geluidsruimte, stikstofruimte en andere vergunningsruimte, remmende factoren zijn. Grond en ruimte in bredere zin zijn schaars, omdat er veel belangen om grond en ruimte vragen, zoals woningbouw, landbouw en de opwekking van energie. Hierdoor is ruimte niet automatisch beschikbaar op het moment dat daar behoefte aan is en is beschikbaarheid van grond en ruimte altijd een uitdaging in de uitvoering van uitbreiding en verplaatsing van militaire activiteiten. Dit komt de doorlooptijd van (vergunningen)procedures niet ten goede en vraagt om aanvullende onderzoeksinspanningen en schaarse personele expertise.

Voor de komende jaren wordt, als gevolg van de verslechterde veiligheidssituatie, een verdere groei van Defensie voorzien. Vanwege deze voorziene groei en de bekende arbeidsmarktknelpunten, wordt onder meer gekeken naar de mogelijkheden van een meer wendbare en schaalbare krijgsmacht. Dit moet onder andere worden bereikt door een versterking van het reservistenbestand via samenwerking met het bedrijfsleven, andere departementen, de industrie, opleidingsinstanties en werkgeversorganisaties, zodat Defensie op het juiste moment kan beschikken over (schaars) arbeidspotentieel zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin. Ook wordt hiertoe bij de aanschaf van nieuw materieel gekeken naar arbeidsextensieve oplossingen.

De Tweede Kamer heeft het kabinet verzocht om het focusonderwerp 2023 een vervolg te geven bij de verantwoording over het jaar 2024 en aandacht te besteden aan resultaatbereik in relatie tot onderuitputting, als gevolg van bijvoorbeeld arbeidskrapte. Daarbij dienen de grootste en/of belangrijkste tegenvallende realisaties apart te worden toegelicht. In onderstaande tabel wordt de totale onderuitputting van € 171,8 miljoen op de Defensiebegroting (X) gepresenteerd.

Onderrealisatie artikel 1 - Inzet € ‒ 78,7 0,3%
Onderrealisatie Defensie (exclusief artikel 1 - Inzet) € ‒ 93,1 0,4%
Totaal € ‒ 171,8 0,7%

In totaal bedroeg de onderuitputting in 2024 € 171,8 miljoen.

De onderuitputting van € 78,7 miljoen hiervan op artikel 1 vindt grotendeels plaats op het Budget Internationale Veiligheid (BIV). Het BIV is een voorziening om te reageren op (onverwachte) gebeurtenissen in de wereld. Van dit budget was € 14,6 miljoen niet benodigd en er waren hogere ontvangsten van € 6,7 miljoen. Daarnaast is er € 40,0 miljoen aan HGIS-eindejaarsmarge ontvangen gedurende het jaar, die bij de tweede suppletoire begroting teruggeven is. Tot slot was € 17,4 miljoen niet benodigd voor nationale inzet en overig inzet, met name voor overige inzet van waaruit de Vessel Protection Detachements (VPD) worden bekostigd. Vanwege de ontwikkelingen in en rondom de Rode Zee worden er momenteel geen VPD’s ingezet.

De onderuitputting van € 93,1 miljoen op de overige artikelen wordt grotendeels veroorzaakt door € 74,7 miljoen onderuitputting op de personele uitgaven door het hierboven toegelichte personeelstekort en € 10,9 miljoen onderuitputting op de materiële uitgaven door langere levertijden door schaarse middelen en capaciteiten in de markt.

Uit het voorliggende jaarverslag blijkt dat Defensie uiteindelijk hogere uitgaven heeft gerealiseerd dan bij de initieel vastgestelde Defensiebegroting voorzien werd. Gedurende het jaar zijn voor deze hogere uitgaven meer middelen aan de Defensiebegroting toegevoegd, waaronder voor nieuwe arbeidsvoorwaarden. De gerealiseerde uitgaven over het gehele jaar bezien worden in de onderstaande tekst toegelicht om bij te dragen aan optimale transparantie en verantwoording. Voor het beeld over de verhouding tussen de gerealiseerde uitgaven en initieel begrote uitgaven, wordt daarom naar de rest van het jaarverslag verwezen.

3.3 Realisatie periodieke rapportages en beleidsdoorlichtingen

Realisatie periodieke rapportages en beleidsdoorlichtingen

Elke minister is op basis van de Comptabiliteitswet 2016 verantwoordelijk voor het periodiek onderzoeken van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid. Hiervoor maken alle departementen gebruik van de Strategische Evaluatieagenda (SEA), die jaarlijks in de begroting verschijnt. De periodieke rapportages van de SEA vervangen de beleidsdoorlichtingen. In 2024 heeft Defensie twee beleidsdoorlichtingen afgerond. Dit zijn beleidsdoorlichtingen van artikel 2 Koninklijke Marine en artikel 3 Koninklijke Landmacht. Defensie heeft nog geen periodieke rapportages afgerond. In de tabel hieronder zijn dan ook enkel de gerealiseerde beleidsdoorlichtingen (periode 2018-2024) zichtbaar.

BD/PR Thema Artikel-nummer 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 Kamerstuk
BD Inzet 1
BD Koninklijke Marine 2 x Kamerstuk 31516, nr. 43
BD Koninklijke Landmacht 3 x Kamerstuk 31516, nr. 27
BD Koninklijke Landmacht 3 x Kamerstuk 31516, nr. 44
BD Koninklijke Luchtmacht 4 x Kamerstuk 31516, nr. 30
BD Koninklijke Marechaussee 5 x Kamerstuk 31516, nr. 37
BD Investeringen1 6 x Kamerstuk 31516, nr. 34
BD Defensie Materieel Organisatie 7 x Kamerstuk 31516, nr 34
BD Defensie Ondersteuningscommando2 8 Uitstel Uitstel Kamerstuk 31516, nr. 40
BD Algemeen 9
BD Apparaat Kerndepartement 10
BD Geheim 11
BD Nog onverdeeld 12
1Door de introductie van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) zijn de middelen uit beleidsartikel 6 Investeringen per 2021 overgeheveld naar het DMF.
2Met deze beleidsdoorlichting wordt onderzocht in hoeverre het beleid voor de militaire gezondheidszorg (MGZ) in de periode 2011 tot 2021 doelmatig en doeltreffend is geweest. In de onderzoeksperiode hebben binnen de MGZ een aantal significante beleidswijzigingen plaatsgevonden en heeft de MGZ een ingrijpende herstructurering doorgemaakt. De onderzoeksfase van de beleidsdoorlichting is reeds afgerond. Voor de Kabinetsreactie heeft de toenmalige Staatssecretaris van Defensie de opdracht gegeven om niet alleen op de resultaten van de doorlichting te reflecteren, maar ook naar de toekomst te kijken. Om dit goed te onderbouwen, bleek aanvullend onderzoek nodig. Hierdoor heeft het proces van de beleidsdoorlichting vertraging opgelopen. De Kamer is op 25 september 2023 over de vertraging geïnformeerd (Kamerstuk 31516, nr. 40). De Kabinetsreactie wordt in het eerste kwartaal van 2025 opgeleverd.

Afgeronde beleidsdoorlichtingen

Beleidsdoorlichting FOST (artikel 2)

In 2024 is een beleidsdoorlichting van artikel 2 Koninklijke Marine afgerond. Tijdens deze doorlichting is de doeltreffendheid en doelmatigheid onderzocht van de Nederlandse deelname aan de Fleet Operational Standards and Training (FOST). Hierbij is naar de periode 2014-2023 gekeken.

De beleidsdoorlichting richt zich op de gereedstelling van zogenaamde «grootbovenwatereenheden» van het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK). Gereedstellen is de kerntaak van de operationale commando's (OPCO's) binnen de Nederlandse Krijgsmacht. Het CZSK heeft een eigen opwerkmethodiek voor het gereedstellen van de grootbovenwatereenheden, maar maakt voor het laatste deel van deze gereedstelling gebruik van de Britse trainingsorganisatie FOST. FOST brengt schaarse trainingsmiddelen samen, waardoor de trainingen een hoog realiteitsgehalte krijgen. Het CZSK heeft niet de omvang om die training, onder vergelijkbare omstandigheden, structureel in eigen beheer uit te voeren.

Uit de beleidsdoorlichting blijkt dat de Nederlandse deelname aan FOST in hoge mate bijdraagt aan de (beleids)doelstellingen, te weten het gereedstellen van grootbovenwatereenheden. Uit het onderzoek blijkt verder dat de Nederlandse deelname aan FOST zowel op een doeltreffende alsook doelmatige wijze wordt uitgevoerd.

Zie het eindrapport, voor een volledige toelichting op de beleidsdoorlichting, conclusies en aanbevelingen.

Zie de kabinetsreactie (Kamerstuk 31516, nr. 43), met daarin aandacht voor de opvolging van bevindingen.

Beleidsdoorlichting Project Taurus (artikel 3)

In 2024 is een beleidsdoorlichting van artikel 3 Koninklijke Landmacht afgerond. Tijdens deze doorlichting is de doeltreffendheid en doelmatigheid onderzocht van het in 2013-2022 gevoerde beleid rond het Nederlands-Duitse samenwerkingsverband Project Taurus.

Project Taurus is de intensieve samenwerking van de Nederlandse 43e Gemechaniseerde Brigade met de 1e Duitse Pantserdivisie en is voor het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) de meest vergevorderde vorm van integratie en samenwerking tussen Nederland en Duitsland. Door deze unieke vorm van samenwerking met Duitsland is Nederland de afgelopen jaren in de gelegenheid geweest om een fundament van kennis in het vechten met en tegen tanks te behouden. Met het oog op de grote dreiging en de aanstaande introductie van een volwaardig tankbataljon, zoals aangekondigd in de Defensienota 2024 (Kamerstuk 36592, nr. 1), heeft Nederland deze kennis hard nodig.

Uit de beleidsdoorlichting blijkt dat Project Taurus zowel doeltreffend alsook doelmatig is. Project Taurus is doeltreffendheid; de hoofddoelstelling 'het behouden van een fundament van kennis', is behaald. De onderzoekers plaatsen hier een aantal kanttekeningen bij. Zo is het niet mogelijk geweest om kennis bij alle relevante delen van het CLAS in gelijke mate te behouden. Project Taurus is doelmatig, omdat Defensie door gebruik van Duitse gevechtstanks, met relatief weinig kosten het primaire doel van kennisbehoud heeft bereikt. Ook hier plaatsen de onderzoekers een kanttekening bij. Zo is het gevecht van verbonden wapens minder mogelijk, waardoor een negatieve synergie is ontstaan door indertijd te bezuinigen op de gevechtstanks.

Zie het eindrapport, voor een volledige toelichting op de beleidsdoorlichting, conclusies en aanbevelingen.

Zie de kabinetsreactie (Kamerstuk 31516, nr. 44), met daarin aandacht voor de opvolging van bevindingen.

Periodieke rapportages

Conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) is de SEA ingedeeld op basis van (beleids)thema's en kent de SEA een looptijd van vier jaar. Bij Defensie is de indeling van de SEA gelijk aan de indeling van de Defensienota en de Beleidsagenda uit de begroting. Dit betekent dat de SEA bestaat uit de thema's:

  1. Koers voor versterking
  2. Gevechtskracht
  3. Mensen
  4. Materieel
  5. Randvoorwaarden

Voor deze thema's is nog geen periodieke rapportage afgerond.

Voor het meest recente overzicht van de programmering van periodieke rapportages / beleidsdoorlichtingen, zie het overzicht ingepland en uitgevoerd onderzoek op rijksfinancien.nl.

Voor de realisatie van deze en andere grote (evaluatie)onderzoeken, zie de bijlage «Afgerond evaluatie- en overig onderzoek».

3.4 Openbaarheidsparagraaf en overzicht risicoregelingen

Openbaarheidsparagraaf

Actieve openbaarmaking

Defensie heeft in 2024 gewerkt aan de verdere implementatie van de Wet open overheid (Woo). Defensie heeft verdere actieve openbaarmaking van documenten voorbereid. Per november 2024 voldoen het Ministerie van Defensie en de Inspectie Veiligheid Defensie aan de eerste tranche van de verplichte actieve openbaarmaking van de Wet open overheid. Tevens zijn er verdere stappen gezet om er zorg voor te dragen dat het ordentelijk en ordelijk omgaan met informatie ingebed is in de functie- en loopbaanopleidingen.

Passieve openbaarmaking

Er is sprake van een stijgende lijn in de hoeveelheid Woo-verzoeken en in de omvang en complexiteit (in 2023 ontving de sectie Woo 123 verzoeken, in 2024 waren dit 172 verzoeken). Gelet op de geopolitieke ontwikkelingen, aanhoudende militaire steun aan Oekraïne, aanzienlijke aanschaf van militair materieel en het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD), is de verwachting dat die stijging zich ook in 2025 voortzet. Om deze verzoeken zo goed als mogelijk binnen de wettelijke beslistermijn te kunnen behandelen en de behandeltermijn verder te verkorten, spant de sectie Woo zich in om uitvoering te geven aan de maatregelen zoals aangekondigd in de kabinetsreactie op de invoeringstoets Woo (Kamerstuk 32802, nr. 94). Daarnaast zijn decentrale Woo-functionarissen aangewezen bij de directies van het kerndepartement. Zij zijn verantwoordelijk voor het geordend en tijdig aanleveren van de gevraagde informatie. In oktober 2024 is het documentmanagementsysteem DefDoc binnen het kerndepartement gelanceerd. Door dit systeem wordt het verzamelen, ordenen en uiteindelijk archiveren van informatie vereenvoudigd. Daarnaast bereidt Defensie de implementatie van nieuwe Woo-tooling voor. Daardoor kunnen Woo-medewerkers effectiever en efficiënter documenten uitvragen binnen de organisatie en deze sneller beoordelen. Tot slot blijft de sectie Woo zich ook in 2025 inspannen om in overleg met de verzoeker tijdig aan diens informatiebehoefte te kunnen voldoen.

Verbetering van de informatiehuishouding

Het programma Defensie Open op Orde (DOO) versterkt in de periode 2021 t/m 2028 de informatiehuishouding van Defensie. De nulmetingen die het programma bij de Defensieonderdelen (en specifieke onderdelen van de Bestuursstaf) doet, zijn vrijwel allemaal in 2024 volledig afgerond. Aan de hand van deze nulmetingen wordt voor alle onderdelen een actieplan opgesteld om ondersteund door het programma DOO toe te werken naar een hoger volwassenheidsniveau van de informatiehuishouding. Ruim de helft van deze actieplannen is in 2024 opgesteld en in uitvoering. De laatste actieplannen zijn in Q1 2025 opgeleverd en worden uitgevoerd.

Daarnaast heeft Defensie in 2024 een visie op informatie(huishouding) opgesteld. Deze visie markeert een belangrijke stap naar een volwassen informatiehuishouding binnen onze organisatie. Het document biedt niet alleen strategische kaders, maar ook een wenkend perspectief: Defensie die informatie inzet als kracht in de militaire, politiek-bestuurlijke en maatschappelijke context. Het richt zich op kwalitatieve informatie die compleet, juist, actueel en vindbaar is. De gezaghebbende informatiepositie van Defensie wordt versterkt door een integrale aanpak van informatiehuishouding waarin strategie, structuur, processen, mensen en technologie samenkomen.

Overzicht risicoregelingen

Per 31 december 2024 bestaat er één openstaande garantie. Deze betreft een overeenkomst met de Vereniging Verbond van Verzekeraars over de verzekerbaarheid van personeel. De looptijd is onbepaald en er is geen gegarandeerd bedrag vastgesteld. De overeenkomst regelt de verhouding tussen Defensie en de Vereniging met als doel de belemmeringen die defensieambtenaren in het maatschappelijkverkeer ondervinden als gevolg van uitsluitingsclausules bij levensverzekeringen, gekoppeld aan de financiering van een woning, weg te nemen. In 2024 heeft geen uitkering plaats gevonden.

3.5 Budgettair overzicht Oekraïne

Op 24 februari 2022 begon Rusland met een grootschalige militaire inval in Oekraïne. De gevolgen van deze oorlog zijn niet alleen groot voor Oekraïne maar ook voor Nederland, Europa en de wereld als geheel. Een permanent lid van de Veiligheidsraad probeert met grof militair geweld een lidstaat van de Verenigde Naties van zijn land, soevereiniteit en zelfs van zijn identiteit te beroven. Nederland heeft zich dan ook ingezet om zoveel mogelijk militaire, financiële en humanitaire steun te leveren aan Oekraïne, samen met internationale partners.

Gezien de zwaarwegende veiligheidsbelangen voor Nederland en onze bondgenoten, was de militaire steun aan Oekraïne in 2024 een topprioriteit. De Nederlandse steun was breed en in samenwerking met bondgenoten en partners, in de context van de NAVO, EU en de Ukraine Defence Contact Group. Deze samenwerking en coördinatie was onontbeerlijk om te zorgen dat de steun effectief was en de levering ervan zo efficiënt mogelijk.

Defensie heeft een breed pallet aan militair materieel aan Oekraïne kunnen leveren om Oekraïne te ondersteunen in haar strijd. De steun bestond uit materiële steun, training, opleidingen en onderhoud. Defensie heeft materieel geleverd uit eigen voorraad. Daarnaast is materieel commercieel aangekocht. Om een snellere en effectieve steunverlening aan Oekraïne te bewerkstelligen heeft Defensie in 2024 in toenemende mate bijgedragen aan internationale samenwerkingsovereenkomsten. Defensie betaalt dan een bijdrage aan een ander land of fonds, die daar vervolgens materiaal voor Oekraïne mee aanschaft. Tevens heeft Defensie bijgedragen aan forensische onderzoeken in Oekraïne, internationale trainingsmissies als Interflex en Interforge en de EU Militaire Assistentie Missie (EUMAM). Op deze wijze leverde Nederland een samenhangend pakket waarmee de Oekraïense strijdkracht in alle facetten van de strijd werd ondersteund. De Tweede Kamer is periodiek op de hoogte gehouden van deze bijdragen middels diverse Kamerbrieven.

In onderstaande tabel wordt gerapporteerd, conform de RBV, over de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten voor 2024. De uitgaven bestaan uit commerciële leveringen, bijdragen aan de forensische onderzoeken en (internationale) trainingsmissies. De commerciële leveringen betreft zowel de bijdragen aan internationale samenwerkingsovereenkomsten als de militaire goederen die door Defensie ten behoeve van Oekraïne bij bedrijven zijn verworven. De commerciële leveringen leiden door co-financiering tot ontvangsten, net als de eerste vergoedingen van het EPF. Er zijn verplichtingen aangegaan voor de aankoop van materieel dat in toekomstige jaren aan Oekraïne wordt geleverd. De vervanging van het eigen materieel en de misgelopen verkoopopbrengsten, leiden tot ontvangsten en verplichtingen in het Defensiematerieelbegrotingsfonds en staan dus niet in onderstaande tabel. De risico’s financieel beheer verbonden aan deze maatregelen staan toegelicht in de bedrijfsvoeringsparagraaf.

Alle uitgaven en gemiste verkoopopbrengsten zijn, conform het hoofdlijnenakkoord, buiten het uitgavenkader verwerkt en zijn dus niet ten koste gegaan van de middelen op de Defensiebegroting. De steun aan Oekraïne wordt gefinancierd via het Budget Internationale Veiligheid (BIV) op artikel 1 van de Defensiebegroting. De compensatie voor de geleverde eigen voorraad is verwerkt op het DMF, afgezien van zeer kleine en specifieke posten die via de Defensiebegroting lopen.

1 Inzet Commerciële leveringen 3.127.572 2.511.248 160.687 N.v.t.
1 Inzet Trainingen t.b.v. Oekraïne 5.166 4.835 N.v.t.
1 Inzet FO Kmar 39 57 117 N.v.t.
1 Inzet EUMAM 4 4 N.v.t.
Totaal 3.132.780 2.516.143 160.804

4. Beleidsartikelen

4.1 Artikel 1 Inzet

A. Algemene doelstelling

Defensie beschermt wat ons dierbaar is. Die opdracht is een afgeleide van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden en de Grondwet. Deze leidt tot drie hoofdtaken:

  1. Bescherming van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied, inclusief het Caribisch deel van het Koninkrijk.
  2. Bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit.
  3. Ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal.

Alle drie de hoofdtaken vergen meer inzet vanwege de toegenomen instabiliteit in de wereld. Om deze taken te kunnen uitvoeren stelt Defensie militaire eenheden gereed die daarvoor kunnen worden ingezet.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen en daadwerkelijk inzetten van eenheden om de veiligheid van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied te handhaven. Verder is de Minister in samenwerking met bondgenoten verantwoordelijk voor de uitvoering van bijdragen aan missies voor conflictpreventie, crisisbeheersing en vredesopbouw, zowel in Europa als daarbuiten. Het Koninkrijk der Nederlanden draagt daarmee bij aan de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. De eenheden kunnen ook worden ingezet ten behoeve van nationale taken en het verlenen van (internationale) noodhulp.

Beleidsartikel 1 Inzet biedt een overzicht van de gehele inzet van de krijgsmacht. Dit betreft de bijdragen van Defensie aan onder andere crisisbeheersingsoperaties, contributies aan gezamenlijk gefinancierde NAVO- en EU-operaties, inzet voor nationale en koninkrijkstaken en overige inzet. In Beleidsartikel 1 is de verantwoording opgenomen van de additionele uitgaven voor inzet onder verantwoordelijkheid van de Commandant der Strijdkrachten (CDS). In de beleidsartikelen 2 tot en met 5 wordt de taakuitvoering verantwoord van de marine, landmacht, luchtmacht, marechaussee en de aan hen gemandateerde inzet, voor zover deze niet valt onder artikel 1.

C. Beleidsconclusies

Nederlandse militairen zijn in 2024 wederom breed ingezet voor vrede en veiligheid.

Eind februari 2022 is Rusland met een grote strijdmacht Oekraïne binnen gevallen waardoor de veiligheidsomgeving van de NAVO-partners drastisch is veranderd. Nederland steunt de Oekraïense strijdkrachten volop. Een groot deel van deze steun, waaronder het commercieel aangeschafte materieel en diverse trainingen voor Oekraïense militairen waar Nederland aan bijdroeg, loopt via artikel 1 - Inzet.

De Russische agressie zorgt ervoor dat de verdediging van het bondgenootschappelijk gebied meer aandacht heeft gekregen. Dit komt onder andere tot uiting bij bijdragen in NAVO-verband, waaronder de bijdrage aan de enhanced Forward Presence (eFP) inzet in Litouwen en de inzet van MQ9-s vanuit Roemenië. Daarnaast zijn er vier F-35s ingezet in Estland voor de enhanced Air Policing (eAP) missie en vier F-35s gereed gesteld voor de versterking van de NAVO posturing binnen de enhanced Vigilance Activities (eVA).

In Bosnië en Herzegovina droeg Nederland substantieel bij aan de EU-missie EUFOR Althea, met als doel om bij te dragen aan stabiliteit en veiligheid in de Westelijke Balkan. Deze inzet bestond uit een infanteriecompagnie, een Human Intelligence (HUMINT)-team en enkele stafofficieren. Deze bijdrage werd volgens planning in oktober afgebouwd naar het HUMINT-team en maximaal zeven stafofficieren.

In het Midden-Oosten liep in 2024 de spanning verder op in bijna alle landen, hetgeen uiteindelijk leidde tot diverse gewapende conflicten. Defensie droeg ook in 2024 substantieel bij aan de NAVO missie in Irak en levert tot juni 2025 de force commander van de missie, een helikopterdetachement en force protection. Om waar nodig Nederlandse burgers te kunnen evacueren werden militairen en militair materieel ingezet en bereidde Nederland zich voor op diverse scenario’s in het Midden-Oosten. Ook voerde Nederland twee repatrieringsvluchten uit vanuit Libanon. Defensie droeg bij aan diverse maritieme missies, zoals aan Prosperity Guardian met Zr.Ms. Tromp en Aspides met Zr.Ms. Karel Doorman, in reactie op de raketaanvallen van de Houthi’s op koopvaardijschepen in de Rode Zee. Daarnaast werden bijdragen aan EMASoH, Atalanta en Combined Maritme Forces (CMF) voorgezet.

Defensie continueerde de bijdragen aan verschillende overige missies zoals UNTSO, UNIFIL en USSC.

Figuur 5

Nationale inzet

Defensie voert taken uit ten behoeve van civiele overheden, zowel als structurele nationale taken als in incidentele militaire bijstand of ondersteuning. Onder deze taken vallen o.a. de taken van de KMar, de Kustwacht Nederland en de Kustwacht Caribisch gebied, luchtruimbewaking, de Bijzondere Bijstandseenheden en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie. De financiële middelen van deze taken zijn opgenomen in de verschillende begrotingsartikelen van Defensie en zijn vastgelegd in wet- of regelgeving, inclusief ministeriële besluiten, convenanten of arrangementen.

Host Nation Support (HNS)

HNS (gastlandsteun) is de militaire ondersteuning die door Nederland wordt geleverd aan bondgenootschappelijke eenheden en NAVO-organisaties die verblijven op of zich verplaatsen over Nederlands grondgebied. Dit is een verplichting die ten grondslag ligt aan de NAVO en in verschillende Memorandums of Understanding (MOU’s) is vastgelegd.

Overige inzet

De situatie in de Rode Zee en de Golf van Aden bleef in 2024 zeer gespannen. De veiligheidsdreiging, als gevolg van aanvallen van Houthi-rebellen uit Jemen met raketten, drones en op water gedragen geïmproviseerde explosieven (WBIED's), bleef hoog. De Nederlandse overheid bij monde van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat raadde sinds december 2023 de Nederlands gevlagde koopvaardij af om door dit gebied te varen. De koopvaardij volgde dit advies op en koos ervoor de route om Kaap de Goede Hoop in Zuid-Afrika te volgen. Als de situatie rond Houthi’s verbeterd, is de verwachting dat er weer vraag naar Vessel Protection Detachments (VPD) zal ontstaan. De piraterij in deze wateren is het afgelopen jaar, na vele jaren van afname, toegenomen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

In artikel 1 Inzet worden alleen uitgaven voor inzet begroot en verantwoord mits:

  1. Deze uitgaven additioneel zijn. Dit betekent dat vormen van inzet budgettair alleen in dit artikel zichtbaar zijn indien er sprake is van aanvullende uitgaven ten opzichte van de uitgaven voor gereedstelling en instandhouding binnen de artikelen van de operationele commando’s (bijvoorbeeld de inzet van helikopters voor Search and Rescue) of indien deze worden verrekend met tweeden of derden (bijvoorbeeld noodhulp die wordt verrekend met het ministerie van Buitenlandse Zaken).
  2. Deze inzet onder directe verantwoordelijkheid van de CDS wordt uitgevoerd. Verschillende vormen van inzet zijn gemandateerd aan de operationele commando’s, zoals de inzet voor de Kustwacht, en worden daarom bij die artikelen begroot en verantwoord.

Om het geïntegreerde karakter te borgen wordt besluitvorming over het Budget Internationale Veiligheid (BIV) interdepartementaal voorbereid en uitgevoerd.

Art. Verplichtingen 109.842 137.128 403.767 1.747.908 3.323.511 1.523.134 1.800.377
Uitgaven 153.751 165.232 313.048 1.142.595 2.699.887 2.355.220 344.667
Apparaatsuitgaven 0 0 0 0 0 0 0
Programmauitgaven 153.751 165.232 313.048 1.142.595 2.699.887 2.355.220 344.667
1.1 Programmauitgaven 153.751 165.232 313.048 1.142.595 2.699.887 2.355.220 344.667
Opdrachten 153.751 165.232 313.048 1.142.595 2.699.887 2.355.220 344.667
Crisisbeheersingsoperaties 127.381 149.442 301.725 1.136.963 2.697.206 2.336.783 360.423
Financiering nationale inzet krijgsmacht 20.198 5.376 4.609 2.722 1.346 3.719 ‒ 2.373
Overige inzet 6.172 10.414 6.714 2.910 1.335 14.718 ‒ 13.383
Ontvangsten 6.638 6.739 11.954 76.303 168.983 87.643 81.340

Om een snellere en effectieve steunverlening aan Oekraïne te bewerkstelligen heeft Defensie in 2024 in toenemende mate bijgedragen aan internationale samenwerkingsovereenkomsten. Defensie betaalt dan een bijdrage aan een ander land of fonds, die daar vervolgens materiaal voor Oekraïne mee aanschaft. In de begroting was voor deze uitgaven een bedrag begroot als opdracht onder de crisisbeheersingsoperaties. In 2024 is ervoor gekozen om deze uitgaven niet in de vorm van opdrachten te verstrekken, maar in de vorm van bijdragen. Vanwege technische beperkingen is dit niet gepresenteerd in bovenstaande tabel. Van het gerealiseerde bedrag van € 2,7 miljard onder de opdrachten bedroeg in 2024 circa 60% van de uitgaven Oekraïne (circa € 1,5 miljard) op dit artikel een bijdrage. De overige uitgaven (circa € 1,2 miljard) waren rechtstreekse opdrachten aan bedrijven.

Art. 2020 2021 2022 2023 2024 2024 2024
1.1 Programma-uitgaven 153.751 165.232 313.048 1.142.595 2.699.887 2.355.220 344.667
Opdrachten 153.751 165.232 313.048 1.142.595 1.178.448 2.355.220 ‒ 1.176.772
Crisisbeheersings-operaties 127.381 149.442 301.725 1.136.963 1.175.767 2.336.783 ‒ 1.161.016
Financiering nationale inzet krijgsmacht 20.198 5.376 4.609 2.722 1.346 3.719 ‒ 2.373
Overige inzet 6.172 10.414 6.714 2.910 1.335 14.718 ‒ 13.383
Bijdrage aan (inter-) nationale organisaties 0 0 0 0 1.521.439 0 1.521.439
Crisisbeheersings-operaties 0 0 0 0 1.521.439 0 1.521.439

E. Toelichting op de instrumenten

In onderstaande tabel wordt voor 2024 weergegeven hoeveel budget per missie begroot was en gerealiseerd is.

Verplichtingen

De hogere verplichtingen ten opzichte van de vastgestelde begroting zijn met name het gevolg van de materiële steun aan Oekraïne. Deze was niet toegekend ten tijde van de ontwerpbegroting, maar gedurende 2024 is budget uit algemene middelen overgeheveld naar de defensiebegroting voor de te leveren steun aan Oekraïne.

Uitgaven

2020 2021 2022 2023 2024 2024
Uitgaven missies
AFGHANISTAN 24.533 16.588 2.904 0
NEO AFGHANISTAN 9.392 3.318 107 0
STRIJD TEGEN ISIS (ATF ME & CBMI) 1.874 3.425 867 519 1.164 600 564
Veiligheidsinzet in IRAK (CBMI & KAR) 8.365 15.083 19.650 18.329 4.519 7.000 ‒ 2.481
NMI 239 317 517 1.286 40.214 42.400 ‒ 2.186
MINUSMA 5.417 9.328 9.846 5.687 1.617 1.100 517
eFP LTU 27.540 44.129 34.063 31.372 42.424 36.000 6.424
MISSIES ALGEMEEN 5.477 4.579 2.439 13.517 5.247 10.000 ‒ 4.753
Contributies 28.015 28.731 25.460 29.189 42.350 35.000 7.350
Snelle Inzetbare Capaciteiten (SIC) 5.921 5.073 3.012 9.849 193 3.750 ‒ 3.557
Personeelszorg 6.611 748 1.769 1.733 3.011 1.800 1.211
EU ATALANTA 79 43 43 52 52 52
EUTM MALI 200 420 547 315 12 400 ‒ 388
EU NAVFOR MED 15 24 43 0 0
EMASOH 10.057 417 441 324 633 633
EULPC 170 109 0
EUFOR Althea 2 4.966 13.079 13.000 79
EUMAM 9 4 500 ‒ 496
UNTSO 661 502 875 650 744 725 19
UNDOF 226 57 66 47 0
UNIFIL 73 63 86 167 76 75 1
UNPKI 5 5
CMF 276 249 309 346 601 300 301
Compensatie Hawija 3.484 1.007 0
NLTC 55 36 67 87 57 57
FSE MIRAGE 1.308 1.688 1.507 44 0
OP FORTIS (Carrier Strike Group) 1.404 1.233 0
Task Force Takuba 184 725 113 0
USSC 303 343 386 496 785 400 385
Aspides 8.771 8.771
Prossperity Guardian 1.561 1.561
AP BUL 6.248 1.748 0
MN AMDTF SVK 6.572 937 100 ‒ 100
EFP ROU 11.247 13.577 2.337 2.337
EVA MQ-9 ROU 5.068 5.068
eAP Polen 4.075 0
eAP Estland 1.249 1.249
Mat Supp OEK 163.996 991.339 2.511.248 2.139.397 371.851
FO OEK 1.480 1.679 57 57
OP INTERFLEX 768 3.261 4.835 4.835
IDR-TEAM DJIBOUTI 8 0
NEO ISRAEL/LIBANON/CYPRUS 1.034 5.294 5.294
Beëindigde missies 136 3.136 119 0 0
Voorziening HGIS 44.236 ‒ 44.236
Totale uitgaven aan missies 127.381 149.442 301.792 1.136.963 2.697.206 2.336.783 360.423

enhanced Forward Presence Lithuania (eFP LTU)

Ook in 2024 heeft Defensie een bijdrage geleverd aan de versterkte militaire aanwezigheid van de NAVO in Litouwen. De tweede rotatie 2024 was aanzienlijk groter in aantal militairen omdat Nederland de Commandant Battlegroup eFP LTU leverde. De extra uitgaven bedroegen hiervoor € 3,8 miljoen. De onderhoudskosten van het materieel zijn door toenemende ouderdom van het materieel toegenomen met € 1,4 miljoen en het munitieverbruik was € 1,2 miljoen hoger.

Contributies

De post contributies omvat de Nederlandse contributiebijdragen aan Internationale Organisaties en samenwerkingsverbanden. Voorbeelden hiervan zijn de NAVO, de Alliance Operations & Missions (AOM), de EU, de European Peace Facilty (EPF) en de Strategic Airlift Capability (SAC) C-17. De uitgaven aan contributies zijn met name hoger vanwege de contributiebijdrage aan SAC C-17. Deze is € 6,5 miljoen hoger als gevolg van een aanpassing in het betaalschema. De contributiebijdrage aan EPF is ook hoger dan geraamd, vanwege hogere uitgaven voor de European Union Military Assistance Mission Ukraine (EUMAM).

Aspides

Ten tijde van het tot stand komen van de ontwerpbegroting was nog geen sprake van Nederlandse deelname aan de EU-operatie Aspides. In de loop van 2024 is middels kamerbrieven 29521, nr. 478 en nr. 479 kenbaar gemaakt dat het kabinet heeft besloten tot inzet van het Joint Support Ship Zr.Ms. Karel Doorman in EU-operatie Aspides (nr. 478) en tevens het Force HeadQuarters (FHQ) te accommoderen aan boord van Zr.Ms. Karel Doorman (nr. 479).

enhanced Vigilance Activities (eVA) MQ9 Roemenië

In de Kamerbrief 28676/30806, nr. 442 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de inzet van de MQ-9 Reaper, die vanaf het einde van het eerste kwartaal 2024 vanuit Roemenië deel neemt aan de versterking van de NAVO Oostflank. De brief was van 17 oktober 2023 en de inzet was geen onderdeel van de ontwerpbegroting. De totale additionele uitgaven van deze inzet zijn voor een periode van twaalf maanden geraamd op € 14,0 miljoen. Op huidige realisatie zijn nog geen afwijkingen te melden.

Materiële steun Oekraïne

De uitgaven voor levering van materieel aan Oekraïne zijn begroot in artikel 1 Inzet. Gedurende 2024 heeft het kabinet meer middelen toegekend aan de steun aan Oekraïne waardoor een hogere realisatie mogelijk was. In het budgettair overzicht Oekraïne (H3.5) wordt meer inzage gegeven in de uitgaven ten behoeve van de steun aan Oekraïne.

Non Combatant Evacuation (NEO) Libanon/Israël/Jordanië

Eind 2023 is besloten tot de activiteiten ten behoeve van de NEO Libanon/Israël/Jordanië, die daarom geen onderdeel van de ontwerpbegroting waren. Deze activiteiten betroffen, in verschillende stadia gedurende 2024, personeel dat gereed stond om evacuaties uit te voeren of noodhulp te bieden, een C-130 toestel en een patrouilleschip.

Nationale Inzet

Militaire bijstand en steunverlening (Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht)

Defensie verleent militaire bijstand (MB) voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid (OOV) en voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde (SHRO). Deze bijstand wordt zowel door de KMar geleverd als door andere eenheden van Defensie. Daarnaast wordt bijstand verleend in geval van een ramp of crisis, of de vrees voor het ontstaan daarvan (Wet Veiligheidsregio). Verder kan een civiele autoriteit/ Minister een beroep doen op militaire steunverlening in het openbaar belang (MSOB). Ook in het Caribische deel van het Koninkrijk worden door Defensie soortgelijke vormen van militaire bijstand en steunverlening verleend.

Explosieven opruiming EODD (FNIK) ruimingen 2.000 2.138
Explosieven opruiming Noordzee CZSK ruimingen 35 40
Quick Reaction Alert (onderscheppingen luchtruim) CLSK onderscheppingen 4
Strafrechtelijke handhaving rechtsorde (Politiewet)* Alle DO'n (FNIK) aanvragen 115 26
Handhaving openbare orde en veiligheid (Politiewet) Alle DO'n (FNIK) aanvragen 25 37
Wet Veiligheidsregio Alle DO'n (FNIK) aanvragen 30 1
Militaire steunverlening in het openbaar belang Alle DO'n (FNIK) aanvragen 40 10
KB 1987 inzet krijgsmacht in Aruba, Curacoa en Sint Maarten - harde bijstand CZSK/CLAS (FNIK) aanvragen 29 23
KB 1987 inzet krijgsmacht in Aruba, Curacoa en Sint Maarten - zachte bijstand CZSK/CLAS aanvragen 10 1
Wet BES CZSK/CLAS (FNIK) aanvragen 10 2
* duikassistentie wordt veelal uitgevoerd binnen deze grondslag/activiteit

Nationale Inzet Krijgsmacht

Evenals voorgaande jaren waren in 2024 militairen van de Krijgsmacht dagelijks actief in Nederland en het Caribische deel van het Koninkrijk. Defensie levert jaarlijks ondersteuning aan civiele autoriteiten in de vorm van luchtobservatiecapaciteit (UAS), searchcapaciteit, duikcapaciteit en het zoeken naar en/of het opruimen van (geïmproviseerde of conventionele) explosieven door de Explosieven Opruimingsdienst, o.a. bij de jaarlijks terugkerende evenementen als Koningsdag, Dodenherdenking, Bevrijdingsdag en Prinsjesdag. Ook leverde Defensie militaire bijstand tijdens demonstraties door Pegida, blokkades van snelwegen door Extinction Rebellion en de studentenprotesten op de campus van de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

Begin 2024 waren in het kader van militaire steunverlening in het openbaar belang twee Chinook helikopters ingezet ter ondersteuning voor de urgente noodzaak tot damversterking bij de Overlaatdam in Maastricht, als gevolg van hoogwater in het Waterschap Limburg. Ter voorkoming van onbeheersbare natuurbranden heeft de specialistische waterboorcapaciteit van Defensie in een aantal regio's in Nederland een aantal calamiteiten(water)putten gerealiseerd.

2021 2022 2023 2024 2024
Uitgaven FNIK
- militaire bijstand en steunverlening regulier aanvragen 1.245 2.670 2.722 1.346 3.719 ‒ 2.373
- militaire steunverlening (Nood)opvanglocaties 2.476 0
'- militaire steunverlening Testen en Vaccineren 0 1.768 0
- militaire bijstand en steunverlening ihkv COVID-19 1.654 171 0
Totaal 5.376 4.609 2.722 1.346 3.719 ‒ 2.373
Ontvangsten FNIK
- militaire steunverlening (Nood)opvanglocaties 0 ‒ 2.476 0 0
0 ‒ 2.476 0 0 0

Koninklijke Marechaussee

De KMar leverde in 2024 personele capaciteiten tijdens voetbalwedstrijden en demonstraties van onder andere Extinction Rebellion Nederland. Ook werden er door KMar ondersteunende politietaken uitgevoerd op en rondom het aanmeldcentrum Ter Apel ter handhaving van de openbare orde en veiligheid. De KMar heeft ook gedetineerden begeleid tussen het Caribisch Gebied en Nederland en visa versa. Daarnaast leverde de KMar luchtobservatiecapaciteit (UAS) aan de politie ter ondersteuning van strafrechtelijke onderzoeken.

Caribisch Gebied

In 2024 heeft het commandement Zeemacht in het Caraïbisch gebied (CZMCARIB) 14 maal militaire bijstand, variërend van helpend tot optredend, geleverd aan de autoriteiten van de landen en eilanden van het Koninkrijk. Het personeel van C-ZMCARIB heeft in totaal 4.436 mensoefendagen aan bijstand uitgevoerd gedurende het jaar.

Het Search Team van de Compagnie In De West (CIDW) verleende tweemaal bijstand in het kader van doorzoekingen van gevangenissen, woningen, percelen en voertuigen. De Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) en geniegroep van CIDW kwamen viermaal in actie op Curaçao, Aruba en Bonaire om munitie, vuurwerk en explosieve stoffen te vernietigen. Op Aruba leverde het Marine Squadron CARIB (MSC) bijstand in de vorm van statische observatie ter ondersteuning van de lokale autoriteiten in het kader van het in kaart brengen en rapporteren van illegale aanlandingen. Op Curaçao leverde CIDW bijstand in de vorm van statische observatie ter ondersteuning van de lokale autoriteiten in het kader van onderzoek naar illegale vuilstort en vuilverbranding. Op Bonaire leverde de bemanning van de Zr.Ms. Pelikaan en de CURMIL bijstand aan de lokale autoriteiten in het verband met het opruimen van een aangespoelde oil spill. Op Sint Maarten ondersteunden Detachement Sint Maarten, het MSC en de Curacaose Militie (CURMIL) het Korps Politie Sint Maarten (KPSM) bij het handhaven van de openbare orde en veiligheid, in verband met onrust rondom de verkiezingen. De CURMIL ondersteunde het Korps Politie Curaçao (KPC) op Curaçao tweemaal met verkeersgeleiding, in het kader van bezoek van Carnaval en het oogstfeest. Tijdens hevige regenval op Curaçao leverde CIDW bijstand in de vorm van noodhulp en evacuatie ter ondersteuning van de lokale politie en brandweer. In december ondersteunde CURMIL het KPC met het inrichten van verkeerscontroles, gericht op het onderscheppen van vuurwapens.

Host Nation Support (HNS)

In 2024 vonden er drie HNS operaties plaats waar de Nederlandse Krijgsmacht Host Nation Support aan heeft geleverd. Twee doorvoeroperaties hadden betrekking op het overslaan van munitie ten behoeve van de US ARMY EUROPE en één doorvoeroperatie was in het kader van Atlantic Resolve, waarbij de 3rd Armored Brigade Combat Team van de 1st Armored Division van de US ARMY zijn verplaatst richting Duitsland en Polen via de zeehavens van Vlissingen en Eemshaven.

Overige inzet

Als gevolg van de situatie in de Rode Zee en de Golf van Aden zijn in 2024 geen VPD-inzetten uitgevoerd. De realisatie van de uitgaven betreft de instandhouding van de VPD-pakketten die op pre-stock locaties in de regio zijn opgeslagen.

Ontvangsten

In 2024 is in artikel 1 Inzet € 169,0 miljoen ontvangen, hetgeen € 81,3 miljoen minder is dan begroot. Niet alle vorderingen van de militaire steun aan Oekraïne werden ontvangen. Deze militaire steun wordt soms samen met andere landen en instituties georganiseerd, waarbij zij bijdragen aan de gezamenlijke aanschaf van materieel. De ontvangsten voor missies en operaties bedroegen € 6,8 miljoen meer dan begroot. De terugontvangst van contributiebijdragen uit voorgaande jaren bedroeg € 2,9 miljoen en de Duitse betaling aan de gemeenschappelijk uitgaven van de MINUSMA missie bedroeg € 4,7 miljoen.

4.2 Artikel 2 Koninklijke Marine

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Marine levert operationeel gerede maritieme expeditionaire capaciteit (zowel vloot als mariniers) voor maritieme gevechtsoperaties zoals onderzeebootbestrijding en amfibische operaties, maritieme veiligheidsoperaties zoals antidrugs- en antipiraterij-operaties, en maritieme assistentie bij bijvoorbeeld rampen en militaire bijstand. De marine kan zelfstandig wereldwijd operaties uitvoeren en kan ook samen optreden met de landmacht, luchtmacht, marechaussee, kustwacht en buitenlandse bondgenoten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de marine alsmede de (mate van) gereedheid van maritieme eenheden. De marine is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van deze eenheden. De marine is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken.

C. Beleidsconclusies

De Koninklijke Marine kijkt terug op een druk jaar waarin naast veel inzet ook belangrijke stappen zijn gezet om de organisatie gereed te maken voor hoofdtaak 1 en vernieuwingsprojecten te realiseren. Veel projecten uit de Defensienota 2022 lopen op schema en het contract voor de vervanging van de onderzeeboten is getekend. Het nieuwe Combat Support Ship Den Helder is eind november van de werf uit de Zwarte Zee vertrokken en zonder noemenswaardige problemen in Vlissingen aangekomen voor verdere afbouw. Het uitstel van de Tomahawk Land Attack Missile (TLAM) testlancering door Zr.Ms. De Ruyter was een tegenvaller. Ondanks de grote inspanning op alle niveaus in de Verenigde Staten en Nederland bleek het niet mogelijk de benodigde ondersteuning van de Amerikaanse fabrikant rond te krijgen, waardoor de lancering is doorgeschoven naar het voorjaar van 2025.

Ook dit jaar heeft de Koninklijke Marine actief deelgenomen aan de permanente NAVO taakgroepen in de VJTF(M) en aan diverse NAVO-oefeningen. Zo hebben mariniers en vlooteenheden deelgenomen aan Baltic Operations (BALTOPS) en aan de NAVO-oefening Steadfast Defender/Nordic Response. Dit gaf de gelegenheid om de ervaring met specifieke delen van de oorlogvoering uit te bouwen en gelijktijdig invulling te geven aan NAVO-operaties in het kader van afschrikking in het noorden. Met een gezamenlijke staf van CZSK’s Maritime Battle Staff en de UK Littoral Strike Group heeft de Commander Netherlands Maritime Force leiding gegeven aan een internationale taakgroep. Zr.Ms. Van Amstel heeft als onderdeel van Standing NATO Maritime Group 1 deelgenomen aan de NAVO-oefening Dynamic Mongoose. Daarnaast leidde Zr.Ms. Van Amstel de onderzeebootbestrijdingsoefening Riptide 24, waar Zr.Ms. Dolfijn ook bij deelnam. Meerdere NH-90 helikopters opereerden vanaf Zr.Ms. Johan de Witt. De Verenigde Staten en Duitsland sloten daarbij aan met maritieme patrouillevliegtuigen. Hiermee is een belangrijke stap voorwaarts gezet in het onderhouden van de Anti Submarine Warfare vaardigheden in de North Atlantic. Zr.Ms. Zierikzee heeft als onderdeel van de Standing NATO Mine Countermeasures Group 1 in Estse wateren deelgenomen aan de oefening Open Spirit 2024. Er is in het bijzonder nauw samengewerkt met (nieuw) NAVO-lid Zweden. In begin van het jaar zijn mariniers en vlooteenheden ingezet in OP MISTRAL t.b.v. voorbereiding op Non-combatant Evacuation Operations in Israël/Libanon OP MISTRAL.

Zr.Ms. Tromp is ingezet in de Rode Zee in het kader van de door de Verenigde Staten geleide operatie Prosperity Guardian. Ook leverde het schip steun aan de EU-operatie Aspides. Het schip heeft daarna de wereldreis Pacific Archer 24 naar de Indo-Pacific voortgezet. Er volgde een passage door de Straat van Taiwan (Freedom of Navigation), in de Oost-Chinese Zee werden patrouilles uitgevoerd ter ondersteuning van een multinationaal VN-netwerk ter handhaving van VN resoluties 2375 en 2397 tegen Noord-Korea. Zr.Ms. Tromp bracht vervolgens een bezoek aan Japan en nam deel aan de Amerikaanse oefening Rim of the Pacific (RIMPAC).

Zr.Ms. Karel Doorman sloot vanaf begin mei tot medio augustus aan bij Operation (OP) Aspides. Het tactisch commando over OP Aspides werd vanaf 15 juni tot begin augustus gevoerd door een Nederlandse Force Commander waarbij Zr.Ms. Karel Doorman als stafschip fungeerde. Het schip leverde daarnaast ook logistieke ondersteuning (brandstof) en medische role 2 capaciteit. Voor de medische rol zijn een chirurgisch team en een Nederlandse en een Zweedse Cougar-transporthelikopter aan boord ingescheept geweest.

Aan de hoofdtaken 2 en 3 is invulling gegeven met inzet van de Defensie Duikgroep voor Militaire bijstand, Host Nation Support en duikopdrachten. De MAREOD en diverse mijnenjagers vernietigden in het kader van Beneficial Cooperation 40 explosieven op de Noordzee. De opnemingsvaartuigen hebben in 2024 90 hydrografische dagen gemaakt. Dit is minder dan structureel jaarlijks benodigd is om het opnameplan uit te voeren. Hiermee is de hydrografische achterstand iets opgelopen. Deze achterstand heeft meerdere oorzaken. Voorbeelden zijn de ongunstige weersomstandigheden, het niet beschikbaar hebben van de hydrografische opnamevaartuigen in verband met onderhoud en andere prioriteiten die noodzakelijk dit jaar waren, zoals het schaduwen niet-NAVO eenheden en inspectie van kritieke infra op de Noordzee.

Het consolideren en verhogen van de operationele gereedheid blijft de belangrijkste opgave. Daar zijn verschillende oorzaken voor. De materiële gereedheid van de onderzeeboten stond onder druk door de noodzakelijke vervanging van de hoofdbatterij van Zr.Ms. Zeeleeuw. De impact van onvoorziene tegenvallers, zoals een brand aan boord van Zr.Ms. Evertsen, is beperkt gebleven. Incidentele problematiek vanwege obsolesence blijft een gegeven. Het aanvullen van de voorraad reservedelen in het kader van BeleidsKader Inzetvoorraden (BKI) voor hoofdtaak 2 loopt op schema en loopt volgens plan door tot 2027.  De inventarisatie van inzetvoorraden in het kader van BKI hoofdtaak 1 is afgerond.

De Koninklijke Marine verwacht de komende jaren meer strategische en langduriger vormen van samenwerking met de maritieme sector te realiseren, waardoor het interessanter is voor bedrijven om te investeren en (mede) verantwoordelijkheid te dragen voor de materiele gereedheid. In juli is een overeenkomst ondertekend met Damen Shiprepair, RH Marine, Royal IHC en Thales Nederland om zowel bij de vervanging als het onderhoud meer en anders samen te werken. Zo ontstaat er een ‘Maritime Maintenance Valley’ met als insteek om de materiële gereedheid te verhogen.

In 2024 is nog geen verbetering van de bezettingsgraad opgetreden. Oorzaak hiervan is de groeiende organisatie en een lagere realisatie van de aanstellingsopdracht in 2024 dan in de jaren ervoor. Wel zijn er positieve ontwikkelingen. Zo zijn er meer adelborsten op het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) opgekomen dan in de afgelopen 7 jaar. Ook was de uitstroom in 2024 lager dan verwacht en het laagste van de afgelopen 10 jaar. Tegen elkaar weggezet is het militaire bestand licht gedaald met 35 personen. Deze daling is minder dan vorig jaar. Het burgerbestand is gegroeid met (+) 254 personen, evenals het bestand reservisten dat met (+) 205 personen is gestegen. In 2024 hebben 85 militairen het dienjaar doorlopen. Een aanzienlijk deel daarvan (70 procent) blijft na het dienjaar bij de Marine.

De training van Oekraïners is gecontinueerd. Het Korps Mariniers heeft bijgedragen aan twee rotaties voor OP Interforge in Nederland. Daarna hebben de mariniers tot het einde van het jaar bijgedragen aan het vervolg, OP Intercharge, in Roemenië. Aan boord van Zr.Ms. Makkum is de opleiding van de eerste bemanning voor de gedoneerde mijnenjager Vlaardingen voltooid. Zr.Ms. Makkum is in november uit dienst gesteld en wordt eind 2025 overgedragen aan Oekraïne. De twee schepen vormen samen met Belgische en Engelse schepen het begin van de Oekraïense mijnenbestrijdingscapaciteit.

De dreiging en het destabiliserende effect van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit in het Caribisch gebied is onveranderd. De counterdrugs operaties door het Stationschip in het Caribisch Gebied (SSCG) hebben in 2024 goede resultaten opgeleverd: in totaal is 15.913 kilo drugs onderschept. Daarbij is een significante nieuwe stroom van verdovende middelen onderkend, ten zuiden van de ABC-eilanden. Deze stroom is in 2024 sterk gegroeid en wordt tot op heden alleen door CZMCARIB/CTG4.4 of KWCARIB aangevat. De presentie in de West is binnen en buiten het Koninkrijk zichtbaar en draagt daarmee bij aan hoofdtaak 1. Ook draagt het SSCG actief bij aan internationale samenwerking en diplomatieke relaties (Colombia, Dominicaanse republiek).

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 1.108.335 1.027.350 994.610 1.072.034 1.174.844 1.040.663 134.181
Uitgaven 985.977 826.569 953.168 1.055.837 1.191.576 1.078.549 113.027
Apparaatsuitgaven 750.088 782.303 892.563 953.227 1.085.499 1.003.510 81.989
2.2 Apparaatsuitgaven 750.088 782.303 892.563 953.227 1.085.499 1.003.510 81.989
Personele uitgaven 724.614 766.079 873.474 925.309 1.059.640 976.680 82.960
Eigen personeel 677.897 720.472 793.283 833.575 939.719 882.965 56.754
Externe inhuur 13.541 10.395 8.594 7.394 10.930 9.933 997
Overige personele exploitatie 33.176 35.212 46.325 56.142 76.015 46.509 29.506
Kustwacht NL 0 0 9.291 9.517 11.560 11.613 ‒ 53
Kustwacht CARIB 0 0 15.981 18.681 21.416 25.660 ‒ 4.244
Materiële uitgaven 25.474 16.224 19.089 27.918 25.859 26.830 ‒ 971
Overige materiële exploitatie 20.404 16.224 17.320 25.951 23.962 22.932 1.030
Kustwacht NL 0 0 36 40 93 104 ‒ 11
Kustwacht CARIB 0 0 1.733 1.927 1.804 3.794 ‒ 1.990
Programmauitgaven 235.889 44.266 60.605 102.610 106.077 75.039 31.038
2.1 Programmauitgaven 235.889 44.266 60.605 102.610 106.077 75.039 31.038
Opdrachten 235.889 44.266 60.480 102.563 105.749 75.039 30.710
Gereedstelling 33.208 44.266 20.654 25.068 30.427 17.014 13.413
Kustwacht NL 0 0 36.695 74.794 71.847 55.753 16.094
Kustwacht CARIB 0 0 3.131 2.701 3.475 2.272 1.203
(Schade)vergoeding 0 0 125 47 328 0 328
Schadevergoeding overig 0 0 116 47 328 0 328
Kustwacht Carib 0 0 9 0 0 0 0
Ontvangsten 28.090 17.682 14.214 11.054 12.637 12.324 313

E. Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

Ten opzichte van de vastgestelde begroting is er voor € 134,2 miljoen meer aan verplichtingenbudget gerealiseerd. Dit wordt met name veroorzaakt door een evenredige verhoging van de uitgaven van € 113,0 miljoen die hieronder zijn toegelicht. De resterende € 21,2 miljoen bestaat uit onder meer afgesloten inhuurcontracten voor personele capaciteit voor 2025 tot en met 2027 in verband met de huidige personele ondervulling binnen de Koninklijke Marine. Ook zijn er meerjarige contracten afgesloten voor materiële uitgaven ten behoeve van de bedrijfsvoering in het Caribisch gebied en voor kennis & innovatie.

Uitgaven

Personele uitgaven

Ten opzichte van de vastgestelde begroting is er voor € 83,0 miljoen meer uitgegeven aan Personele uitgaven. De uitgaven binnen Eigen personeel waren hoger dan voorzien in de ontwerpbegroting 2024 (€ 56,8 miljoen). Het verschil wordt grotendeels verklaard door de invoering van nieuwe arbeidsvoorwaarden (AVW). Daarnaast heeft Defensie, naar aanleiding van een rechterlijke uitspraak, het verlof van reservisten met terugwerkende kracht over een periode van vijf jaar uitbetaald. Ook zijn er nabetalingen gedaan voor militairen in opleiding als onderdeel van een herstelactie voortvloeiend uit het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021-2023. Verder is in december de factuur voor pensioenafdrachten betaald (€ 7,0 miljoen), terwijl deze normaliter pas in januari 2025 zou worden betaald.

Daartegenover staat dat door personele ondervulling de uitgaven Eigen personeel lager waren, waardoor het mogelijk was om middelen (€ 28,3 miljoen) te herschikken voor uitgaven aan gereedstellingsactiviteiten, opleidingen en dienstreizen. Ook is er € 30,5 miljoen herschikt ten gunste van het DMF voor verhoogde uitbestedingen van onderhoudswerkzaamheden mede als gevolg van personeelstekorten. De hieraan gekoppelde uitbestedingen zijn volledig in 2024 gerealiseerd.

Binnen Overige personele uitgaven (€ 29,5 miljoen) is er voor € 9,1 miljoen meer uitgegeven als gevolg van het van het duurzaamheidsbudget voor het defensiepersoneel, dat eveneens onderdeel uitmaakte van de nieuwe AVW. Verder is er voor circa € 7,0 miljoen meer uitgegeven aan opleidingen. Het resterende deel heeft betrekking op dienstreizen, welke duurder waren dan begroot en door de gewijzigde procedure bij het reisbureau van Defensie (VCK Travel) ten behoeve van doorbelasting van reis- en verblijfskosten bij oefeningen.

Opdrachten

Ten opzichte van de ontwerpbegroting is er voor € 30,7 miljoen meer gerealiseerd binnen opdrachten.

Binnen gereedstelling (€ 13,4 miljoen) betreft dit vooral hogere uitgaven aan haven-, sluis- en loodsgelden en duurdere oefeningen dan begroot als gevolg van voornamelijk prijsstijgingen.

Binnen Kustwacht Nederland betreft de verhoogde realisatie voor € 14,7 miljoen de kosten van de betonningsvaartuigen en de Emergency Rescue and Towing Vessels Noord, Midden en Zuid van de Kustwacht Nederland, gefinancierd door de interdepartementale overboekingen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De resterende € 1,4 miljoen betreft prijsbijstellingen op luchtverkenningsactiviteiten en overige kleinere uitgaven.

Groene Draeck (onderdeel overige materiele exploitatie)

De Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan toenmalig kroonprinses Beatrix geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid mede het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk. De kosten voor het onderhoud aan de Groene Draeck worden begroot en verantwoord bij het ministerie van Defensie zolang Prinses Beatrix gebruik maakt van de Groene Draeck. In de planperiode 2021 tot en met 2025 is maximaal € 435.000 beschikbaar voor onderhoud, waarbij de daadwerkelijke uitgaven kunnen fluctueren over de jaren heen.

Er is voor het benodigde meerjarige groot onderhoud inmiddels € 364.699 aan onderhoudskosten gemaakt. Dit meerjarig onderhoud wordt door tussenkomst van de Dienst van het Koninklijk Huis (DKH) bij een specialistische werf uitgevoerd. Door Defensie zijn in 2024 geen kosten gemaakt voor onderhoud van de Groene Draeck. Van het totaal beschikbare onderhoudsbudget tot en met 2025 resteert € 70.301. De meerkosten in de planperiode boven de € 435.000 voor het onderhoud aan de Groene Draeck komen voor rekening van de eigenaresse.

4.3 Artikel 3 Koninklijke Landmacht

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Landmacht draagt op het land bij aan vrede, vrijheid en veiligheid in Nederland en daarbuiten. De landmacht doet dit met professionele en goed getrainde militairen en hoogwaardige technologie. Zij gaan door waar anderen moeten stoppen. Onder de zwaarste omstandigheden voeren zij gevechtsoperaties uit, bieden humanitaire hulp, ondersteunen bij rampen en ondersteunen dagelijks de civiele autoriteiten in Nederland.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de Koninklijke Landmacht alsmede de mate van gereedheid van de grondgebonden eenheden. De landmacht is verantwoordelijk voor het operationeel gereed stellen en in stand houden van de eenheden. De landmacht is inzetbaar voor zowel internationale als nationale taken. Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken, worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van de landmacht gereed gesteld. De landmacht zal zich inzetten om in de toekomst alle eenheden volledig operationeel gereed te kunnen stellen. Defensie rapporteert hierover aan de Kamer via de Stand van Defensie die twee keer per jaar wordt verzonden (begroting en jaarverslag).

C. Beleidsconclusies

Algemeen

De oorlog in Oekraïne en de veranderende veiligheidssituatie vereisten ook in 2024 een landmacht die was voorbereid op grootschalige gevechtsoperaties om bij te dragen aan militaire afschrikking en zo nodig de verdediging van Nederland en het NAVO-grondgebied. Het gevecht van verbonden wapens, met als hoeksteen het brigadeniveau, vormt de basis voor het tactische optreden. Om gevechtskracht, zelfstandigheid en aanpassingsvermogen te vergroten, bekwaamde de landmachteenheden zoals de brigades, het Korps Commandotroepen, het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando en het Eerste Duits-Nederlandse Legerkorps zich in warfighting (hoofdtaak 1). De mens is en blijft ook daarbij te allen tijde het hart van de Koninklijke Landmacht.

Internationale inzet

De landmacht ondersteunde Oekraïne met trainingen en materieel. Met een gevechtseenheid in Litouwen voor de Enhanced Forward Presence (eFP) en een substantiële bijdrage aan de Very High Readiness Joint Task Force (VJTF) droeg de landmacht concreet bij aan de NAVO. Landmachteenheden namen daarnaast deel aan missies zoals de NATO mission in Iraq (NMI). Verder stonden eenheden continu gereed voor onvoorziene inzet.

Middelen

De investeringen in personeel en materieel beginnen langzaam zijn vruchten af te werpen. De dit jaar toegekende middelen hebben echter nog niet tot significante instroom van nieuw materieel geleid. De krapte op de arbeidsmarkt alsook de situatie binnen de Defensie-industrie zoals verhoogde mondiale vraag en langere levertijden vertraagden dit proces. Hoewel door tekorten van verschillende aard diverse eenheden verminderd inzetbaar zijn, is de weg naar boven ingezet. De ondersteuning van Oekraïne heeft consequenties voor de eigen gereedstelling en inzet, de landmacht neemt waar mogelijk maatregelen om deze gevolgen te mitigeren. Innovatieprojecten en concept development & experimentation (CD&E)-activiteiten waren de opmaat naar nieuwe manieren van optreden met onbemande systemen, ondersteund door kunstmatige intelligentie. Dergelijke systemen en technologie zijn randvoorwaardelijk voor de implementatie van nieuwe capaciteiten zoals het tankbataljon en het verhogen van de effectiviteit in militaire ketens.

Internationale Militaire Samenwerking

De verregaande samenwerking van de Nederlandse en Duitse landmacht is nog steeds uniek en een voorbeeld voor Europese samenwerking. Naast het integreren van eenheden, ging het dit jaar opnieuw om gezamenlijke kennis- en doctrineontwikkeling, operationele behoeftestellingen en verwerving. Samen met Duitsland droeg de landmacht bij aan de grotere formaties waar de NAVO om heeft gevraagd. Daarnaast werkte de landmacht samen met de andere strategische partners door onder andere gezamenlijk te trainen, kennis te delen en personeel uit te wisselen. Ook voerde de landmacht missies structureel uit in internationaal verband.

Nationale inzet en evenementen

Landmachteenheden voerden continu een veelvoud aan nationale operaties en steunverleningen uit in het kader van handhaving van de rechtsorde, openbare orde en veiligheid. In het kader van Host Nation Support (HNS) coördineerde en ondersteunde de landmacht onder andere de verplaatsingen van internationale troepen, zoals Amerikaanse rotaties ten behoeve van de Operatie Atlantic Resolve, over Nederlands grondgebied.

Gereedstelling

Grotere en veelal internationale oefeningen met een focus op het hoogste geweldsspectrum hebben, ondanks de tekorten, eenheden van de landmacht voorbereid op hun rol binnen de eerste hoofdtaak van de krijgsmacht. De planning en voorbereiding op het nieuwe NATO Force Model stond daarbij centraal. Daarnaast bleef de bijdrage aan overige inzet onverminderd belangrijk.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 1.576.567 1.402.621 1.611.486 1.745.807 2.013.456 1.787.470 225.986
Uitgaven 1.594.098 1.368.102 1.599.669 1.748.423 2.008.261 1.789.143 219.118
Apparaatsuitgaven 1.248.689 1.316.611 1.515.327 1.666.884 1.912.009 1.692.959 219.050
3.2 Apparaatsuitgaven 1.248.689 1.316.611 1.515.327 1.666.884 1.912.009 1.692.959 219.050
Personele uitgaven 1.225.482 1.291.079 1.489.214 1.635.208 1.888.009 1.656.520 231.489
Eigen personeel 1.159.863 1.223.200 1.404.130 1.536.328 1.761.310 1.571.228 190.082
Externe inhuur 13.238 10.864 13.075 20.211 25.667 18.105 7.562
Overige personele exploitatie 52.381 57.015 72.009 78.669 101.032 67.187 33.845
Materiële uitgaven 23.207 25.532 26.113 31.676 24.000 36.439 ‒ 12.439
Instandhouding infrastructuur 701 0 0 0 0 0 0
Instandhouding IT 2 0 0 0 0 0 0
Overige materiële exploitatie 22.504 25.532 26.113 31.676 24.000 36.439 ‒ 12.439
Programmauitgaven 345.409 51.491 84.342 81.539 96.252 96.184 68
3.1 Programmauitgaven 345.409 51.491 84.342 81.539 96.252 96.184 68
Opdrachten 345.409 51.491 84.223 81.169 96.059 96.184 ‒ 125
Gereedstelling 46.560 51.491 84.223 81.169 96.059 96.184 ‒ 125
(Schade)vergoeding 0 0 119 370 193 0 193
Schadevergoeding overig 0 0 119 370 193 0 193
Ontvangsten 8.662 5.967 11.521 6.720 7.189 8.054 ‒ 865

E. Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

De verplichtingen zijn € 226,0 miljoen hoger uitgevallen dan de vastgestelde begroting. Deze verhoging hangt nauw samen met de hogere uitgaven die hieronder worden toegelicht.

Uitgaven

De uitgaven zijn € 219,1 miljoen hoger ten opzichte van de vastgestelde ontwerpbegroting. Het belangrijkste verschil betreft de personele uitgaven.

De Personele uitgaven zijn in 2024 gestegen met € 231,5 miljoen, waarvan een stijging van € 190,1 miljoen binnen Eigen personeel. De stijging binnen eigen personeel wordt grotendeels verklaard door de invoering van nieuwe arbeidsvoorwaarden (AVW). Vanwege personeelstekorten vielen de uitgaven voor eigen personeel lager uit, hiermee is extra budget aangewend voor de inhuur van personeel. Daarnaast heeft Defensie, naar aanleiding van een rechterlijke uitspraak, het verlof van reservisten met terugwerkende kracht over een periode van vijf jaar uitbetaald (€ 21,8 miljoen). Ook zijn er nabetalingen gedaan voor militairen in opleiding als onderdeel van een herstelactie voortvloeiend uit het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021-2023. Ten slotte is in december de factuur voor pensioenafdrachten betaald (€ 12,9 miljoen), terwijl deze normaliter pas in januari 2025 zou worden betaald.

Binnen Overige personele uitgaven (€ 33,8 miljoen) is er voor € 20,1 miljoen meer uitgegeven als gevolg van het duurzaamheidsbudget voor het defensiepersoneel, dat eveneens onderdeel uitmaakte van de nieuwe AVW. Het resterende verschil van € 13,7 miljoen betreft voornamelijk hogere uitgaven als gevolg van oplopende reis- en verblijfskosten bij oefening en/of dienstreizen.

De Materiële uitgaven zijn € 12,4 miljoen lager uitgevallen dan geraamd. Dit is voornamelijk het gevolg van minder uitgaven in 2024 voor de huur van oefenterreinen door tragere facturering uit het buitenland.

4.4 Artikel 4 Koninklijke Luchtmacht

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Luchtmacht is een modern en technologisch krijgsmachtdeel dat wereldwijd actief is en paraat staat om op ieder moment, waar ook ter wereld Air- en Spacepower te leveren. De luchtmacht ondersteunt alle drie de hoofdtaken van Defensie: verdedigen van eigen en bondgenootschappelijk grondgebied, beschermen van internationale rechtsorde en ondersteunen van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp. In Nederland zorgt ze voor veiligheid van en vanuit de lucht door onder andere bewaking en verdediging van het luchtruim. Hiervoor beschikt het krijgsmachtdeel over hooggekwalificeerd personeel, vliegtuigen, helikopters en andere systemen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en de samenstelling van de luchtstrijdkrachten en van de mate van gereedheid van de luchtstrijdkrachten. Het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) is verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de lucht- en grondgebonden capaciteiten van CLSK om te allen tijde inzetbaar te zijn voor alle drie de hierboven genoemde hoofdtaken.

C. Beleidsconclusies

De Koninklijke Luchtmacht is het hele jaar op verschillende fronten ingezet. De F-35s en gevechtsleiders zijn ingezet in het kader van Quick Reaction Alert (QRA). Daarnaast was de F-35 gestationeerd in Estland in het kader van eAP (enhanced Air Policing). De National Datalink Management Cell beëindigde haar inzet Litouwen (enhanced Forward Presence (eFP)), terwijl de Target Support Cell doorlopend ondersteuning leverde aan strategische partners met Advanced Target Development. De Chinooks zijn niet alleen ingezet in Irak voor zowel Operation Inherent Resolve (OIR) als NATO Mission Iraq (NMI), maar ook dichter bij huis om hulp te bieden tijdens de hoogwaterproblematiek in Maastricht, waarbij ze een cruciale rol speelden in de lokale noodhulpoperaties. De NH90’s zijn ingezet aan boord van schepen van het CZSK en waren ook succesvol in de bestrijding van drugssmokkel in het Caribisch gebied, waarbij ze samen met het CZSK een significante hoeveelheid drugs wisten te onderscheppen. De MQ-9 Reaper eeft een belangrijke mijlpaal bereikt door voor het eerst te vliegen in het Nederlandse luchtruim, waarmee de mogelijkheden van deze capaciteit zijn aangetoond. In 2024 opereerde de MQ-9 ook vanuit Roemenië en droeg daarmee bij aan de inlichtingenvergaring voor de NAVO en Nederland. De C-130 en bijbehorende aeromedische crews hebben in 2024 met een korte notice-to-move inzet geleverd voor de humanitaire hulp in Gaza, en stonden stand-by voor Non-combattant Evacuation Operation (NEO) zowel in Gaza als Libanon. Hun flexibiliteit en paraatheid waren essentieel in deze crisissituaties. Gelieerd aan de operaties in de Rode Zee zijn in 2024 een Liaison Officer (LNO) en targeteer vanuit CLSK in het Combined Air Operations Center (CAOC) Qatar actief geweest. Bovendien droeg CLSK bij aan de Taskforce Oekraïne en de capability coalition, onder andere ter ondersteuning van Oekraïense brandweerlieden tot het integraal trainen van F-16 vliegers, waarbij de expertise van de luchtmacht op meerdere terreinen werd ingezet om de veiligheid en stabiliteit in de regio te ondersteunen. Tenslotte zijn de EDD (Explosive Detection Dog) teams binnen de luchtmacht veelvuldig ingezet onder andere ten behoeve van de Olympische Spelen, doorvoer Armored Brigade Combat Team door Nederland en munitietransporten door Nederland.

In het afgelopen jaar heeft de luchtmacht deelgenomen aan verschillende nationale en internationale oefeningen om te trainen en haar vaardigheden te verfijnen. Vanuit het AMC (Air Mobility Command) namen C-130's deel aan de oefening Swift Response. Het Air Combat Command (ACC) was succesvol in het afronden van Decisive Falcon, Steadfast Noon en Neptune Eagle. Binnen het Luchtgevechtsleidings Squadron van het ACC lag de prioriteit bij het opleiden van nieuw personeel. Door deelname aan diverse oefeningen zoals Spartan Warrior, Red Flag, Tigermeet en de WIC (Weapons Instructors Course) heeft een groot deel van het relatief jonge personeelsbestand waardevolle ervaring opgedaan. Binnen het NH90 squadron van het Defensie Helikopter Commando (DHC) lag de focus in het eerste deel van 2024 op het opbouwen van amfibische capaciteit. Dit bleek succesvol door meerdere eigen oefeningen en de NAVO-oefening Nordic Response. In het tweede deel van 2024 verschoof de aandacht naar Anti Submarine Warfare (ASW).

Parallel aan inzet en gereedstelling heeft de luchtmacht belangrijke stappen gezet op het gebied van transitie naar een duurzame organisatie met moderne wapensystemen. De F-35 heeft de Quick Reaction Alert (QRA)-taken en de Dual Capable Aircraft (DCA)-taak van de F-16 overgenomen en is bovendien Full Operational Capable (FOC) verklaard, waarmee ook de overname van de NAVO-kernwapentaak van de F-16 een feit is. In dit kader zijn in 2024 F-16's aan Oekraïne en Roemenië geleverd ten behoeve van het European F-16 Training Centre (EFTC). De eerste 12 Apache’s Echo zijn geleverd aan 301 en 302 Squadron. De Apache-E simulator, de Longbow Crew Trainer AH-64E, is opgeleverd en in gebruik genomen. Daarnaast is het 300 SOF Squadron opgericht om speciale operaties te ondersteunen. De NH90 is Initial Operation Capable (IOC) verklaard voor amfibische inzet. De SMART-L radar in Wier heeft een geluidwerende koepel gekregen en voldoet nu aan de geluidsnormen. Daarnaast is de Medium Power Radar (MPR) te Nieuw Milligen uitgezet. In 2024 zijn verdere stappen gezet richting doorontwikkeling van de vijfde generatie luchtmacht, waarbij de focus lag op het Nato Force Model (NFM) en wat benodigd is voor hoofdtaak 1. Op het gebied van ruimtevaartcapaciteiten heeft Defensie een samenwerking aangegaan met ISISPace voor de ontwikkeling van nieuwe satellietcapaciteit en is gestart met de bouw van de PAMI-1 satelliet, specifiek bedoeld voor het Defensie Space Security Center. Tenslotte zijn er stappen gezet in de modernisering van de trainingscapaciteiten door de aanschaf van 8 nieuwe lesvliegtuigen en 2 vluchtsimulators ter vervanging van de PC-7. In het kader van digitale transformatie is bovendien het programma Keystone opgestart om de luchtmacht beter te laten aansluiten bij de moderne, digitale uitdagingen en kansen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 887.150 610.043 701.883 875.278 1.018.102 847.526 170.576
Uitgaven 927.222 701.882 757.147 808.233 942.295 849.207 93.088
Apparaatsuitgaven 640.776 681.912 734.786 781.773 906.534 824.049 82.485
4.2 Apparaatsuitgaven 640.776 681.912 734.786 781.773 906.534 824.049 82.485
Personele uitgaven 608.607 661.032 710.822 741.530 875.337 796.068 79.269
Eigen personeel 513.865 534.128 582.968 629.584 724.938 689.264 35.674
Externe inhuur 7.649 6.658 4.711 12.504 22.609 3.005 19.604
Overige personele exploitatie 87.093 120.246 123.143 99.442 127.790 103.799 23.991
Materiële uitgaven 32.169 20.880 23.964 40.243 31.197 27.981 3.216
Overige materiële exploitatie 21.342 20.880 23.964 40.243 31.197 27.981 3.216
Programmauitgaven 286.446 19.970 22.361 26.460 35.761 25.158 10.603
4.1 Programmauitgaven 286.446 19.970 22.361 26.460 35.761 25.158 10.603
Opdrachten 286.446 19.970 22.348 26.422 35.695 25.158 10.537
Gereedstelling 18.553 19.970 22.348 26.422 35.695 25.158 10.537
(Schade)vergoeding 0 0 13 38 66 0 66
Schadevergoeding overig 0 0 13 38 66 0 66
Ontvangsten 10.452 14.486 19.459 15.155 17.507 12.111 5.396

E. Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

De gerealiseerde verplichtingen zijn € 170,6 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. Dit is deels het gevolg van de nieuwe arbeidsvoorwaarden waardoor de verplichtingen binnen formatie hoger zijn (€ 31,2 miljoen) dan eerder in de begroting zijn vastgesteld. De behoefte aan Externe inhuur is in 2024 wederom gestegen als gevolg van de personele ondervulling bij het CLSK. Hierdoor zijn de verplichtingen voor inhuur contracten aanzienlijk hoger dan voorzien in de Ontwerpbegroting 2024 (€ 37,0 miljoen). Het grootste deel van de extra verplichtingen is veroorzaakt door het aangaan van nieuwe contracten voor vliegeropleidingen en vliegtuig gerelateerde technische opleidingen (€ 75,0 miljoen) binnen de uitgavencategorie Overige personele exploitatie. Deze contracten kennen vaak een meerjarig karakter, waarbij de contracten onder het construct van Foreign Military Sales (FMS) voor de looptijd van de case onderhevig zijn aan verwachte loon- en prijsontwikkeling van de Verenigde Staten (VS).

Uitgaven

De personele uitgaven zijn in 2024 met € 82,5 miljoen gestegen ten opzichte van de vastgestelde begroting. Dit wordt grotendeels verklaard door de invoering van nieuwe arbeidsvoorwaarden (AVW). Daarnaast heeft Defensie, naar aanleiding van een rechterlijke uitspraak, het verlof van reservisten met terugwerkende kracht over een periode van vijf jaar uitbetaald. Ten slotte zijn er nabetalingen gedaan voor militairen in opleiding als onderdeel van een herstelactie voortvloeiend uit het arbeidsvoorwaardenakkoord 2021-2023. In totaal heeft dit geleid tot een aanvullende realisatie op Eigen personeel van € 35,7 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting. Daarnaast is in december de factuur voor pensioenafdrachten betaald (€ 5,7 miljoen), terwijl deze normaliter pas in januari 2025 zou worden betaald.

Als gevolg van dit personeelstekort stegen de uitgaven voor de inhuur van personeel met € 19,6 miljoen. Binnen de Overige personele exploitatie is in 2024 meer gerealiseerd dan begroot (€ 24,0 miljoen). Niet alleen de hogere kosten van buitenlandse vliegeropleidingen (€ 12,6 miljoen) en -oefeningen hebben de realisatie opgedreven. Verder zijn de toenemende kosten voor reizen en verblijf en de gewijzigde procedure bij het reisbureau van Defensie (VCK Travel) voor doorbelasting van reis- en verblijfskosten bij oefeningen hier debet aan (€ 8,3 miljoen). Daarnaast is er voor € 7,4 miljoen meer uitgegeven als gevolg van het van het duurzaamheidsbudget voor het defensiepersoneel, dat eveneens onderdeel uitmaakte van de nieuwe AVW.

Binnen de uitgavencategorie Gereedstelling is sprake van een stijging van de uitgaven (€ 10,5 miljoen) door de financiering van een upgrade van een Simulator (€ 1,9 miljoen) als onderdeel van Defensie bijdrage aan Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en vanwege een achterstallige kwartaalbetaling LVNL (€ 2,3 miljoen) uit 2023. Daarnaast is een stijging waarneembaar van de kosten van de oefenprogramma’s in binnen- en buitenland, wat ook dit jaar heeft geleid tot een stijging van de uitgaven.

Ontvangsten

In 2024 is € 17,5 miljoen ontvangen, hetgeen € 5,4 miljoen meer is dan in de vastgestelde begroting. Door het beëindigen van verschillende langlopende FMS-cases is het restant bedrag dat op deze cases resteerde teruggeboekt. Daarnaast zijn de ontvangsten toegenomen door een intensivering van missies en operaties waar een vergoeding tegenover stond, bijvoorbeeld door de Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht (FNIK) als gevolg van NEO operatien met de MRTT in Israël.

4.5 Artikel 5 Koninklijke Marechaussee

A. Algemene doelstelling

De Koninklijke Marechaussee (KMar) waakt over de veiligheid van Nederland en het Caribisch gedeelte van het Koninkrijk der Nederlanden. Wereldwijd wordt de marechaussee ingezet op plaatsen van strategisch belang. Van de beveiliging van koninklijke paleizen tot aan de inzet op de buitengrenzen van Europa.

Van luchthavens in Nederland en het Caribisch gebied tot oorlogs- en crisisgebieden overal ter wereld. De marechaussee heeft drie hoofdtaken:

1. Grenspolitietaak;

2. Bewaken en beveiligen;

3. (Inter)nationale en militaire politie(zorg)taken.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is beheersverantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de KMar. De uitvoering is opgedragen aan de KMar. Het gezag over de KMar ligt niet alleen bij het ministerie van Defensie. Afhankelijk van de betreffende taak is dat het ministerie van Justitie en Veiligheid (het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid), Asiel en Migratie, Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Defensie of de burgemeester. In artikel 4 van de Politiewet wordt de KMar de onderstaande taken opgedragen:

  1. Het waken over de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis, in samenwerking met andere daartoe aangewezen organen;
  2. De uitvoering van de politietaak ten behoeve van Nederlandse en andere strijdkrachten en internationale militaire hoofdkwartieren en de personen behorende tot die strijdkrachten en hoofdkwartieren;
  3. De uitvoering van de politietaak op de luchthaven Schiphol en op de andere door de Minister van Justitie en Veiligheid (JenV), Minister van Asiel en Migratie en de Minister van Defensie aangewezen luchtvaartterreinen en de beveiliging van de burgerluchtvaart;
  4. De verlening van bijstand alsmede de samenwerking met de politie krachtens deze wet, daaronder begrepen de assistentieverlening aan de politie bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, het bewaken en beveiligen van objecten en diensten en het waken over de veiligheid van aangewezen personen als bedoeld in artikel 42, eerste lid, onder c;
  5. De uitvoering van de politietaak op plaatsen onder beheer van Onze Minister van Defensie, op verboden plaatsen die krachtens de Wet bescherming staatsgeheimen ten behoeve van de landsverdediging zijn aangewezen en op het terrein van de ambtswoning van Onze Minister-President;
  6. De uitvoering van de bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000 opgedragen taken, waaronder begrepen de bediening van de daartoe door de Minister van Asiel en Migratie aangewezen doorlaatposten en het, voor zover in dat verband noodzakelijk, uitvoeren van de politietaak op en nabij deze doorlaatposten, alsmede het verlenen van medewerking bij de aanhouding of voorgeleiding van een verdachte of veroordeelde; de bestrijding van mensensmokkel en van fraude met reis- en identiteitsdocumenten;
  7. Het in opdracht van de Minister van JenV en Onze Minister van Defensie ten behoeve van De Nederlandsche Bank N.V. verrichten van beveiligingswerkzaamheden.

De Militaire Politiezorgtaak (art 4 lid 1 b PW) wordt zowel nationaal als internationaal en tijdens missies, oefeningen en andere inzet uitgevoerd. Door de uitvoering van deze taken levert de KMar een continue bijdrage aan de veiligheid van de Staat, de bescherming van vitale militaire infrastructuur en processen en de integriteit van de Krijgsmacht.

C. Beleidsconclusies

De Koninklijke Marechaussee heeft in 2024 een bijdrage geleverd aan de hoofdtaken van Defensie en heeft uitvoering kunnen geven aan de aan haar door het gezag opgedragen taken. Vanwege de verslechterde veiligheidssituatie in de wereld, ook aan de grenzen van Europa, wordt de focus op hoofdtaak 1 van Defensie groter.

Grenspolitietaak

Het grensproces is volgens de Schengengrenscode uitgevoerd. Er zijn geen noemenswaardige knelpunten in de uitvoering geweest. Door informatiegestuurd op te treden en door een goede samenwerking en informatiedeling tussen Schiphol en de KMar, zijn zowel de drukke meivakantie als de zomerperiode goed verlopen. Sinds 9 december 2024 voert de KMar tijdelijk voor de duur van zes maanden, binnen de beschikbare capaciteit, verscherpt toezicht uit bij de grens met België en Duitsland.

Bewaken en beveiligen

Alle taken zijn uitgevoerd volgens de geldende begeleidings- en beveiligingsconcepten. De veiligheid van en rondom de democratische rechtsstaat staat al decennia in toenemende mate onder druk. Voor het stelsel Bewaken en Beveiligen (B&B) betekent dit een structureel hogere vraag naar zowel (hoog risico) objectbeveiliging maar ook naar persoonsgerichte maatregelen. De Hoog Risico Beveiliging (HRB) heeft haar maximale capaciteit ingezet voor het beveiligen van hoog risico objecten. De Persoonsbegeleiding (PBG) en Persoonsbeveiliging binnenland (PBB) zijn zelfstandig ingezet en gecoördineerd vanuit het Landelijk Coördinatiecentrum (LCC) om de beschikbare capaciteit zo efficiënt mogelijk te benutten. Mede door het LCC wordt de inzet van de PBB en PBG flexibeler en kunnen deze eenheden in samenwerking met de Nationale Politie (NP) meer Te Beveiligen Personen (TBP’s) bedienen.

(lnter)nationale en militaire politie(zorg)taken (IMPT)

Om bij te dragen aan de inzetbaarheidsdoelen van Defensie heeft de KMar de capaciteit (lnter)nationale en militaire politie(zorg)taken operationeel gereed. De KMar heeft in 2024 voldaan aan de operationele gereedheid (OG)-norm van 153 VTE ten behoeve van expeditionaire taken. De Russische inval in Oekraïne was de aanleiding voor het verhogen van de inzet van Defensie en de KMar aan de oostgrenzen van Europa. Dit is terug te zien in missies als Trident Justice (TJ), Air Policing en de Enhanced Forward Presence (EFP) in Litouwen.

Het Crowd Riot Control (CRC) peloton is niet ingezet voor specifieke opdrachten. De KMar is wel in staat om CRC-capaciteit te leveren wanneer daarom gevraagd wordt. De Close Protection Teams hebben in 2024 alle taken binnen de persoonsbeveiliging conform het geldende beveiligingsconcept uitgevoerd.

Voor Militaire Politiezorg (MPZ) geldt onverminderd dat de KMar een bijdrage levert aan de integriteit van de krijgsmacht. Wegens de intensivering van de KMar op verschillende nieuwe taakvelden en bijstandsverleningen, is er landelijk een verdringingseffect op het MPZ taakveld. Dit is merkbaar binnen de zichtbaarheid van de KMar op militaire locaties en aantal aangeleverde MPZ dossiers.

Versterking Defensie Organisatie

Met deze maatregel is voorzien in een kwalitatieve versterking van de Staf KMar door een uitbreiding van 18 VTE. Hiermee wordt expliciet gestuurd op resultaten en effecten die bijdragen aan de realisatie van de Defensienota 2022, een toename van de operationele gereedheid en sturing op de departementale taken. Het merendeel van de functies is gevuld.

Internationale Ondermijning

Met de herbesteding van beschikbare budgetten heeft het project Buddynetwerk luchthavens een extra impuls gekregen om de geplande samenwerkingen met Brazilië, Kenia en de Carib verder te ontwikkelen. Buddynetwerk richt zich op het versterken van de weerbaarheid van internationale luchthavens. Vanwege vertraging in het reorganisatietraject heeft de noodzakelijke versterking van de afdeling Intelligence nog niet plaatsgevonden.

Migratiepartnerschappen

Onder leiding van het ministerie Asiel en Migratie (AenM) en het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) is Nederland met acht geprioriteerde bron- en transitlanden van migratie een samenwerking gestart onder de naam migratiepartnerschappen (MPS). Primaire belangen voor AenM zijn de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers en de beperking van irreguliere instroom. In ruil daarvoor wordt onder andere samenwerking en expertise aangeboden op het gebied van grensmanagement, het tegengaan van mensensmokkel, politiesamenwerking en informatie-uitwisseling. Daarnaast heeft de KMar in 2024 geïnvesteerd in liaison officieren in bijvoorbeeld Marokko en Turkije om de samenwerking met deze landen te versterken. De KMar verzorgde bovendien in 2024 via het expertise centrum identiteitsfraude en documenten awareness bij diverse grensautoriteiten en organisaties.

Wetboek van Strafvordering

Het ministerie van JenV heeft 1 april 2029 vastgesteld als datum voor de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (WvSv). In 2024 zijn de laatste boeken (7 en 8) ingediend bij de Tweede Kamer, waarmee het volledige WvSv gereed is voor de mondelinge parlementaire behandeling in Q1 2025. De KMar is verantwoordelijk voor de implementatie binnen de organisatie. De governance is ingericht op drie gebieden: het wetstraject op departementaal niveau, de implementatie en afstemming binnen de strafrechtketen, en de IV-opgave binnen het Duurzaam Digitaal Stelsel. De KMar stemt hierin nauw af met ketenpartners. De focus in 2024 lag op input voor het wetstraject, een ketenbrede impactanalyse en de voorbereiding van de interne organisatie.

Persoonsbeveiliging binnenland

Het stelsel Bewaken en Beveiligen (B&B) heeft de versterking van het persoonsbeveiligingsdomein in 2024 voortgezet. Voortschrijdend inzicht heeft ertoe geleid dat de statische teams zoals beschreven in de originele opdracht zijn vervangen door flexibel in te zetten persoonsbeveiligingscapaciteit. Deze capaciteit wordt in samenwerking met de NP flexibel ingezet en aangestuurd vanuit het nieuwe Landelijk Coordinatie Centrum (LCC). Door deze nieuwe wijze van optreden heeft de KMar in 2024 kunnen voldoen aan de vraag naar persoonsbeveiliging en begeleiding.

Inrichten decentrale CIO

Middels het oprichten van een decentrale Chief Information Office per 1 oktober 2024 heeft de KMar geïnvesteerd om de kennis, competenties en ontwikkeling van I&T beter te waarborgen binnen de KMar en om beter gereed te zijn voor de uitdagingen in het heden en die van de toekomst.

Vergroten Cyberreadiness

De KMar geeft als onderdeel van het versterken van de defensiebrede cybercapaciteiten uitvoering aan het programma Cyber Transitie middels de drie hoofdprojecten van het programma: Cyber in de Operatie, Digital Fit en Cyber in de Bedrijfsvoering.

General aviation

In de afgelopen jaren is de lijst met aangewezen grensdoorlaatposten uitgebreid met drie secundaire vliegvelden in Zuid-Nederland. De KMar gaat ook hier systematisch grenscontroles uitvoeren, conform de Schengengrenscode. Hiervoor zijn in 2024 de benodigde structurele middelen ter uitbreiding van de benodigde capaciteit toegevoegd aan de KMar begroting en zijn de voorbereidingen voor deze reorganisatie gestart.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 481.437 501.168 576.983 632.220 732.631 685.126 47.505
Uitgaven 482.825 501.802 569.037 626.304 724.415 687.223 37.192
Apparaatsuitgaven 476.448 497.328 563.687 619.806 716.497 680.710 35.787
5.2 Apparaatsuitgaven 476.448 497.328 563.687 619.806 716.497 680.710 35.787
Personele uitgaven 462.232 484.265 544.365 605.211 699.326 651.035 48.291
Eigen personeel 435.912 451.984 509.945 562.938 639.188 622.502 16.686
Externe inhuur 6.484 7.518 6.969 10.101 16.467 295 16.172
Overige personele exploitatie 19.836 24.763 27.451 32.172 43.671 28.238 15.433
Materiële uitgaven 14.216 13.063 19.322 14.595 17.171 29.675 ‒ 12.504
Overige materiële exploitatie 13.480 13.063 19.322 14.595 17.171 29.675 ‒ 12.504
Programmauitgaven 6.377 4.474 5.350 6.498 7.918 6.513 1.405
5.1 Programmauitgaven 6.377 4.474 5.350 6.498 7.918 6.513 1.405
Opdrachten 6.377 4.474 5.123 6.414 7.875 6.513 1.362
Gereedstelling 5.167 4.474 5.123 6.414 7.875 6.513 1.362
(Schade)vergoeding 0 0 227 84 43 0 43
Schadevergoeding overig 0 0 227 84 43 0 43
Ontvangsten 8.463 8.199 6.205 8.923 3.365 4.459 ‒ 1.094

E. Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

De gerealiseerde verplichtingen zijn € 47,5 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door hogere verplichtingen op Eigen personeel, Overige personele exploitatie en Externe inhuur (nieuwe meerjarige inhuurcontracten aangegaan). Anderzijds is er minder verplicht op de Materiële exploitatie.

Uitgaven

Personele uitgaven

De gerealiseerde personele uitgaven zijn € 48,3 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. Dit komt met name door de hogere uitgaven op Eigen personeel en Externe inhuur (samen € 32,9 miljoen). Deze hogere uitgaven worden veroorzaakt door de hogere personeelslasten die volgen uit het arbeidsvoorwaardenakkoord 2024 (€ 60,5 miljoen). Ook is in december de factuur voor pensioenafdrachten betaald (€ 4,8 miljoen), terwijl deze normaliter pas in januari 2025 zou worden betaald. Daarnaast hebben er in 2024 diverse budgettoevoegingen plaatsgevonden vanuit het ministerie van Buitenlandse zaken inzake het BuZa-KMar convenant (€ 12,1 miljoen) en het ministerie van Binnenlandse Zaken & Koninkrijkrelaties (BZK) inzake het grenstoezicht Caribische landen (€ 10,9 miljoen). Door de ondervulling van het personeelsbestand zijn ook delen van het personele budget vrijgegeven. Een deel van de door ondervulling ontstane onderrealisatie op het budget voor Eigen personeel is ingezet voor Externe inhuur (€ 16,2 miljoen). Naast de hogere uitgaven op het Eigen personeel en Externe inhuur is er ook € 15,4 miljoen meer uitgegeven op de Overige personele exploitatie. Dit is onder meer het gevolg van hogere uitgaven die volgen uit de afspraken uit het arbeidsvoorwaardenakkoord 2024 (€ 8,6 miljoen waarvan € 5,3 miljoen duurzaamheidsbudget).

Materiële uitgaven

De gerealiseerde uitgaven voor Materiële uitgaven zijn € 12,5 miljoen lager dan begroot. Door de vertraging van personele uitbreidingen zijn de materiele investeringen voor dit personeel ook vertraagd. Vandaar dat de uitgaven lager zijn uitgevallen dan begroot. Voorbeelden van deze materiele investeringen voor personeel zijn uitrusting zoals beschermende vesten en portofoons.

4.6 Artikel 6 Investeringen

De middelen uit beleidsartikel 6 Investeringen zijn in 2021 overgeheveld naar het DMF. Zij worden verantwoord in het jaarverslag DMF 2024.

Art. Verplichtingen 2.755.819 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 2.716.440 0 0 0 0 0 0
Apparaatsuitgaven 0 0 0 0 0 0 0
Programmauitgaven 2.716.440 0 0 0 0 0 0
6.1 Programmauitgaven 2.716.440 0 0 0 0 0 0
Opdrachten 2.641.111 0 0 0 0 0 0
Investeringen materieel 2.128.195 0 0 0 0 0 0
Investeringen infrastructuur 275.764 0 0 0 0 0 0
Investeringen IT 237.152 0 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 28.453 0 0 0 0 0 0
Investeringen infrastructuur NAVO 28.453 0 0 0 0 0 0
Bekostiging 46.876 0 0 0 0 0 0
Bijdrage grote onderzoeksfaciliteiten 3.737 0 0 0 0 0 0
Technologieontwikkeling 35.599 0 0 0 0 0 0
Kennisgebruik 3.459 0 0 0 0 0 0
Kort-cyclische innovatie 4.081 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 66.513 0 0 0 0 0 0

4.7 Artikel 7 Commando Materieel en IT

A. Algemene doelstelling

COMMIT zorgt voor de verwerving van modern, robuust en kwalitatief hoogwaardig en inzetbaar materieel en de beschikbaarstelling van IT-middelen, brandstof, munitie, kleding en uitrusting aan de defensieonderdelen. COMMIT vergroot de impact van de ondersteuning door een integrale en innovatieve aanpak van materieel- en IT-projecten, (wapen)systeem-logistiek en ketenlogistiek.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de aanschaf en de instandhouding van materieel en de afstoting van overtollig materieel van de krijgsmacht. Om de inzetbaarheidsdoelen te bereiken worden de volgende capaciteiten en inzetbare eenheden van COMMIT gereed gesteld. De functie van National Armaments Director (NAD) is belegd bij het COMMIT. Uit hoofde hiervan ontwikkelt en versterkt het COMMIT de internationale samenwerking op het gebied van IT en materieel (NAVO, EU, multinationaal en bilateraal).

C. Beleidsconclusies

COMMIT heeft in 2024 de krijgsmacht ondersteund door het leveren van brand- en bedrijfsstoffen. Daarmee heeft COMMIT een bijdrage geleverd aan de inzetbaarheidsdoelstellingen van Defensie. De leverbetrouwbaarheid van het Defensie Brand- en Bedrijfsstoffenbedrijf (DBBB) is stabiel en op norm. De investeringsprojecten die worden uitgevoerd door COMMIT worden in het Defensiematerieelbegrotingsfonds toegelicht.

Daarnaast heeft COMMIT in 2024, net als in 2023, een bijdrage geleverd aan de levering van goederen en aanschaf van materieel ten behoeve van de steunverlening aan Oekraïne.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 985.425 538.836 696.020 810.649 902.229 747.001 155.228
Uitgaven 1.120.073 558.830 651.097 751.169 902.240 751.272 150.968
Apparaatsuitgaven 730.808 454.883 494.775 592.220 709.191 583.238 125.953
7.2 Apparaatsuitgaven 730.808 454.883 494.775 592.220 709.191 583.238 125.953
Personele uitgaven 431.648 443.263 482.601 554.547 687.528 565.451 122.077
Eigen personeel 369.436 391.361 431.076 462.792 558.027 514.296 43.731
Externe inhuur 49.220 36.662 29.618 63.787 95.715 30.372 65.343
Overige personele exploitatie 12.992 15.240 21.907 27.968 33.786 20.783 13.003
Materiële uitgaven 299.160 11.620 12.174 37.673 21.663 17.787 3.876
Overige materiële exploitatie 10.979 11.620 12.174 37.673 21.663 17.787 3.876
Programmauitgaven 389.265 103.947 156.322 158.949 193.049 168.034 25.015
7.1 Programmauitgaven 389.265 103.947 156.322 158.949 193.049 168.034 25.015
Opdrachten 389.265 103.947 156.264 158.935 193.037 168.034 25.003
Gereedstelling 93.939 103.947 156.264 158.935 193.037 168.034 25.003
(Schade)vergoeding 0 0 58 14 12 0 12
Schadevergoeding overig 0 0 58 14 12 0 12
Ontvangsten 45.419 18.829 26.340 16.532 22.507 25.765 ‒ 3.258

E. Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

In 2024 is ten opzichte van de vastgestelde begroting € 155,2 miljoen meer aan verplichtingen aangegaan. Deze ontwikkeling hangt voornamelijk samen met de uitgaven welke hieronder worden toegelicht. Daarnaast is bij externe inhuur voor € 15,0 miljoen verplicht voor 2025. Dit heeft te maken met de achterblijvende vulling van personeel op IT-functies, wat heeft geleid tot uitbreiding en verlenging van inhuurcontracten aan externe inhuur.

Uitgaven

In 2024 is ten opzichte van de vastgestelde begroting € 151,0 miljoen meer uitgegeven. Deze stijging wordt voor € 43,7 miljoen verklaard door extra uitgaven voor de nieuwe arbeidsvoorwaarden (€ 32,1 miljoen) en in december is de factuur voor pensioenafdrachten betaald (€ 5,5 miljoen), terwijl deze normaliter pas in januari 2025 zou worden betaald. Daarnaast heeft een formatie-uitbreiding plaatsgevonden ten behoeve van project Grenade 29 (€ 6,1 miljoen). Dit project heeft als doel het proces van interpretatie van ruwe data tot effectieve en efficiënte informatie te vereenvoudigen.

Op IT-functies blijft de personele vulling achter, wat heeft geleid tot hogere uitgaven aan externe inhuur. De achterblijvende vulling is voor € 65,3 miljoen opgevangen door inhuur voor noodzakelijke IT-functies.

De Overige personele exploitatie is met € 13,0 miljoen gestegen. Dit komt voornamelijk door arbeidsvoorwaardelijke uitgaven aan duurzaamheid en extra uitgaven aan dienstreizen wegens hogere prijzen en de toenemende internationale samenwerking. Verder zijn de uitgaven voor Gereedstelling € 25,0 miljoen hoger dan in de vastgestelde begroting, wat wordt veroorzaakt door hogere prijzen, zoals € 6,9 miljoen voor het verwerven van duurzame brandstof.

4.8 Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando

A. Algemene doelstelling

Het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) ondersteunt de krijgsmacht in haar taken. Het DOSCO doet dit door te zorgen voor personele diensten, opleidingen, huisvesting, vastgoed, catering, beveiliging, bewaking, facilitaire zaken, gezondheidszorg, logistiek en transport. Het DOSCO voorziet zelf in die ondersteuning en koopt een deel van de producten en diensten in bij organisaties buiten het ministerie van Defensie.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor een doeltreffende en doelmatige ondersteuning van de krijgsmacht. Het DOSCO kreeg in 2024, net als de operationele commando's, een generieke gereedstellingsopdracht. DOSCO kreeg deze voor specialistische medische zorg en strategisch transport.

C. Beleidsconclusies

DOSCO ondersteunt de krijgsmacht altijd en overal en heeft dit ook in 2024 maximaal gedaan. Onder normale omstandigheden in vredestijd, maar ook in tijden van crises én conflicten. DOSCO heeft de noodzakelijke diensten geleverd waarmee de Krijgsmacht zich specifiek voorbereidt op een inzet in het kader van hoofdtaak 1.

De ondersteuning van DOSCO aan Oekraïne is in 2024 onverminderd doorgegaan, onder meer met het leveren van diverse goederen, de opvang van ontheemden uit Oekraïne, behandeling van Oekraïense revalidanten en het opleiden van Oekraïense militairen.

Verder is de verhoogde inzet van militairen van invloed geweest op de ondersteuning van DOSCO. Dit leidt tot extra vraag naar geneeskundige artikelen als voorraad ten behoeve van deze inzet.

In het afgelopen jaar was de vraag naar transport onverminderd hoog. Daarnaast is met ingang van 1 november 2024 de nieuwe organisatiestructuur van de Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie (DBBO) ingericht. De DBBO bewaakt en beveiligt Defensieobjecten zoals terreinen, gebouwen en voertuigen.

In 2024 hebben zo’n 4000 aanstelbare militairen het selectieproces succesvol doorlopen, 500 meer dan in 2023. Deze toename is onder andere te verklaren door succesvolle arbeidsmarktcampagnes, verhoogde inspanningen op werving en recruitment en meer centrale en regionale selectie- en keuringscapaciteit. Een mooi resultaat gezien de krapte op de arbeidsmarkt. Door de toegenomen dreiging in de wereld is er een sterk groeiende vraag naar tolken bij Defensie. Het Talencentrum is in 2024 gestart met een nieuwe civiel-militaire tolkenopleiding, zodat in de toekomst beter in deze behoefte kan worden voorzien. DOSCO ondersteunt waar mogelijk innovatieve ideeën ten behoeve van hoofdtaak 1, en om deze tot uitvoering te brengen, zoals het House of Practice van het Defensie Gezondheidszorg Opleidings- en Trainingscentrum( DGOTC). Wat vastgoed betreft lag de focus op het verhogen van het realisatievermogen, waarbij de prioriteit bij de realisatie ook is uitgegaan naar de ondersteuning in het kader van hoofdtaak 1.

In 2024 is de Defensienota 2024 uitgekomen. Hierbij zijn het verder optimaliseren van de geneeskundige keten bij operationele inzet en het versterken van de transport- en bevoorradingsketen voor nationaal en strategisch transport voor DOSCO van belang.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 1.541.365 1.238.835 1.331.844 1.592.958 1.723.254 1.476.122 247.132
Uitgaven 1.531.401 1.214.400 1.290.733 1.555.312 1.727.664 1.494.930 232.734
Apparaatsuitgaven 1.452.038 1.127.584 1.197.408 1.433.671 1.591.480 1.367.670 223.810
8.2 Apparaatsuitgaven 1.452.038 1.127.584 1.197.408 1.433.671 1.591.480 1.367.670 223.810
Personele uitgaven 774.498 857.609 866.280 952.839 1.135.256 1.018.535 116.721
Eigen personeel 604.573 617.054 661.840 693.773 810.803 777.048 33.755
Externe inhuur 27.498 22.006 23.509 29.269 39.730 3.910 35.820
Overige personele exploitatie 128.562 203.830 166.778 213.077 266.395 219.127 47.268
Attaches 13.865 14.719 14.153 16.720 18.328 18.450 ‒ 122
Materiële uitgaven 677.540 269.975 331.128 480.832 456.224 349.135 107.089
Instandhouding infrastructuur 434.153 0 0 0 0 0 0
Instandhouding IT 28 0 0 0 0 0 0
Overige materiële exploitatie 238.698 266.685 325.172 473.972 446.103 343.773 102.330
Attaches 4.661 3.290 5.956 6.860 10.121 5.362 4.759
Programmauitgaven 79.363 86.816 93.325 121.641 136.184 127.260 8.924
8.1 Programmauitgaven 79.363 86.816 93.325 121.641 136.184 127.260 8.924
Opdrachten 11.737 152 184 224 320 0 320
Gereedstelling 76 152 184 224 320 0 320
Inkomensoverdrachten 67.626 86.664 0 0 0 0 0
Nationaal Fonds Ereschuld 67.174 85.922 0 0 0 0 0
Regeling Uitkering chroom 6 Defensie 452 742 0 0 0 0 0
(Schade)vergoeding 0 0 93.141 121.417 135.864 127.260 8.604
Schadevergoeding overig 0 0 10.547 7.425 7.983 8.775 ‒ 792
Nationaal Fonds Ereschuld 0 0 82.193 113.628 127.600 114.407 13.193
Reservering schadevergoedingen Chroom-6 Defensie 0 0 401 364 281 4.078 ‒ 3.797
Ontvangsten 90.346 58.178 74.696 77.985 73.274 68.995 4.279

E. Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

In 2024 is voor € 247,1 miljoen meer aan verplichtingen aangegaan dan in de vastgestelde begroting, wat grotendeels samenhangt met de hogere kasuitgaven (€ 232,7 miljoen) die hieronder worden toegelicht.

Uitgaven

Personele uitgaven

De personele uitgaven zijn in 2024 gestegen met € 116,7 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting, waarvan een stijging van € 33,8 miljoen binnen het budget voor Eigen personeel. De stijging binnen Eigen personeel wordt grotendeels verklaard door de invoering van nieuwe arbeidsvoorwaarden (AVW) en door de uitvoering van nieuwe opdrachten. Vanwege personeelstekorten vielen de uitgaven voor eigen personeel lager uit, hiermee is extra budget aangewend voor de inhuur van personeel. Daarnaast is in december de factuur voor pensioenafdrachten betaald (€ 7,0 miljoen), terwijl deze normaliter pas in januari 2025 zou worden betaald. Personeelstekorten zijn deels ingevuld met onder andere externe inhuur. Daardoor zijn de uitgaven voor de externe inhuur van personeel met € 35,8 miljoen gestegen ten op zichte van de vastgestelde begroting. Dit om zo te voorzien in alternatieve personele capaciteit voor DOSCO.

Op het budget Overige personele exploitatie is € 47,3 miljoen meer uitgegeven dan vastgesteld in de begroting. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een naheffingsaanslag die van de Belastingdienst ontvangen is in het kader van de werkkostenregeling (WKR) en een hogere realisatie op dit WKR-budget, waardoor er € 21,0 miljoen meer uitgegeven is dan begroot. Daarnaast is er meer uitgegeven aan defensiebrede werving van nieuw personeel (€ 13,1 miljoen), onder andere door extra uitgaven in het kader van behouden, binden en inspireren (BBI) en het Dienjaar. Ook is er € 8,3 miljoen als duurzaamheidsbudget uitgekeerd aan het personeel, wat ook onderdeel uitmaakte van de nieuwe AVW. Tenslotte zijn ook de uitgaven voor geneeskundige opleidingen € 3,1 miljoen hoger uitgevallen.

Materiële uitgaven

De realisatie van de materiële uitgaven is per saldo € 107,1 miljoen hoger dan begroot. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere uitgaven voor energie en water door de gestegen prijzen (€ 68,8 miljoen). Daarnaast vallen de uitgaven voor transport hoger uit dan begroot als gevolg van de toegenomen vraag (€ 34,8 miljoen).

(Schade)vergoeding

De realisatie op het budget schadevergoeding is € 8,6 miljoen hoger uitgevallen dan de vastgestelde begroting. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat er € 13,2 miljoen meer is uitgegeven voor het Nationaal Fonds Ereschuld (NFE) voor betalingen aan veteranen die een beroep op dit fonds hebben gedaan. De hoogte, de hoeveelheid en het betalingsmoment van de schadevergoedingen kunnen gedurende het jaar verschillen. Deze uitgaven kennen daardoor een grillig verloop en zijn lastig exact te ramen. Dit verklaart de hoger dan verwachte realisatie. Voor het overige was sprake van € 3,8 miljoen lagere uitgaven voor uitkeringen in het kader van Chroom 6, doordat hier minder aanvullende claims voor tot uitbetaling gekomen zijn.

5. Niet-beleidsartikelen

5 5.1 Artikel 9 Algemeen

In dit artikel worden de departementsbrede programma-uitgaven begroot. Het betreft subsidies, bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken, bijdragen aan internationale organisaties, opdrachten, bekostiging en inkomensoverdrachten.

Art. Verplichtingen 142.948 172.023 199.989 242.564 254.611 237.066 17.545
Uitgaven 150.596 172.523 198.187 237.868 260.323 237.066 23.257
9.1 Programmauitgaven 150.596 172.523 198.187 237.868 260.323 237.066 23.257
Subsidies (regelingen) 36.898 39.444 47.293 47.432 54.215 47.311 6.904
Subsidies 0 0 0 0 0 150 ‒ 150
Subsidies 36.898 39.444 47.293 47.432 54.215 47.161 7.054
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 46.172 46.853 51.065 78.710 89.477 74.600 14.877
Kennisopbouw TNO via EZ 43.430 44.179 47.254 67.916 81.036 66.109 14.927
Kennisopbouw NLR via EZ 534 600 1.405 7.265 4.177 4.059 118
Kennisopbouw MARIN via EZ 1.900 2.000 2.332 3.529 4.264 4.144 120
Overige Bijdragen 308 74 74 0 0 288 ‒ 288
Opdrachten 9.139 11.102 11.795 10.894 12.695 14.530 ‒ 1.835
Opdrachten beleid 4.249 5.868 8.696 7.880 7.576 9.920 ‒ 2.344
opdrachten milieu beleid 2.447 2.816 3.099 3.014 5.119 4.610 509
overige opdrachten 2.443 2.418 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 53.037 56.328 68.075 81.101 83.501 74.260 9.241
Bijdrage aan de NAVO 48.818 51.194 62.271 70.493 72.611 67.716 4.895
Bijdrage aan internationale samenwerking 4.219 5.134 5.804 10.608 10.890 6.544 4.346
Bekostiging 4.518 4.147 3.649 4.672 6.099 4.291 1.808
Bekostiging diverse instellingen 4.518 4.147 3.649 4.672 6.099 4.291 1.808
Inkomensoverdrachten 832 14.049 83 31 147 4.242 ‒ 4.095
Overige bijdragen 0 6.783 83 31 147 4.242 ‒ 4.095
Regeling Uitkering chroom 6 Defensie 332 3.323 0 0 0 0 0
Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020 500 3.943 0 0 0 0 0
(Schade)vergoeding 0 600 16.227 15.028 14.189 17.832 ‒ 3.643
Schadevergoeding overig 0 0 3.075 3.641 4.733 1.774 2.959
Regeling Chroom 6 Defensie 0 0 4.021 1.703 904 5.058 ‒ 4.154
Civielrechtelijke Regeling Srebrenica 2020 0 0 8.366 9.305 8.166 11.000 ‒ 2.834
Vrijwillige Bijdrage Hawija 0 600 765 379 386 0 386
Ontvangsten 1.594 2.052 6.135 16 0 1.600 ‒ 1.600

Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

De verplichtingen zijn € 17,5 miljoen hoger dan begroot. Dit is voornamelijk toe te schrijven aan de hogere kasuitgaven die hieronder worden toegelicht.

Uitgaven

De uitgaven zijn € 23,3 miljoen hoger dan begroot. Dit is met name het gevolg van:

Subsidies (regelingen)

Er is € 6,9 miljoen meer uitgegeven, hoofdzakelijk in het kader van het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) voor de uitvoering van de wettelijke taak op het gebied van veteranen, waaronder de opening van de herstelplek voor veteranen Sparrenheuvel in samenwerking met het Leger des Heils, het beschikbaar stellen van assistentiehonden voor veteranen en het uitvoeren van terugkeerreizen voor Dutchbat III-veteranen.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

De realisatie is in totaal € 14,9 miljoen hoger. Hiervan wordt € 12,9 miljoen veroorzaakt door een bijdrage aan kennisopbouw TNO via het ministerie van Economische Zaken (EZ) ten behoeve van programmafinanciering op het gebied van kennis & innovatie (K&I). Met de ontwerpbegroting was dit bedrag begroot in het DMF. Het restant wordt verklaard door een verzameling van kleine afwijkingen.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

De realisatie is totaal € 9,2 miljoen hoger. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een hogere bijdrage aan de NAVO van € 4,9 miljoen. Deze bijdrage wordt vastgesteld op basis van de meerjarige NAVO-plafonds die pas later in het jaar definitief worden vastgesteld. Het is gebruikelijk dat deze posten qua exacte omvang na-ijlen. Daarnaast heeft Nederland een bijdrage van € 3,7 miljoen geleverd aan het MPCC (Military Planning and Conduct Capability) voor de doorontwikkeling van de EU commandostructuur. Het MPCC is een cruciaal onderdeel van de Rapid Deployment Capacity (RDC) dat het systeem van de EU battlegroup vanaf 2025 moet vervangen. De bijdrage is in lijn met de Nederlandse ambitie uit het coalitieakkoord 2021-2025 om de RDC verder te ontwikkelen. Het restant wordt verklaard door een verzameling van kleine afwijkingen.

5.2 Artikel 10 Apparaat Kerndepartement

Inzet is de kerntaak van Defensie. De Bestuursstaf (BS) geeft hier namens de Minister sturing aan door het formuleren van het defensiebeleid, het toewijzen van middelen aan alle defensieonderdelen, het toezicht houden op de besteding daarvan, het opstellen van kaders voor de defensiebrede bedrijfsvoering en het bijdragen aan militaire pensioenen en uitkeringen.

Art. Verplichtingen 1.522.823 1.537.856 1.646.936 1.727.649 2.042.041 1.818.674 223.367
Uitgaven 1.517.171 1.529.926 1.627.051 1.712.070 1.991.550 1.825.317 166.233
10.2 Apparaatsuitgaven 1.517.171 1.529.926 1.627.051 1.712.070 1.991.550 1.825.317 166.233
Personele uitgaven 1.497.054 1.506.690 1.597.746 1.688.121 1.963.070 1.753.469 209.601
Eigen personeel 229.650 257.115 312.968 356.246 442.954 436.288 6.666
Externe Inhuur 9.192 10.205 14.758 26.089 34.603 5.018 29.585
Overige personele exploitatie 11.238 12.990 18.677 27.083 35.824 26.303 9.521
Uitkeringen (pensioenen en wachtgelden) 1.246.974 1.226.380 1.251.343 1.278.703 1.449.689 1.285.860 163.829
Materiële uitgaven 20.117 23.236 29.305 23.949 28.480 71.848 ‒ 43.368
Instandhouding IT 605 0 0 0 0 0 0
Overige materiële exploitatie 19.512 23.236 29.305 23.949 28.480 71.848 ‒ 43.368
Ontvangsten 42.212 34.397 10.205 10.222 9.142 7.853 1.289

Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

De verplichtingen zijn € 223,4 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door Uitkeringen (pensioenen en wachtgelden) met € 164,6 miljoen, wat grotendeels verband houdt met de hogere kasuitgaven die hieronder worden toegelicht. Daarnaast zijn er meerjarige verplichtingen onder Externe inhuur aangegaan (€ 83,0 miljoen). Tot slot is € 41,8 miljoen minder verplicht op de Materiële exploitatie, dat wederom samenhangt met de lagere kasuitgaven die eveneens verderop worden toegelicht. Het restant wordt verklaard door een verzameling van kleine afwijkingen.

Uitgaven

De realisatie op apparaatsuitgaven is € 166,2 hoger dan begroot. Dit is met name het gevolg van:

Eigen personeel, externe inhuur en overige personele kosten  

De realisatie Externe inhuur is € 29,6 miljoen hoger dan begroot. Vanwege de krappe arbeidsmarkt konden niet alle vacatures worden opgevuld. Om de groei van defensieactiviteiten te ondersteunen, is tijdelijke capaciteit ingezet via externe inhuur.

Pensioenen en uitkeringen

De post Uitkeringen is € 163,8 miljoen hoger dan begroot. Hiervan wordt € 78,4 miljoen verklaard door de doorwerking van nieuwe arbeidsvoorwaarden en € 14,7 miljoen door reguliere indexatie. Daarnaast is in december de factuur voor pensioenafdrachten (€ 103,2 miljoen) betaald, terwijl deze normaliter pas in januari 2025 zou worden betaald. In de ontwerpbegroting was hiermee geen rekening gehouden. Daarnaast is als gevolg van herziene ramingen van pensioenen en uitkeringen € 33,8 miljoen minder uitgegeven. Het verschil wordt veroorzaakt door meerdere kleine afwijkingen.

Materiële uitgaven

De Materiële uitgaven zijn € 43,4 miljoen lager uitgevallen dan begroot. Dit verschil wordt deels verklaard door een herschikking van € 14,6 miljoen naar externe inhuur en eigen personeel in het kader van het programma Defensie Open op Orde (DOO). Daarnaast is € 9,0 miljoen ingezet ter dekking van de defensiebrede problematiek, € 7,4 miljoen aan budget is overgeheveld naar het ministerie van Buitenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) ten behoeve van bedrijfsvoeringskosten en € 7,1 miljoen is een optelling van meerdere kleine posten die door verschillende redenen zijn vertraagd. Het implementatietempo van de organisatie groeit nog om de plannen tijdig te kunnen realiseren.

5.3 Artikel 11 Geheim

Het niet-beleidsartikel Geheim op basis van artikel 2.8 van de Comptabiliteitswet 2016 kent geen artikelonderdelen. Dit niet-beleidsartikel is bestemd voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten waarvoor geldt dat openbaarmaking via toedeling aan een expliciet beleidsartikel niet in het belang van de Staat is.

Art. Verplichtingen 10.891 14.724 16.893 18.468 18.333 18.815 ‒ 482
Uitgaven 10.891 14.724 16.893 18.468 18.333 18.815 ‒ 482
11.0 Geheim 10.891 14.724 16.893 18.468 18.333 18.815 ‒ 482
Geheim 10.891 14.724 16.893 18.468 18.333 18.815 ‒ 482
Geheim 10.891 14.724 16.893 18.468 18.333 18.815 ‒ 482
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting op de instrumenten

De geheime uitgaven worden onderzocht door het college van de Algemene Rekenkamer.

5.4 Artikel 12 Nog onverdeeld

Het niet-beleidsartikel Nog onverdeeld bestaat uit verplichtingen, uitgaven en ontvangsten. Uitgaven worden onderverdeeld naar loonbijstelling, prijsbijstelling, onvoorzien en een eventuele taakstelling.

Art. Verplichtingen 0 0 0 0 0 609.419 ‒ 609.419
Uitgaven 0 0 0 0 0 618.419 ‒ 618.419
12.3 Nog onverdeeld Loon 0 0 0 0 0 552.805 ‒ 552.805
Nog onverdeeld Loon 0 0 0 0 0 552.805 ‒ 552.805
Nog onverdeeld Loon 0 0 0 0 0 552.805 ‒ 552.805
12.4 Nog onverdeeld Prijs 0 0 0 0 0 65.614 ‒ 65.614
Nog onverdeeld Prijs 0 0 0 0 0 65.614 ‒ 65.614
Nog onverdeeld Prijs 0 0 0 0 0 65.614 ‒ 65.614
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting op de instrumenten

Dit artikel is een voorziening waarop geen realisatie plaatsvindt van verplichtingen en uitgaven. Met de eerste en tweede suppletoire begroting en de suppletoire begroting september is het budget volledig uitgedeeld naar de defensieonderdelen.

5.5 Artikel 13 Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds

Op dit artikel worden de bijdragen aan het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) verantwoord.

Art. Verplichtingen 0 5.040.806 4.869.867 5.465.956 0 10.817.270 ‒ 10.817.270
Uitgaven 0 5.040.806 4.869.867 5.465.956 0 10.792.237 ‒ 10.792.237
13.0 Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds 0 5.040.806 4.869.867 5.465.956 0 10.792.237 ‒ 10.792.237
Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds 0 5.040.806 4.869.867 5.465.956 0 10.792.237 ‒ 10.792.237
Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds 0 5.040.806 4.869.867 5.465.956 0 10.792.237 ‒ 10.792.237
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting op de instrumenten

Dit begrotingsartikel is technisch van aard. Het betreft hier de bijdrage vanuit de begroting hoofdstuk X Defensie aan hoofdstuk K Defensiematerieelbegrotingsfonds. De uitgaven van het fonds worden verantwoord in het jaarverslag van het DMF.

Tot Prinsjesdag 2024 werd het DMF (K) gevoed met een bijdrage vanuit de Defensiebegroting. Deze bijdrage was opgenomen op dit artikel en werd in het fonds ontvangen op artikel 7. Vanaf Prinsjesdag 2024 wordt budget direct overgeheveld van de defensiebegroting en de begrotingen van andere departementen naar de betreffende artikelen op het DMF. Dit artikel wordt opgeheven. Deze maatregel is technisch van aard.

In de loop van 2024 is het gebruik van het voedingsartikel DMF (artikel 7) opgeheven. Als gevolg hiervan is de inkomstenrealisatie van het fonds in 2024 € 0, wat leidt tot een weergave van een negatief eindsaldo van € 7.457,9 miljoen. Dit is echter de weergave van de technische verwerking in de administratie. Daadwerkelijk is het positief eindsaldo op het fonds € 4.029,9 miljoen. Eventuele verdere administratieve correcties, door het buiten gebruik stellen van het voedingsartikel, worden in 2025 verwerkt.

6. Bedrijfsvoeringsparagraaf

6.1 Rapportage bedrijfsvoering

Deze paragraaf bevat een uitzonderingsrapportage voor de volgende verplichte onderdelen:

  1. Rechtmatigheid
  2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
  3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering
  4. Misbruik en oneigenlijk gebruik
  5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering
  6. Fraude- en corruptierisico's

1. Rechtmatigheid

Het totaal aan fouten en onzekerheden voor de rechtmatigheid van aangegane verplichtingen van hoofdstuk X bedraagt over 2024 € 147 miljoen. Dit betreft (Europese) aanbestedingsfouten veroorzaakt door het niet of niet juist toepassen van de aanbestedingsregels.

Op artikel 9 Algemeen van het begrotingshoofdstuk Defensie X is de tolerantiegrens voor de rechtmatigheid van aangegane verplichtingen overschreden met € 11,3 miljoen. Dit wordt voor een groot deel veroorzaakt door een geïmporteerde onrechtmatigheid (verplichtingen die zijn aangegaan voor inkopen die vallen onder categoriemanagement) van de overbruggingsovereenkomsten voor Interim Management & Organisatieadvies.

Totaalniveau artikelen
verplichtingen
13.184.678.815 263.693.576 146.271.021 310.000 146.581.021 1,1%
Artikel 9 Algemeen 254.610.274 25.000.000 36.039.313 310.000 36.349.313 14,3%

2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Defensie gebruikt verschillende prestatie-indicatoren die inzicht geven in hoeverre ze haar organisatiedoelstellingen behaalt en heeft daar in 2024 tweemaal over gerapporteerd middels de Stand van Defensie. Voor de Operationele Gereedheid (OG) hanteert Defensie de kritische prestatie-indicatoren (KPI’s) OG, Personele Gereedheid (PG) en Materiële Gereedheid (MG). Daarnaast bieden andere prestatie-indicatoren inzicht in besturen en commandovoering, inzet en ondersteuning, waaronder informatiehuishouding, vastgoed en infrastructuur.

De KPI’s OG, PG en MG worden samengesteld met informatie uit bronsystemen van Defensie. Deze broninformatie wordt binnen het Digitale Dashboard Operationele Gereedheid (DDOG) verwerkt en beoordeeld. De KPI's voor MG en PG worden zoveel als mogelijk samengesteld uit informatie uit bronsystemen en ontsloten op de Digitale Dashboard Personele Gereedheid (DDPG) en de Digitale Dashboard Materiele Gereedheid (DDMG).

3. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Verplichtingenbeheer

Het verplichtingenbeheer bij Defensie heeft de afgelopen jaren veel aandacht gekregen in de rapporten van de Auditdienst Rijk (ADR) en Algemene Rekenkamer (AR). Ten eerste komt het raamcontract of de inkooporder niet altijd aanbestedingsrechtelijk rechtmatig tot stand. Ten tweede wordt de financiële verplichting o.b.v. de inkooporder, beschikking of Memorandum of Understanding niet in alle gevallen juist, tijdig en/of volledig in de financiële administratie (SAP) vastgelegd.

In 2024 heeft de helpdesk verplichtingen meermaals inhoudelijk advies aan Defensieonderdelen (DO'n) gegeven voor de vastlegging van een financiële verplichting. Ook is een door het Financieel Administratie en Beheerkantoor (FABK) ontwikkeld dashboard verplichtingen in gebruik genomen. Daarin zijn per Defensieonderdeel de aangegane verplichtingen, de bijstellingen van verplichtingen en de openstaande verplichtingen inzichtelijk gemaakt, waarmee de verplichtingen in brede zin beter kunnen worden gemonitord. Daarnaast hebben de Defensieonderdelen werk gemaakt van het opschonen van de lang openstaande verplichtingen met verstreken leverdata. Deze financiële verplichtingen zijn, indien benodigd na afstemming met leveranciers, afgeboekt of aangepast in de financiële administratie.

Oekraïne

Een groot deel van de uitgaven aan Oekraïne (circa € 1,5 miljard) betreft bijdragen aan internationale samenwerkingsovereenkomsten. Deze bijdragen zijn veelal als voorschot vastgelegd. Ook voor deze uitgaven is van belang vast te stellen dat de bijdrage doelmatig wordt besteed, dat afspraken worden nagekomen en dat het materieel wordt geleverd aan Oekraïne. Daarvoor is van belang om goede afspraken te maken met de leadnation over onderzoek naar prijs-kwaliteit-kwantiteitverhouding zoals contractaudits, het periodiek verstrekken van voortgangs- en verantwoordingsinformatie en mogelijkheden om de financiële informatie op te vragen en te controleren. Defensie heeft in het najaar 2024 de templates voor MoU’s en implementation arrangements geactualiseerd. Hierin zijn onder andere clausules opgenomen voor contract auditing, right-to-audit en voor verantwoordingsinformatie die de leadnation periodiek op moet leveren. De komende tijd wordt verder gewerkt aan het verbeteren van het beheer van de internationale samenwerkingsovereenkomsten inclusief dossiervorming en het tijdig afboeken van de voorschotten.

Bij opdrachten, die rechtstreeks worden geplaatst bij leveranciers is van belang dat een contract auditing onderzoek wordt uitgevoerd en dat de geadviseerde onderhandelpunten uit contract-auditingrapporten worden meegenomen in het betreffende aanbestedingstraject, zodat er niet te veel wordt betaald.

In het najaar 2024 is binnen Defensie een escalatieprocedure voor Oekraïnedossiers ingericht en in gebruik genomen.

Voorschotten

Door de stijging van Defensiebudgetten en de aangegane verplichtingen is in 2024 het aantal en het financieel volume van de openstaande voorschotten sterk toegenomen. Ultimo 2024 is het aantal aan bedrijven verstrekte voorschotten opgelopen tot ruim 2600 en bedraagt het financieel volume € 6,1 miljard. In 2024 werd in totaal voor € 4,3 miljard aan nieuwe voorschotten aan bedrijven verstrekt. Dit is inclusief de voorschotten die plaatsvinden in het kader van de steunverlening aan Oekraïne.

Om een snellere en effectieve steunverlening aan Oekraïne te bewerkstelligen, draagt Defensie in 2024 in toenemende mate bij aan internationale samenwerkingsovereenkomsten voor de aanschaf van wapensystemen en munitie voor Oekraïne. Hiervoor worden bijdragen aan andere landen of fondsen betaald, die als voorschot in de financiële administratie worden vastgelegd. Na de feitelijke levering van de wapensystemen of munitie aan Oekraïne wordt vastgesteld dat de bijdragen zijn aangewend zoals afgesproken.

Onrechtmatige aanbestedingen

In 2024 is in 18 gevallen gebruik gemaakt van de escalatieprocedure verwerving. In die procedure wordt expliciet vooraf afgewogen of sprake is van een onontkoombare noodzaak tot aanbesteding van een overheidsopdracht of verlenging van een overeenkomst om op basis daarvan af te wijken van de (Europese) aanbestedingsregelgeving.

Het totaal aantal dossiers voor beide begrotingen waarvoor de escalatieprocedure is ingeroepen, is over beide begrotingen 46 stuks en is ten opzichte van 2023 (totaal 32 dossiers) toegenomen. De waarde van de verplichtingen die hieruit voortvloeien zijn met een totale waarde van € 97 miljoen lager ten opzichte van 2023.

Van de bij Rechtmatigheid genoemde € 147 miljoen aan fouten en onzekerheden is Defensie in 2024 voor een totaalbedrag van € 108,9 miljoen onrechtmatige verplichtingen aangegaan voor inkopen onder categoriemanagement.

Het Ministerie van IenW is categoriemanager op een aantal Rijksbrede raamovereenkomsten. De overbruggingsovereenkomsten voor Interim Management & Organisatieadvies, en Financiële Adviesdiensten zijn als «onrechtmatig» beoordeeld. Het Ministerie van IenW heeft dit toegelicht in de Bedrijfsvoeringsparagraaf van haar jaarverslag. Als gevolg daarvan worden de verplichtingen die op deze nadere overeenkomsten onder deze overbruggingsovereenkomsten worden aangegaan als onrechtmatig bestempeld. In het verslagjaar gaat het bij het Ministerie van Defensie om circa € 58,5 miljoen.

Het Ministerie van Economische Zaken is categoriemanager voor de raamovereenkomsten op het gebied van ICT-inhuur. Deze raamovereenkomsten zijn in 2023 rechtmatig aanbesteed en gegund, maar er werken onrechtmatige verplichtingen door in 2024, omdat de inhuurovereenkomsten in 2024 nog doorliepen en gebruik is gemaakt van bestaande verlengingsopties in deze overeenkomsten. In dit verslagjaar gaat het bij het Ministerie van Defensie om circa € 36,9 miljoen.

Het Ministerie van Financiën is categoriemanager voor de raamovereenkomsten op het gebied van vakkennis en persoonlijke ontwikkeling. De overeenkomsten voor onderwijskundige diensten en IV gerichte trainingen zijn op onderdelen als «onrechtmatig» beoordeeld. Het ministerie van Financiën heeft dit toegelicht in de Bedrijfsvoeringsparagraaf van haar jaarverslag. Als gevolg daarvan worden de verplichtingen die op deze nadere overeenkomsten onder deze overbruggingsovereenkomsten worden aangegaan als onrechtmatig bestempeld. In het verslagjaar gaat het bij het Ministerie van Defensie om circa € 13,5 miljoen.

Materiële bedrijfsvoering

Voor het monitoren van de uitvoering van het materieelbeheer gebruikt Defensie de Monitor Kwaliteit Materieelbeheer (MKM). De norm voor de uitvoering van het materieelbeheer bij Defensie is dat eenheden voor de kwaliteit van het beheer (voor alle materieelsoorten en opslagvormen) minimaal 80% dienen te scoren op hun checklisten voor het materieelbeheer. Bij tenminste 80% van de eenheden dient deze score te worden behaald. Over 2024 is de score gemiddeld over alle defensieonderdelen 91%, hiermee zit Defensie boven de norm. Van de 47 eenheden halen 5 deze norm niet, dat betekent dat 42 eenheden (dat is 89%) op norm zitten. De MKM geeft echter voornamelijk een kwantitatief inzicht in de uitvoering van het materieelbeheer, wanneer naast de MKM meer in detail en kwalitatief wordt gekeken zijn er onvolkomenheden in de uitvoering van het materieelbeheer te zien. Deze onvolkomenheden worden hieronder meer in detail toegelicht. De Auditdienst Rijk (ADR) heeft afgelopen jaar de werking van de MKM onderzocht en constateert dat de MKM nog informatie mist om een volledig beeld van het materieelbeheer te geven. Ook komen fouten bij het invullen voor die door ontbrekende onafhankelijke controle niet opvallen. Mede op basis van de handelingsperspectieven van de ADR wordt de werking van de MKM geëvalueerd en aangepast om een completer inzicht te geven in de uitvoering van het materieelbeheer. Ook wordt gewerkt aan een betere governance over de MKM zodat de informatie betrouwbaarder wordt en een beter beeld geeft van het materieelbeheer.

In 2024 is gewerkt aan de herziening van de interne regelgeving op materieelbeheer, de zogenoemde Aanwijzing Materieelbeheer. In lijn met het besturingsmodel van Defensie wordt de aanwijzing gesplitst in beleid en inrichting. Met de herziening wordt verduidelijkt dat het materieelbeheer op basis van risico’s wordt ingericht. Hiermee wordt de inspanning van de Defensieorganisatie voor het materieelbeheer gerichter ingezet op materieelsoorten met een groter risico. De splitsing en herziening van de aanwijzing wordt in 2025 afgerond.

Ook in 2024 is het doorvoeren van kleinere systeemverbeteringen in het materieelregistratiesysteem (ERP M&F, oftewel SAP) lastig gebleken. Daardoor zijn kleine wijzigingen, die het uitvoeren van inventarisaties eenvoudiger zouden maken, niet doorgevoerd. Het complete systeem wordt overgezet naar een nieuwe versie; dit zal pas in 2026 zijn afgerond. Omdat dit veel IT-capaciteit vergt, is de mogelijkheid om kleinere verbeteringen door te voeren tot die tijd beperkt.

Onvolkomenheid Inventarisatieproces

In het kader van de aanbevelingen van de AR is in 2024 het project inventarisatieproces van start gegaan met onder meer het per 1 april 2024 aanstellen van een projectleider (0,5 VTE). Een belangrijke volgende stap was de uitvoering van een oorzaakanalyse, die door Defensie in Q4 2024 is afgerond. Op basis hiervan is een eerste opzet gemaakt voor een projectplan (meerjarig verbeterplan). Dit plan wordt begin 2025 intern Defensie afgestemd, waarna de uitvoering van de verbetermaatregelen kan starten. Om niet te wachten tot het definitieve plan gereed is, zijn reeds enkele verbetermaatregelen gestart. Zo is bijvoorbeeld de Werkgroep Asset Visibility opgericht om Defensiebreed regie te kunnen voeren op de nu nog vaak decentrale initiatieven op het gebied van tracking & tracing (bijvoorbeeld Wapenkamer van de Toekomst).

Onvolkomenheid Munitiebeheer

In 2024 is Defensie verder gegaan met diverse verbetermaatregelen uit het verbeterplan Munitiebeheer 2022. Zo is een vernieuwde procedure voor het inleveren van Onbeheerd Aangetroffen Reguliere Munitie (OARM) ontwikkeld. Dit is een opvolging van de aanbeveling van de AR om te onderzoeken of er manieren zijn om het inleveren van gevonden munitie te vergemakkelijken en zo "grijze voorraad"-vorming te voorkomen. Het herzien van de OARM-procedure is één van de onderdelen van RYLAP (Return Your Leftover Ammunition Project), waarbij de focus ligt op onbewust achtergehouden munitie. Daarnaast is er naar aanleiding van de aanbevelingen van de AR besloten om het bestaande verbeterplan Munitiebeheer 2022 verder te concretiseren en zo nodig aan te vullen door een oorzaakanalyse uit te voeren. Per 1 november 2024 is daarvoor een projectleider aangesteld.

Onvolkomenheid Cryptobeheer

In het kader van de onvolkomenheid Beheer Cryptografiemiddelen zijn in 2024 belangrijke stappen gezet. Per 1 april 2024 is er een projectleider (0,5 VTE) aangesteld. Vervolgens is een projectplan (meerjarig verbeterplan) opgesteld, deels op basis van een oorzaakanalyse van de ADR gericht op de stagnatie van de verbeteringen op het gebied van Crypto Sleutels en Publicaties (CSP). Het projectplan is in het begin van het vierde kwartaal van 2024 vastgesteld. Vervolgens zijn de eerste verbetermaatregelen van start gegaan. Zo zijn bijvoorbeeld de eerste stappen gezet in het herzien van regelgeving op het gebied van het beheer van Crypto Controlled Items (CCI).

4. Misbruik en oneigenlijk gebruik

In 2024 waren geen vermoedens van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Defensiesubsidies. Het risico op misbruik en oneigenlijk gebruik wordt door Defensie ingeschat op laag. Een geactualiseerde review-, sanctie- en controlebeleid zal aan de regeling Defensiesubsidies worden toegevoegd zodra het Rijksbrede Uniform Subsidiekader (USK) in 2025 is geactualiseerd. Daarnaast is Defensie aangesloten bij de centrale interdepartementale verwijsindex om misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies tegen te gaan. Door middel van deze interdepartementale verwijsindex wordt informatie over misbruik en oneigenlijk gebruik sinds 2020 tussen departementen uitgewisseld. Dit gebeurt op aanvraag en met inachtneming van relevante privacywetgeving.

5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Onvolkomenheid Inkoopbeheer

Monitoring van de werking en naleving van de key controls inkoopbeheer heeft voortdurend de aandacht, zeker nu er meer en sneller is en wordt ingekocht. In 2024 is een monitor ontwikkeld en opgezet die inzicht biedt in de werking van de individuele key controls en een Defensiebreed beeld van het inkoopbeheer geeft.

Ook is in 2024 de analyse naar de oorzaken en achtergronden van het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging herhaald om de werking van genomen verbetermaatregelen te meten. De resultaten hiervan worden in 2025 verwacht.

Onvolkomenheid Objectbeveiliging

In 2024 voerde Defensie het plan van aanpak Beveiliging Militaire Objecten 2023 uit. Dit hield in dat er een inventarisatie en update (monitoring) van de Te Beschermen Belangen (TBB’n) is uitgevoerd. Verder zijn Defensiebreed penetratietesten uitgevoerd en zijn bij de DO’n Security Behaviour programma’s opgestart. Daarnaast is per 1 april 2024 een projectleider (0,5 VTE) aangesteld. Ook is op basis van een grondige oorzakenanalyse een nieuw Plan van Aanpak in wording, met daarin tevens lange termijn ontwikkelplannen voor structurele verbeteringen. Het plan behelst een programmatische aanpak waarin het bestaande plan van aanpak 2023, verbetermaatregelen voortkomend uit de oorzakenanalyse en de aanbeveling van de AR aangaande fysieke beveiliging van het NAFIN-onderzoek (Netherlands Armed Forces Integrated Network) zijn opgenomen, om zo een toekomstbestendige, robuuste en effectieve oplossing te bieden.

Onvolkomenheid Vastgoedbeheer

De eerder geconstateerde inzet en betrokkenheid van het ministerie van Defensie om problemen op te lossen zijn voortgezet.

In haar rapport beveelt de AR de Minister van Defensie aan om rekening te houden met de consequenties van veranderende omstandigheden voor het programma Transformatie Vastgoed Defensie en voor de financiële dekking hiervan. Door de veranderde (geo)politieke omstandigheden zijn er gewijzigde behoeften, waaronder een grotere vraag naar vastgoed. Daarmee kan een kleinere reductie ontstaan van het vastgoed dan waar het programma zich nu op richt.

In 2024 is het integraal gebiedsinformatiemodel verder ontwikkeld om aan de vastgoedinformatiebehoefte te voldoen. Voor gedegen besturing en besluitvorming is het niet alleen van belang om inzicht te hebben in de technische staat van het vastgoed, maar ook in het gebruik en de bezetting van het vastgoed. In 2024 zijn stappen gezet met de aanbevelingen uit de TaskForce NoVa, waarin beter inzicht in de bezetting en benutting van de kazernes is gevormd.

In 2024 is daarnaast een rapportage afgerond waarin is onderzocht of Defensie gebruik zou moeten gaan maken van een specialtystelsel bij het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). De conclusie van dit rapport is dat Defensie voorlopig (maar niet definitief) geen gebruik zal gaan maken van een dergelijk stelsel, omdat binnen de huidige samenwerkingsvorm met het RVB nog voldoende verbeterruimte zit, en niet wordt voldaan aan de minimale randvoorwaarden waarbinnen een overgang naar een dergelijk stelsel mogelijk is.

Onvolkomenheid IT-Beheer / Autorisatiemanagement

In 2024 is verder gewerkt aan maatregelen om de onvolkomenheid autorisatiebeheer weg te werken voor het materieel-logistieke domein. De geactualiseerde aanwijzing autorisatiebeheer is in 2024 vastgesteld. Daarnaast is de specifieke tooling (SAP Governance, Risk en Compliance) voor het analyseren van functiescheidingsconflicten en het bouwen van conflictvrije rollen in gebruik genomen door de beheerorganisatie, voor de gebruikersorganisatie is de geplande implementatie verschoven naar 2025. De werkstroom RASC (Rollen, Autorisaties, Security en Control) in het programma ROGER moet borgen dat nieuwe rollen in opzet voldoen aan gestelde kaders en richtlijnen. Het aantal functiescheidingsconficten is vergelijkbaar met vorig jaar.

6. Fraude -en corruptierisico's

Onder fraude wordt verstaan een opzettelijke handeling door een of meer leden van het management, met governance belaste personen, werknemers of derden, waarbij gebruik wordt gemaakt van misleiding teneinde een onrechtmatig of onwettig voordeel te verkrijgen. Voor het jaarverslag is het van belang om de risico’s op een afwijking van materieel belang in de financiële overzichten die het gevolg is van fraude te identificeren en in te schatten. Daarbij dienen de grootste en/of belangrijkste tegenvallende realisaties apart te worden toegelicht

Defensie is als grote uitvoeringsorganisatie een belangrijke inkoopmacht die internationaal opereert en een omvangrijk arsenaal aan materieel, vastgoed en (deels gevoelige) voorraden beheert. Daarnaast is sprake van een groot personeelsbestand met, door haar onregelmatige, soms gevaarlijke en internationale operaties, een daarbij passende cao met vele toeslagsoorten en declaratie-mogelijkheden. Hierdoor bestaan inherent risico’s op aanbestedingsfraude, ontvreemding van materieel, voorraden, contant geld en oneigenlijk gebruik van vastgoed en creditcards. Daarnaast bestaat het risico op indiening en afhandeling van fictieve facturen of personeelsdeclaraties en het betalen van salarissen aan niet bestaande ambtenaren of onterechte toeslagen.

Defensie heeft in haar bedrijfsprocessen een beheerraamwerk ingericht dat per kolom (PIOFACH) gebaseerd is op een integrale risico-afweging. Dit beheerraamwerk bevat onder andere functiescheidingen, goedkeuringsrollen in de administratie, monitoring, (jaarlijkse) tellingen en controles. Er is specifieke aandacht voor wapen- en munitieopslag en cryptomiddelen. Frauderisico’s zijn hierbij mede in beschouwing genomen, maar niet expliciet als zodanig benoemd.

Defensie beschikt over een Gedragscode Defensie, waarin de basiswaarden staan omschreven hoe met elkaar, anderen, middelen en bevoegdheden wordt omgegaan. De gedragscode geldt voor iedereen binnen de organisatie. Daarnaast leggen medewerkers van Defensie de eed of belofte af. Medewerkers die werkzaam zijn op vertrouwensfuncties worden extra gescreend door de MIVD. Er is een Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) die als taak heeft de integriteit en het integriteitsbewustzijn voor de organisatie en medewerker te bevorderen. Dit doen zij door advies, risicoanalyses, training en voorlichting en integriteitsonderzoeken.

Ter preventie van fraude bij declaraties en facturen worden controles uitgevoerd om onterechte of onjuiste betalingen te voorkomen. Bij een vermoeden van een integriteitsschending wordt melding gedaan bij het meldpunt Integriteit Defensie waarna de COID aanvullend onderzoek kan verrichten. In 2024 zijn geen fraudegevallen van materiële aard geconstateerd.

De ADR heeft in 2024 de belangrijkste frauderisico’s bij Defensie geïdentificeerd. De ADR concludeert ten aanzien van de geïnventariseerde frauderisico’s dat er geen relevante restrisico’s op afwijkingen van materieel belang in de financiële overzichten voor de jaarverslagen 2024 van Defensie zijn. Er kan wel sprake zijn van reputatieschade en/of veiligheidsrisico’s voor de maatschappij. De ADR merkt daarbij op dat Defensie nog naar een hoger volwassenheids-niveau kan groeien in het beheer van fraude- en corruptierisico’s.

6.2 Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Gebruik open standaarden en open source software

Het beleid inzake open standaarden en open source software is opgenomen in het inkoopproces van software.

Betaalgedrag

Over 2024 heeft Defensie in totaal ruim 300.000 facturen betaald. Hiervan is 91,2% tijdig betaald. Daarmee voldoen we niet aan de rijksbrede comply or explain norm dat 95% van de facturen binnen 30 dagen na factuurontvangst moeten zijn betaald, echter Defensie scoort wel boven de wettelijke norm van 90%. Hierbij dienen drie overwegingen in acht te worden genomen.

Ten eerste geldt voor buitenlandse facturen vaak een betaaltermijn ruimer dan 30 dagen, maar Defensie behandelt deze procesmatig en in (interne en externe) rapportages als een factuur die binnen 30 dagen moet zijn betaald.

Ten tweede sluit de financiële administratie eind december voor circa 10 dagen t.b.v. de administratieve jaarafsluiting en overboeking waardoor begin januari een werkvoorraad ontstaat van te boeken en betalen facturen voor 10 dagen. Dit drukt het betaalgedrag.

Ten derde blijft de keten van aanvragen, bestellen en betalen gecompliceerd door de vele koppelvlakken tussen inkoop, logistiek en financiën op een complex en wijzigend IT-landschap. FABK stuurt op een zo hoog mogelijk betaalgedrag, nieuwe dashboards ondersteunen dit proces.

Audit Comité

Het Audit Comité (AC) is het adviesorgaan van Defensie met betrekking tot audit- en bedrijfsvoeringsaangelegenheden. Het AC is in 2024 vijf keer bij elkaar gekomen waarbij de voornaamste agendapunten waren:

  1. Hoofdtaak 1 van Defensie;
  2. Auditrapport van de ADR;
  3. Verantwoordingsonderzoek van de AR;
  4. Voortgang van de auditprogrammering;
  5. Defensienota 2024;
  6. Strategisch risicomanagement;
  7. IT-portfoliomanagement
  8. Zelfevaluatie van het AC.

Uit de zelfevaluatie is de wens naar voren gekomen om meer strategisch te agenderen vanuit de doelstellingen in de Defensienota. Uit de behandeling van de strategische onderwerpen moet vervolgens blijken of de door het AC gegeven adviezen zich herkenbaar vertalen in de manier waarop er wordt gestuurd op diverse aspecten van de bedrijfsvoering. In dit verband is het ook de wens om het gesprek over het auditbeleid meer op een strategisch niveau te voeren waarbij het de bedoeling is dat de auditprogrammering aansluit bij de actualiteit en de strategische richting van Defensie.

Departementale Checks and Balances

De departementale checks and balances voor subsidieregelingen zijn in 2022 aangescherpt. In haar Verantwoordingsonderzoek 2021 merkte de AR op dat er al enige jaren geen staatssteunanalyses worden verricht voorafgaand aan de subsidieverstrekking. Directie Juridische Zaken heeft de staatssteunanalyse voor de subsidie aan de Stichting Koninklijke Defensiemusea uitgevoerd. De overige staatssteunanalyses zijn nog niet afgerond, al wordt het risico op staatssteun ingeschat op laag. Binnen de subsidieportefeuille wordt toegezien op de naleving van de vijfjaarlijkse evaluaties conform Awb art. 4.24. In 2024 hebben geen evaluaties plaatsgevonden.

In 2024 is het Rijksbrede Uniform Subsidiekader (USK) geëvalueerd. Een interdepartementale werkgroep onder leiding van het Ministerie van Financiën zal, met inachtneming van de aanbevelingen van de evaluatie, de Regeling vaststelling Aanwijzingen voor subsidieverstrekking actualiseren. Met deze actualisatie zullen de interne subsidiekaders van Defensie aangepast worden conform de nieuwe Rijksbrede kaders.

Normenkader Financieel beheer

Er hebben in 2024 geen wijzigingen plaats gevonden in het departementaal toezicht op het normenkader financieel beheer.

Beheer Nationale Groeifondsprojecten

In december 2024 is Defensie een contract aangegaan met een consortium voor het ingediende voorstel genaamd Polaris. Dit NGF-project heeft een looptijd van acht jaar en wordt voorzien in drie fasen met aan het einde van iedere fase een go/no-go moment waarbij door het ministerie van Defensie als uitvoerend departement een beslissing wordt genomen over het continueren van het project. Polaris heeft KPI’s die zijn gekoppeld aan de go/no-go-momenten bij de faseovergangen en KPI’s die zijn gekoppeld aan de vier gedefinieerde programma mijlpalen. Elk kwartaal zal het consortium een voortgangsrapportage versturen. De facturen worden betaalbaar gesteld na beoordeling van de geleverde prestaties.

Vanaf de start van het project vindt afstemming plaats over de voortgang van Polaris tussen de lijnverantwoordelijke, procesbegeleider, programma officier en een (project)controller. In het eerste uitvoeringsjaar zal elk kwartaal afstemming plaatsvinden. Na afloop van het kalenderjaar rapporteert de programma officier vóór 1 april aan de fondsbeheerders (ministerie van Economische Zaken en het ministerie van Financiën).

De beleidsinformatie komt tot stand o.b.v. het overkoepelende programmaplan, de te ontvangen voortgangsrapportages en kostenoverzichten alsmede de driemaandelijkse afstemming tussen het consortium, de fondsbeheerders en Defensie.

6.3 Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Met de Defensienota 2024 is de keuze gemaakt om de komende jaren een eerste inhaalslag te maken om bedrijfsvoering beter op orde te brengen. Zo is ervoor gekozen om de operationele bedrijfsvoering van het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK), het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) en de Koninklijke Marechaussee (KMar) te versterken; deze onderdelen krijgen meer personeel en middelen voor bijvoorbeeld inzet van reservisten voor operationele bedrijfsvoeringstaken. De beveiligingsketen wordt uitgebreid met personeel voor fysiek, informatie-, industrie- en personele beveiliging. Daarnaast investeert Defensie in kennis en kunde op het gebied van cryptografie en het betrouwbaarder en arbeidsextensiever maken van managementinformatie, zodat gestuurd kan worden op effecten. Hieronder een aantal andere noemenswaardige ontwikkelingen die in 2024 hebben plaatsgevonden.

Inkoop

In 2024 heeft Defensie een aantal stappen gezet om de doorlooptijden en lastendruk van de inkoop- of aanbestedingsfase te verlagen. Aan de Kamer is gecommuniceerd dat Defensie, om te kunnen voldoen aan het NATO Force Model, meer en sneller dan voorheen ruimte zoekt in de uitzonderingsbepalingen van de Aanbestedingswet 2012 en de Aanbestedingswet op Defensie en Veiligheidsgebied (Kamerstuk 36600-X nr. 6). Dit geldt zowel voor civiele als militaire goederen en diensten die Defensie inkoopt in het kader van het NATO Force Model.

Geneeskundige keten

In 2024 heeft Defensie vanuit het vernieuwingsprogramma Smart Band-Aid (SBA) acht IV/IT projecten succesvol afgerond ten behoeve van het digitaliseren en verbeteren van de informatievoorziening van de militaire gezondheidszorg. Op 1 maart 2024 is het Centraal Militair Hospitaal samen met het Universitair Medisch Centrum Utrecht overgegaan naar een nieuw ziekenhuisinformatiesysteem. Op 11 april 2024 en 11 december 2024 hebben respectievelijk de Centrale Militaire Apotheek en de Militaire Geestelijke GezondheidsZorg een nieuw elektronisch patiëntendossier-systeem (EPD) in gebruik genomen. Ook is het patiënten portaal vernieuwd en zijn de EPD’s van de eerstelijnsgezondheidszorg, de revalidatiezorg gemigreerd naar een nieuwe release. Dit jaar is ook Perfyso ingevoerd; digitale diensten op het gebied van zorg- en hulpverlening en gezondheid worden hiermee mobiel aan de militair aangeboden. Een van de digitale diensten die nu beschikbaar is betreft het militaire Persoonlijke GezondheidsOmgeving (PGO) waarmee de militair direct beschikking heeft over zijn eigen medische gegevens.

Invoering Individueel Keuzebudget

In 2024 zijn alle voorbereidingen getroffen voor de overgang naar het Individueel Keuzebudget (IKB) voor alle Defensiemedewerkers. Met sociale partners was in een eerder arbeidsvoorwaardenakkoord overeengekomen dat met de ingang van 1 januari 2025 het IKB ingevoerd zou worden, dat is nu gebeurd. Medewerkers bouwen over het kalenderjaar nu net zoveel IKB op als de vakantie- en de eindejaarsuitkering samen, maar hebben meer vrijheid om het IKB in te zetten. Het budget kan uitbetaald worden wanneer dat uitkomt, kan ingezet worden voor fiscale doelen, zoals een fiets en/of computer, of kan ingezet worden om IKB-uren te kopen.

C. Jaarrekening

7. Departementale verantwoordingsstaat

Totaal 21.608.286 22.497.398 228.804 13.203.012 12.466.544 314.604 ‒ 8.405.274 ‒ 10.030.854 85.800
Beleidsartikelen
1 Inzet 1.523.134 2.355.220 87.643 3.323.511 2.699.887 168.983 1.800.377 344.667 81.340
2 Koninklijke Marine 1.040.663 1.078.549 12.324 1.174.844 1.191.576 12.637 134.181 113.027 313
3 Koninklijke Landmacht 1.787.470 1.789.143 8.054 2.013.456 2.008.261 7.189 225.986 219.118 ‒ 865
4 Koninklijke Luchtmacht 847.526 849.207 12.111 1.018.102 942.295 17.507 170.576 93.088 5.396
5 Koninklijke Marechaussee 685.126 687.223 4.459 732.631 724.415 3.365 47.505 37.192 ‒ 1.094
7 Commando Materieel en IT 747.001 751.272 25.765 902.229 902.240 22.507 155.228 150.968 ‒ 3.258
8 Defensie Ondersteuningscommando 1.476.122 1.494.930 68.995 1.723.254 1.727.664 73.274 247.132 232.734 4.279
13 Bijdrage aan Defensiematerieelbegrotingsfonds 10.817.270 10.792.237 0 0 0 0 ‒ 10.817.270 ‒ 10.792.237 0
Niet-beleidsartikelen
9 Algemeen 237.066 237.066 1.600 254.611 260.323 0 17.545 23.257 ‒ 1.600
10 Apparaat kerndepartement 1.818.674 1.825.317 7.853 2.042.041 1.991.550 9.142 223.367 166.233 1.289
11 Geheim 18.815 18.815 0 18.333 18.333 0 ‒ 482 ‒ 482 0
12 Nog onverdeeld 609.419 618.419 0 0 0 0 ‒ 609.419 ‒ 618.419 0

8. Samenvattende verantwoordingsstaat agentschappen

Baten-lastenagentschap Paresto
Totale baten € 84.258 € 103.447 € 19.189 € 93.364
Totale lasten € 84.258 € 101.997 € 17.739 € 92.282
Saldo van baten en lasten € 0 € 1.450 € 1.450 € 1.081
Totale kapitaaluitgaven € 494 € 494 € 5.058
Totale kapitaalontvangsten

9. Jaarverantwoording agentschap per 31 december 2024

Baten
- Omzet 84.258 102.124 17.866 92.492
waarvan omzet moederdepartement 67.928 80.771 12.843 73.249
waarvan omzet overige departementen 495 389 ‒ 106 412
waarvan omzet derden 15.835 20.965 5.130 18.831
Rentebaten 0 1.323 1.323 828
Vrijval voorzieningen 0 0 0 0
Bijzondere baten 0 0 0 44
Totaal baten 84.258 103.447 19.189 93.364
Lasten
Apparaatskosten 84.197 101.937 17.740 92.170
- Personele kosten 52.473 61.832 9.359 54.887
waarvan eigen personeel 48.632 52.709 4.077 48.982
waarvan inhuur externen 3.305 7.813 4.508 5.392
waarvan overige personele kosten 536 1.310 774 513
- Materiële kosten 31.724 40.105 8.381 37.283
waarvan apparaat ICT 0 0 0 0
waarvan bijdrage aan SSO's 0 0 0 0
waarvan overige materiële kosten 31.724 40.105 8.381 37.283
Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten 0 0 0 0
Rentelasten 0 0 0 0
Afschrijvingskosten 61 61 0 113
- Materieel 61 61 0 113
waarvan apparaat ICT 0 0 0 0
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 61 61 0 113
- Immaterieel 0 0 0 0
Overige lasten 0 0 0 0
waarvan dotaties voorzieningen 0 0 0 0
waarvan bijzondere lasten 0 0 0 0
Totaal lasten 84.258 101.997 17.739 92.282
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 0 1.450 1.450 1.081
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0 0
Saldo van baten en lasten 0 1.450 1.450 1.081

Toelichting op de staat van de baten en lasten

De totale baten bestaan uit omzet, rentebaten en bijzondere baten. De omzet is onder te verdelen in een drietal categorieën: moederdepartement, overige departementen en derden en bedraagt € 103,4 miljoen.

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement bedraagt € 80,8 miljoen. Voor € 33,4 miljoen is dit gerelateerd aan de geleverde producten en diensten en daarmee marktconform qua factureringssystematiek van cateringondersteuning. Voor € 47,3 miljoen betreft dit de vergoeding die Paresto ontvangt voor de personele en materiële inzet op de locaties conform dienstverleningsafspraken met de opdrachtgever (aanneemsom).

Omzet overige departementen en derden

De omzet overige departementen bedraagt € 0,4 miljoen en betreft omzet welke toe te rekenen is aan geleverde producten en diensten voor andere departementen. Omzet derden bedraagt € 21,0 miljoen en betreft grotendeels de aankopen door gasten in de bedrijfsrestaurants en kantines.

Rentebaten

Een reservering van € 1,3 miljoen voor nog te ontvangen rentebaten van het Ministerie van Financiën is opgenomen. De stijging ten opzichte van 2023 vindt zijn grondslag in een hogere gemiddelde rekening-courantstand en een hoger rentepercentage.

Personele kosten

De realisatie van de bezetting ultimo 2024 ten opzichte van de begroting is als volgt:

Militair personeel 46 € 74.912 46 € 81.964
Burgerpersoneel 730 € 62.633 733 € 68.529
Inhuur en uitzendkrachten 43 € 76.860 62 € 125.935
Totaal/Gemiddeld 819 € 64.070 841 € 73.497

De prijs per VTE ligt ruim boven de begroting. Dit is naast nieuwe arbeidsvoorwaarden ook een gevolg van uitbreidingen van de bezetting van het servicekantoor.

Materiële kosten

De post materiële kosten bestaat voornamelijk uit ingrediëntskosten (€ 36,7 miljoen. Ten opzichte van de begroting liggen de werkelijke prijzen significant hoger dan op het moment van opstellen van de begroting bekend was. Dit geldt voor zowel de ingrediëntskosten als de overige kosten die in deze post opgenomen zijn. 

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten voor 2024 betroffen soepuitgiftepunten (€ 18 duizend), bedrijfskleding (€ 14 duizend) en diverse overige vaste activa (€ 29 duizend).

Bijzondere lasten

Er zijn geen bijzondere lasten.

Resultaatbestemming

Het resultaat over 2024 bedraagt € 1,5 miljoen. Het resultaat wordt conform de vigerende regelgeving verrekend met het eigen vermogen (exploitatiereserve).

Activa
Vaste activa 114 167
Immateriële vaste activa 0 0
Materiële vaste activa 114 167
waarvan grond en gebouwen 0 0
waarvan machines en installaties 0 0
waarvan andere vaste bedrijfsmiddelen 114 167
waarvan vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa 0 0
waarvan niet aan de bedrijfsuitvoering dienstbaar 0 0
Vlottende activa 17.157 24.118
Voorraden en onderhanden projecten 768 771
waarvan grond- en hulpstoffen 0 0
waarvan onderhanden werk 0 0
waarvan gereed product en handelsgoederen 768 771
waarvan vooruitbetaald op voorraaden 0 0
Vorderingen 4.451 5.438
waarvan debiteuren 492 246
waarvan overige vorderingen 1.376 3.598
waarvan overlopende activa 2.583 1.594
Liquide middelen 11.938 17.909
Totaal activa: 17.272 24.286
Passiva
Eigen Vermogen 5.361 4.398
Bestemmingsfonds(en) 0 0
Pok/ Wau reserve 0 0
Exploitatiereserve 3.912 3.316
Onverdeeld resultaat 1.450 1.081
Voorzieningen 0 0
Langlopende schulden 0 0
Leningen bij het Ministerie van Financiën 0 0
Kortlopende schulden 11.910 19.888
Crediteuren 2.048 8.396
Belastingen en premies sociale lasten 296 70
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën 0 0
Overige schulden 98 436
Overlopende passiva 9.468 10.986
Totaal passiva 17.272 24.286

Toelichting op de balans

Materiële vaste activa

In 2024 is voor € 6 duizend geïnvesteerd in kassasystemen en voor € 2 duizend in mobiele tenten. De afschrijvingen betreffen voor € 18 duizend soepuitgiftepunten, voor € 14 duizend bedrijfskleding en voor € 29 duizend overige kleinere activa.

Voorraden

De op de balans opgenomen voorraden betreffen de voorraden op de locaties van Paresto.

Debiteuren

Deze post is nader te specificeren in vorderingen op moederdepartement (€ 0,3 miljoen) en derden (€ 0,2 miljoen). In 2024 heeft wederom een scherpe monitoring op openstaande saldi plaatsgevonden. Ondanks deze monitoring is het saldo gestegen. Dit is met name het gevolg van een stijging van de geleverde producten en diensten in december ten opzichte van vorig jaar. Bij de post ‘debiteuren’ wordt rekening gehouden met het vermoedelijk oninbare deel. Dit bedrag is bepaald op € 9 duizend.

Overige vorderingen

Deze post is nader te specificeren in nog te ontvangen van het moederdepartement (€ 1,3 miljoen) en derden (€ 0,1 miljoen). 

Deze post bestaat uit banqueting- en maatwerkactiviteiten die na de kassluiting in december hebben plaatsgevonden. Per 31 december 2023 betrof deze post € 2,1 miljoen.Ten opzichte van 2023 zijn meer activiteiten administratief afgehandeld met als gevolg een daling van het openstaande bedrag. In de stand per 31 december 2023 zit een post opgenomen voor nog te factureren kosten voor de reservering van de eenmalige uitkering (€ 1,5 miljoen). Deze post is in 2024 gefactureerd.

Overlopende activa

Deze post is nader te specificeren in nog te ontvangen van overige departementen (€ 1,5 miljoen) en derden (€ 1,1 miljoen). Deze post bestaat voornamelijk uit een reservering voor nog te ontvangen rentebaten (€ 1,3 miljoen) en een reservering voor nog te ontvangen producentenbonussen (€ 1,1 miljoen). De stijging van de reservering voor rentebaten is terug te herleiden naar een hogere gemiddelde rekening-courant stand bij het Ministerie van Financiën en een hoger rentepercentage. De stijging van de producentenbonussen vindt zijn grondslag in gestegen prijzen en afnames.

Liquide middelen

De post liquide middelen omvat hoofdzakelijk de gelden in rekening courant bij het Ministerie van Financiën (€ 11,9 miljoen).

Eigen vermogen

In 2024 heeft een afdracht van € 0,5 miljoen aan het moederdepartement plaatsgevonden. De grens voor het eigen vermogen 2024 is € 4,5 miljoen (maximaal 5% van de gemiddelde omzet over de afgelopen 3 jaar). Met de huidige eigenvermogenspositie zal in 2025 een afdracht van € 840 duizend aan het moederdepartement plaatsvinden.

Voorziening

Er zijn geen voorzieningen.

Leningen

Er zijn geen lopende leningen.

Crediteuren

Het crediteurensaldo bestaat uit schulden aan derden (€ 2,0 miljoen). De daling ten opzichte van 2023 wordt voor een groot deel veroorzaakt door de factuur voor de salariskosten van november 2023 (€ 6,1 miljoen). In 2023 was deze factuur niet betaald voor het einde van het jaar. De vergelijkbare factuur voor november 2024 is wel betaald voor het einde van het jaar.

Belastingen en premies sociale lasten

De belastingen en premies sociale lasten hebben betrekking op de btw-aangifte van december.

Overige schulden

Het saldo overige schulden en overlopende passiva bestaat uit derden (€ 0,1 miljoen). De daling ten opzichte van 2023 betreft grotendeels lagere reserveringen voor nog te ontvangen facturen van Tempo Team. Dit komt deels door een gewijzigde afrekenmethodiek en deels door een ad hoc reservering met betrekking tot de eenmalige uitkering.

Overlopende passiva

Het saldo overige schulden en overlopende passiva bestaat uit moederdepartement (€ 4,3 miljoen) en derden (€ 5,2 miljoen). De overlopende passiva bestaan voornamelijk uit de salarissen van december (€ 4,3 miljoen). De daling ten opzichte van 2023 betreft het verbruik van de ontvangen vergoeding voor gratis fruit en het uitbetalen van de reservering voor de eenmalige uitkering.

De vakantieverplichtingen aan het personeel bestaan uit € 3,2 miljoen aan vakantiedagen en € 1,7 miljoen aan vakantiegelden. De stijging is deels het gevolg van de nieuwe arbeidsvoorwaarden en deels door een hogere bezetting.

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 6.813 17.907 11.094
totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 84.258 104.436 20.178
totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 84.258 ‒ 109.914 ‒ 25.656
2. Totaal operationele kasstroom 0 ‒ 5.478 ‒ 5.478
totaal investeringen (-/-) 0 ‒ 8 ‒ 8
totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom 0 ‒ 8 ‒ 8
eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) 0 ‒ 486 ‒ 486
eenmalige storting door moederdepartement (+) 0 0 0
aflossingen op leningen (-/-) 0 0 0
beroep op leenfaciliteit (+) 0 0 0
4. Totaal financieringskasstroom 0 ‒ 486 ‒ 486
5. Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4) 6.813 11.935 5.122

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode gaat men uit van het resultaat en de mutaties van het werkkapitaal.

Kasstroom uit operationele activiteiten

De kasstroom uit operationele activiteiten bestaat uit de kasstroom bedrijfsactiviteiten, de mutatie in het werkkapitaal en de ontvangen dan wel betaalde interest. Het saldo van de kasstroom wordt voornamelijk veroorzaakt door een lager crediteurensaldo.

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

In 2024 is voor € 6 duizend geïnvesteerd in kassasystemen en voor € 2 duizend in mobiele tenten.

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

In 2024 is geen beroep gedaan op de leenfaciliteit. In 2024 heeft een afdracht van € 0,5 miljoen aan het moederdepartement plaatsgevonden.

Generiek deel
Totaal omzet verkopen (x € 1.000) 34.122 41.606 51.106 55.633 43.516
Totaal VTE 742 777 818 841 819
- waarvan in eigen dienst 710 742 763 779 776
- waarvan inhuur 32 35 55 62 43
Saldo van baten en lasten (%) 4,6% 6,7% 1,2% 1,4% 0,0%
Specifiek deel
Aantal locaties 76 76 76 76 76
Productiviteit per medewerker (omzet per Vte) 45.987 53.539 62.501 66.128 53.133
Ziekteverzuim (%) 7,8% 8,1% 8,9% 7,9% 8,0%
Bruto marge locaties (%) * 44,2% 45,2% 33,7% 34,0% 31,7%

Toelichting op doelmatigheidsindicatoren

Totaal omzet verkopen

Dit betreft de gehele omzet welke verkregen is uit de in rekening gebrachte verkopen voor verrichte leveranties en diensten. De aan de opdrachtgever gefactureerde aanneemsom valt hier in principe niet onder. De twee uitzonderingen staan vermeld in onderstaande toelichting.

Omzet Regulier 29.217 36.289
Omzet Niet-Regulier 14.299 18.224
Omzet Aanneemsom 1.120
Totaal Omzet Verkopen 43.516 55.633

De omzet bedrijfsvoering is onder te verdelen in de volgende productgroepen:

  1. De omzet regulier betreft onder andere de verkopen in de bedrijfsrestaurants en kantines op locaties;
  2. De omzet niet-regulier is omzet van onder andere evenementen, vergaderingen, diners en recepties die op locaties worden gehouden;
  3. De omzet aanneemsom heeft betrekking op de factuur van het Koninklijk Huis en de bijdrage ten behoeve van het Militair Revalidatiecentrum.

De hogere gerealiseerde omzet voor regulier wordt deels veroorzaakt door hogere prijzen voor ingrediënten. Een stijging van de gastenaantallen heeft een positief effect op de omzet. Voor niet-regulier geldt naast gestegen prijzen voor ingrediënten ook een stijging van het personele component heeft plaatsgevonden. Ook hier geldt dat het aantal evenementen gestegen is.

Totaal VTE

Dit betreft het gemiddelde VTE over het jaar gesplitst naar in eigen dienst en inhuur. De investering in eigen personeel is voortgezet. Dit geldt niet alleen voor de operatie, maar ook voor het ondersteunend personeel op het servicekantoor. De stijging van het aantal evenementen heeft ook een stijging van inhuur personeel tot gevolg gehad.

Saldo van baten en lasten (%)

Dit wordt berekend door het gerealiseerde resultaat te delen door baten.

De toelichting over gerealiseerde resultaat is eerder behandeld bij Staat van Baten en Lasten.

Aantal locaties

Dit betreft het aantal locaties waar Paresto aanwezig is als leverancier van de standaard catering activiteiten.

Productiviteit per medewerker

Dit wordt berekend door Totaal omzet verkopen te delen door Totaal VTE. De hogere productiviteit is voornamelijk een gevolg van prijseffecten van zowel ingrediënten als personeel.

Ziekteverzuim

Dit wordt berekend door het aantal ziektedagen te delen door de werkelijke personeelssterkte maal het aantal kalenderdagen van een maand. Paresto zit met 7,9% net onder de norm van 8%.

% Brutomarge locaties

Dit is het percentage van totale omzet verkopen verminderd met ingrediëntskosten ten opzichte van de totale omzet verkopen. Het brutomarge percentage laat ten opzichte van 2023 een kleine verbetering zien. Een lagere marge op de ingrediënten van de banquetingactiviteiten wordt gecompenseerd door een hoger uurtarief.

10. Saldibalans

Intra-comptabele posten
1 Uitgaven ten laste van de begroting 12.466.547 15.122.237 2 Ontvangsten ten gunste van de begroting 314.603 222.910
3 Liquide Middelen 191.296 236.205
4 Rekening Courant RHB 0 0 4a Rekening Courant RHB 11.939.125 14.777.439
5 Rekening Courant RHB Begrotingsreserve 0 0 5a Begrotingsreserve 0 0
6 Vorderingen buiten begrotingsverband 73.144 107.263 7 Schulden buiten begrotingsverband 477.259 465.355
8 Kas-Transverschillen 0 0
Subtotaal Intra-comptabel 12.730.987 15.465.705 Subtotaal Intra-comptabel 12.730.987 15.465.705
Extra-comptabele posten
9 Openstaande Rechten 0 0 9a Tegenrekening Openstaande Rechten 0 0
10 Vorderingen 498.715 381.187 10a Tegenrekening Vorderingen 498.715 381.187
11a Tegenrekening Schulden 0 3 11 Schulden 0 3
12 Voorschotten 3.702.681 3.194.346 12a Tegenrekening Voorschotten 3.702.681 3.194.346
13a Tegenrekening garantieverplichtingen 13.215 13.215 13 Garantieverplichtingen 13.215 13.215
14a Tegenrekening andere verplichtingen 4.889.995 3.545.647 14 Andere Verplichtingen 4.889.995 3.545.647
15 Deelnemingen 0 0 15a Tegenrekening Deelnemingen 0 0
Subtotaal extra-comptabel 9.104.606 7.134.399 Subtotaal extra-comptabel 9.104.606 7.134.399
Totaal 21.835.593 22.600.104 Totaal 21.835.593 22.600.104

Door afrondingen kan het totaal afwijken van de som van de onderdelen.

In 2024 worden de meeste balansposten tegen de koers van de laatste werkdag voor jaareinde 2024 verantwoord. Uitgezonderd zijn een aantal voorschotten en verplichtingen waarvoor de CEP-koers (Centraal Economisch Plan) van februari 2024 is gebruikt en posten die met valutatermijncontracten zijn afgedekt, deze zijn opgenomen tegen de betreffende valutatermijnkoers.

Intra-comptabele posten

ad 1 en 2 Uitgaven ten laste en – ontvangsten ten gunste van de begroting

Onder de posten uitgaven en ontvangsten zijn de per saldo gerealiseerde uitgaven en – ontvangsten opgenomen. De bedragen komen overeen met de bedragen uit de verantwoordingsstaat. Door een andere afrondings-systematiek is er een verschil met de verantwoordingsstaat waar per artikel naar boven wordt afgerond.

ad 3 Liquide middelen

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 191,3 miljoen en bestaat uit de volgende saldi:

Totaal 191.296

ad 4 en 4a Rekening-courant RHB

Deze post geeft per saldo de financiële verhouding met de RHB weer. Het bedrag is per 31 december 2024 in overeenstemming met de opgave van de RHB.

ad 6 Vorderingen buiten begrotingsverband

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 73,1 miljoen

Onderhoud M-fregatten Portugal 11.048
Overige vorderingen buiten begrotingsverband 62.096
Totaal 73.144

Als criterium voor de toelichting van vorderingen die open staan per 31 december 2024 geldt een grensbedrag van € 10,0 miljoen.

Vanuit de samenwerking met Portugal inzake de ombouw van de twee Nederlandse M-Fregatten staat er een vordering open van € 11,0 miljoen. Deze vordering is tot stand gekomen om de Portugezen van een oplossing te voorzien voor hun tijdelijke budgettekort. De verwachting is dat de openstaande vordering in 2025 wordt ontvangen.

ad 7 Schulden buiten begrotingsverband

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 477,3 miljoen

Loonheffing en social lasten    134.856
Overige vooruitontvangen gelden voor derden     334.313
Aangehouden voor derden       8.090
Saldo schulden 31-12-2024      477.259

Dit bedrag bestaat grotendeels uit af te dragen loonheffing en sociale lasten voor € 134,9 miljoen en daarnaast voor € 334,3 miljoen uit vooruit ontvangen gelden van derden voor nog te maken uitgaven.

Extra-comptabele posten

ad 9 Openstaande rechten

Het saldo op de saldibalans is nihil.

ad 10 Vorderingen

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 498,7 miljoen.

Als criterium voor de toelichting van vorderingen geldt een grensbedrag van € 10,0 miljoen.

De vordering EPF Oekraïne met een waarde van € 352,6 miljoen betreft de kostenvergoedingen die in 2024 door de Europese Vredesfaciliteit zijn toegewezen voor het militaire materieel dat door Nederland aan Oekraïne is geleverd ten behoeve van de oorlog met Rusland.

De vordering van € 68,8 miljoen op de Forsvarsministeriets Regnskabsstyrlse (ministerie van Defensie Denemarken) stond per 31 december 2024 nog open binnen de afgesproken betaaltermijn en is inmiddels ontvangen.

Aard van de vordering Bedrag
Personeel 9.068
Baten-lastendiensten Defensie 3
Medische bedrijven 16.472
Buitenlandse mogendheden  398.116
Diversen 75.055
Saldo vorderingen 31-12-2024 498.715

De verdeling van de vorderingen naar opeisbaarheid is hieronder in een tabel weergegeven.

Totaal 498.715

ad 11 Schulden

Het saldo op de saldibalans is nihil.

ad 12 Voorschotten

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 3.702,7 miljoen.

Alle voorschotten van voor 2008 staan tegen de maandkoers van december 2007 gewaardeerd en de voorschotten vanaf 2008 zijn gewaardeerd tegen de op het moment van verstrekking geldende maandkoers of de CEP-koers van het betreffende jaar van verstrekking. Uitgezonderd zijn de posten die met valutatermijncontracten zijn afgedekt, deze zijn opgenomen tegen de betreffende valutatermijnkoers.

De verdeling van de voorschotten naar ouderdom is vermeld in onder-staande tabel.

≤2020 71.058 46.858 24.200
2021 73.164 35.829 37.335
2022 1.348.824 1.294.103 54.721
2023 1.701.300 1.474.325 226.975
2024 0 3.667.198 307.748 3.359.450
Totaal 3.194.346 3.667.198 3.158.863 3.702.681

Er is een viertal voorschotten met een waarde boven de € 100,0 miljoen. Deze hebben een gezamenlijke waarde van € 955 miljoen en hebben betrekking op de steun aan Oekraïne. Specifiek betreffen het de levering van artillerie munitie en F-16-munitie. De F-16-munitie is onderdeel van de Nederlandse inzet in de Air Force Capability Coalition. Vanwege de krappe Defensiemarkt is het niet mogelijk om concreet te voorspellen wanneer de restbedragen voldaan dienen te worden, de focus hiervoor ligt op 2025.

Daarnaast zijn er voorschotten van gezamelijk € 1.486,9 miljoen onder de post Pensioenen en Wachtgelden. Deze voorschotten hangen samen met pensioenen en wachtgeld in samenwerking met ABP en WW Plus en dienstverlening van SV Land en Accenture.

ad 13 Garantieverplichtingen

Het saldo op de saldibalans is € 13,2 miljoen. Op 31 december 2024 staan twee garanties open.

Er is een overeenkomst met de Vereniging Verbond van Verzekeraars over de verzekerbaarheid van personeel. De looptijd is onbepaald en er is geen gegarandeerd bedrag vastgesteld. De overeenkomst regelt de verhouding tussen Defensie en de Vereniging met als doel de belemmeringen die defensieambtenaren in het maatschappelijk verkeer ondervinden als gevolg van uitsluitingsclausules bij levensverzekeringen, gekoppeld aan de financiering van een woning, weg te nemen. In 2024 heeft geen uitkering plaatsgevonden.

Er is door het ministerie van Defensie een garantstelling afgegeven aan het ministerie van Financiën voor de kredietfaciliteit die het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) in het kader van schatkistbankieren heeft. Defensie staat voor in totaal € 13.215 miljoen garant. Het gaat om twee rekening-courantkredieten met verschillende looptijden. € 3.500 miljoen per 1 januari 2021 voor onbepaalde tijd. En voor € 9.715 miljoen met een looptijd van 4 januari 2021 tot en met 31 december 2050.

ad 14 Andere verplichtingen

Het saldo op de saldibalans bedraagt € 4.900,0 miljoen.

In 2024 worden de meeste verplichtingen tegen de koers van de laatste werkdag voor jaareinde 2024 verantwoord. Uitgezonderd zijn een aantal verplichtingen waarvoor de CEP-koers (Centraal Economisch Plan) van februari 2024 is gebruikt en posten die met valutatermijncontracten zijn afgedekt, deze zijn opgenomen tegen de betreffende valutatermijnkoers.

Aangegane andere verplichtingen in verslagjaar 14.287.606
Waarvan Negatieve Bijstelling 27.359
Subtotaal 17.805.895
Tot betaling gekomen in verslagjaar 12.915.899
Openstaande andere verplichtingen per 31/12/2024 4.899.995

Er staan op 31 december 2024 verplichtingen open groter dan € 100,0 miljoen.

Tot en met 2022 had de Kustwacht Nederland voor de uitvoering van luchtverkenningstaken en voor Search and Rescue (SAR) de beschikking over 2 Dorniers en SAR helikopters. Zowel de Dorniers als de SAR helikopters waren aan het eind van hun levensduur. Ter vervanging van zowel de Dorniers als de helikopters is ervoor gekozen om leasecontracten af te sluiten in plaats van eigen toestellen aan te schaffen. In 2020 is ter vervanging van de Dorniers een leasecontract afgesloten voor de inzet van DASH-8 vliegtuigen voor meerdere jaren. Het op 1 januari 2025  nog openstaande verplichtingenbedrag bedraagt meer dan € 100 miljoen.

Nederland participeert in het Strategic Airlift Capability (SAC) programma van de NAVO, een multinationaal samenwerkingsverband van twaalf landen. Hierbij wordt gevlogen met drie Boeing C-17 Globemasters van de NATO Airlift Management Agency (NAMA) naar diverse missies. In 2024 is gevlogen op Irak, Roemenië, Bosnië en Herzegovina, Litouwen en Estland. De betalingen en leveringen staan gepland tot en met 2033. Het saldo van de openstaande verplichtingen bedraagt € 199 miljoen. Naast de contributiebijdrage aan het SAC C17 programma zit in dit bedrag ook de contributiebijdrage aan NAVO, Alliance Operations & Missions(AOM) en aan de EU, European Peace Facility(EPF).

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Niet uit de saldibalans blijkende financiële risico’s voortkomend uit lopende juridische procedures

Er zijn ultimo 2024 geen relevante lopende juridische geschillen die op basis van de verslaggevingscriteria genoemd in de Rijksbegrotingsvoorschriften voor vermelding in aanmerkingen komen.

Affinanciering begrotingsgefinancierde militaire pensioenen

Sinds 1 juli 2023 is de Wet toekomst pensioenen (Wtp) in werking getreden. Daarmee is een overgangsfase gestart waarin afspraken worden gemaakt over het invaren van de pensioenen in het nieuwe pensioenstelsel. Op uiterlijk 1 januari 2028 moeten de pensioenen zijn ondergebracht in het nieuwe pensioenstelsel.

Voor het ministerie van Defensie betekent deze nieuwe pensioenwet dat de begrotingsgefinancierde militaire pensioenen (dit betreft de militaire pensioenen van voor 1 juni 2001) moeten worden omgezet naar kapitaaldekking. De affinanciering van deze pensioenen, dat wil zeggen de netto contante waarde in de vorm van een inkoopsom bij pensioenuitvoerder ABP, zal in één keer plaatsvinden net voor het moment van invaren. Het exacte bedrag dat betaald moet worden is dan ook pas bekend, omdat de inkoopsom afhankelijk is van onder andere de dekkingsgraad van ABP, de stand van de rekenrente en het definitieve aantal pensioendeelnemers. Voor de affinanciering is € 8,5 miljard gereserveerd op de Aanvullende post bij het ministerie van Financiën5.

Het invaren van de begrotingsgefinancierde militaire pensioenen is voorzien op 31 december 2026. Dit hebben sociale partners (werkgevers- en werknemersorganisaties) in 2024 vastgelegd als onderdeel van het transitieplan in het kader van de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel. Het transitieplan is in 2024 aangeboden aan het ABP met het verzoek van de sociale partners om de opdracht te aanvaarden. Wanneer het ABP het verzoek tot invaren van de pensioenen aanvaardt, moet vervolgens door de toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) worden beoordeeld dat aan de wettelijke eisen van Wtp wordt voldaan.

De affinanciering dient als een financiële verplichting te worden vastgelegd op het moment waarop Defensie juridisch gebonden is aan de omzetting naar het kapitaaldekkingsstelsel van deze pensioenen.

11. WNT-verantwoording 2024 Ministerie van Defensie

De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstverband vallen echter buiten de reikwijdte van de wet.

Voor dit departement heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigings­maximum bedraagt in 2024 € 233.000.

MINDEF BAUER CHAIRMAN MILITARY COMITE 1,00 nee 215.617,05 20.829,00 236.446,05 233.000,00 3.446,05 Totale overschrijding van € 3.446,05. Conform artikel 3, tweede lid van de Uitvoeringsregeling WNT 2024 kan de opbouw van het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering over 2023 toegerekend worden aan de bezoldiging over 2023. In totaal is € 8.125,01 toerekenbaar aan 2023. In 2023 is voldoende ruimte om dit aan de bezoldiging toe te rekenen. Het betreft daarmee een door de WNT toegestane overschrijding.
(1,00) (188.244,45) (19.880,64) (208.125,09)
MINDEF BOEKHOLT-O'SULLIVAN PROJECTDIRECTEUR TRANSITIE & PLAATSVERVANGEND DIRECTEUR GENERAAL BELEID 1,00 nee 194.813,98 20.829,00 215.642,98 233.000,00
(1,00) (174.667,56) (19.880,64) (194.548,20)
MINDEF BOOTS PLAATSVERVANGEND COMMANDANT DER STRIJDKRACHTEN / 1,00 nee 193.681,36 20.829,00 214.510,36 233.000,00
INSPECTEUR GENERAAL DER STRIJDKRACHTEN PER 25 OKTOBER 2024 (1,00) (174.667,56) (19.880,64) (194.548,20)
MINDEF EICHELSHEIM COMMANDANT DER STRIJDKRACHTEN 1,00 nee 219.709,83 20.829,00 240.538,83 233.000,00 7.538,83 Het restant van de overschrijding ten bedrage van
€ 7.538,83 wordt in maart 2025 teruggevorderd.
(1,00) (211.241,81) (19.880,63) (231.122,44)
MINDEF HARTMAN COMMANDANT COMMANDO MATERIEEL EN IT 1,00 nee 194.118,01 20.829,00 214.947,01 233.000,00
(1,00) (94.843,31) (10.823,90) (105.667,21)
MINDEF INGEN HOOFD PERMANENTE MILITAIRE VERTEGENWOORDIGING NAVO 1,00 nee 198.078,31 20.829,00 218.907,31 233.000,00
(1,00) (96.111,60) (10.989,58) (107.101,18)
MINDEF LAAN, VAN DER DIRECTOR-GENERAL EUROPEAN UNION MILITARY STAFF 1,00 nee 197.925,65 20.829,00 218.754,65 233.000,00
(1,00) (174.529,56) (19.880,64) (194.410,20)
MINDEF MAAS COMMANDANT DEFENSIE ONDERSTEUNINGSCOMMANDO 1,00 nee 193.266,09 20.829,00 214.095,09 233.000,00
(1,00) (61.933,85) (6.626,88) (68.560,73)
MINDEF REESINK MEDEWERKER BESTUURSSTAF 15-04-2024 1,00 nee 147.939,51 14.811,73 162.751,24 166.155,74
MINDEF ROELOFS COMMANDANT KONINKLIJKE MARECHAUSSEE 1,00 nee 182.250,47 23.414,40 205.664,87 233.000,00
(1,00) (50.753,21) (7.581,88) (58.335,09)
MINDEF SCHMIDT PLAATSVERVANGEND COMMANDANT DER STRIJDKRACHTEN 25-10-2024 1,00 nee 31.808,03 3.818,65 35.626,68 43.289,62
MINDEF SPRANG, VAN INSPECTEUR GENERAAL DER STRIJDKRACHTEN 31-12-2024 1,00 nee 196.044,15 20.829,00 216.873,15 233.000,00
(1,00) (175.313,60) (19.880,64) (195.194,24)
MINDEF STEUR COMMANDANT DER LUCHTSTRIJDKRACHTEN 1,00 nee 220.290,76 20.829,00 241.119,76 233.000,00 8.119,76 Het restant van de overschrijding ten bedrage van
€ 8.119,76 wordt in maart 2025 teruggevorderd.
(1,00) (147.607,37) (14.192,57) (161.799,94)
MINDEF SWILLENS COMMANDANT DER LANDSTRIJDKRACHTEN 01-02-2024 1,00 nee 178.476,28 19.093,25 197.569,53 213.265,03
MINDEF TAK CORPS COMMANDER 1 GERMAN-NETHERLANDS CORPS 1,00 nee 200.803,73 20.829,00 221.632,73 233.000,00
(1,00) (177.928,73) (19.880,64) (197.809,37)
MINDEF TAS COMMANDANT DER ZEESTRIJDKRACHTEN 1,00 nee 194.524,83 20.829,01 215.353,84 233.000,00
(1,00) (175.349,97) (19.880,63) (195.230,60)

Naast de hierboven vermelde functionarissen zijn er geen andere functionarissen die in 2024 een bezoldiging boven het toepasselijke bezoldigingsmaximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden.

Er zijn in 2024 geen functionarissen die hun werkzaamheden als topfunctionaris hebben neergelegd en die op grond van hun voormalige functie nog 4 jaar aangemerkt worden als topfunctionaris.

Er zijn in 2024 geen ontslaguitkeringen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.

MINDEF PLAATSVERVANGEND COMMANDANT DER LUCHTSTRIJDKRACHTEN 1,00 221.555,46 20.829,00 242.384,46 233.000,00 Tegemoetkoming vrijval pensioenpremie, zonder tegemoetkoming vrijval pensioenpremie geen overschrijding.
(1,00) (202.467,10) (19.880,64) (222.347,74)
MINDEF STAFOFFICIER G5 AIR PLANS 1,00 229.227,31 21.024,67 250.251,98 233.000,00 Diensttijdgratificatie, zonder Diensttijdgratificatie geen overschrijding.
(1,00) (139.442,44) (20.030,65) (159.473,09)
MINDEF HOOFD AFDELING SCIENCE & TECHNOLOGY / 1,00 214.949,96 20.829,00 235.778,96 233.000,00 Diensttijdgratificatie, zonder Diensttijdgratificatie geen overschrijding.
DIRECTEUR INFORMATIE & INNOVATIE PER 1 APRIL 2024 (1,00) (160.422,42) (19.880,64) (180.303,06)
MINDEF PLAATSVERVANGEND DIRECTEUR DIRECTIE OPERATIES / 1,00 216.094,91 20.829,00 236.923,91 233.000,00 Tegemoetkoming vrijval pensioenpremie, zonder tegemoetkoming vrijval pensioenpremie geen overschrijding.
DIRECTEUR PROJECT DIRECTIE OEKRAINE PER 1 JULI 2024 (1,00) (194.862,13) (19.880,65) (214.742,78)
MINDEF HOOFD FULL MISSION SIMULATOR 1,00 237.447,58 17.290,28 254.737,86 233.000,00 Bevordering met terugwerkende kracht per 1 mei 2019, zonder bevordering met terugwerkende kracht geen overschrijding.
(1,00) (113.934,69) (17.058,49) (130.993,18)
MINDEF COMMANDER DEPLOYABLE AIR COMMAND AND CONTROL CENTER 1,00 221.995,91 20.829,00 242.824,91 233.000,00 Tegemoetkoming vrijval pensioenpremie, zonder tegemoetkoming vrijval pensioenpremie geen overschrijding.
(1,00) (207.451,16) (19.880,64) (227.331,80)

D. Bijlagen

Bijlage 1: Toezichtrelaties rwt's en zbo's

Bedrag € 26.177 € 34.212 € 1.350 € 1.350 Nee
Bijzonderheden
SKD Begrote bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT Gerealiseerde bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT Begrote bijdrage overige departementen Gerealiseerde bijdrage overige departementen Bijzonderheden
Bedrag € 19.256 € 18.940 0 0 Nee
Bijzonderheden
SWOON Begrote bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT Gerealiseerde bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT Begrote bijdrage overige departementen Gerealiseerde bijdrage overige departementen Bijzonderheden
Bedrag € 20.555 € 20.825 0 0 Nee
Bijzonderheden
SZVK Begrote bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT Gerealiseerde bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT Begrote bijdrage overige departementen Gerealiseerde bijdrage overige departementen Bijzonderheden
Bedrag € 0 € 0 0 0 Nee
Bijzonderheden

NLVi

Het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) is een Rechtspersoon met een Wettelijke Taak en voert taken uit op het gebied van veteranenwelzijn, erkenning en waardering. Het NLVi geeft uitvoering aan het veteranenbeleid zoals dit staat beschreven in de veteranenwet.

SKD

De Stichting Koninklijke Defensiemusea (SKD) draagt zorg voor het beheren van de museale collectie van Defensie (Nationaal Militair Museum (NMM), Mariniersmuseum, Marinemuseum en Museum der Marechaussee). Zij stelt zich daarnaast ten doel de bezoekers aan de hand van een uiteenlopend activiteitenaanbod, met vaste en tijdelijke exposities, inzicht te laten verwerven in de betekenis van de krijgsmacht voor onze samenleving in heden, verleden en toekomst.

SWOON

De Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA (SWOON) ziet in het kader van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek toe op het wetenschappelijke niveau van het onderwijs en onderzoek op de Nederlandse Defensie Academie. De stichting verzorgt de wetenschappelijke bachelor- en masterprogramma’s als onderdeel van de officiersopleiding, in overeenstemming met de eisen van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Verder verleent de stichting graden die behoren bij wetenschappelijk onderwijs, laat zij opleidingen accrediteren en geaccrediteerd houden en verzorgt ze wetenschappelijk onderzoek ter ondersteuning van de opleidingen.

SZVK

De Stichting Ziektekostenverzekering Krijgsmacht (SZVK) is namens het ministerie van Defensie belast met de uitvoering van de ministeriële regeling Ziektekostenverzekering militairen. De activiteiten van de SZVK richten zich uitsluitend op militairen in actieve dienst aangezien deze niet vallen onder de werking van de Zorgverzekeringswet (ZVW). De SZVK ontvangt geen financiële bijdragen van Defensie om haar taken uit te voeren, maar verkrijgt haar inkomsten uit ziektekostenpremies die Defensie afdraagt. Daarnaast vergoedt Defensie een deel van de kosten van de schadelast die als gevolg van vliegen, inzet, varen en oefenen (VIVO-schade) kan optreden en die niet ten laste van de verzekering wordt gebracht en voor rekening van Defensie als werkgever komt. Naar huidig inzicht kwalificeert deze betaling van de VIVO-schadevergoeding zich niet als een bijdrage van het moederdepartement aan een RWT.

Bijlage 2: Moties en toezeggingen

​motie-Dassen/Boswijk over een EU-pleidooi in de G7 om de bevroren Russische tegoeden te gebruiken voor investeringen in de Oekraïense defensie-industrie tweeminutendebat NAVO Defensie Ministeriële 28 676, nr. 483 18-2-2025 In behandeling
​motie-Van der Werf over de Kamer zo snel mogelijk informeren over een oplossing voor de hoge werkdruk en het tekort aan luchtverkeersleiders bij Defensie  ​ tweeminutendebat NAVO Defensie Ministeriële 28 676, nr. 482 11-2-2025 In behandeling
​motie-Wijen-Nass over een dringend verzoek aan de NAVO-bondgenoten om te voldoen aan de 2%-norm tweeminutendebat NAVO Defensie Ministeriële 28 676, nr. 484 11-2-2025 In behandeling
​motie-Klaver c.s. over de financiering voor steun aan Oekraïne vanaf 2027 onverminderd voortzetten informele Europese Raad van 3 februari 21 501-20, nr. 2170 30-1-2025 In behandeling
​motie-Van Campen over de samenwerking tussen NAVO en EU versterken door de NAVO-structuren voor militaire normen en gezamenlijke inkoop te benutten informele Europese Raad van 3 februari 21 501-20, nr. 2170 30-1-2025 In behandeling
​Motie van het lid Vermeer over in de toekomst openstaan voor government-to-governmentdeals op het gebied van defensiematerieel tweeminutendebat Wapenexportbeleid 22054-448 19-12-2024 In behandeling
​motie van de leden Eerdmans en Boswijk over onderzoeken hoe VDL Nedcar nieuwe opdrachten kan krijgen, vooral vanuit Defensie debat over de Europese top van 19 en 20 december 2024 21501-20-2164 19-12-2024 In behandeling
​Motie van de leden Nordkamp en White over bij toekomstige investeringen in de krijgsmacht mee blijven wegen wat er nodig is voor de veiligheid van het gehele Koninkrijk​ Vaststelling begroting 2024 36600-X-38 5-12-2024 In behandeling
​Motie van het lid Van der Werf c.s. over met Europese bondgenoten overleggen over duurzame meerjarige invulling van de militaire steun voor Oekraïne​ Vaststelling begroting 2024 36600-X-42 5-12-2024 In behandeling
​Motie van het lid Van der Werf c.s. over in aanloop naar of tijdens de NAVO-top in 2025 een zij-evenement organiseren dat zich richt op cybersecurity en hybride dreigingen​ Vaststelling begroting 2024 36600-X-43 5-12-2024 In behandeling
​Motie van het lid Van der Werf c.s. over concrete scenario's uitwerken voor maatregelen op overheidsniveau en individueel niveau in het geval van hybride (cyber)aanvallen Vaststelling begroting 2024 36600-X-44 5-12-2024 In behandeling
Motie van het lid Van der Wal c.s. over het vergroten van de weerbaarheid van Nederlanders door huis-aan-huisinformatie te verschaffen over noodsituaties Vaststelling begroting 2024 36600-X-45 5-12-2024 In behandeling
​Motie van het lid Van der Wal c.s. over het in kaart brengen van de belangrijkste belemmeringen voor opschaling van de Europese defensiesamenwerking en productiecapaciteit Vaststelling begroting 2024 36600-X-46 5-12-2024 In behandeling
​Motie van het lid Boswijk c.s. over de adviezen uit het rapport Drijfveren bij Defensie met prioriteit oppakken Vaststelling begroting 2024 36600-X-48 5-12-2024 In behandeling
​Motie van het lid Van der Wal c.s. over met Europese landen inventariseren welke stappen nodig zijn om cruciale defensiecapaciteiten te kunnen leveren Vaststelling begroting 2024 36600-X-47 5-12-2024 In behandeling
​Motie van het lid Olger van Dijk c.s. over een voortrekkersrol blijven vervullen in de dialoog over kunstmatige intelligentie in het militaire domein en zo mogelijk tot internationale normering komen Vaststelling begroting 2024 36600-X-50 5-12-2024 In behandeling
​Motie van het lid Van Baarle over inspanningen gericht op diversiteit en inclusie binnen Defensie onverminderd voortzetten Vaststelling begroting 2024 36600-X-54 5-12-2024 In behandeling
​Motie van het lid Wijen-Nass over mogelijkheden voor versterking van de defensie-industrie verkennen met het bedrijfsleven en lokale overheden in Limburg Vaststelling begroting 2024 36600-X-57 5-12-2024 In behandeling
​Motie van het lid Diederik van Dijk c.s. over de maximale juridische ruimte opzoeken om binnenlands te kunnen oefenen met drones Vaststelling begroting 2024 36600-X-58 5-12-2024 In behandeling
​Motie van de leden Ceder en Boswijk over in samenwerking met maatschappelijke partners de resilience objectives van de NAVO borgen Vaststelling begroting 2024 36600-X-59 5-12-2024 In behandeling
​Motie van het lid Ceder over mogelijkheden onderzoeken voor de ontwikkeling van een verdiepingsmodule defensie voor middelbare scholen Vaststelling begroting 2024 36600-X-60 5-12-2024 In behandeling
​Motie van het lid Dassen over zich inzetten voor het terughalen van gepensioneerde militairen die graag een bijdrage aan Defensie willen leveren bij het opleiden van Defensiepersoneel Vaststelling begroting 2024 36600-X-63 5-12-2024 In behandeling
​motie-Paternotte/Boswijk over de Oekraïense wapenindustrie ondersteunen door directe investeringen in de lokale productiecapaciteit met de middelen die zijn gereserveerd voor militaire steun aan Oekraïne​ Tweeminutendebat NAVO en OVSE 28 676, nr. 475 27-11-2024 In behandeling
​motie-Paternotte over bilaterale steun en expertise aan Oekraïne bieden bij het voldoen aan de NAVO-toetredingseisen zoals vastgelegd in het Noord-Atlantisch Verdrag​​ Tweeminutendebat NAVO en OVSE 28 676, nr. 476 27-11-2024 In behandeling
​motie-Van der Werf c.s. over specifieke maatregelen om onafhankelijk te worden van Chinese kritieke grondstoffen voor de defensie-industrie Tweeminutendebat IVD-aangelegenheden & NL EU DEF industrie 36 600-X, nr. 25 19-11-2024 In behandeling
​motie-Van der Werf c.s. over structurele capaciteit binnen de Defensieorganisatie om te kunnen leren van zowel hybride als conventionele conflicten Tweeminutendebat IVD-aangelegenheden & NL EU DEF industrie 36 600-X, nr. 26 19-11-2024 In behandeling
​motie-Nordkamp over het demilitariseren en recyclen van munitie als oplossing voor de schaarste aan grondstoffen voor de productie van munitie Tweeminutendebat IVD-aangelegenheden & NL EU DEF industrie 36 600-X, nr. 27 19-11-2024 In behandeling
​motie-Nordkamp over met de chemiesector tot een plan komen voor de ontwikkeling van alternatieve chemische grondstoffen voor de munitieproductie Tweeminutendebat IVD-aangelegenheden & NL EU DEF industrie 36 600-X, nr. 28 19-11-2024 In behandeling
​motie-Van der Wa;/Heite over een certificeringsregeling voor bedrijven in de Nederlandse defensie- en veiligheidssector​ Tweeminutendebat IVD-aangelegenheden & NL EU DEF industrie 36 600-X, nr. 29 19-11-2024 In behandeling
​motie-Van Nispen c.s. over bij de herziening van de Wiv het budget van de CTIVD en de TIB laten meebewegen met de ontwikkeling van hun werklast​ Tweeminutendebat IVD-aangelegenheden 29 924, nr. 270 12-11-2024 In behandeling
​motie-Heite c.s. over voor de zomer een communicatiestrategie ontwikkelen die de zichtbaarheid van Defensie aanscherpt en de bewustwording in de maatschappij van het huidige dreigingsbeeld benadrukt WGO P&M 36 600-X, nr. 10 24-10-2024 In behandeling
​motie-Heite c.s. over met onderwijs- en kennisinstellingen afspraken maken over een duurzame samenwerking ten behoeve van de ontwikkeling van innovatiebeleid voor de defensiesector WGO P&M 36 600-X, nr. 11 24-10-2024 In behandeling
​motie-Boswijk c.s. over onderzoeken of samen met werkgeversorganisaties afspraken gemaakt kunnen worden over het invoeren van een jaarlijkse «Uniform naar werk»-dag WGO P&M 36 600-X, nr. 12 24-10-2024 In behandeling
​motie-Van der Wal c.s. over onderzoek naar variaties van het dienjaar Defensie, ook naar opties waarbij het dienjaar korter, parttime of door werkenden ouder dan 27 jaar kan worden ingevuld WGO P&M 36 600-X, nr. 13 24-10-2024 In behandeling
​motie-Van der Wal c.s. over nagaan of het huidige personeelsbeleid van Defensie voldoende past bij de huidige tijd WGO P&M 36 600-X, nr. 14 24-10-2024 In behandeling
​motie-Van der Werf c.s. over concrete stappen op het gebied van personeelsbehoud met als doel jongere en toekomstige generaties langer aan de krijgsmacht te binden  ​ WGO P&M 36 600-X, nr. 15 24-10-2024 In behandeling
motie-Van der Werf c.s. over de Defensietestfaciliteiten toegankelijk maken voor mkb-bedrijven en start-ups ​​ WGO P&M 36 600-X, nr. 16 24-10-2024 Uitgevoerd ​Kamerstuk 36592 nr.12​ 31-01-24
​motie-Wijen-Nass/Heite over bij toekomstige uitbreiding van onze luchtverdedigingscapaciteit rekening houden met het beschermen van bevolkingscentra WGO P&M 36 600-X, nr. 18 24-10-2024 Uitgevoerd ​Kamerstuk 36 600-X, nr 458) 13-11-2024
​Motie-Van der Werf c.s. over zich coöperatief opstellen bij de eventuele totstandkoming van een geclausuleerde Oekraïense toetreding Tweeminutendebat CD NAVO 28 676, nr. 468 15-10-2024 In behandeling
​Motie-Ceder/Kamminga over in het juridische kader voor wapenexportvergunningen de Staat de bevoegdheid geven om in bijzondere omstandigheden een eigen afweging te maken. Dertigledendebat over de gerechtelijke uitspraak over de uitvoer naar Israël van onderdelen voor F-35 22054, nr. 431 1-10-2024 In behandeling
​Motie Boswijk c.s. over meer trainingen van de krijgsmacht in het straatbeeld Tweeminutendebat Ruimte voor Defensie 36124-49 24-9-2024 In behandeling
​Motie Van Der Wal c.s. over de informatievoorziening in de regio over uitbreiding van Defensielocaties verbeteren Tweeminutendebat Ruimte voor Defensie 36124-51 24-9-2024 Uitgevoerd Kamerstuk 36592 nr. 7 12-11-2024
​Motie Krul over onderzoeken hoe de verantwoordelijkheid voor het toezicht op de veiligheid va de Noordzee het best belegd kan worden Tweeminutendebat Strategie ter bescherming van de Noorzeeinfrastructuur 33450-130 24-9-2024 In behandeling
​Motie Beckerman en Bushoff over een verbod op het bouwen van munitiedepots in het mijnbouwschadegebied ​ Debat over de staat van Groningen 33529-1249 24-9-2024 Uitgevoerd Kamerstuk 36592 nr. 7 12-11-2024
​motie-Paternotte/Van der Werf over het optimaal benutten van de vaardigheden van veteranen en reservisten voor het bedrijfsleven en de samenleving als geheel Notaoverleg veteranen 30 139, nr. 276 24-6-2024 In behandeling
​de motie-Nordkamp/Boswijk over onderzoeken hoe het project terugkeerreizen verbreed kan worden Notaoverleg veteranen 30 139, nr. 277 24-6-2024 In behandeling
​Motie-Erkens c.s. over de strategie voor de Nederlandse defensie-industrie herijken en duidelijke keuzes maken op het gebied van specialisatie Notaoverleg inzake de vervanging van onderzeebootcapaciteit 3 juni 34 225, nr. 58 11-6-2024 In behandeling
​motie-Erkens c.s. over zich committeren aan de samenwerking met Damen en partners voor de oppervlakteschepen Notaoverleg inzake de vervanging van onderzeebootcapaciteit 3 juni 34 225, nr. 59 11-6-2024 In behandeling
​motie-Van Oostenbruggen c.s. over de programmaorganisatie en programmabeheersing inrichten volgens de aanbevelingen van de ADR en de ADR een rol geven in de monitoring van het ICA Notaoverleg inzake de vervanging van onderzeebootcapaciteit 3 juni 34 225, nr. 60 11-6-2024 In behandeling
​motie-Tuinman/Erkens over het uitwerken van een onderhoudsstrategie voor de onderzeeboten Notaoverleg inzake de vervanging van onderzeebootcapaciteit 3 juni 34 225, nr. 61 11-6-2024 In behandeling
​motie-Tuinman/Van Oostenbruggen over zo spoedig mogelijk beginnen met een evaluatiefase van defensiematerieelprojecten en daarin meenemen hoe het gebruik van non-disclosure agreements kan worden geminimaliseerd Notaoverleg inzake de vervanging van onderzeebootcapaciteit 3 juni 34 225, nr. 62 11-6-2024 In behandeling
​motie-Tuinman over het verwervingsproces van de maritieme projecten versnellen met aandacht voor het economisch belang voor Zeeland en aanpalende regio’s Notaoverleg inzake de vervanging van onderzeebootcapaciteit 3 juni 34 225, nr. 63 11-6-2024 In behandeling
de motie-Paternotte/Brekelmans over in NAVO-verband pleiten voor een strategie om een robuust luchtafweersysteem op te bouwen voor de lange termijn​​ Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken d.d. 27 mei 2024 21 501-02, nr. 2898 23-5-2024 In behandeling
​Motie-Boswijk c.s. over het decoratiestelsel op passende wijze moderniseren​ 2-minutendebat Voortgang en evaluatie missies 29 521 nr 485 21-5-2024 Deels uitgevoerd
​Motie-Van Baarle over een verkenning naar de inzet van Nederlandse marineschepen bij humanitaire hulp aan Gaza Debat over de situatie in Gaza 23432-521 16-5-2024 In behandeling
​Motie Tuinman/Stoffer over proactief verkennen om samen met de Verenigde Staten op te trekken voor de verdediging van Israël tegen luchtaanvallen binnen de geldende kaders van de artikel 100-procedure​ Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken 18 april 2024 21 501-02, nr. 2885 23-4-2024 In behandeling
​Motie van het lid Brekelmans c.s. over maximale flexibiliteit en creativiteit toepassen om samen met andere partnerlanden meer Patriotsystemen en -raketten aan Oekraïne te leveren ​ Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken 18 april 2024 21 501-02, nr. 2878 18-4-2024 In behandeling
​Motie van de leden Paternotte en Dassen over in EU- en NAVO-verband pleiten voor de versterking van gezamenlijke en geïntegreerde Europese luchtverdediging en een bijbehorende Europese industrie​ Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken 18 april 2024 21 501-02, nr. 2883 18-4-2024 Uitgevoerd ​Kamerstukken 27830, nr. 448 & 27830, nr 458​ 21-10-2024
​Motie van het lid Dassen c.s. over in overleg met bondgenoten en de industrie zoeken naar oplossingen om levertijden van luchtverdedigingscapaciteiten en -munitie aan Oekraïne te verkorten​ Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken 18 april 2024 21 501-02, nr. 2884 18-4-2024 In behandeling
​Motie Tuinman c.s. over initiatief nemen om de Europese luchtverdediging te versterken en Oekraïne betrekken bij lopende Europese initiatieven​ Debat over de buitengewone Europese Top van 17 en 18 april 2024 21 501-20, nr. 2067 17-4-2024 In behandeling
​Motie-Piri c.s. over de nodige financiële middelen vrij blijven maken voor de strijd van Oekraïne tegen de Russische agressor  ​​​ Debat over de buitengewone Europese Top van 17 en 18 april 2024 21 501-20, nr. 2073 17-4-2024 In behandeling
​Motie-Eerdmans/Tuinman over de Nederlandse defensie-industrie-initiatieven op nationaal niveau ondersteunen  ​​ Debat over de buitengewone Europese Top van 17 en 18 april 2024 21 501-20, nr. 2078 17-4-2024 Uitgevoerd ​Kamerstuk 36410-X nr.93​ 07-06-2024
​Motie-Diederik van Dijk c.s. over de wapenexportvergunningen heroverwegen en bezien op welke wijze het doorvoeren van F-35-onderdelen zo spoedig mogelijk kan worden hervat​ Debat over de buitengewone Europese Top van 17 en 18 april 2024 21 501-20, nr. 2081 17-4-2024 Uitgevoerd Kamerstuk 22054 nr. 417​ 24-4-2024
Motie-Hermans/Bontenbal over zo spoedig mogelijk toelichten wat noodzakelijk is om dreigingen van statelijke actoren tegen onze nationale veiligheid op een adequate manier tegen te gaan debat over het bericht dat volgens de Tsjechische geheime dienst Rusland cash betaalde aan Nederlandse en Europese politici 30 821 nr 212 9-4-2024 In behandeling
​Motie-Paternotte/Van Campen over standaardisatie zwaarder meewegen bij de aanschaf van militair materieel Debat over de Europese top van 21 en 22 maart 2024 21 501-20, nr. 2046 20-3-2024 Uitgevoerd ​Kamerstuk 36410-X nr.93​
07-06-2024
Motie-Paternotte c.s. over een voortrekkersrol spelen in de internationale dronecoalitie om de productiecapaciteit in Oekraïne en Nederland te versterken​​ Debat over de staat van de oorlog in Europa 21 501-20 nr. 2025 19-3-2024 In behandeling
Motie-Piri/Boswijk over onderzoeken hoe het bilaterale veiligheidsarrangement met Oekraïne verder kan worden bestendigd.​ Debat over de staat van de oorlog in Europa 21 501-20 nr. 2026 19-3-2024 In behandeling
​Motie-Dassen c.s. over met het bedrijfsleven komen tot het vergroten van de Nederlandse productiecapaciteit op het gebied van elektronische oorlogsvoering  ​​ Debat over de staat van de oorlog in Europa 21 501-20 nr. 2031 19-3-2024 Uitgevoerd Kamerstuk 36 410-X, nr. 93 07-06-2024
​Motie-Dassen c.s. over ervoor pleiten dat de huidige positie van Moldavië gewaarborgd blijft onder de nieuwe plannen van de Europese Defensie Industrie Strategie​​ Debat over de staat van de oorlog in Europa 21 501-20 nr. 2032 19-3-2024 Uitgevoerd ​Kamerstuk 36410-X nr. 93​
07-06-2024
​Motie-Brekelmans c.s. over een aanjagersrol vervullen bij een plan voor de opschaling van militaire productie in Europese landen  ​​ Debat over de staat van de oorlog in Europa 21 501-20 nr. 2033 19-3-2024 Uitgevoerd ​Kamerstuk 36410-X nr. 93​
07-06-2024
​Motie-Bikker c.s. over bij de voorbereiding van mogelijke scenario's ook plannen opstellen voor de communicatie hiervan richting de bevolking  ​ Debat over de staat van de oorlog in Europa 21 501-20 nr. 2039 19-3-2024 In behandeling
Motie-Tuinman c.s. over een conceptbrochure over hoe Nederlanders zich kunnen voorbereiden op de gevolgen van een grote crisis of een oorlogssituatie​ Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2024 36 410-X, nr. 54 19-3-2024 Uitgevoerd ​Kamerbrief 30821 nr. 249 6-12-2024
Motie van het lid Erkens c.s. over het uitwerken van scenario's om Nederland bij verschillende dreigingsniveaus veilig te houden. Begroting Defensie 7-2-24 36410-X-45 13-2-2024 Uitgevoerd ​Kamerstuk 30821 nr. 249 6-12-2024
​Motie van het lid Erkens over het vaker openbaar maken van cyberaanvallen en bijbehorende technische werkwijzen Begroting Defensie 7-2-24 36410-X-46 13-2-2024 Doorlopend
​Motie van het lid Nordkamp c.s. over het in kaart brengen van het aandeel van in NAVO-landen geproduceerde defensieproducten dat naar buiten de NAVO weglekt. Begroting Defensie 7-2-24 36410-X-47 13-2-2024 Uitgevoerd Kamerstuk 31125 nr. 129​
25-04-24
​Motie van het lid Nordkamp c.s. over een onderzoek naar versterking van de stabiliteit en weerbaarheid van de samenleving en de bestrijding van desinformatie. Begroting Defensie 7-2-24 36410-X-48 13-2-2024 Uitgevoerd Kamerstuk 30821-249 6-12-2024
​Motie van de leden Podt en Boswijk over uitspreken dat het voor de veiligheid en stabiliteit in Europa nodig is om Oekraïne zo lang als nodig en minimaal op hetzelfde niveau militair te steunen Begroting Defensie 7-2-24 36410-X-49 13-2-2024 Uitgevoerd
​Motie van het lid Podt over het uitwerken van de mogelijkheden van een garantiefonds voor innovaties in de defensie-industrie Begroting Defensie 7-2-24 36410-X-50 13-2-2024 Uitgevoerd ​Kamerstuk 36410-X nr. 93​
07-06-2024
​Motie van het lid Tuinman c.s. over het inrichten van een leerproces dat continu de Oekraïense oorlog monitort Begroting Defensie 7-2-24 36410-X-51 13-2-2024 Uitgevoerd ​Kamerstuk 36410-X nr.79
08-03-2024
​Motie van de leden Tuinman en Diederik van Dijk over het verkennen van de wenselijkheid van een permanente Nederlandse gevechtseenheid aan de oostflank. Begroting Defensie 7-2-24 36410-X-52 13-2-2024 Uitgevoerd
​Motie van het lid Ceder c.s. over belemmeringen waar reservisten mee te maken kunnen krijgen in kaart brengen en oplossingen daarvoor aandragen Begroting Defensie 7-2-24 36410-X-55 13-2-2024 Uitgevoerd ​Kamerstuk 6410-X nr. 90
15-05-2024
​Motie van het lid Ceder c.s. over het zo snel mogelijk voorbereiden van de plannen voor de oprichting van een tankbataljon Begroting Defensie 7-2-24 36410-X-56 13-2-2024 Uitgevoerd ​Benoemd in 36410-X-76.  & opgenomen in 27830, nr. 449). 14-10-2024
​Motie van het lid Ceder over bij de ontwikkeling van de eigen satellietcapaciteit ook voorbereidingen treffen voor militaire activiteit in de ruimte tegen satellieten Begroting Defensie 7-2-24 36410-X-57 13-2-2024 In behandeling
​Motie van de leden Dobbe en Dassen over de regeling voor chroom-6-slachtoffers ook van toepassing laten zijn voor nabestaanden​ Begroting Defensie 7-2-24 36410-X-58 13-2-2024 In behandeling
​Gewijzigde motie van het lid Ergin c.s. over het onderzoeken van de mogelijkheden van een humanitaire luchtbrug en een maritieme corridor Begroting Defensie 7-2-24 36410-X-75 13-2-2024 In behandeling
​Motie van de leden Dassen en Nordkamp over in kaart te brengen in welke mate Nederland aan de PESCO-doelstelling voldoet om 35% van het defensiematerieel gezamenljk in te kopen Begroting Defensie 7-2-24 36410-X-67 13-2-2024 In behandeling
​Motie van het lid Dassen over het intensiveren van gezamenlijke inkoop van defensiematerieel via de Defence Joint Procurement Task Force van het Europees Defensieagentschap Begroting Defensie 7-2-24 36410-X-68 13-2-2024 Uitgevoerd Kamerstuk 22112 nr. 3919
28-03-2024
Motie van het lid Boswijk c.s. over het inventariseren en wegnemen van regels en procedures die het opschalen van externe opleidingscapaciteit belemmeren​ WGO personeel en Materieel 36410-X-27 6-2-2024 Uitgevoerd Kamerstuk 36410 X nr.90
15-5-24
​Motie van het lid Boswijk over de personele knelpunten en scenario's rond het NATO Force Model inventariseren WGO personeel en Materieel 36410-X-28 6-2-2024 Uitgevoerd Kamerstuk 28676 nr.461​ 28-06-2024
​Motie van het lid Tuinman c.s. over alle medewerkers van Defensie die geen militair of reservist zijn vrijblijvend uitnodigen om reservist te worden WGO personeel en Materieel 36410-X-31 6-2-2024 In behandeling
​Motie van de leden Tuinman en Boswijk over het onderzoeken van voorstellen met betrekking tot het internationaal aanbesteden van militaire projecten WGO personeel en Materieel 36410-X-32 6-2-2024 Uitgevoerd ​Kamerstuk 31125 nr.130​
23-05-2024
​Nader gewijzigde motie van het lid Erkens c.s. over het dienjaar zo snel mogelijk fors opschalen WGO personeel en Materieel 36410-X-42 6-2-2024 In behandeling
​Motie van het lid Podt over in kaart brengen hoe innovatieve technieken kunnen bijdragen aan de vormgeving van de krijgsmacht van de toekomst WGO Personeel en materieel 29 jan 2024 36410-X-36 6-2-2024 Uitgevoerd Kamerstuk 3​1125 nr.130
23-05-2024
Motie Dassen c.s. over oproepen in Europees en NAVO verband tot voorbereiding op worst case scenario én voor Nederland hetzelfde voor te bereiden; inclusief maatschappelijke gevolgen, en benodigde investeringen op economische en veiligheidsgebied. ​ RAZ/RBZ 21501-02-2825 6-2-2024 Uitgevoerd ​Kamerstuk 30821 nr.249

06-12-2024
​Motie van het lid Dassen (Volt):  "voorstel uitwerken om versneld te komen tot het behalen van de 2% EDA-norm voor kennis en innovatie in het defensiedomein".​ WGO 29-01-2024 36410, nr. 35 29-1-2024 In behandeling
​Motie van het lid Dassen (Volt): "Europese samenwerking, alternatief voorstel voor betrouwbare indicator voor de gezamenlijke aanschaf en instandhouding van (wapen)systemen en munitie in bilateraal en multilateraal verband". WGO 29-01-2024 36410, nr. 33 29-1-2024 In behandeling
​Motie van het lid Tuinman (BBB): "Voorstellen en/of ruimere interpretatie te onderzoeken met betrekking tot internationaal aanbesteden voor militaire projecten met een groot CD&E-element".​ WGO 29-01-2024 36410, nr. 32 29-1-2024 Uitgevoerd ​Kamerstuk 31125 nr.130
23-05-2024
​Motie van het lid Boswijk (CDA) over de Kamer uiterlijk 1 juli informeren over de behoeftestelling voor de oprichting van een tankbataljon​ WGO 29-01-2024 36410, nr. 29 29-1-2024 Uitgevoerd Kamerstuk 36410 X nr. 76​​ 13-03-2024
​Motie van lid Erkens (VVD): "Defensiematerieel, Nederlandse industrie, onderzoeken hoe de industrie beter betrokken kan worden bij munitieproductie, strategie een leidende rol van onbemande systemen en strategische munitie". WGO 29-01-2024 36410, nr. 26 29-1-2024 Uitgevoerd ​Kamerstuk 36410 X nr.93

07-06-2024
​Motie van leden Tuinman (BBB) en van Campen (VVD): «verzoekt de regering zo spoedig mogelijk samen met Europese partners orders te plaatsen voor de gangbare munitiesoorten passende bij de vraag van Oekraïne en ook die van de Nederlandse krijgsmacht en daarmee de productiecapaciteit door Nederland en de EU te vergroten". Plenair debat 12 december 2023 over Europese Raad 21501-20-1978 12-12-2023 Uitgevoerd Kamerstuk 2​7830 nr. 434​ 14-05-2024
Motie van de leden Piri en Veldkamp over uitspreken dat Nederland een voortrekkersrol moet blijven spelen in het steunen van Oekraine Plenair debat over de Europese Raad 21501-20-1993 12-12-2023 Doorlopend ​O.a.gerapporteerd in Kamerstukken 21501-20 nr. 2019, 21501-28 nr. 262, 21501-28 nr. 263 07-03-2024
​Motie van het lid Piri c.s. over EUPOL-bewakers en tolken die werkzaamheden hebben verricht voor een Nederlandse EUPOL-functionaris betrekken bij het traject voor de ambassadebewakers 2023A06865 27925-949 26-10-2023 Uitgevoerd Kamerstuk 3​6410 V nr.88
28-06-2024
​Gewijzigde motie van het lid Hammelburg c.s. over na inwerkingtreding van de tijdelijke wet een uitvoeringstoets uitvoeren die ziet op de balans tussen passende waarborgen en effectieve taakuitvoering (t.v.v. 36263-25) WGO Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen 36263, nr. 32 24-10-2023 In behandeling
​Motie van de leden Krul en Valstar over samen met de centrales van overheidspersoneel mogelijkheden onderzoeken om URD-trajecten sneller te doorlopen. 2023A04696 36410-X-9 24-10-2023 Uitgevoerd ​Kamerstukken 36410 X nr.24 & 36410 X nr.90  ​
15-5-24
​Motie van het lid Valstar c.s. over inzichtelijk maken wat er nodig is om binnen de Duitse-Nederlandse samenwerking een eigen tankbataljon op te richten. Tweeminutendebat Materieel 27830, nr. 410 6-7-2023 Deels uitgevoerd Kamerstuk 27830 nr.422
19-12-2023
​Motie van de leden Stoffer en van Haga over stappen blijven zetten om te bevorderen dat de inzetvoorraad voor de eerste hoofdtaak het gewenste niveau bereikt. Tweeminutendebat Materieel 27830, nr. 411 6-7-2023 Uitgevoerd Kamerstuk 2​7830 nr. 434
14-05-2024
​Motie van de leden Stoffer en van Haga over onderzoeken hoe Nederland actief kan aansluiten bij het initiatief voor de bescherming van onderzeese kritieke infrastructuur. Tweeminutendebat Materieel 27830, nr. 412 6-7-2023 In behandeling
​Motie van de leden Hammelburg en Krul over na vijf jaar de inzet van de bewapende MQ-9-drone evalueren. Tweeminutendebat Materieel 27830, nr. 415 6-7-2023 In behandeling
​Motie van de leden Rajkowski en Bisschop over een voortgangsrapportage over inrichting en uitrol van de ABRO-regeling Tweeminutendebat IVD-Aangelegenheden 29924, nr. 246 6-7-2023 In behandeling
​Motie van de leden Boswijk en Valstar over veteranen in detentie die specifiek veteranenzorg nodig hebben, niet slechts bij uitzondering in aanmerking laten komen voor de plaatsing in het MPC Notaoverleg Veteranen 30139, nr. 265 27-6-2023 Deels uitgevoerd ​Kamerstuk 30 139 Nr. 274 13-06-2024
​Motie van de leden Boswijk en Valstar over 24/7 toegang tot gespecialiseerde crisishulp voor veteranen in acute psychische nood Notaoverleg Veteranen 30139, nr 266 27-6-2023 Deels uitgevoerd ​Kamerstuk 30 139 Nr. 272 1 februari 2024
​Motie van het lid Hammelburg over met het Veteraneninstituut onderzoeken hoe veteranen buiten dienst die later PTSS ontwikkelen in beeld kunnen komen Notaoverleg Veteranen 30139, nr. 267 27-6-2023 Uitgevoerd Kamerstuk 30139 Nr.274 13-06-2024
​De motie Sjoerdsma c.s. over het lokaal bekend stellen van het NIMH-overzicht en het in behandeling nemen van claims van slachtoffers van martelingen en verkrachtingen Plenair debat over het onderzoeksprogramma ‘Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië 1945-1950’ 26049, nr. 101 14-6-2023 In behandeling


De motie-Brekelmans/Boswijk over expliciet benoemen dat het merendeel van de Nederlandse militairen in Indonesië niet schuldig of medeplichtig was aan extreem geweld. ​ Plenair debat over het onderzoeksprogramma ‘Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië 1945-1950’ 26049, nr. 107 14-6-2023 Deels uitgevoerd
​de motie-Agnes Mulder/Boswijk over het in kaart brengen van de gevolgen van de militaire leveranties aan Oekraïne voor de operationele gereedheid van de krijgsmacht Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken (CD 19/1) 21501-02, nr. 2592 19-1-2023 Doorlopend ​Gerapporteerd in Kamerstukken 21501 28, nr. 250; 36045, nr. 151 en 21501 28, nr. 252 20-02-2023
​de motie-Brekelmans c.s. over een plan om de munitieproductie in Europa te verhogen ten behoeve van steun aan Oekraïne Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken (CD 19/1) 21501-02, nr. 2593 19-1-2023 In behandeling ​Gerapporteerd in Kamerstukken 21501 28, nr. 250; 21501 02, nr. 2622 en 21501 28, nr. 252 20-02-2023
​Motie van het lid Fritsma over zekerstellen dat geen cent van de door Nederland betaalde schadevergoedingen aan de gemeenschap van Hawija, terecht komt bij (oud) IS-ers​ Moties ingediend bij het tweeminutendebat Voortgang/evaluatie missies 29521, nr. 453 22-12-2022 Deels uitgevoerd ​Kamerstuk 27925, nr. 937 17-05-2023
​Motie van het lid Valstar c.s. over op basis van een aantal aangegeven punten uniformiteit aanbrengen in defensienota's Tweeminutendebat Defensienota 2022 36124, nr. 13 22-12-2022 Uitgevoerd Kamerstuk 36592 Nr. 1 05-09-2024
​Motie van het lid Valstar c.s. over de transitie van de marine inzichtelijk maken Tweeminutendebat Defensienota 2022 36124, nr. 14 22-12-2022 Deels uitgevoerd ​Kamerstuk 36124, nr. 31 17 mei 2023
​Motie van het lid Dassen c.s. over in overleg met Duitsland en België onderzoeken hoe de gezamenlijke productiecapaciteit voor kapitale munitie kan worden vergroot Tweeminutendebat Defensienota 2022 36124, nr. 19 22-12-2022 Deels uitgevoerd ​Gerapporteerd in Kamerstukken 28676, nr's. 246 en 427 21-2-2023
​Motie van het lid Dassen over in Europees verband gezamenlijk munitie inkopen Tweeminutendebat Defensienota 2022 36124, nr. 20 22-12-2022 Deels uitgevoerd ​Gerapporteerd in Kamerstukken 28676, nr's 426 en 427 en 27830, nr. 406 5 juni 2023
​Motie van het lid Boswijk c.s. over uiterlijk 1 oktober 2023 inzichtelijk maken hoe de integratie van de Duitse en Nederlandse landmachten vorm gaat krijgen Tweeminutendebat Defensienota 2022 36124, nr. 23 22-12-2022 Deels uitgevoerd Kamerstuk 33279, nr. 37
23 februari 2023
​Motie van het lid Hammelburg c.s. over culturele diversiteit een pijler maken in het personeelsbeleid van Defensie Tweeminutendebat Personeel Defensie 36200 X, nr. 56 22-12-2022 Uitgevoerd ​Kamerstuk 36410-X
15-05-2024
​Motie van de leden Kuzu en Hammelburg over bewerkstelligen dat de manschappen zo veel mogelijk vrijheid hebben om in hun verblijfsruimte hun eigen inrichting te kiezen Tweeminutendebat Personeel Defensie 36200 X, nr. 57 22-12-2022 Uitgevoerd ​Kamerstuk 36200 X, nr. 86
1-6-23
​Motie van het lid Kuzu over bewerkstelligen dat voldoende manschappen inzetbaar blijven ter versterking en ter verdediging van de Oostflank van de NAVO.​​​ debat over de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de anti-ISIS-coalitie en de brede veiligheidsinzet in Irak in 2023 (Artikel 100-procedure) 27925, nr. 923 22-12-2022 Uitgevoerd
​Motie van het lid Jasper van Dijk over de stand van zaken rond nucleaire ontwapening en modernisering van kernwapens in Nederland. Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken 2023 36200 V, nr. 30 29-11-2022 Deels uitgevoerd Kamerstuk 36200 V, nr. 73
22 december 2022
​Motie van het lid Valstar c.s. over voorkomen dat voormalige Defensiemedewerkers trainingen geven aan landen die een offensief cyberprogramma tegen Nederland voeren. Begrotingsbehandeling Defensie 2023 36200 X, nr. 25 22-11-2022 Deels uitgevoerd Kamerstuk 2023Z13362 6 juli 2023
​Motie van het lid Valstar c.s. over binnen de Joint Expeditionary Force de samenwerking versterken voor de beveiliging van de Noordzee en Baltische Zee Begrotingsbehandeling Defensie 2023 36200 X, nr. 26 22-11-2022 Deels uitgevoerd ​Kamerstuk 33450, nr. 118
14-02-2023
​Motie van het lid Valstar c.s. over in gesprek gaan met banken en pensioenfondsen om barrières voor de defensiesector weg te nemen Begrotingsbehandeling Defensie 2023 36200 X, nr. 27 22-11-2022 In behandeling
​Motie van het lid Valstar c.s. over gratis reizen met de trein voor militairen in uniform en vaker oefeningen houden door Defensie in de steden. Begrotingsbehandeling Defensie 2023 36200 X, nr. 28 22-11-2022 Uitgevoerd ​Kamerstuk 36200 X, nr. 86 Kamerstuk 36 410 X nr. 7 1-6-23 en 27-9-23
​Motie van het lid Boswijk c.s. over onderzoeken of huidige kwalificaties van oefeningen en uitzendingen nog aansluiten bij de huidige situatie. Begrotingsbehandeling Defensie 2023 36200 X, nr. 36 22-11-2022 Deels uitgevoerd ​Kamerstuk 36200 X, nr. 86
01-06-2023
​Motie van het lid Boswijk c.s. over binnen de NAVO pleiten voor het in de DPCR meewegen van de geïntegreerde strijdkrachten in Europa. Begrotingsbehandeling Defensie 2023 36200 X, nr. 37 22-11-2022 Deels uitgevoerd ​Kamerstukken 28676, nr's 425; 426 en 427 21-02- 2023
​Motie van het lid Segers c.s. over de NATO Capability Targets als referentiepunt gebruiken bij het opstellen van de Defensienota en begroting
Begrotingsbehandeling Defensie 2023 36200 X, nr. 38 22-11-2022 Uitgevoerd ​28676-464
5-8-2024
​Motie van de leden Segers en Boswijk over mogelijkheden onderzoeken om het dienjaar sneller op te schalen en belangstellende snel uitsluitsel te geven. Begrotingsbehandeling Defensie 2023 36200 X, nr. 39 22-11-2022 Uitgevoerd ​Kamerstuk 36 410-X-Nr. 7 & Kamerstuk 36124 Nr. 45 27-9-23 en 3-6-24
​Motie van het lid Stoffer c.s. over de ICA conditioneel maken voor de gunning en meewegen in de besluitvorming. Begrotingsbehandeling Defensie 2023 36200 X, nr. 41 22-11-2022 Deels uitgevoerd Kamerstuk 34225, nr. 42
25 januari 2023
​Motie van het lid Kuzu c.s. over exitgesprekken analyseren en omzetten in concrete verbeteringen om meer militairen duurzaam aan Defensie te binden. Begrotingsbehandeling Defensie 2023 36200 X, nr. 43 22-11-2022 Uitgevoerd ​Kamerstuk 36200 X, nr. 86
1 juni 2023
​Motie van de leden Kuzu en Valstar over bezien of de maximale termijn voor functies bij Defensie kan worden losgelaten of verruimd. Begrotingsbehandeling Defensie 2023 36200 X, nr. 44 22-11-2022 Uitgevoerd ​Kamerstuk 36200 X, nr. 86
1 juni 2023
​Motie van de leden Kuzu en Boswijk over meer welwillendheid bij het uitreiken van medailles aan reservisten bij de operationele commando's Begrotingsbehandeling Defensie 2023 36200 X, nr. 45 22-11-2022 Deels uitgevoerd ​Kamerstuk 36200 X nr.72
13 april 2023
​Motie van de leden Koekkoek en Boswijk over bij onderhandelingen over het European Sky Shield Initiative de Europese strategische autonomie laten meewegen bij de keuze van systemen Begrotingsbehandeling Defensie 2023 36200 X, nr. 46 22-11-2022 Uitgevoerd Gerapporteerd in Kamerstuk 27830, nr. 395​, 27830, nr. 448, 27830, nr 458 & 36560-X, nr. 10 01-05-2023
​Motie van de leden Valstar en Stoffer over een evaluatie vijf jaar na plaatsing van de radar in Herwijnen. Tweeminutendebat Materieel 27830, nr. 369 7-7-2022 In behandeling
​Gewijzigde motie van de leden Eppink en Van der Plas over bij de aanschaf van onderzeeboten oog hebben voor het strategische belang en de noodzaak van de Nederlandse maritieme maakindustrie Tweeminutendebat Materieel 27830, nr. 371 7-7-2022 Deels uitgevoerd ​Gerapporteerd in Kamerstukken 34225, nr's. 40 en 41 03-10-2022
​Gewijzigde motie van de leden Eppink en Van der Plas over de voorraad in Nederland evenredig aanvullen bij de levering van militaire goederen aan Oekraïne. Tweeminutendebat Materieel 27830, nr. 370 7-7-2022 Doorlopend
​Motie van de leden Fritsma (PVV) en van Haga (groep van Haga) over zorg dragen voor voldoende en directe toegang tot noodopvang voor veteranen Notaoverleg Veteranen 30139, nr. 259 20-6-2022 Uitgevoerd ​Kamerstuk 30139, nr. 262 & Kamerstuk 30 139 nr. 272 27-03-2023 & 01-02-24
​Motie van de leden Hammelburg en Boswijk over versterking van gezamenlijke inkoop, interoperabiliteit en samenwerking met andere EU-landen op het gebied van onderhoud Tweeminutendebat Hoofdlijnen Defensiebeleid 35925 X, nr. 65 21-4-2022 In behandeling
​Motie van het lid Valstar c.s. over pilots voor het versneld overgaan tot aanschaf van materieel. Tweeminutendebat Hoofdlijnen Defensiebeleid 35925 X, nr. 70 21-4-2022 Uitgevoerd ​Kamerstukken 35925 X, nr. 74; 27830, nr. 376 en 35925 X, nr. 84 18 oktober 2022
​Motie van het lid Valstar c.s. over steun voor bewapening van de MQ-9 Reaper. Tweeminutendebat Hoofdlijnen Defensiebeleid 35925 X, nr. 69 21-4-2022 Uitgevoerd ​Kamerstuk 27830, nr 399
23 mei 2023
​Motie van het lid Boswijk c.s. over voorstellen voor innovatieve vormen van diensttijd Tweeminutendebat Hoofdlijnen Defensiebeleid 35925 X, nr. 67 21-4-2022 Uitgevoerd Kamerstuk 36200, nr. 8 & Kamerstuk 36124 Nr. 45 1-9-22 en 3-6-24
​Motie van de leden Piri en Valstar over de Afghaanse oud-medewerkers uit dankbaarheid voor bewezen diensten op passende wijze eren Debat over de stand van zaken rondom de evacuatie in Afghanistan 27925, nr. 893 31-3-2022 Deels uitgevoerd
​Motie van het lid Van der Staaij c.s. over het wegnemen van knelpunten die diensten verhinderen Nederland te beschermen tegen landen met een offensief cyberprogramma Plenair debat over de situatie in Oekraine 36045, nr. 16 28-2-2022 Uitgevoerd ​Kamerstuk 36263 (intreding Wiv) 01-07-2024
​Motie Hermans c.s. over concrete voorstellen om ondernemers beter te beschermen tegen digitale dreigingen en cybercriminelen. Debat over de Regeringsverklaring 35788, nr. 120 19-1-2022 Uitgevoerd ​Gerapporteerd in Kamerstuk 35925 VI, nr. 136
26-05-2022
​Motie van het lid van Wijngaarden c.s. over nauw optrekken met NAVO-bondgenoten bij volkenrechtelijke standpunten en militaire R&D als het gaat om autonome dan wel semiautonome wapensystemen. Notaoverleg Autonome Wapensystemen 13 december 35848, nr. 10 14-12-2021 Doorlopend ​Gerapporteerd in Kamerstuk 36100 V, nr. 9
04-07-2022
De motie D66 Verzoekt de regering kaders op te stellen omtrent de inzet van lokale medewerkers —zowel onder arbeidscontract als op freelance basis - bij toekomstige militaire missies en op Nederlandse ambassades en consulaten en daarbij vast te leggen welke verantwoordelijkheden de Nederlandse staat wel of niet heeft ten opzichte van dit personeel Begrotingsbehandeling 35925 X, nr. 29 11-11-2021 Doorlopend ​Kamerstuk 36200-X, nr. 85
15-05-2023
De motie VVD Verzoekt de regering het Defensie Cyber Commando na afronding van de HR-transitie een eigen aanstellingsmandaat te geven, zodat het op vergelijkbare wijze als de huidige operationele commando's militairen kan aanstellen en laten doorstromen. Begrotingsbehandeling 35925 X, nr. 25 11-11-2021 In behandeling ​Gerapporteerd in Kamerstuk 36124, nr. 2
05-09-2022
De motie van Wijngaarden VVD Verzoekt de regering te zorgen voor borging van het wezenlijk nationaal veiligheidsbelang en strategische autonomie, inclusief daarvoor benodigde betrokkenheid van de Gouden Driehoek, bij de gehele levensfase van de onderzeeboot; daartoe in de offerteaanvraag primaire en secundaire eisen te formuleren, en de Kamer voorafgaand aan het doen uitgaan van de offerteaanvraag desnoods vertrouwelijk te informeren over de afweging tussen primaire en secundaire eisen in het beoordelingskader en gevolgen voor strategische autonomie die voortvloeien uit de gemaakte keuzes; de Kamer tevens te informeren over de gevolgen hiervan voor de levensduurkosten van de onderzeeboten in relatie tot de return on investment. Begrotingsbehandeling 35925 X, nr. 24 11-11-2021 Deels uitgevoerd ​Kamerstuk 34225, nr. 40
30 september 2022
Verzoekt de regering, de deelnemende werven te vragen aan te tonen of en hoe zij de Nederlandse maritieme industrie zo veel mogelijk en op hoogwaardig strategisch technologisch niveau zullen betrekken bij ontwerp, ontwikkeling, bouw en instandhouding van de onderzeeboten, de uitkomsten hiervan nadrukkelijk te betrekken bij het zo snel mogelijk voortzetten van het verwervingsproces, en de Kamer hierover nader te informeren. Begrotingsbehandeling 35925 X, nr. 36 11-11-2021 Deels uitgevoerd ​Kamerstuk 34225, nr. 40​
30 september 2022
De motie Boswijk CDA Verzoekt de regering te kijken naar de mogelijkheden om gezamenlijk met de NAVO en meer in het bijzonder landen gelegen aan de Noordzee zoals Noorwegen, Duitsland, Denemarken, Groot-Brittannië, Frankrijk en België een strategie te ontwikkelingen voor de bescherming van onze cruciale infrastructuur gelegen in de Noordzee en de Kamer hierover voor de zomer van 2022 te rapporteren. Begrotingsbehandeling 35925 X, nr. 22 11-11-2021 Deels uitgevoerd Kamerstuk 33450, nr. 118
8 februari 2023
De motie Boswijk CDA Verzoekt de regering strenger te handhaven op de bovengenoemde wetsartikelen en het verbod (toelichting: tijdens meerdere anti-coronademonstraties betoger militaire uniformen dragen en misbuik maken van het Rode Kruis-embleem op helmen, kleding en vlaggen) Begrotingsbehandeling 35925 X, nr. 23 11-11-2021 Doorlopend ​Gerapporteerd in Kamerstuk 2022Z00043 17-02-2022
De motie van het lid Piri over onderzoeken of en hoe inzichtelijk gemaakt kan worden hoe investeringen bijdragen aan de operationele inzetbaarheid van de krijgsmacht
Begrotingsbehandeling 35925 X, nr. 44 11-11-2021 Doorlopend
​Motie van de leden Ephraim en Eerdmans over een uitgebreide analyse en risico-inschatting voorafgaand aan militaire missies en een evaluatie na afloop. CD Meest recente situatie in Afghanistan 27925, nr. 798 18-8-2021 Uitgevoerd ​Kamerstuk 27925, nr. 919
28 oktober 2022
​Motie van het lid Dassen c.s. over een voorstel voor een mandaat voor de European External Action Service om een Europees noodplan op te stellen. CD Meest recente situatie in Afghanistan 27925, nr. 797 18-8-2021 In behandeling
​Gewijzigde motie van het lid Kuzu c.s. over een nationaal herdenkingsmonument voor Srebrenica (t.v.v. 26122-54) Tweeminutendebat Dutchbat-III 26122, nr. 58 23-6-2021 Deels uitgevoerd Kamerstuk 30139, nr. 254
10 juni 2022
​Motie van het lid Belhaj c.s. over een onafhankelijk onderzoek naar de besluitvorming rond het LIMC Debat over het leger dat informatie verzamelt over de Nld samenleving 32761, nr. 186 26-5-2021 Deels uitgevoerd Kamerstuk 32761, nr. 258
13 januari 2023
​Motie lid van Dijk: wenst een onafhankelijk onderzoek naar de betrokkenheid van NAVO landen bij de oorlog in Afghanistan Plenair debat art. 100 Afghanistan 27925, nr. 772 22-4-2021 Deels uitgevoerd ​Gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr's 872; 885 en 912 31-12-2021
​v Helvert CDA, CU, SP, PVV en PvdA: Roept het kabinet op om de RCR te stoppen en een alternatieve locatie te zoeken voor de SMART-L Radar. Nota Overleg Materieel 27830, nr. 332 3-2-2021 Deels uitgevoerd Kamerstuk 31936, nr. 940
3 juni 2022
Stoffer SGP en VVD: ​Verzoekt de regering, de defensievisie aan te vullen met een nader uitgewerkt kader voor de wijze waarop taakspecialisatie kan vormgegeven inclusief de voor- en nadelen daarvan. Begrotingsbehandeling 2021 35570 X, nr. 54 1-12-2020 Uitgevoerd Kamerstuk 33279, nr. 36
22 december 2022
​Motie vd Nieuwenhuizen GL, VVD, D66, CDA: Verzoekt de regering, de bij de naamgeving van marineschepen betrokken instanties binnen defensie de uitdrukkelijke wens vanuit de Kamer mee te geven dat tenminste twee van de nieuw te verwerven marineschepen, waaronder fregatten, naar vrouwen met een grote betekenis voor de Nederlandse vrijheid worden vernoemd. Begrotingsbehandeling 2021 35570 X, nr. 40 1-12-2020 Uitgevoerd ​Kamerstuk 35925 X, nr. 47 en 27830, nr. 393
12-04-2023
Fritsma ​(PVV) Verzoekt de regering om een einde te maken aan de praktijk dat middels door Defensie verstrekte leningen de kas van het Turkse leger wordt gespekt. Begrotingsbehandeling 2021 35570 X, nr. 36 1-12-2020 In behandeling ​Gerapporteerd in Kamerstuk 35925 X, nr. 17 15-11-2021
Stoffer (SGP) c.s. Verzoekt de regering, bij evaluatie van de Wet defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) te betrekken hoe daarin de notie kan worden opgenomen dat mede ten behoeve van investeringen in en instandhouding van materieel gestreefd wordt naar het realiseren van de NAVO-norm.
Begrotingsbehandeling 2021 35570 X, nr. 55 1-12-2020 In behandeling
Kerstens (PvdA) c.s.:​ Verzoekt de regering ervoor zorg te dragen dat ten aanzien van de inmiddels herhaaldelijk door de Veteranenombudsman in dezen gedane aanbevelingen bij zijn eerstvolgende Klachtmonitor duidelijke verbeteringen te zien zijn. Begrotingsbehandeling 2021, 1-12-2020 35570 X, nr. 48 1-12-2020 Doorlopend
Motie Belhaj c.s. over behoud van het Mariniersmuseum in Rotterdam. WGO Personeel/ Materieel 35570 X, nr. 27 30-11-2020 In behandeling ​Gerapporteerd in Kamerstukken35570 X, nr. 76; 35925 X, nr. 15 en 36200 X, nr. 61 28-01-2021
Motie Stoffer c.s. over optimaal gebruikmaken van een zelfscheppend Nederlands marinebouwcluster WGO Personeel/ Materieel 35570 X, nr. 30 30-11-2020 Deels uitgevoerd Gerapporteerd in amerstuk 34225, nr. 28 30 september 2022
Gewijzigde motie van het lid Diks over onderzoeken van incidenten bij militaire inzet in coalitieverband (t.v.v. 35363, nr. 3) Plenair debat transparantie burgerslachtoffers 35363, nr. 4 19-12-2019 Deels uitgevoerd Gerapporteerd in Kamerstuk 29521, nr. 442 7 april 2022
Kerstens over de randvoorwaarden van een nieuw functie- en beloningsgebouw tot stand brengen en zo bij te dragen aan de aantrekkelijkheid van Defensie als werkgever VAO Personeel 35300, nr. 50 19-12-2019 Uitgevoerd ​Kamerstukken 35925 X, nr. 82 en 36200 X, nr. 8, ​ 1 ‒ 9-2022 & 31-5-24
​Motie Diks en Kerstens over het monitoren van mogelijke gezondheidsgevolgen voor het Defensiepersoneel.
VAO militair radarstation Herwijnen 31936, nr. 654 11-9-2019 In behandeling
Belhaj: verzoekt de regering, alle mogelijke maatregelen te treffen om blootstelling aan en gezondheidsschade veroorzaakt door uitstootgassen van burnpits zo veel als mogelijk te voorkomen. AO Personeel 35000 X, nr. 113 9-4-2019 Doorlopend Gerapporteerd in Kamerstuk ​35570, X, nr. 103 11-05-2021
Motie Belhaj (D66): verzoekt de regering, om de nota Defensie Industrie Strategie en de Innovatiestrategie Defensie aan te vullen met voorstellen die volgen uit het plan van aanpak Defensie Operationele Energiestrategie. NO DIS 31125, nr. 98 18-2-2019 Doorlopend ​Gerapporteerd in kamerstuk 34919, nr. 74 02-12-2020
Bruins Slot: verzoekt de regering, de Defensie Cyber Strategie te verbreden met de inzet van cybersoldaten om Nederland te beschermen als cyberaanvallen in de ruimte dreigen de samenleving te ontwrichten, en de Kamer daarover te informeren. Begrotingsbehandeling 2019 35000 X, nr. 52 21-11-2018 Deels uitgevoerd ​Gerapporteerd in Kamerstuk 36124, nr. 10 25 ‒ 11-2022
Kerstens: over gezamenlijk aanbod op de arbeidsmarkt door Defensie, de brandweer en de politie. WGO Personeel 35000 X, nr. 30 12-11-2018 Doorlopend Gerapporteerd in Kamerstuk 2020D24993 22-06-2020
Motie Kerstens (PvdA): verzoekt het kabinet in het kader van bedoelde zorgvuldigheid in overleg met betrokkenen zoals hiervoor genoemd te bezien op welke wijze tot een gedragen besluit kan worden gekomen en de Kamer hierover te informeren. Plenair debat luchthavenbesluit 34932, nr. 11 5-7-2018 Uitgevoerd Kamerstuk 31936, nr. 877
21-09-2021
Belhaj: verzoekt de regering, te allen tijde de Kamer actief te informeren, mocht de taak die opgenomen is in een instellingsbesluit voor het oprichten van een (tijdelijke) commissie onverhoopt geheel of gedeeltelijk wijzigen. AO Veiligheid en integriteit 34775 X, nr. 110 16-5-2018 Doorlopend Gerapporteerd in Kamerstuk 34919, nr. 41 09-09-2019
Belhaj: verzoekt de regering, na het voltooien van het strafrechtelijk onderzoek door het OM, onderzoek te doen naar de mogelijkheid om tot (aanvullende) interne disciplinaire maatregelen over te gaan indien er op enig moment sprake is geweest van nalatig en/of verwijtbaar handelen. AO Veiligheid en integriteit 34775 X, nr. 109 16-5-2018 In behandeling
Van Dijk: verzoekt de regering, alle mogelijke middelen in te zetten om het beantwoorden van de schuldvraag mogelijk te maken en daaraan consequenties te verbinden. AO Veiligheid en integriteit 34775 X, nr. 112 16-5-2018 Doorlopend
​Gewijzigde motie van het lid Diks over communicatie met externen over misbruikzaken (t.v.v. 34775 X, nr. 155) AO Veiligheid en Integriteit 34775 X, nr. 119 16-5-2018 Uitgevoerd Kamerstuk 36124, nr. 8

07-10-2022
​Voordewind: verzoekt de regering, te onderzoeken op welke wijze in het toetsingskader voor deelname aan internationale missies duidelijke, controleerbare criteria voor de veiligheid en de medische zorg voor Nederlandse militairen tijdens internationale missies opgenomen kunnen worden, en de Kamer hierover te informeren, Begrotingsbehandeling 2018 34775 X, nr. 52 23-11-2017 Uitgevoerd ​Kamerstuk 36200 X Nr.62​
22-12-2022
DIA/HDP ​De vraag van dhr. Boswijk over de inzet van veteranen bij de NAVO-top, wordt door de minister doorgeleid naar de betreffende bewindspersoon. CD Politie 19 dec TZ202412-154 19-12-2024 Afgedaan 19-12-2024
DJZ De minister informeert de Kamer medio november over de oplossingen ten aanzien van de huisvesting van de CTIVD.​ CD Hoofdlijnennotitie herziening Wiv 2017 23-10-2024 Openstaand
DJZ De minister verstuurt in juni 2025 een stand-van-zakenbrief inzake het wetgevingstraject, waarin tevens de resultaten van de invoeringstoets zullen zijn verwerkt. De eerder voor eind 2024 aangekondigde startbrief komt daarmee te vervallen. CD Hoofdlijnennotitie herziening Wiv 2017 23-10-2024 Openstaand
DJZ ​De minister-president informeert de Kamer over de uitkomst van de bespreking binnen het kabinet over de uitvoering van de motie-Van Nispen inzake het op peil houden van het budget van de CTIVD de komende jaren met het geld dat beschikbaar komt uit de enveloppe nationale veiligheid en het amendement-Van Nispen/Six Dijkstra nog voor de stemmingen over de begrotingen begin december. Dat is een toezegging aan de heer Van Nispen.​ CD Hoofdlijnennotitie herziening Wiv 2017 23-10-2024 Openstaand
DIA ​De minister van BZ zegt toe om samen met de minister van Defensie een zogeheten Samenhangbrief over de visie van het kabinet over de samenhang van missies op te stellen, te ontvangen in Q1 van 2025.​ CD Voortgang en Evaluatie missies TZ202410-176 22-10-2024 In behandeling
DIA ​De minister zegt toe om in de geannoteerde agenda van de NAVO-ministeriële in februari 2025 in te gaan op de inzet van Nederland voor een mogelijke NAVO-oefening op de Noordzee​. CD Voortgang en Evaluatie missies TZ202410-177 22-10-2024 Afgedaan D2025-001261 31-01-2025
DIA ​Minimaal jaarlijks wordt er gerapporteerd over meldingen van vermoedens van burgerslachtoffers t.g.v. Nederlandse geweldsaanwending.​ CD Voortgang en Evaluatie Missies en Operaties 22-10-2024 In behandeling
DBE ​De staatssecretaris zegt toe voor eind 2024 de Kamer een opzet voor de periodieke rapportage mensen toe te zullen sturen en bij de gelegenheid ook in te gaan op een aantal vragen gesteld door de rapporteurs over de strategische evaluatie agenda​. WGO Personeel en Materieel TZ202411-068 21-10-2024 Openstaand
HDP ​De staatssecretaris zegt toe dat de Kamer in Q1 2025 een strategische P-agenda ontvangt waarin de adviezen van de externe adviseur betrokken worden. WGO Personeel en Materieel TZ202411-069 21-10-2024 Openstaand
HDP ​De staatssecretaris zegt toe de Kamer voor de plenaire begrotingsbehandeling (13-14 nov) een brief te zullen sturen waarin hij in kaart brengt welke voorbereidingen en maatregelen worden getroffen op medisch gebied in een artikel 5 scenario. ​ WGO Personeel en Materieel TZ202411-070 21-10-2024 Afgedaan 36600-X nr. 23 12 november 2024
DMLVD ​De  minister van Defensie zegt toe bij bij komende gelegenheden schriftelijk aan de Kamer te zullen melden welke nieuwe stappen zijn gezet met betrekking tot de Europese gezamenlijke inkoop van defensiematerieel​ CD Nederlandse en Europese Defensie Industrie TZ202411-066 15-10-2024 In behandeling
DMLVD De minister van Defensie zegt toe om de Kamer te zullen informeren over de voortgang van de gesprekken met de Nederlandse industrie over munitieproductie wanneer het moment opportuun is (zodra het concreet is en er iets over te melden valt). CD Nederlandse en Europese Defensie Industrie TZ202411-067 15-10-2024 Afgedaan
DIA ​De minister van Defensie zal in het verslag van de aankomende NAVO-top een update geven inzake de coördinerende rol van de NAVO bij het command center​ CD NAVO 3 juli 24 3-7-2024 Afgedaan BZ2403413, Werksessie III 13-08-2024
DIA ​De minister van Defensie zal tijdens de bespreking van de Defensiebegroting ingaan op wat de extra capaciteitsbehoefte betekent voor de Nederlands krijgsmacht. Dit is een toezegging aan de heer Boswijk.​​ CD NAVO 3 juli 24 3-7-2024 Afgedaan Verslag TK 32-2024-2025-I 10-02-2025
HDP ​De Minister zegt toe om de cijfers over het aantal dakloze veteranen nader te onderzoeken en deze cijfers te betrekken bij de aanpak. Toezegging aan het lid Pool (PVV). Notaoverleg veteranen TZ202406-045 24-6-2024 Afgedaan 30139-279 6 november 2024
HDP ​De minister zegt toe om de bestaande initiatieven met betrekking tot het waarderen van veteranen in kaart te brengen en te onderzoeken welke verdere stappen en uitbreiding mogelijk zijn.​ Toezegging aan het lid Erkens (VVD). Notaoverleg veteranen TZ202406-044 24-6-2024 Openstaand
DMLVD ​Toezegging bij Ruimte voor Defensie. Toezegging om de ontwerp beleidsvisie Ruimte voor Defensie bij de start van de inzage legging aan de Kamer te sturen in het eerste kwartaal van 2025, inclusief de verwachte tijdslijnen van processen. CD Ruimte voor Defensie TZ202406-036 19-6-2024 Afgedaan D2025-000352 29-01-2025
DMLVD ​Toezegging om voor het einde van het jaar 2024 de Kamer te informeren over de belevingen over de schade- en klachtenafhandeling in Reek.​ CD Ruimte voor Defensie TZ202406-037 19-6-2024 Afgedaan BS2024031462 28 oktober 2024
HDP ​De staatssecretaris zegt toe in de eerstvolgende verzamelbrief personeel ook nader zou worden ingegaan op de mogelijkheden tot verbetering van de uitwisselbaarheid van civiele verpleegkundigen en militaire verpleegkundigen. Toezegging aan het lid Boswijk (CDA) CD Personeel & Materieel 13-6-24 TZ202406-047 13-6-2024 Afgedaan 33 763 Nr. 157 15 oktober 2024
HDP ​De staatsecretaris zegt toe in de volgende verzamelbrief personeel nader in te gaan op de mogelijkheid dat reservisten alle benodigde opleidingen binnen, of in opdracht van, Defensie krijgen. Toezegging aan het lid Boswijk (CDA). CD Personeel & Materieel 13-6-24 TZ202406-048 13-6-2024 Afgedaan 33 763 Nr. 157 15 oktober 2024
DMLVD ​De staatssecretaris zegt toe dat in de komende DPO ,waar mogelijk, er per project​ wordt gemotiveerd waarom er vertraging is opgelopen. CD Personeel & Materieel 13-6-24 TZ202406-049 13-6-2024 In behandeling
HDFC ​De staatssecretaris zegt toe in de eerstvolgende voortgangsrapportage inzake de aanschaf onderzeeboten een mogelijke manier van toerekening van hulpsystemen (LCC) aan het onderzeebotenproject op te zullen nemen. Ter beoordeling voor de Kamer. CD Personeel & Materieel 13-6-24 TZ202406-050 13-6-2024 Openstaand
HDP De staatssecretaris zegt toe de​ toelichting en juridische aspecten van argumentatie tegen het uitvoeren van de motie Dobbe (6410-X-58), met daarbij een omschrijving van de barrières die de staatssecretaris ziet toe te lichten in een KB​ CD Veiligheid en Integriteit TZ202404-206 24-4-2024 Openstaand
HDP ​De staatssecretaris zegt toe een update van de activiteiten met betrekking tot het drugs- en drankbeleid bij Defensie toe te sturen. CD Veiligheid en Integriteit TZ202404-207 24-4-2024 Afgedaan 33 763 Nr. 157 15 oktober 2024
DIA De minister zegt toe schriftelijk te zullen rapporteren over leer cyclus van uitgevoerde missies en lopende conflticten ​​ Commissiedebat voortgang en evaluatie missies 26-3 TZ202406-058 26-3-2024 In behandeling
DIA ​De minister van Defensie zal de Kamer binnenkort informeren over de financiële bijdrage van Nederland aan de International Drone Coalition en de daarbij behorende tijdslijn.​ Debat over de staat van de oorlog in Europa TZ202403-081 14-3-2024 In behandeling
HDP ​De staatssecretaris zegt toe om voor eind 2024 een brief aan de Kamer te zenden over de ingewikkeldheden van mogelijke aanvullende wetgeving waarmee civiele werkgevers het comfort kan worden gegeven dat werknemers ook reservist kunnen zijn. Begroting Defensie TZ202402-087 7-2-2024 Deels afgedaan 2024Z08313
DMLVD De staatssecretaris zegt toe om voor de zomer 2024 per brief aan de Kamer te rapporteren over de uitkomsten van de gesprekken met VDL over industriële capaciteit t.b.v. Defensie.​ Begroting Defensie TZ202402-090 7-2-2024 Openstaand
DSK De staatssecretaris zegt toe rond de zomer van 2024 een brief aan de Kamer te zenden over het in beeld brengen van wat er nodig is om de maatschappij voor te bereiden op een militaire dreiging en welke beleidskeuzes er zijn.​ Begroting Defensie TZ202402-089 7-2-2024 Afgedaan 30 821, nr 249. 06-09-2024
HDP De staatssecretaris zegt toe om voor Kerst 2024 een brief aan de Kamer te zenden met informatie over de verschillende aspecten van een wetswijziging om het mogelijk te maken dat mensen zonder Nederlandse nationaliteit kunnen dienen in het Nederlandse leger.​ Begroting Defensie TZ202402-086 7-2-2024 Afgedaan 33 763 Nr. 157 15 oktober 2024
DMLVD ​De staatssecretaris zegt toe dat in DMP-brieven ook aandacht aan benodigd personeel zal worden besteed. ​ WGO Personeel & Materieel TZ202402-003 29-1-2024 Doorlopend
DGB ​De staatssecretaris zegt toe de Kamer uiterlijk 21 juni 2024 een plan toe te sturen om de interne regeldruk in kaart te brengen.​ WGO Personeel/Materieel TZ202402-001 29-1-2024 Afgedaan 2024D35008 25-09-2024
HDP ​De staatssecretaris zegt toe tijdig voor het komende (nog ongeplande) personeelsdebat Defensie een brief aan de Kamer te sturen inzake de verschillen tussen de positie van beroepsmilitairen en dienjaarmilitairen.​ WGO Personeel/Materieel TZ202402-005 29-1-2024 Openstaand
DOBP ​De minister van Defensie zegt toe om in de komende versies van de stand van Defensie waar mogelijk historische cijfers op te nemen. WGO Jaarverslag en Slotwet TZ202307-051 21-6-2023 Doorlopend
DOBP ​De minister van Defensie zegt toe om per krijgsmacht deel trends (wordt nog gekeken naar de specifieke vormgeving) in zwaarwegende knelpunten m.b.t. gereedheid en inzetbaarheid in de stand van Defensie op te nemen. WGO Jaarverslag en Slotwet TZ202307-053 21-6-2023 Doorlopend
DBE ​De minister van Defensie en staatssecretaris van Defensie zeggen toe om in de komende rapportages over de door de Algemene Rekenkamer geconstateerde onvolkomenheden ook in te zullen gaan op de te verwachte tijdpaden waarbinnen deze onvolkomenheden zullen zijn opgelost en met welke onderliggende plannen. WGO Jaarverslag en Slotwet TZ202307-056 21-6-2023 In behandeling
DBE ​De staatssecretaris van Defensie zegt toe om de Kamer voor de komende begrotingsbehandeling nader te zullen informeren over de verzameling van acties om de administratieve lastendruk en complexe regelgeving in het inkoopproces te bestrijden. WGO Jaarverslag en Slotwet TZ202307-058 21-6-2023 In behandeling BS2023027304
DMLVD ​De staatssecretaris van Defensie zegt toe om voor het komende vastgoeddebat de Kamer te zullen informeren over de mate van inzicht in de huidige stand van het vastgoed. WGO Jaarverslag en Slotwet TZ202307-060 21-6-2023 Openstaand
DMLVD ​De staatssecretaris van Defensie zegt toe dat de Kamer tijdig voor het komende debat inzake Vastgoed vertrouwelijk nader zal worden geinformeerd over het onderliggende plan voor de  Vastgoedtransitie, mogelijk aangevuld met een vertrouwelijke briefing. WGO Jaarverslag en Slotwet TZ202307-062 21-6-2023 Openstaand
HDP ​De minister zegt toe in de komende veteranennota's ook meer in te zullen gaan op de particuliere initiatieven in relatie tot de reguliere activiteiten van Defensie en het Veteraneninstituut NLVI met betrekking tot de hulp aan Veteranen​ Notaoverleg Veteranen TZ202307-074 19-6-2023 Doorlopend Kamerstuk 30 139 nr. 274
HDP ​De minister van Defensie zegt toe in de toekomstige veteranennota's meer in te gaan op de verschillende deelgroepen van veteranen, mede aan de hand van een daarvoor relevant onderzoek van het veteraneninstituut dat loopt. ​ Notaoverleg Veteranen n.t.b. 19-6-2023 Doorlopend
DIA ​De minister van Defensie zegt toe om in overleg met het ministerie van Buitenlandse Zaken te zullen bezien hoe de Kamer kan worden meegenomen in het proces van concretiseren van veiligheidsgaranties voor Oekraine en de Kamer hierover, zo mogelijk, in de geannoteerde agenda voor de NAVO-top te Vilnius te informeren.
CD NAVO DMM TZ202307-079 8-6-2023 Afgedaan 28676-439 30-06-2023
DSK
In het na de zomer te ontvangen actieplan voor de implementatie van de Noordzee-strategie zal ook specifiek worden ingegaan op het al dan niet kiezen voor een nationale autoriteit. Ook zal daarin niet alleen worden ingegaan op nieuwe initiatieven maar op de samenhang met bestaande acties en structuren.
Commissiedebat Strategie ter bescherming van de Noordzee-infrastructuur TZ202305-128 25-5-2023 Afgedaan 33450-128 10-6-2024
DMLVD
In de geïntegreerde rapportage zal ook in beeld worden gebracht wat de effecten van concrete projecten - zoals Assen/Havelte - zijn op de financiële doelstellingen van het Strategisch Vastgoedplan.​
CD Vastgoed TZ202302-196 23-2-2023 In behandeling
DMLVD ​Er zullen geen onomkeerbare stappen gezet worden bij de overdracht van het vastgoedstelsel naar het Rijksvastgoedbedrijf voordat de Kamer is geïnformeerd en heeft gesproken over het mitigeren van de risico's. Dit zal ook in het perspectief worden geplaatst van de ervaringen met het Rijksvastgoedbedrijf sinds 2014. CD Vastgoed TZ202302-197 23-2-2023 In behandeling
DMLVD en DIA ​​De minister van Defensie zal de Kamer periodiek informeren over Europese samenwerking in de defensie-industrie, waarbij zij zal overleggen met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking of zij de Kamer kan informeren over vormen van bilaterale samenwerking. Commissiedebat Defensie Industrie Strategie TZ202302-019 1-2-2023 Doorlopend 36410-X-93 (14 06 2024 )
DMLVD ​De minister van Economische Zaken en Klimaat en de staatssecretaris van Defensie zullen de Kamer in het najaar informeren over de mogelijkheden van een revolverend fonds voor financiering van de Defensie Industrie Strategie, zo mogelijk vóór de begrotingsbehandeling EZK. Commissiedebat Defensie Industrie Strategie 2023D04662 1-2-2023 Deels afgedaan 36410-X-93 14 06 2024
DMLVD ​​De staatssecretaris van Defensie zegt toe dat bij de aanbieding van het DPO 2024 een evaluatie van de nu voorgestelde aanpassing van het huidige DMP aan de Kamer zal worden aangeboden. Verzamelcommissiedebat Defensie TZ202302-120 26-1-2023 Afgedaan 2024D33610 17-09-2024
DIA ​Als de NAVO cyclus aansluit op de begrotingsbehandeling, ontvangt de Kamer voorafgaand daaraan de Defence Planning Capability Review Begrotingsbehandeling Defensie 2023 TZ202211-236 17-11-2022 In behandeling
HDP ​Voor de zomer van 2023 ontvangt de Kamer een brief over het verschil in de uitzendbescherming bij uitzendingen en oefeningen en de nazorg voor medewerkers Begrotingsbehandeling Defensie 2023 TZ202211-239 17-11-2022 Deels afgedaan 36 200 X 86 van 1 juni 2023
DMLVD ​​In de periodieke voortgangsrapportages over de vervanging onderzeebootcapaciteit zal ook aandacht worden besteed aan risico’s en scenario’s met betrekking tot een capability gap. Begrotingsbehandeling Defensie 2023 TZ202211-240 17-11-2022 Doorlopend
DIA ​Bij de inzet van inlichtingencapaciteit voorafgaand aan de missie een analyse maken van  de inlichtingenbehoefte en -actoren binnen de missie en het vaststellen van de behoefte en taakverdeling civiel/militair. Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019 Kamerstuk 29521, nr. 451 30-9-2022 Doorlopend
DIA ​Nederlands personeel moet voorafgaand aan een inzet van inlichtingencapaciteit in VN-verband worden geïnstrueerd over gangbare VN-werkwijzen op het gebied van informatie- en inlichtingendeling. Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019 Kamerstuk 29521, nr. 451 30-9-2022 Doorlopend
HDP ​Mogelijkheden bezien om taalvaardigheid onder militairen te verbeteren. Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019 Kamerstuk 29521, nr. 451 30-9-2022 In behandeling
DIA ​Bij een toekomstige inzet is het van belang de samenhang van NLse inzet met de bredere missie te optimaliseren. Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019 Kamerstuk 29521, nr. 451 30-9-2022 Doorlopend
DIA ​Organisatorisch borgen van de kennis over VN-missies die is opgedaan binnen MINUSMA Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019 Kamerstuk 29521, nr. 451 30-9-2022 In behandeling
DIA Defensie zal bezien of de voorbereiding van militairen op VN-werkwijzen en methoden momenteel toereikend is of verbeterd moet worden. ​ Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019 Kamerstuk 29521, nr. 451 30-9-2022 Doorlopend
DIA ​Meenemen van de IOB-aanbevelingen m.b.t. de geïntegreerde benadering in de ontwikkeling van het interdepartementale beleid hieromtrent en in de toekomstige voorbereiding en uitvoering van bijdragen aan missies. Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019 Kamerstuk 29521, nr. 451 30-9-2022 In behandeling
DIA ​Een duidelijke formulering van missiemandaat, en NL doelstellingen in artikel 100-brieven conform de IOB aanbeveling. Kabinetsreactie eindevaluatie MINUSMA 2014-2019 Kamerstuk 29521, nr. 451 30-9-2022 Doorlopend
HDP ​De minister zegt toe de volgende veteranennota's uiterlijk op 1 juni van dat jaar  en van trends voorzien, aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden.
Notaoverleg Veteranen 2022D25994 20-6-2022 Doorlopend
HDP ​De minister zou willen onderzoeken of wij een bredere groep van medewerkers van Defensie, de de bredere groep die ook onder de tolkenregeling valt , van een blijk van waardering zouden kunnen voorzien (bijvoorbeeld tolkenpenning). Debat over de stand van zaken rondom de evacuatie in Afghanistan Plenair verslag 67e vergadering 31 maart 2022 31-3-2022 Deels afgedaan
DIA De minister zegt toe de Kamer te informeren over het gebruik van verboden wapens/ munitie in de oorlog Oekraïne-Rusland. Openbaar als het kan, vertrouwelijk als het moet. Debat over de situatie in Oekraïne 2022D07985 28-2-2022 Afgedaan Gerapporteerd in Kamerstuk 21501 20, nr. 1796 15-04-2022
DSK ​De minister zegt toe om de Kamer (via de geëigende kanalen) te informeren over het gegeven of men binnen de NAVO meer inlichtingen met elkaar kan delen. Debat over de situatie in Oekraïne 2022D07985 28-2-2022 Doorlopend
DV ​Staatssecretaris zegt toe 1x per jaar terug te koppelen welke aanbevelingen we van de IVD hebben overgenomen en welke niet (onderdeel jaarverslag). CD Veiligheid en Integrteit 2022D06579 16-2-2022 Doorlopend
DOPS ​​In het operationele planningsproces (voor een art. 100 missie) dient meer aandacht uit te gaan naar het onderkennen en begrijpen van de militair-diplomatieke relaties en de lokale bureaucratische processen. De mogelijkheid tot het verkrijgen van diplomatieke goedkeuring voor toegang vormt hierin een belangrijk component. Toezegging dat er de toekomst indien mogelijk concretere afspraken gemaakt moeten worden voorafgaand aan een missie, zodat een uitgezonden eenheid wordt ontlast. Kabinetsreactie eindevaluatie EMASOH 29521, nr. 438 6-12-2021 In behandeling
DMLVD F-35 tekortkomingen
De minister zal in het geval dat als gevolg van tekortkomingen er over de kwaliteit van het vliegtuig getwijfeld wordt, dit uit de voortgangsrapportage halen die het TNO maakt en dit met de kamer delen.
Begrotingsbehandeling november 2021 Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november 11-11-2021 Doorlopend Gerapporteerd in Kamerstuk 26488, nr. 473
DIA De minister zal de personeelsadministratie voor wat betreft voor ons werkend lokaal personeel in het buitenland beter op orde krijgen. Dit zal gedeeld worden met de kamer. [Toezegging herzien na behandeling motie 11 (D66)] Begrotingsbehandeling november 2021 Plenair verslag 21e vergadering, donderdag 11 november 11-11-2021 Afgedaan Gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr. 722 en 2022Z14731
CIO De staatssecretaris zendt ieder in het kader van GrIT uitgebracht BIT-advies aan de Kamer. AO Grensverleggende IT 31125, nr. 117 10-12-2020 Doorlopend Gerapporteerd in Kamerstukken 31125, nr. 119 en 35728, nr. 6
DIA De minister informeert de Kamer over de onderzoeksvragen (van de onafhankelijke commissie naar de wapeninzet in Hawija) zodra deze zijn vastgesteld, alsmede over de voortgang van het onafhankelijke onderzoek. Notaoverleg Burgerslachtoffers 27925, nr. 750 8-10-2020 Afgedaan Gerapporteerd in Kamerstuk 27925, nr. 754. 27-01-2025
DIA Niet in de geannoteerde agenda’s, maar in de verslagen van de EU Defensieraden informeert de minister van Defensie de Kamer voortaan over de voortgang en stand van zaken van de Europese Defensiesamenwerking. AO EU Defensieraad 21501 28, nr. 200 3-3-2020 Doorlopend
DIA Bij toekomstige missies wordt vooraf duidelijk gemaakt hoe de voortgang van de missie zal worden gemeten en in de artikel 100-brieven wordt standaard een paragraaf opgenomen waarin de aandachtspunten en risico's worden benoemd, en de maatregelen die we willen nemen om die te beperken. Plenair debat over misleiding VS t.a.v. de oorlog in Afghanistan Plenaire verslag (stenogram) 6-2-2020 Doorlopend o.a. gerapporteerd in Kamerstukken 29521, nr. 417 en 27925, nr's 755; 785; 868 en 919
HDFC De ontwikkeling van de prijzen voor exploitatie en investeringen zal de minister van Defensie – conform de aanbeveling van het CBS – ook de komende jaren blijven volgen. In het jaarverslag en de begroting zal de minister u hierover informeren. Nota naar aanleiding van het verslag 35280, nr. 7 3-2-2020 Doorlopend O.a. over gerapporteerd in Kamerstuk 36200 X
DMLVD De staatssecretaris van Defensie informeert de Kamer op reguliere momenten, bijvoorbeeld in het kader van het jaarverslag, over de invulling van de motie Van Helvert m.b.t. inzet klimaatgelden voor verduurzaming Defensievastgoed. AO Vastgoed 34919, nr. 49 26-11-2019 Doorlopend gerapporteerd in Kamerstuk 36100 X, nr. 1
DSK De Staatssecretaris van Defensie zegt toe de Kamer bij de begrotingen en bij de verantwoordingsstukken te zullen informeren over de experimenten en ervaringen m.b.t. innovatief partnerschap. Notaoverleg Defensie Industrie Strategie 31125, nr. 102 18-2-2019 Doorlopend gerapporteerd in Kamerstukken 27830, nr. 303; 34919, nr. 46; 36100 X, nr. 1
DIA De minister van Defensie zegt toe in de komende voortgangsrapportages en evaluaties van militaire missies nader in te zullen gaan op de effecten van lopende missies op de gereedheid van de Defensieorganisatie in brede zin. AO voortgang missies/ operaties 29521, nr. 366 27-6-2018 Doorlopend o.a. gerapporteerd in Kamerstuk 34919, nr. 90
HDP De minister van Defensie zegt toe in de komende Veteranennota meer in te zullen gaan op de langere termijn, en dit tweejaarlijks te zullen herhalen. (Start 2019). Notaoverleg Veteranen 30139, nr. 201 26-6-2018 Doorlopend O.a. gerapporteerd in Kamerstukken 30139, nr. 220; 30139, nr. 243 en 30139, nr. 254
DIA De minister van Defensie zegt toe in de volgende evaluaties het aantal militairen en het aantal missies te vermelden. AO Evaluatie missies/ operaties 29521, nr. 350 13-9-2017 Doorlopend O.a. gerapporteerd in Kamerstuk 29521, nr. 444
DOBP De minister zegt toe om in de Jaarverslagen het stoplichtmodel te implementeren voor de maatregelen ter versterking van de basisgereedheid. WGO Jaarverslag Ministerie van Defensie 2016 34725 X, nr. 11 14-6-2017 Afgedaan Laatst gerapporteerd in Kamerstuk 34919, nr. 90 24-5-2022
HDP De minister gaat nog duidelijker aangeven in rapportages en brieven wat het aandeel van pensioenen en uitkeringen is. WGO Slotwet Ministerie van Defensie 2015 34475 X, nr. 15 16-6-2016 Doorlopend Gerapporteerd in Kamerstukken 35570 X, nr. 1 en 35570 X, nr. 2
DIA ​De minister van Defensie zegt toe voortaan documenten van algemeen defensiebelang, zoals de NATO Defence Planning Capability Review, ook aan de Eerste Kamer te sturen. Plenaire vergadering T02301 Verslag EK 2015/2016, nr. 32, item 4 31-5-2016 Doorlopend Gerapporteerd in Kamerstuk 28676, nr. 299
HDFC De Kamer ontvangt bij de begroting jaarlijks inzicht in de effecten van het wel/niet toekennen van prijscompensatie door de minister van Financiën. WGO vaststelling begrotingsstaten voor het jaar 2016 onderldeel materieel 34300 X, nr. 68 2-11-2015 Doorlopend O.a. gerapporteerd in Kamerstukken 36100 X, nr. 1 en 36200 X
DMLVD De minister zal in de volgende Materieelprojectenoverzichten nadere toelichting geven op de keuzes die voor bepaalde  materieelprojecten gemaakt zijn. Daarbij wordt ingegaan op de overwegingen en de mogelijke gevolgen voor andere materieelprojecten. WGO vaststelling begrotingsstaten voor het jaar 2016 onderldeel materieel 34300 X, nr. 68 2-11-2015 Doorlopend Gerapporteerd in Kamerstuk 27830, nr. 374
DSK De minister van Defensie zal de Kamer informeren over de gevolgen voor de nationaliteit van de actief dienende militair, die recent is vertrokken naar Syrië en zich waarschijnlijk heeft aangesloten bij ISIS (betreft vraagstuk van statelijke/niet-statelijke actoren). AO MIVD 29924, nr. 135 9-9-2015 In behandeling
DIA De minister van Defensie neemt voortaan bij artikel-100 brieven op wat de materiële gereedheid is alsmede de gevolgen voor de operationele gereedheid, inclusief de financiële aspecten daarvan. WGO Jaarverslag en Slotwet 2014 34200, nr. 15 17-6-2015 Doorlopend o.a. gerapporteerd in Kamerstukken 29521, nr. 417 en 27925, nr's 755; 785; 868 en 919
DMLVD ​De minister van Defensie zegt, naar aanleiding van een vraag van het lid Franken (CDA), toe om de voortgangsrapportages over de F-35 ook aan de Eerste Kamer te zenden, en bij deze rapportages in te gaan op de ontwikkelingen in de stealthtechnologie en de sensoren. Voortzetting beleidsdebat Verslag EK 2014/2015, nr. 25 item 8 24-3-2015 Doorlopend
DIA De ministers van Defensie en buitenlandse Zaken zeggen toe het gender-aspect, daar waar relevant, bij missies mee te nemen in een volgende evaluatie. AO kleine operaties 29521, nr. 282 26-11-2014 Doorlopend O.a. gerapporteerd 27925, nr. 755; 27925, nr. 732; 29521, nr. 451
DIA ​De minister van Defensie zegt de Eerste Kamer toe jaarlijks een totaaloverzicht (dezelfde als de Tweede Kamer reeds ontvangt) te sturen van de stappen die zijn gezet op het terrein van internationale militaire samenwerking Mondeling overleg 33 750 X, F - blz. 15-16 25-11-2014 Doorlopend
DIA De Kamer wordt bij toekomstige operaties/missies voortaan geïnformeerd over de mogelijke gevolgen van de betreffende missie voor de personeelscapaciteit bij de (ondersteunende) onderdelen van de Krijgsmacht. AO Personeel 33750, nr. 69 27-5-2014 Doorlopend Gerapporteerd in Kamerstuk 29521, nr. 426 15-10-2021
DIA De inzet van de minister is om de toekomstige geannoteerde agenda's en verslagen van NAVO-bijeenkomsten te verbeteren qua informatie over inhoud van de agendapunten en het Nederlandse standpunt. AO NAVO Defensie Ministeriële 28676, nr. 200 18-2-2014 Doorlopend Laatst gerapporteerd in Kamerstuk 28676, nr. 426
HDP Per missie zal in het vervolg op voorhand een inschatting van de kosten voor de zorg worden aangegeven. De kosten voor nazorg zullen ook worden meegenomen in de evaluatie van missies. AO Personeel 31700 X, nr. 109 25-3-2009 Doorlopend O.a. gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr. 755; 27925, nr. 732; 27925, nr. 868
DIA In de toekomst zal de minister van Defensie in artikel-100 brieven en stand van zakenbrieven, wanneer van toepassing, ingaan op civiele dienstverlening tijdens uitzendingen. AO Civiele Dienstverlening 31700 X, nr. 58 23-10-2008 Doorlopend Laatst gerapporteerd in Kamerstukken 27925, nr. 755; 27925, nr. 732; 27925, nr. 868

Bijlage 3: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek

Conform de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) staan in deze bijlage:

  1. De (evaluatie)onderzoeken die op de SEA geprogrammeerd waren met 2024 als afrondingsjaar.
  2. De afgeronde (evaluatie)onderzoeken uit de jaarverslagen 2021, 2022 en 2023.
NLD-DEU samenwerkingsverbanden
Synthese (beleidsdoorlichting) 2024 Afgerond H 10, artikel 3
DMF, artikel 3
Kamerstuk 31516, nr. 44
Benutten EU-instrumenten capaciteitsontwikkeling Ex-durante evaluatie 2025
i.p.v.
2024
Uitgesteld Artikeloverstijgend Europese defensiesamenwerking op het terrein van capaciteitsontwikkeling te kunnen vergroten, is het van belang dat EU-instrumenten en processen (CDP, CARD, PESCO, EDA, EDF) optimaal worden benut.

Tijdens de evaluatie wordt gekeken naar de mate waarin instrumenten geïmplementeerd zijn in de eigen planprocessen, wat dit tot nu toe concreet heeft opgeleverd en hoe hier verdere stappen in genomen kunnen worden.

In 2025 voert Defensie een evaluatie rondom het Europees Defensiefonds uit. De rapportage van de EDF-evaluatie wordt als input voor deze evaluatie gebruikt. De EDF-evaluatie vindt pas in 2025 plaats, daarom is deze evaluatie een jaar opgeschoven.
Fleet Operational Standards and Training (FOST) Synthese (beleidsdoorlichting) 2024 Afgerond H 10, artikel 2 Kamerstuk 31516, nr. 43
EMASOH Ex-post evaluatie 2021 Afgerond H 10, artikel 1 Kamerstuk 29521, nr. 438
De evacuatie uit Afghanistan Quick scan 2021 Afgerond H 10, artikel 1 Link naar onderzoek
CMX’22 / Resilient Lion ’22 Ex-post evaluatie 2022 Afgerond Artikeloverstijgend De NAVO organiseert periodiek een politiek-militair strategische crisismanagementoefening (Crisis Management Exercise, CMX) om besluitvorming in NAVO-verband te beoefenen. De editie van 2022 is afgelast in verband met de inval van Rusland in Oekraïne. Om alsnog relevante vraagstukken te bespreken in de daarvoor bestemde overleggen is de oefening Resilient Lion gehouden. Na afloop is de voorbereiding op – en deelname aan de oefening geëvalueerd en zijn aanbevelingen ter verbetering geformuleerd.
Een missie in een missie. De Nederlandse bijdrage aan de VN Multidimensionale Geïntegreerde Stabilisatie Missie in Mali (MINUSMA) 2014-2019 Ex-post evaluatie 2022 Afgerond H 10, artikel 1 Kamerstuk 29521, nr. 451
Vlucht verzekerd. Eindevaluatie Nederlandse C-130 bijdrage aan VN-missie MINUSMA in Mali 2021-2022. Ex-post evaluatie 2023 Afgerond H 10, artikel 1 Link naar onderzoek
Tussen wens en werkelijkheid. Eindevaluatie van de Nederlandse Bijdrage aan Resolute Support. Ex-post evaluatie 2023 Afgerond H 10, artikel 1 Link naar onderzoek
Reconstructie en analyse van de evacuatie uit Kaboel in augustus 2021 Ex-post evaluatie 2023 Afgerond H 10, artikel 1 Kamerstuk 27925, nr. 955
Intensivering zoektocht vermist Special Report Afghanistan Ex-post onderzoek 2023 Afgerond H 10, artikel 1 Kamerstuk 27925, nr. 945
Vervolg zoekslag vermeend rapport Afghanistan (SR 2.0) Ex-post onderzoek 2025 Anders
(loopt)
H 10, artikel 1 Sinds de Kamer is geïnformeerd over de voortgang van het actieplan missie-archieven Afghanistan (Kamerstuk 27925 nr. 945), is Defensie verder gegaan met het op orde brengen van de missie-archieven (Kamerstuk 27925, nr. 965). Tijdens deze werkzaamheden zijn gegevensdragers aangetroffen met daarop operationele rapporten van de Task Force Uruzgan uit de periode 2006 t/m 2010, waaronder het gerubriceerde rapport waarop de zoekslag betrekking had. De Minister van Defensie heeft opdracht gegeven om de feiten rondom het nu aangetroffen rapport op een rij te zetten en door te gaan met het onderzoeken van de nu aangetroffen gegevensdragers. Het onderzoek loopt nog en wordt naar verwachting in 2025 afgerond.
Wapeninzet Hawija Commissie van onderzoek 2024 Afgerond Artikeloverstijgend Link naar onderzoek
Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS) Ex-post evaluatie 2021 Afgerond H 10, artikel 8 Link naar onderzoek
Integraal risicomanagement Ex-ante evaluatie (nulmeting) 2021 Afgerond Artikeloverstijgend Binnen Defensie loopt het programma IRM. Dit onderzoek is uitgevoerd om de startsituatie in kaart te brengen (nulmeting) alsook ontwikkelambities en de daarvoor benodigde stappen te inventariseren. Het onderzoek is uitgevoerd door het Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR).
PvA Veiligheid Ex-durante evaluatie 2022 Afgerond Artikeloverstijgend Link naar onderzoek
Meldpunt Integriteit Defensie en Centrale Organisatie Integriteit Defensie Ex-post 2022 Afgerond Artikeloverstijgend Kamerstuk 35925, nr. 88
Validatie Wet bescherming Klokkenluiders Ex-post 2023 Afgerond Artikeloverstijgend Kamerstuk 36 410 X, nr. 82 en Kamerstuk 36410 X, nr. 85.
Mortierongeval Mali Ex-post (commissie van) onderzoek 2024 Anders
(loopt)
Artikeloverstijgend Onderzoek gericht op de mogelijkheid tot het vaststellen van individueel nalatig en/of verwijtbaar handelen bij het mortierongeval in Mali (op 6 juli 2016). Daarnaast wordt onderzocht hoe binnen het Ministerie van Defensie de besluitvorming is verlopen rond de totstandkoming, invulling en uitvoering van de opdracht aan de Tijdelijke Commissie onderzoek naar geconstateerde tekortkomingen mortierongeval Mali (commissie Van der Veer). Dit onderzoek wordt uitgevoerd door een onafhankelijke onderzoekscommissie van tijdelijke aard die onder leiding staat van Peter den Oudsten. Over het voornemen om deze commissie in te stellen heeft de Minister van Defensie met de Tweede Kamer gesproken tijdens het commissiedebat Veiligheid en Integriteit Defensie op 20 oktober 2022 (Kamerstuk 36 200 X nr. 19). De rapportage wordt in het eerste halfjaar van 2025 opgeleverd.
Militaire gezondheidszorg Beleidsdoorlichting 2024
i.p.v.
2022
Uitgesteld H 10, artikel 8 H 10, artikel 8 Met deze beleidsdoorlichting wordt onderzocht in hoeverre het MGZ-beleid in de periode 2011 tot 2021 doelmatig en doeltreffend is geweest. In de onderzoeksperiode hebben binnen de MGZ een aantal significante beleidswijzigingen plaatsgevonden en heeft de MGZ een ingrijpende herstructurering doorgemaakt. De onderzoeksfase van de beleidsdoorlichting is reeds afgerond. Voor de Kabinetsreactie heeft de toenmalige Staatssecretaris van Defensie de opdracht gegeven om niet alleen op de resultaten van de doorlichting te reflecteren, maar ook naar de toekomst te kijken. Om dit goed te onderbouwen, bleek aanvullend onderzoek nodig. Hierdoor heeft het proces van de beleidsdoorlichting vertraging opgelopen. De Kamer is op 25 september 2023 over de vertraging geïnformeerd (Kamerstuk 31516, nr. 40). De Kabinetsreactie wordt in het eerste kwartaal van 2025 opgeleverd.
Barrières uitzenden vrouwelijke militairen Ex-durante / ex-post evaluatie 2025
i.p.v.
2024
Anders
(loopt)
Artikeloverstijgend H 10, artikel 8 Met deze beleidsdoorlichting wordt onderzocht in hoeverre het MGZ-beleid in de periode 2011 tot 2021 doelmatig en doeltreffend is geweest. In de onderzoeksperiode hebben binnen de MGZ een aantal significante beleidswijzigingen plaatsgevonden en heeft de MGZ een ingrijpende herstructurering doorgemaakt. De onderzoeksfase van de beleidsdoorlichting is reeds afgerond. Voor de Kabinetsreactie heeft de toenmalige Staatssecretaris van Defensie de opdracht gegeven om niet alleen op de resultaten van de doorlichting te reflecteren, maar ook naar de toekomst te kijken. Om dit goed te onderbouwen, bleek aanvullend onderzoek nodig. Hierdoor heeft het proces van de beleidsdoorlichting vertraging opgelopen. De Kamer is op 25 september 2023 over de vertraging geïnformeerd (Kamerstuk 31516, nr. 40). De Kabinetsreactie wordt in het eerste kwartaal van 2025 opgeleverd.
Culturele diversiteit Ex-durante / ex-post meting 2024 Afgerond Artikeloverstijgend Het Ministerie van Defensie streeft naar een divers personeelsbestand. In 2019 heeft Defensie een eerste nulmeting culturele diversiteit (destijds migratieachtergrond) laten uitvoeren over de periode 2015 t/m 2017. Defensie voert een vervolgmeting uit over de periode 2018-2022. Nadat de vervolgmeting heeft plaatsgevonden, is het doel om deze onafhankelijke meting om het jaar te herhalen waardoor de inzichten geactualiseerd blijven. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Trends, Onderzoek en Statistiek (TOS) van DPOD in samenwerking met het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) in opdracht van HDP. De Staatssecretaris heeft toegezegd de Kamer over de resultaten te informeren. Dit onderzoek is in 2024 afgerond en de eerste resultaten zijn in de Stand van Defensie van september 2024 met de Kamer gedeeld. De meer uitgebreide terugkoppeling aan de Kamer staat gepland voor begin 2025.
Beleving van inclusie Ex-durante evaluatie 2025
i.p.v.
2024
Uitgesteld Artikeloverstijgend In 2017 heeft Defensie door het SCP laten onderzoeken hoe medewerkers D&I beleven en waarderen (rapport ‘Grenzen aan de Eenheid’, januari 2017). Het is gezien de doorontwikkeling van het D&I beleid en aanverwante maatschappelijke ontwikkelingen van belang om met enige regelmaat de beleving en waardering van D&I onder defensiemedewerkers te toetsen. Er wordt binnen Defensie sindsdien al op meerdere vlakken veel gemeten, maar er is diepgaander onderzoek nodig naar de beleving van inclusie bij verschillende specifieke doelgroepen. Dit onderzoek start naar verwachting in Q1 2025 en zal op z’n vroegst eind 2025 worden afgerond.
COTS/MOTS Beleidsdoorlichting 2021 Afgerond H 10, artikel 6 & 7 Kamerstuk 31516, nr. 34
E-fase Boxer Ex-post evaluatie groot project 2024 Afgerond DMF, artikel 3 Kamerstuk 27830, nr. 445
Voortgang programma vervanging onderzeeboten (VOZBT) 3e voortgangsrapportage Jaarlijks Afgerond DMF, artikel 2 Kamerstuk 34 225, nr. 52 (bijlage A)
Voortgang project verwerving F-35 24ste voortgangsrapportage Jaarlijks Afgerond DMF, artikel 4 Kamerstuk 26488, nr. 476
Toekomstvast - goedbeheerd IBO 2021 Afgerond DMF, artikel 5 Link naar onderzoek
Informatiegestuurd optreden bij de Koninklijke Marechaussee (IGO Kmar) Beleidsdoorlichting 2022 Afgerond H 10, artikel 5 Kamerstuk 31516, nr. 37
Grondslag gezocht - Onderzoekscommissie Land Information Manoeuvre Centre (LIMC) Ex-post onderzoek 2023 Afgerond H 10, artikel 3 Link naar onderzoek
Programma Grensverleggende IT (GrIT) 4e en 5e voortgangsrapportage Halfjaarlijks Afgerond DMF, artikel 6 Kamerstuk 35728, nr. 14 en Kamerstuk 35728, nr. 17
Subsidieverstrekkingen Ex-durante evaluatie 2022 Afgerond H 10, artikel 9 Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 zijn meerdere subsidie-evaluaties uitgevoerd (zie bijlage 7.4 subsidieoverzicht, tabel 45). Hieronder vallen bijvoorbeeld subsidieverstrekkingen aan vier veteranenorganisaties die nu gezamenlijk onderdeel zijn van een enkele stichting: het Nederlands Veteranen Instituut. Voor het verantwoordingsonderzoek 2021 heeft de Algemene Rekenkamer (AR) o.a. naar het subsidiebeheer van Defensie gekeken. De hieruit voortgekomen aanbevelingen gebruikt Defensie om het subsidiebeheer te verbeteren.
Publieke investeringen in een politieke context Interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) 2022 Afgerond Artikeloverstijgend Link naar onderzoek
Nationaal Comité Herdenking Capitulatie Wageningen 1945 Subsidie-evaluatie 2021 Afgerond H 10, artikel 9 Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2020 is daarom de subsidie aan het NCHC geëvalueerd.

De doelstellingen en activiteiten van NCHC leveren een waardevolle en unieke bijdrage voor Defensie, namelijk het herdenken van de capitulaties en vieren van de verkregen vrijheid alsook aandacht vragen voor de wereldwijde vraagstukken van Vrede, Vrijheid en Veiligheid vanuit Wageningen, Stad der Bevrijding. De subsidie is zowel doeltreffend als doelmatig.
Stichting Nederlandse Veteranendag Subsidie-evaluatie 2022 Afgerond H 10, artikel 9 Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting Nederlandse Veteranendag geëvalueerd.

De effecten van de activiteiten in het kader van de Nederlandse Veteranendag op het gebied van (maatschappelijke) erkenning en waardering zijn overwegend positief. De activiteiten dragen bij aan de doelstellingen van de stichting en de beleidsdoelstellingen van Defensie. Stichting NLVD weet met een redelijk stabiel budget een steeds groter effect te genereren. De subsidie is zowel doeltreffend als doelmatig.
Stichting Veteraneninstituut (Vi) Subsidie-evaluatie 2022 Afgerond H 10, artikel 9 Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting Veteraneninstituut (Vi) geëvalueerd.

De activiteiten uitgevoerd door het Vi dragen bij aan beleids- en subsidiedoelstellingen op het gebied van erkenning en waardering voor veteranen. Met het uitvoeren van haar taken leverde het Vi een meerwaarde op het gebied van veteranenwelzijn. Doelmatigheid en doeltreffendheid van sommige activiteiten is in enkele gevallen moeilijk te bepalen vanwege de aard van de activiteiten die het opstellen van prestatie-indicatoren bemoeilijkt.
Stichting de Basis Subsidie-evaluatie 2022 Afgerond H 10, artikel 9
Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting de Basis geëvalueerd.

De activiteiten van stichting de Basis dragen bij aan het verbeteren van de gezondheid en het welzijn van veteranen en hun relaties. Van niet alle activiteiten zijn duidelijke prestatie-indicatoren opgesteld. Dit komt mede door de aard van de werkzaamheden. Hierdoor is het niet altijd mogelijk om de doeltreffendheid en doelmatigheid vast te stellen. Desondanks leverde de stichting een unieke bijdrage aan het veteranenwelzijn. De stichting is voor het leveren van maatschappelijk werk gebonden aan professionele standaarden en richtlijnen op het gebied van maatschappelijke zorg hetgeen ook bijdraagt aan een doelmatige en doeltreffende zorgverlening.
Vereniging Veteranenplatform Subsidie-evaluatie 2022 Afgerond H 10, artikel 9 Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Vereniging Veteranenplatform geëvalueerd.

Het Veteranenplatform voert een belangrijke taak uit op het gebied van erkenning, waardering en zorg voor veteranen. Deze taak voor erkenning en waardering is opgenomen in de Veteranenwet en het Veteranenbesluit. Het is echter niet altijd mogelijk om de doeltreffendheid en doelmatigheid van de activiteiten aan te tonen, wat onder andere ligt aan de aard van de activiteiten. De speerpunten van het VP sluiten wel (in bredere zin) aan op de beleidsdoelstellingen van Defensie.
Stichting Nationale Taptoe Subsidie-evaluatie 2022 Afgerond H 10 artikel 9 Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting Nationale Taptoe geëvalueerd.

De activiteiten van de Nationale Taptoe dragen bij aan de doelstelling van Defensie en de zichtbaarheid van Defensie in de samenleving. Het militaire karakter dient behouden te blijven, ook voor het aantrekken van een breder en nieuw publiek. Defensie kan deze activiteiten zelf niet doelmatiger uitvoeren, omdat dit duurder is en kan leiden tot verdringingseffecten.
Universiteit van Amsterdam (Leerstoel Militair recht) Subsidie-evaluatie 2022 Afgerond H 10, artikel 9 Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Universiteit van Amsterdam (Leerstoel militair recht) geëvalueerd.

De subsidie voor de Leerstoel is effectief en het subsidie instrument is doelmatig in relatie tot het Defensiebeleid. De Leerstoel levert een waardevolle en unieke bijdrage aan het onderwijs van specialistisch defensiepersoneel en het levert relevant wetenschappelijke onderzoek. Er bestaan geen twijfels over nut, wenselijkheid en doelmatigheid van deze subsidie. De subsidie dient in hoge mate de onderwijsbelangen van het ministerie van Defensie, welke niet elders gediend kunnen worden, en draagt aanzienlijk bij aan het verhogen van het wetenschappelijk niveau op het terrein van het militair recht.
Stichting Maritiem Kenniscentrum Periodieke subsidie-evaluatie 2022 Afgerond H 10, artikel 9 Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting Maritiem Kenniscentrum geëvalueerd.

Het MKC heeft de volgende activiteiten uitgevoerd: het creëren en onderhouden van een adequate maritieme kennisbasis bij het bedrijfsleven en de overheid en het onderhouden van een kennisinfrastructuur door het creëren van een maximale synergie en interactie tussen de verschillende kennisgebieden. Het MKC heeft door het uitvoeren van de bovengenoemde activiteiten laten zien dat deze bijdragen aan de beleidsdoelen van Defensie. Defensie kan deze activiteiten niet zelf uitvoeren (voor deze minimale middelen) wegens expertise en mogelijke verdringingseffecten.
Stichting Historische Vlucht Subsidie-evaluatie 2022 Afgerond H 10 artikel 9 Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting Historische Vlucht geëvalueerd.

De subsidie voor de Stichting Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht is effectief en doelmatig in relatie tot het Defensiebeleid. Defensie kan deze activiteiten niet zelf uitvoeren omdat dit leidt tot hogere kosten en mogelijke verdringingseffecten. De instandhouding van de Nederlandse militaire luchtvaarthistorie en het opbouwen van kennis hiervan vinden op relatief goedkope wijze plaats dankzij de vrijwilligers. Aangezien de zichtbaarheid en publieke relaties van Defensie hiermee ondersteund worden is deze subsidie doeltreffend. Een subsidie is daarbij het meest geschikte instrument.
Stichting wetenschappelijk onderwijs en onderzoek (SWOON) NLDA Subsidie-evaluatie 2022 Afgerond H 10, artikel 9 Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting wetenschappelijk onderwijs en onderzoek (SWOON) NLDA geëvalueerd.

De subsidie voor de Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA is effectief en het instrument is doelmatig. De activiteiten van de Stichting dragen bij aan de doelstelling van Defensie tot mogelijk maken van wetenschappelijk onderwijs en onderzoek binnen de Faculteit Militaire Wetenschappen van de Nederlandse Defensie Academie. Defensie kan deze activiteiten niet zelf uitvoeren.
Stichting Phantasy in Blue Subsidie-evaluatie 2022 Afgerond H 10, artikel 9 Conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) art 4.24 is Defensie verplicht subsidies elke vijf jaar te evalueren. In 2022 is daarom de subsidie aan de Stichting Phantasy in Blue geëvalueerd.

De subsidie Stichting PHiB is onvoldoende doeltreffend omdat het aantal activiteiten sterk afnam en daarmee onvoldoende bijdraagt aan de doelen van Defensie (zichtbaarheid). Ondanks dat de subsidie een minimum aan Defensiemiddelen heeft gevergd, is de subsidie onvoldoende doelmatig omdat er te weinig activiteiten voor Defensie zijn uitgevoerd. Daarnaast is de inzet van het instrument subsidies duur en administratief intensief, waardoor een alternatieve wijze van bekostiging meer passend is. Op basis van deze conclusies is het advies om de subsidie niet voort te zetten. De subsidie is daarom niet meer toegekend.
Invictus Games Subsidie-evaluatie 2022 Anders H 10, artikel 9 Het wettelijk kader (Awb. 4.24) schrijft voor structurele subsidies eens in de vijf jaar te evalueren. De Invictus Gamessubsidie is een incidentele (of eenmalige) subsidie. Deze subsidie is daarom via een separaat traject verantwoord. De verantwoording van deze subsidie heeft in 2023 plaatsgevonden via een controle van VWS en Defensie.
ASL BISL Subsidie-evaluatie 2022 Anders H 10, artikel 9 Deze evaluatie is niet uitgevoerd. ASL BISL voert geen activiteiten meer uit in het kader van de subsidie ASL BISL. Deze subsidie wordt per 2021 niet meer verstrekt.
Stichting Koninklijke Defensiemusea Subsidie-evaluatie 2025
i.p.v.
2024
Uitgesteld H 10, artikel 9 Het evaluatieonderzoek naar de subsidie aan de SKD loopt nog. Op 31-12-2023 heeft het Koninklijke Museum der Marechaussee in Buren haar deuren definitief gesloten. De verantwoording over de subsidie uit 2023 vond halverwege 2024 plaats waardoor eind 2024 nog geen afgerond evaluatierapport opgeleverd is. De subsidie-evaluatie zal ook het laatste jaar van het Koninklijke Museum der Marechaussee in Buren bevatten.
PARESTO Doorlichting agentschap 2025
i.p.v.
2024
Anders
(loopt)
H 10, artikel 8
Agentschap, separate begroting
Tijdens deze doorlichting wordt het functioneren van het agentschap PARESTO onderzocht met focus op de governance, financieel beheer, doelmatigheidsbevordering en bekostiging. Deze doorlichting wordt uitgevoerd conform de Regeling agentschappen. Helaas bleek de dataverzameling complexer dan verwacht, hierdoor heeft het onderzoeksproces vertraging opgelopen. De doorlichting van Paresto wordt daardoor in 2025 afgerond i.p.v. 2024.
DEOS Ex-durante evaluatie 2022 Afgerond Artikeloverstijgend Defensie heeft de aanpak zoals ingezet met de Defensie Energie en Omgeving Strategie 2019–2022 (DEOS, Kamerstuk 33763, nr. 152) en het Plan van aanpak energietransitie Defensie (Kamerstuk 34919, nr. 74) in 2022 geëvalueerd. De evaluatie heeft laten zien dat concrete stappen zijn gezet om duurzaamheid binnen Defensie te bevorderen en voornaamste randvoorwaarden zijn ingeregeld. Aandachtspunten zijn een duidelijkere belegging in de lijn en het vaststellen van aanvullende maatregelen om de verduurzamingsdoelen te realiseren.

Met de uitvoeringsagenda Duurzaamheid (Kamerstuk 36 124, nr. 25) geven we invulling aan geactualiseerde doelstellingen op het gebied van klimaat, energie en circulariteit met een uitgebreid pakket concrete maatregelen.

Klik hier om de Defensiebegroting 2024 te downloaden, met in hoofdstuk 2.3 «Strategische Evaluatieagenda» de SEA waarop deze bijlage primair betrekking heeft.

Klik hier om de Defensiebegroting 2025 te downloaden, met in hoofdstuk 2.4 «Strategische Evaluatieagenda» de actuele programmering van onderzoeken en evaluaties.

Op www.rijksfinancien.nl is een interactieve versie van de SEA te vinden, raadpleeg hiervoor het overzicht ingepland en uitgevoerd onderzoek.

Bijlage 4: Nationaal Groeifonds

Totaal toegekend NGF-budget Realisatie Resterend budget
2024 t
1 Def. Materieel 2024.66.01.13.94.89 U Totaal uitgaven NGF-projecten 101.744,5 0 101.744,5
U Subtotaal uitgaven project X 101.744,5 0 101.744,5
1 Def. Materieel 2024.66.01.13 U 13. Kennis en Innovatie
1 Def. Materieel 2024.66.01.13.94 U 94. Bekostiging
1 Def. Materieel 2024.66.01.13.94.89 U 89. Technologieontwikkeling

Polaris heeft een doorlooptijd van 8 jaar. De voorziene start stond gepland op 1 september 2024 en de verwachte einddatum op 31 augustus 2032. De voorziene startdatum is echter verlegd naar 1 januari 2025 door vertragingen die zijn opgelopen tijdens door afstemming van de conceptvoorwaarden. De totale projectkosten voor Polaris bedragen € 165,6 miljoen waarvan € 63,9 miljoen een eigen bedrage is van het Consortium. De NGF bijdrage is € 101,7 miljoen. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft een budgetoverheveling van €101.744.545 geïnitieerd van H13 naar H10. Vervolgens is deze intern binnen Defensie naar H66 (DMF) gemuteerd. Het huidige kasritme komt niet overeen met de vastgestelde begroting van het project en wordt nog herschikt.

Bijlage 5: Inhuur externen

In 2024 geeft Defensie € 474,7 miljoen uit aan externe inhuur binnen haar defensiebegroting en het DMF. Voor het DMF betreft dit met name de inhuur van IT-capaciteit voor projecten. De kosten van inhuur door de batenlastendienst Paresto zijn ook in dit overzicht verwerkt voor een bedrag van € 7,8 miljoen.

De personele uitgaven (inclusief de mindering van de uitgaven van de pensioenen en kosten plaatsing in het buitenland) komen uit op € 6,006 miljard. De totale uitgaven voor externe inhuur zijn € 107,4 miljoen hoger dan vorig jaar. Dit komt voornamelijk door inhuur in de categorie advisering opdrachtgevers automatisering die met € 71,6 miljoen is toegenomen.

Het inhuur percentage van Defensie, conform de rijksbrede berekenings wijze, komt uit op 7,9%. Dit percentage is 1,5 procenpunt hoger dan vorig jaar.

2. Organisatie- en formatieadvies 6.810
3. Beleidsadvies 14.982
4. Communicatieadvisering 2.068
Beleidsgevoelig 30.669
5. Juridisch advies 215
6. Advisering opdrachtgevers automatisering 328.277
7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie 601
(Beleids)ondersteunend 329.092
8. Uitzendkrachten (formatie en piek) 114.961
Ondersteuning bedrijfsvoering 114.961
Totaal uitgaven inhuur externen 474.722
Aantal overschrijdingen maximumuurtarief Geen
Toelichting

Bijlage 6: Rijksuitgaven Caribisch Nederland

Totaal uitgaven
Artikel 2 Koninklijke Marine
Opdrachten, Personele en Materiele uitgaven R S Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen
Artikel 3 Koninklijke Landmacht
Opdrachten, Personele en Materiele uitgaven R S Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen
Artikel 5 Koninklijke Marechaussee
Opdrachten, Personele en Materiele uitgaven R S Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen
Artikel 8 Defensie Ondersteuningscommando
Opdrachten, Personele en Materiele uitgaven R S Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen

Conform de RBV dient er in de Rijksbegroting op grond van de motie Hachi (Kamerstuk 33 000, nr. 28) een totaaloverzicht te worden opgenomen van alle uitgaven die de Rijksoverheid in Caribisch Nederland heeft gedaan. Daartoe wordt jaarlijks een overzichttabel in de bijlage van de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgenomen. Bovenstaande tabel is de bijdrage van Defensie aan dit overzicht. De in de tabel opgenomen letter R en S staan respectievelijk voor Rijk en Structueel en zijn conform het RBV-model van de bijlage. De bijdrage van de afzonderlijke departementen dienen in hun eigen begroting te worden opgenomen.

Het ministerie van Defensie voert haar taken structureel in het gehele Koninkrijk uit. Het valt derhalve niet te bepalen welk specifiek deel daarvan wordt besteed in Caribisch Nederland.

Bijlage 7: Rapportage Burgerbrieven

112 5 19% 3 0
466 382 82%
172 37 32% 8 € 28.700,-
28 17 61% 0 0
10.508 1.756 17%

Toelichting

In 2024 is het aantal bezwaarschriften sterk toegenomen tot in totaal 112. Deze bezwaarschriften hebben betrekking op de Wet open overheid (21), op de Algemene Verordening Gegevensbescherming (1), op de Wet inlichtingen en veiligheidsdienst (6), op de Militaire Luchtvaart Autoriteit (8) en op de Tolkenregeling (74). Voorts zien 2 ontvangen bezwaarschriften op overige zaken. In dit jaar zijn 27 bezwaarschriften afgedaan met een beslissing op bezwaar. Hiervan zijn er 5 afgedaan binnen de (verdaagde) wettelijke termijn.

Het aantal gerapporteerde klachten over 2024 betreft de klachten in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene Wet Bestuursrecht (52), de klachten over gedragingen van ambtenaren van de Koninklijke Marechaussee bij de uitvoering van hun in de Politiewet 2012 omschreven taken (414) en de klachten binnengekomen bij de Militaire Luchtvaart Autoriteit (0).

De afgelopen jaren is er een stijgende lijn in de hoeveelheid Woo-verzoeken, maar ook in de omvang en complexiteit. In 2024 zijn er 116 Woo-verzoeken afgehandeld met een formeel besluit en 40 Woo-verzoeken afgehandeld zonder een formeel besluit. Van de formele besluiten zijn er 37 Woo-verzoeken afgedaan binnen de (verdaagde) wettelijke termijn.

Naast de bovengenoemde categorieën heeft het ministerie van Defensie in 2024 tevens 217 overige burgerbieven ontvangen.

Bijlage 8: Veiligheid

Opvolging van toezeggingen naar aanleiding van aanbevelingen van toezichthouders

In deze bijlage vindt u een overzicht van de voortgang op de toezeggingen aan uw Kamer naar aanleiding van aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) en de Inspectie Veiligheid Defensie (IVD). Een aantal toezeggingen is uitgevoerd en wordt in dit overzicht afgedaan. Deze toezeggingen zullen niet terugkeren in toekomstige overzichten.

Toezegging Af Voortgang
OVV-rapport Mortierongeval Mali, Kamerstuk 34 775 X, nr. 7 van 28 september 2017
1 Direct na het uitkomen van het OVV-rapport zijn de nog in voorraad zijnde 60 mm HE 80 granaten van de betreffende granaten geblokkeerd. De gehele voorraad 60 mm mortiergranaten zal worden vernietigd. Nee Zoals vorig jaar aan uw Kamer gemeld is in 2024 de voorbereiding van de demilitarisatie van de mortiergranaten voortgezet. Op basis van eerdere onderzoeken, waaronder dat van TNO zoals vorig jaar in het overzicht gemeld, is voor alle locaties waar de granaten zijn opgeslagen een voorkeursoptie vastgesteld om de granaten te demilitariseren. Afgelopen jaar zijn in samenwerking met de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) en Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) succesvol 20 granaten vernietigd door de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD), als onderdeel van een test om veilig de granaten te detoneren. Defensie werkt komend jaar verder aan het demilitarisatiesproces van de mortiergranaten, waarbij de succesvolle testresultaten worden betrokken.
OVV-rapport Draadaanvaring Apache-helikopter tijdens nachtvliegen, Kamerstuk 34 775 X, nr. 140 van 6 september 2018 en Kamerstuk 35 000 X, nr. 100 van 21 februari 2019
2 In de komende jaren worden stapsgewijs meer hoogwaardige simulatoren aangeschaft voor zowel Apache- als Chinookhelikopters. Deze nieuwe simulatoren worden aan reeds bestaande simulatoren gekoppeld om een tactische omgeving te kunnen simuleren. Het gaat om hoogwaardige technologie die verder ontwikkeld moet worden. De planning is dat de eerste simulatoren voor de Chinook in 2020 en 2021 instromen, voor de apache is dit 2022 en 2023. Hoewel deze simulatoren een waardevolle aanvulling bieden op het trainingsprogramma, moet de huidige balans met live vliegen in stand gehouden worden voor een professionele gereedstelling. Ja Zoals vorig jaar aan uw Kamer gemeld is in 2024 de eerste nieuwe Apache-simulator (E-versie) in gebruik genomen. Het Defensie Helikopter Commando bouwt op dit moment de tweede simulator (LCT-E) op en neemt deze in het eerste kwartaal van 2025 in gebruik. De toezegging zal daarmee dit jaar uitgevoerd zijn, en wordt bij deze afgedaan.
IVD-rapport Het Markiezaat, Kamerstuk 35 500 X, nr. 7 van 14 oktober 2019
3 De huidige versie van de MP 40-30 is in 2010 gepubliceerd. Eerder informeerden wij u dat de MP 40-30 in het tweede kwartaal van dit jaar gereed zou zijn (Kamerstuk 35 000 X, nr. 81). De schietinstructie voor speciale eenheden – waaronder het aanpassen van de regels voor CQB-schietinrichtingen – hebben we eerder dit jaar ingevoerd. Dit wordt verwerkt in de MP 40-30. Daarnaast zijn we bezig met het harmoniseren van het schietbeleid tussen de verschillende krijgsmachtdelen. Dit moet zorgvuldig gebeuren en dat kost tijd. Dit maakt dat de MP 40-30 op een later moment dan voorzien wordt vastgesteld. Dit voorschrift wordt ook gepubliceerd op een eenvoudig vindbare centrale locatie. Nee De herziening van de MP 40-30 («Voorschrift voor de inrichting en het gebruik van schietinrichtingen») heeft in 2024 vertraging opgelopen door het werk aan andere wetgevingsprioriteiten. Er wordt gestreefd naar definitieve vaststelling in 2025.
IVD-rapport Vervoer gevaarlijke stoffen, Kamerstuk 35 570 X, nr. 78 van 1 december 2020
4 De Taskforce Logistiek krijgt de opdracht de positie, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de veiligheidsadviseur te laten harmoniseren voor alle defensieonderdelen en te bezien hoe de functie van veiligheidsadviseur versterkt moet worden. Ja Zoals vorig jaar aan uw Kamer gemeld is er in 2024 een CDS-instructie voor veiligheidsadviseurs opgesteld. Deze instructie wordt medio 2025 vastgesteld, daarmee is deze toezegging afgedaan.
5 De veiligheidsadviseur rapporteert schriftelijk veiligheidsknelpunten (periodiek), waarbij wij deze rapportages een meer bindend karakter geven. Indien de commandant het advies niet opvolgt legt hij hierover verantwoording af. Knelpunten die niet kunnen worden opgelost door het defensieonderdeel zelf, worden meteen via het regieoverleg geëscaleerd. Ja Zie punt 4 hierboven. Met het vaststellen van de CDS-instructie wordt deze toezegging afgedaan.
6 Defensie beziet of het niveau van de lagere onderdelen versterkt kan worden met een adviserende veiligheidsfunctionaris. De Taskforce Logistiek monitort de ontwikkelingen en stuurt waar nodig bij. Ja Zie punt 4 hierboven. Elk Defensie onderdeel beschikt over een veiligheidsadviseur vervoer gevaarlijke stoffen. Op het niveau van de lagere onderdelen zijn bij CLAS, CLSK, CZSK en COMMIT ook deeltijd veiligheidsadviseurs aangesteld. Met het vaststellen van de CDS-instructie wordt deze toezegging afgedaan.
7 Defensie gaat scherper selecteren op welke medewerker in welke mate opgeleid moet worden om gevaarlijke stoffen veilig te kunnen verzenden. Defensie brengt hiertoe duidelijker in beeld welke medewerkers taken en verantwoordelijkheden hebben bij het vervoer van gevaarlijke stoffen en alleen zij worden vervolgens opgeleid. Ja Zoals aan uw Kamer vorig jaar is gemeld, is de capaciteit voor opleidingen aanzienlijk verhoogd. Daarmee is deze toezegging afgerond. Door de implementatie van het programma Kwaliteit in Beeld wordt het proces geautomatiseerd om de behoefte van Defensie op het veiligheidsterrein en de functies en kwalificaties van medewerkers in beeld te brengen.
8 Een voorstel van Defensie om ervaring te behouden door het personeel werkzaam binnen het veiligheidsdomein, waaronder het vervoer van gevaarlijke stoffen, langer op functie te houden zal in het overleg met de vakbonden worden besproken. Nee Aan de uitvoering van deze toezegging wordt gewerkt. Mogelijke aanpassingen aan het functieroulatiesysteem hebben niet alleen impact op het veiligheidsdomein maar ook op de bedrijfsvoering van andere domeinen binnen Defensie. Hierdoor moeten eventuele aanpassingen in samenhang worden bezien en is er nog geen uitsluitsel op dit punt.
9 Defensie onderzoekt in het kader van het nieuwe personeelsmodel de mogelijkheid om loopbaansporen binnen het veiligheidsdomein in te richten. Nee Aan de uitvoering van deze toezegging wordt gewerkt, het creëren van loopbaanpaden is onderwerp van gesprek en onderdeel van het verder professionaliseren van de veiligheidsorganisatie.
10 De Taskforce Logistiek zal bekijken of in aanvulling op het bovenstaande meer nodig is om de afzender adequaat te ondersteunen. Nee Vorig jaar is aan uw Kamer gemeld dat er werd gewerkt aan het voorzien van mobiele scanapparatuur. De benodigde apparatuur is grotendeels het afgelopen jaar aangeschaft. Een aandachtspunt voor aankomend jaar blijft het verzorgen van de juiste opleidingen om de apparatuur te gebruiken, met oog op het kunnen maken van de wiskundige berekeningen die nodig zijn om in het veld de juiste veiligheidsafstanden te bepalen.
IVD-rapport Risico's onderkend? (blikseminslag), Kamerstuk 35 570 X, nr. 81 van 13 januari 2021
11 Na de herziening van de Aanwijzing ‘SG-007’ – gepland voor 2021 – wordt de onderliggende documentatie hiermee in lijn gebracht. Lagere regelgeving wordt daardoor in 2022 aangepast. Nee De herziening van de SG-007 (de Aanwijzing over veiligheid, gezondheid en milieu bij Defensie) wordt in 2025 afgerond. Als de onderliggende documentatie hiermee is lijn is gebracht kan deze toezegging worden afgedaan.
IVD-rapport «Veiligheid in de lucht». Zelfbeschieting F-16 Vliehors, Kamerstuk 35570 X, nr. 93 van 25 mei 2021
12 Defensie heeft voor de veiligheid van medewerkers in de controletoren besloten om niet de controletoren, maar de doelen en de aanvliegroute hiernaartoe te verplaatsen. Op deze manier verandert de ligging van het doelengebied ten opzichte van de huidige controletoren. Daardoor wordt het risico op beschieting van de toren verkleind. Hierna is de Koninklijke Luchtmacht gestart met het project om de doelen en de aanvliegroute hiernaartoe te verplaatsen. De verwachting is dat, als alles goed verloopt, de verplaatsing van de oefendoelen in 2023 is gerealiseerd. Na het verplaatsen van de doelen evalueert de Commandant Luchtstrijdkrachten integraal alle restrisico’s van de nieuwe situatie. Na deze evaluatie wordt vastgesteld of verplaatsing van de controletoren nog noodzakelijk is. Nee De bestuursrechter heeft in november 2024 uitspraak gedaan in het beroep van een belangenvereniging tegen de natuurvergunning voor de militaire trainingsactiviteiten op de Vliehors Range op Vlieland. Defensie is hierbij in het ongelijk gesteld en de natuurvergunning is vernietigd. Hierdoor beschikt Defensie niet over alle benodigde vergunningen om de doelen te verplaatsen. Momenteel wacht Defensie op een nieuwe beschikking van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) op de vergunningaanvraag.
IVD-rapport Luchtvaartongeval NH-90 Aruba, Kamerstuk 35 925 X, nr. 48 van 2 december 2021
13 In de beleidsreactie wordt benadrukt dat de bemanning op het moment van het ongeval volledig voldeed aan de gestelde normen. Wel zijn er sinds het ongeval verbeteringen doorgevoerd, zo krijgt elke aankomend gezagvoerder een coach toegewezen die begeleiding biedt in de individuele leerlijn. Deze coach is een vlieger met een achtergrond als instructeur of trainer. De coach vliegt soms mee en voert gesprekken, waarbij de aandacht ligt bij de besluitvorming van de aankomend gezagvoerder. Ook wordt bijgehouden hoeveel uur een piloot daadwerkelijk pilot flying is geweest en hoeveel uur pilot non flying , dit is relevant voor luchtvaartuigen die (soms) met een bemanning vliegen die uit meerdere vliegers bestaat. Over twee jaar zal worden onderzocht of deze verbeteringen de gewenste impuls hebben gegeven aan de ervaringsopbouw van de vliegers. Na het versturen van de beleidsreactie zal de opdracht hiervoor vanuit de DGB gegeven worden. De resultaten van het onderzoek worden gerapporteerd aan de Directie Veiligheid, die zorg draagt voor de communicatie aan de IVD. Ja

Zoals vorig jaar aan uw Kamer gemeld is de evaluatie naar de maatregelen uitgevoerd. Uit interviews met vliegers blijkt dat zij voldoende steun ervaren van instructeurs en collega’s en dat zij nog geen gebruik hebben gemaakt van de aangewezen coach. Het bijhouden van vlieguren, zowel als Pilot Flying (PF) en Pilot Monitoring (PM), is geïntegreerd in het debriefformulier en het Operationeel Management Informatiesysteem (OMIS). Hierdoor wordt praktijkervaring nauwkeurig gedocumenteerd en biedt het inzicht in de daadwerkelijke vliegactiviteiten van de (aankomend) gezagvoerders, wat essentieel is voor evaluatie en verbetering van de training.  

Als reactie op het IVD-rapport is een nieuw Opleidingen en Trainingen (O&T) concept geïmplementeerd. Dit concept maakt het mogelijk voor copiloten om direct zelf te beginnen met vliegen, naast het meevliegen als monitorende piloot. Uitdagende manoeuvres, inclusief de manoeuvres uit het IVD-rapport worden getraind. Terugkoppeling van vliegers en andere betrokkenen benadrukken de waarde van deze nieuwe manier van opleiden.

IVD-rapport Inzetgereed op Missie (Dingo Afghanistan), Kamerstuk 35 925 X, nr. 50 van 16 december 2021
14 Defensie zal de inrichting van het risicomanagementproces en het toezicht op de kwaliteit en de uitvoering van de maatregelen evalueren en verbeteren. Ja Deze toezegging is afgerond. Er is een Standing Operating Procedure (SOP) opgesteld, die het proces bij afwijkende gereedmeldingen van eenheden beschrijft en hoe de eenheid in het missiegebied aanvullende training doorloopt, waarmee de effectiviteit en veiligheid op het vereiste niveau wordt gebracht. Ook is door de verbeterde Risico Analyse Operationeel (vRAO) het toezicht en de kwaliteit van de uitvoering verbeterd. Deze maatregelen zijn voor 2024 uitgevoerd waardoor bij nader inzien deze toezegging al in het overzicht van vorig jaar had kunnen worden afgedaan.
IVD-rapport Ontploffen bodem Zodiac verkenningsboot, Kamerstuk 35 925 X, nr. 81 van 22 mei 2022
15 Defensie evalueert het proces van het delen van geïdentificeerde risico’s met gebruikers van vergelijkbaar materieel en past het proces aan op basis van de evaluatie. Ja Deze toezegging is afgerond. Geïdentificeerde risico’s worden op voortdurende basis gedeeld in opleidingen en het opleidingsplan is herzien eind 2024.
16 Defensie werkt de uitvoering van het delen van geïdentificeerde risico’s uit voorvalonderzoeken met leveranciers en fabrikanten nader uit in een instructie. Nee Aan deze toezegging is afgelopen jaar gewerkt door de implicaties van een aanvullende instructie over het delen van risico’s uit voorvalonderzoeken in kaart te brengen. Dit zal komend jaar worden doorgezet.
IVD-rapport ‘Risico’s van grensverleggende activiteiten. Onderzoek naar het overlijden van een militair tijdens civiel parachutespringen op Teuge 23 juli 2019’, Kamerstuk 35 925 X, nr. 72 van 21 juni 2022
17 Het realiseren van een Defensiebrede richtlijn voor GVA. Dit wordt gedaan door het opstellen van de CDS 700/4 «GVA». Ja Deze toezegging wordt bij deze afgedaan. De CDS-aanwijzing zal in het eerste kwartaal van 2025 worden vastgesteld en daarmee wordt de toezegging uitgevoerd. Het nummer van de aanwijzing is gewijzigd naar A-CDS-707 GVA.
18 Het opstellen van raamovereenkomsten met civiele partners, waarbij de interne kenniscentra en experts worden betrokken. Ja Deze toezegging wordt bij deze afgedaan. De uitvoering wordt geregeld in dezelfde aanwijzing als hierboven genoemd bij punt 17. In de samenwerking met civiele partners hebben kenniscentra de verantwoordelijkheid om de voorwaarden en kwaliteitseisen die intern bij Defensie worden gehanteerd te borgen, te bewaken en vast te leggen in de raamovereenkomst met de civiele partner.
IVD-rapport ‘Onderzoek naar risico’s bij de BSB opleiding VWI-A’, Kamerstuk 36 200 X, nr. 9 van 7 oktober 2022
19 Defensie gaat na bij welke opleidingen een RI&E nog ontbreekt en stelt een concreet plan op om die tekortkoming te herstellen. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan opleidingen waar risico’s evident hoger zijn, zoals de VWI-A van de BSB. Nee Deze maatregel is nog niet volledig uitgevoerd. Bij het Opleidings-, Trainings- en Kenniscentrum (OTC) van de Koninklijke Marechaussee is inmiddels voor alle opleidingen een RI&E (risico-inventarisatie en -evaluatie) beschikbaar. Het opstellen van de plannen voor de opleidingen is prioritair opgelopen. Concreet voor de BSB opleiding, onderdeel van het Landelijk Tactisch Commando (LTC) van de KMar, is vorig jaar de RI&E schieten-breachen tot stand is gekomen. Daar wordt nog gewerkt aan het opstellen van een RI&E voor alle opleidingen.
20 Defensie zorgt voor voldoende personele ondersteuning voor het opstellen van opleidingen, processen, leertaken en RI&E’s, en maakt heldere beschrijvingen van instructies en procedures en stelt deze formeel vast. Ja Deze toezegging is afgerond. Het afgelopen jaar is de personele vulling van de veiligheidsorganisatie binnen de KMar verder verbeterd. Bij het LTC zijn 26 van de 30 veiligheidsfuncties gevuld en bij het OTC 5 van de 6. Bij de staf van de KMar is er volledige vulling. Daarnaast beschikt de KMar over de mogelijkheden en ondersteuning die nodig is om het personeel op te leiden.
IVD-voorvalonderzoek «Schietongeval Kamp Marmal, Afghanistan (16 januari 2021)» en IVD-voorvalonderzoek «Val van CV90-gevechtsvoertuig in Duitsland (5 september 2019)» Kamerstuk 36 124, nr. 36 van 5 oktober 2023.
21 De CDS heeft in september 2022 opdracht gegeven om over te gaan tot verwerving van «safety» mondingsstoppen. ​ Ja In 2024 zijn testmodellen aangeschaft voor de ‘safety’ mondingsstoppen. Voor twee wapenssystemen zijn de mondingsstoppen besteld en deels binnengekomen. Volledige uitrol vindt plaats in de eerste helft van 2025.
22 «Tone at the top» blijft van belang. De rol van het veiligheidscomité wordt aangescherpt, er komt meer expliciete aandacht voor defensiebrede communicatie over veiligheid en defensieonderdeel-overstijgende knelpunten.​ Ja Deze toezegging is afgerond. In de Bestuursraad Veiligheid, de opvolger van het veiligheidscomité, wordt structureel aandacht besteed aan veiligheid. Ook wordt in de vorm van het ‘Ketenoverleg Veiligheid’ periodiek defensieonderdeel-overstijgende knelpunten en relevante casus met betrekking tot veiligheid besproken ter reflectie. Alle defensieonderdelen zijn in deze overlegstructuur vertegenwoordigd. Op deze manier is de aandacht voor veiligheid expliciet verankerd in de organisatie.
23 In lijn met de aanbevelingen van de IVD zal Defensie de e-learning actualiseren en herzien. Daarnaast zal in de opleiding ter voorbereiding op specifieke missies meer aandacht besteed worden aan het veiligheidsbewustzijn. Nee Er is afgelopen jaar gewerkt aan het aanpassen van de module Veiligheid in de e-learning Militaire Basis Vaardigheden (MBV). Naar verwachting is dit medio 2025 afgerond.
IVD-rapport «Beheersing van munitieveiligheidrisico’s», Kamerstuk 36 410 X, nr. 14 van 11 december 2023
24 In lijn met het IVD-rapport «Beheersing van munitieveiligheidsrisico’s» zal Defensie zowel binnen als tussen de defensieonderdelen de structurele uitwisseling van kennis over de beheersing van munitieveiligheidsrisico’s verbeteren. Hierbij is onder meer te denken aan het delen van best practices en lessons identified. Nee Deze toezegging is in uitvoering en wordt opgepakt in samenspraak met het Commando Materieel en IT (COMMIT) en de Defensiestaf. In 2025 zal bij de landmacht een regierol zijn ingericht ten behoeve van structurele kennisuitwisseling over de beheersing van munitieveiligheidsrisico’s en het delen van best practices en lessons identified.
25 In lijn met het IVD-rapport «Beheersing van munitieveiligheidsrisico’s» zal Defensie vaststellen wat het niveau van competenties en ervaring moet zijn van personeel dat betrokken is bij de opslag, het transport en het gebruik van munitie om zowel bij oefeningen als inzet de munitieveiligheidsrisico’s te beheersen. Nee Zie de toelichting bij punt 24.
IVD-rapport "Schietongeval Camp Bulldog", Kamerstuk 36 410-X, nr. 94 van 1 juli 2024
26 Er wordt verder gewerkt aan de implementatie van maatregelen die bijdragen aan het bevorderen van het veiligheidsbewustzijn en de meldingsbereidheid (Kamerbrief naar aanleiding van IVD-rapporten ‘Schietincident kamp Marmal’ en ‘Val van een CV90’. Nee De herziening van de module Veiligheid binnen de e-learning militaire basis vaardigheden (MBV) en de opleiding ter voorbereiding op specifieke missies wordt naar verwachting medio 2025 afgerond. De module is bedoeld om militairen een gedegen basiskennis te geven van veiligheid.
27 Er wordt onderzocht hoe Defensie structureel kennis kan nemen van relevante gerechtelijke uitspraken en deze kennis actief kan betrekken bij het verbeteren van veiligheid tijdens missies. Ja Deze toezegging is afgedaan. Er is onderzocht hoe Defensie structureel kennis kan nemen van relevante gerechtelijke uitspraken. Defensie nam al structureel kennis van gerechtelijke uitspraken bij de militaire kamers van de rechtbank en het gerechtshof, waarbij relevante bedrijfsveiligheidsaspecten aan de orde kunnen komen. Inmiddels is ook in de organisatie aandacht gegeven aan het kennis nemen van andere uitspraken met relevante bedrijfsveiligheidsaspecten voor Defensie bij andere gerechten, voor zover dit past binnen de bedrijfsvoering. Hiervan is bijvoorbeeld sprake in geval van verdenking van strafbare feiten van burgermedewerkers of civiele procedures.

Bijlage 9: Lijst met afkortingen

ADR Auditdienst Rijk
AFCC Air Force Capability Coalition
AIVD Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
AR Algemene Rekenkamer
AV-Akkoord Arbeidsvoorwaarden-akkoord
BBP Bruto Binnenlands Product
BENELUX België Nederland Luxemburg
BIV Budget Internationale Veiligheid
BKI BeleidsKader Inzetvoorraden
BZ Ministerie van Buitenlandse Zaken
BZK Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
C-130 Type transportvliegtuig
CBRN Chemische, Biologische, Radiologische en Nucleaire (CBRN) middelen
CDS Commandant der Strijdkrachten
CEP Centraal Economisch Plan
CIO Chief information Officer
CLAS Commando Landstrijdkrachten
CLSK Commando Luchtstrijdkrachten
COID Centrale Organisatie Integriteit Defensie
COMMIT Commando Materieel en IT
COTS/MOTS Commercial/Military Off The Shelf
CW Comptabiliteitswet
CZSK Commando ZeeStrijdKrachten
DAOG Directie Aansturen Operationele Gereedstelling
DBBB Defensie Brand en Bedrijfsstoffen Bedrijf
D&I Diversiteit & Inclusie
DMF DefensieMaterieelbegrotingsFonds
DOSCO Defensie OndersteuningsCommando
EDF Europees Defensiefonds
EDTIB Europese Defensie Technologische en Industriële Basis
eFP Enhanced Forward Presence
EI2 European Intervention Initiative
EMASOH European-led Maritime Awareness in the Strait of Hormuz
EODD Explosieven Opruimingsdienst Defensie
EPF European Peace Facility (Europese Vredesfaciliteit)
EU Europese Unie
EULPC European Union Liaison and Planning Cell
EUMAM European Union Military Assistance Mission
EUTM European Union Training Mission
EZK Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
F-16 Jachtvliegtuig
F-35 Vijfde generatie jachtvliegtuig
FABK Financiële Administratie en Beheer Kantoor
FNIK Financiering Nationale Inzet Krijgsmacht
FO Forensisch- en Opsporingsteam
GrIT Grensverleggende Informatie Technologie
HNS Host Nation Support
HR Human Resources
ICC International Criminal Court
ICT Informatie- en CommunicatieTechnologie
IFU International Fund for Ukraine
IenW Infrastructuur en Waterstaat
IGO Informatie Gestuurd Optreden
ISB Incidentele Suppletoire Begroting
IT Informatietechnologie (incl communicatie)
IVD Inspectie Veiligheid Defensie
JEF Joint Expeditionary Force
JenV Ministerie van Justitie en Veiligheid
JIVC Joint Informatievoorzieningscommando
Kmar Koninklijke Marechaussee
KPI Key Performance Indicator
MatLogCo Materieellogistiek Commando
MGZ Militaire Gezondheidszorg
MINUSMA United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission
MIVD Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
MPZ Militaire Politiezorg
NIGS Nadere Inventarisatie Gevaarlijkse Stoffen
N.V. Naamloze Vennootschap
NATO North Atlantic Treaty Organization
NAVO Noord Atlantische VerdragsOrganisatie
NH-90 Helikopter
NLDA Nederlandse Defensie Academie
NLR Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum
NLVi Stichting Nederlands Veteraneninstituut
OPCO Operationeel Commando
OvV Onderzoeksraad voor Veiligheid
PESCO Permanent Structured Cooperation
QRA Quick Reaction Alert
RBV Rijksbegrotingsvoorschriften
RVB Rijksvastgoedbedrijf
RVS Regeling Volledige Schadevergoeding
RWT Rechtspersonen met een Wettelijke Taak
SAC Strategic Airlift Capability
SEA Strategische Evaluatie Agenda
SKD Stichting Koninklijke Defensiemusea
SVi Stichting Veteraneninstituut
SVP Strategisch Vastgoedplan
SWOON Stichting Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek NLDA
SZVK Stichting Ziektekosten Verzekering Krijgsmacht
TAKUBA Taakgroep van de multinationale Combined Joint Special Operations Task Force (CJSOTF)
TNO Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek
UDCG Ukraine Defence Contact Group
UNDOF United Nations Disengagement Observer Force
UNIFIL United Nations Interim Force in Lebanon
UNTSO United Nations Truce Supervision Organisation
USSC United States Security Coordinator
VJTF(A) Very High Readiness Joint Task Force (Air)
VJTF(M) Very High Readiness Joint Task Force (Maritime)
VN Verenigde Naties
VP Vereniging Veteranen Platform
VPD Vessel Protection Detachment
VTE Voltijdsequivalent
Wiv Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
WNT Wet Normering Topinkomens
Woo Wet Openbare Overheid
ZBO Zelfstandige Bestuursorganen
Zr. Ms. Zijner Majesteits

  1. __Defensienota 2024↩︎

  2. __De percentages NAVO-norm conform NATO Annual Report zijn tot en met 2023 openbaar. Het percentage voor 2024 (2,06%) is ten tijde van het opstellen van het jaarverslag nog niet gepubliceerd. Naar verwachting vindt publicatie door de NAVO medio april plaats.↩︎

  3. __De uitgaven voor kort-cyclisch innoveren (KCI) worden sinds 2021 begroot in het Defensiematerieelbegrotingsfonds. In het jaarverslag (K) wordt verantwoord over de uitgaven voor KCI.↩︎

  4. __Inclusief de instandhoudingsbijdrage van de TO2 (TNO, NLR en MARIN).↩︎

  5. __Voor het invaren van de militaire pensioenen in het nieuwe pensioenstelsel is in de Voorjaarsnota 2023 een reservering opgenomen van 8,5 miljard euro in 2026.↩︎