Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de voortgang milieuproblematiek Tata Steel (Kamerstuk 28089-334)
Gezondheid en milieu
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2025D21394, datum: 2025-05-14, bijgewerkt: 2025-05-30 11:14, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2025D21394).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (VVD)
- Mede ondertekenaar: G.B. Koerselman, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2025Z07126:
- Indiener: C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-04-15 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-04-23 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-05-13 12:00: Voortgang milieuproblematiek Tata Steel (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-06-18 09:30: Extra procedurevergadering commissie I&W (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
2025D21394 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over zijn brief over de voortgang van de milieuproblematiek bij Tata Steel (Kamerstuk 28 089, nr. 334).
De voorzitter van de commissie,
P. de Groot
Adjunct-griffier van de commissie,
Koerselman
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
GroenLinks-PvdA-fractie |
VVD-fractie |
D66-fractie |
BBB-fractie |
Partij voor de Dieren-fractie |
Inleiding
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief over de voortgang van de milieuproblematiek bij Tata Steel. Deze leden maken zich veel zorgen over de gezondheidssituatie in de IJmond en vinden dat actie te lang uitblijft.
De leden van de VVD-fractie danken de Staatssecretaris voor de onderhavige stukken. Zij hebben op dit moment geen verdere vragen.
De leden van de D66-fractie danken de Staatssecretaris voor de brief over de voortgang van de milieuproblematiek rond Tata Steel.
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris en de aanhangige stukken aangaande de voortgang van de milieuproblematiek bij Tata Steel. Deze leden hebben nog wel enkele vragen.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris en zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn zeer geschrokken van de recente berichten over de staat van de kooksgasfabriek 2. Bij 99 van de 108 ovens werden problemen geconstateerd, waaronder barsten en scheuren in de ovenwanden. Deze leden vinden al jaren dat de kooksgasfabriek 2 niet meer in gebruik zou moeten zijn. Kan de Staatssecretaris schetsen hoe het ervoor staat met de intrekkingsprocedure die het bevoegd gezag is gestart? Wat is hiervan de tijdlijn? Ondersteunt hij het bevoegd gezag zowel juridisch als financieel bij deze procedure? Wat verwacht hij met betrekking tot de toekomst van dit fabrieksdeel?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn tevens benieuwd hoe het er inmiddels voor staat met de uitvoering van de gezondheidseffectrapportage (GER) bij Tata Steel. Hoewel de methodiek klaarligt, is er op dit moment nog geen regie genomen om de rapportage daadwerkelijk te maken. In het commissiedebat Leefomgeving is toegezegd dat er een regierol zal worden belegd. Zijn hierin al stappen gezet?
D66-fractie
De leden van de D66-fractie onderstrepen het belang van een gezonde leefomgeving voor de inwoners van de IJmond en zien met zorg dat de gezondheidsrisico’s nog altijd ernstig zijn. Voor deze leden is gezondheid geen bijkomende overweging, maar een randvoorwaarde voor de besluitvorming over de maatwerkafspraak met Tata Steel. Die norm is leidend, niet optioneel.
De leden van de D66-fractie zijn de Staatssecretaris erkentelijk dat de snelheid achter de GER in acht wordt genomen. Tegelijkertijd vinden zij ook dat we, als het gaat om de gezondheid van omwonenden, niet alleen kunnen hopen op medewerking van Tata Steel. Graag zien deze leden dat er een strengere deadline voor de ontwikkeling van de GER wordt vastgesteld. Daarnaast vragen deze leden op welke manier wordt geborgd dat de GER ook daadwerkelijk leidend zal zijn bij het opstellen en toetsen van de uiteindelijke maatwerkafspraak. Wordt dit expliciet vastgelegd, bijvoorbeeld als voorwaardelijk onderdeel van de Joint Letter of Intent (JLOI)?
De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over de gezondheidsrisico’s die omwonenden lopen, doordat de kooksgasfabriek 1 zijn deuren niet zal sluiten tot 2030. Het is de verantwoordelijkheid van de bevoegde instanties om toe te zien op de uitvoering van de regels door Tata Steel. Deze leden vragen de Staatssecretaris daarom nadrukkelijk om de handhavende instanties zo goed als mogelijk te ondersteunen. Daarnaast vragen deze leden of de motie-Bouchallikh aangaande het verlagen van de NOx-uitstoot van Kooksgasfabriek 1 naar 500 mg/Nm3 (Kamerstuk 22 343, nr. 354) voldoende voortvarend wordt opgepakt. De analyse loopt al sinds 2022, terwijl de uitstoot significant is en bijdraagt aan bewezen gezondheidsschade. Waarom duurt het vaststellen van de norm zo lang en wat kan de Staatssecretaris doen om dit te versnellen?
De leden van de D66-fractie lezen dat Tata Steel bereid is om vertrouwelijk informatie inzake de milieueffectrapportage (MER) te delen voor de GER. Wordt daarbij ook onafhankelijke toetsing door publieke instanties (zoals de GGD of het RIVM) gegarandeerd? Hoe wordt voorkomen dat de informatieongelijkheid tussen bedrijf, overheid en omwonenden blijft bestaan? Wordt overwogen om omwonenden actief te betrekken bij de toetsing en validatie van de GER, bijvoorbeeld via een burgerpanel of een openbare zienswijzeprocedure?
BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie vragen wat de houding van Tata Steel is ten opzichte van het methodisch kader van de GER voor Tata Steel Nederland (TSN).
De leden van de BBB-fractie lezen dat brede welvaart niet wordt meegenomen in de onderzoeken. Als reden wordt gegeven dat het niet in te schatten is wat een toekomstige situatie doet met de mentale gezondheid. Deze leden vinden dit lastig. De aanwezigheid van Tata Steel heeft namelijk ook positieve effecten op de brede welvaart in de regio en vinden dat daar een zo realistisch mogelijk beeld van geschetst moet kunnen worden, zowel van de positieve effecten van TSN op de omgeving, als de negatieve.
De leden van de BBB-fractie merken op dat de GER-TSN zich richt op activiteiten binnen het TSN-terrein. Transportstromen worden daarbij niet meegewogen. Deze leden vragen waarom, aangezien zwaar verkeer en de constante toestroom van zware zeevaart net zo goed een effect kunnen hebben op de gezondheid van omwonenden.
Partij voor de Dieren-fractie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vinden de negatieve gezondheids- en milieueffecten die Tata Steel veroorzaakt, zeer zorgwekkend. Maar ook de houding van het bedrijf, dat vaker is betrapt op het geven van misleidende of incomplete informatie en data. De bewijzen van de schade blijven zich opstapelen. Deze leden hebben vragen over onder andere de maatwerkafspraken, kooksfabrieken, overkappingen en staalslakken en hopen dat de Staatssecretaris zo snel mogelijk alles op alles gaat zetten om de gezondheid van omwonenden en werknemers maximaal te beschermen, volledig in lijn met álle adviezen van de onafhankelijke Expertgroep Gezondheid IJmond en dus conform de wens van de Kamer.
Maatwerkafspraken en gezondheid
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat de bescherming van de gezondheid van burgers een van de belangrijkste kerntaken van de overheid is. Het is daarom belangrijk dat de gezondheid van omwonenden en werknemers centraal staat in de eventuele maatwerkafspraken met Tata Steel en de naleving snel en effectief kan worden afgedwongen. De omgevingsdienst concludeerde recent dat Tata Steel «calculerend en opportunistisch» te werk gaat en signaleerde dat het bedrijf decennia lang oude onderdelen (die kankerverwekkende stoffen lekken) en beschadigde ovenwanden «jaren achter elkaar» blijft gebruiken. De toezichthouder stelt dat Tata Steel er bewust voor kiest de ovenwanden niet te repareren en heeft er geen vertrouwen dat Tata dit oplost. Ook concludeert de omgevingsdienst dat Tata Steel geen goed onderhoudsplan heeft. Deze leden zijn benieuwd welke invloed dit heeft op de onderhandelingen over de maatwerkafspraken. Hoe kan het dat er nog geen goedgekeurd onderhoudsplan van Tata Steel ligt? Deze leden zijn benieuwd of de Staatssecretaris bereid is om een goed onderhoudsplan af te dwingen bij Tata Steel. Hoe kan de Staatssecretaris afspraken maken met een bedrijf dat dit gedrag laat zien en keer op keer tijd rekt en aantoonbaar misleidt? Deze leden vragen de Staatssecretaris om uitgebreid toe te lichten hoe hij in de maatwerkafspraken gaat borgen dat de data die relevant zijn voor de afspraken a) heel snel toegankelijk zijn voor de toezichthouder en b) onafhankelijk worden gemeten en gecontroleerd, aangezien Tata met de huidige werkwijze te veel kansen heeft om te misleiden en te vertragen (zie ook de uitspraak van de omgevingsdienst en de Reclame Code Commissie over Tata’s onjuiste claim dat ze de hoeveelheid polycyclische aromatische koolwaterstoffen (pak’s) in 2022 met 50% hebben verminderd). Ook vragen deze leden de Staatssecretaris om uitgebreid toe te lichten hoe hij in de maatwerkafspraken gaat borgen dat er, als tussentijds blijkt dat Tata Steel zich niet aan de afspraken rondom gezondheid houdt, meteen hard kan worden ingegrepen. Kan de Staatssecretaris beloven dat in de eventuele maatwerkafspraken wordt geborgd dat Tata Steel in het geval van afwijking van de afspraken geen kansen krijgt om te verbeteren, maar meteen zware sancties opgelegd krijgt, aangezien eindeloze verbeterrapportages in het verleden vooral vertragend hebben gewerkt?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben in de Kamerbrief de gezondheidsdoelstellingen die worden meegenomen in de maatwerkafspraken bekeken. De doelen zoals in de Kamerbrief vermeld, zijn nu nog heel vaag. Het gaat over reductie van bepaalde uitstoot, geluids- en geuroverlast zonder daar concrete reductiegetallen aan vast te plakken. Zijn concrete doelstellingen er echt niet of zijn deze alleen nog niet gedeeld met de Kamer? Als ze er echt niet zijn, moeten deze leden dan concluderen dat zelfs een minimale reductie als reductie wordt meegeteld en Tata Steel zonder veel moeite de gezondheidsdoelen kan halen? En wat zijn de concrete consequenties, als de doelen niet gehaald worden?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat doelen stellen een goed begin is, maar het is uiteindelijk de bedoeling dat de doelen gehaald worden. Zij zien rondom klimaat en milieu dat er ambitieuze doelen voor de verre toekomst gesteld worden. Daarom vragen zij of er ook jaarlijkse tussendoelen gemaakt worden voor de gezondheidsdoelen in de maatwerkafspraken zodat elk jaar getoetst kan worden of de doelstellingen van dat jaar gehaald zijn, en zo niet, de inzet geïntensiveerd kan worden om op koers te blijven.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie stellen dat het ook belangrijk is dat de doelen niet alleen op papier gehaald worden, maar ook in de praktijk. De bijlage van de provinciale staten van Noord-Holland maakt duidelijk dat door Tata Steel gerapporteerde emissiewaarden onjuist zijn: onafhankelijke metingen tonen aan dat grenswaarden worden overschreden. Om de GER een effectief instrument te laten zijn, zijn kloppende metingen nodig. Hoe waarborgt de Staatssecretaris dat metingen in de toekomst structureel onafhankelijk en frequent worden uitgevoerd? De Expertgroep meldde dat er momenteel jaarlijks ongeveer 3.000 incidenten plaatsvinden bij Tata Steel, die slecht worden gemonitord maar wel grote gevolgen kunnen hebben voor de gezondheid van omwonenden. Hoe wordt de monitoring van deze incidenten verbeterd en hun effect op de gezondheid in de gaten gehouden, en hoe worden de uitkomsten daarvan meegenomen in de maatwerkafspraken?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen in het advies van de Expertgroep het volgende: «voor het geval de gezondheidseffecten, zoals die blijken uit de GER of de daaropvolgende monitoring, negatief uit de pas gaan lopen met de afgesproken gezondheidsdoelen, kan in de maatwerkafspraken de plicht worden opgenomen om tot aanpassing van de plannen te komen.» Hoe beoordeelt de Staatssecretaris deze aanbeveling, en is hij bereid een dergelijke aanpassingsplicht daadwerkelijk op te nemen in de maatwerkafspraken met Tata Steel?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie constateren dat het kabinet niet kiest voor een alternatieve verduurzamingsroute met uitsluitend schroot of geïmporteerd halffabricaat (HBI), omdat er volgens het kabinet geen markt is voor HBI en deze route geen rendabele businesscase oplevert. Deelt de Staatssecretaris de visie van deze leden dat rendabiliteit voor een individueel bedrijf niet leidend zou moeten zijn, wanneer alternatieven mogelijk beter scoren op volksgezondheid en milieuschade?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn van mening dat maatwerkafspraken alleen met financieel gezonde bedrijven kunnen worden gemaakt. Uit onder andere het rondetafelgesprek over de maatwerkafspraken met Tata Steel van 30 januari jl. blijkt dat Tata in financieel zwaar weer verkeert en er naast subsidie voor de ombouw ook structureel operationele subsidie nodig zal zijn. Hoe wordt dit meegenomen in de besluitvorming rondom Tata Steel?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie wijzen er daarnaast op dat onderzoek van Natuur & Milieu laat zien dat Tata Steel jaarlijks ten minste 1,1 miljard euro aan maatschappelijke kosten veroorzaakt, onder meer door verhoogde zorgkosten en verminderde arbeidsproductiviteit.1 Hoe verhoudt dit zich tot het principe «de vervuiler betaalt»? En welke concrete stappen worden genomen om deze kosten te beprijzen? Hoe worden deze kosten meegenomen in de onderhandelingen over de maatwerkafspraak, aangezien de belastingbetaler nu voor de kosten opdraait?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat een relatief klein aantal sectoren momenteel verantwoordelijk is voor een groot deel van de milieuproblemen in Nederland, terwijl de grootste sectoren in termen van werkgelegenheid en economische toegevoegde waarde juist relatief schoon zijn. Zou bij het maken van (maatwerk)afspraken met bedrijven ook rekening moeten worden gehouden met hun efficiëntie, met andere woorden: hoeveel financiële waarde zij toevoegen, afgezet tegen de maatschappelijke kosten die ze veroorzaken en hoe ze omgaan met schaarse middelen, zoals energie en milieugebruiksruimte?
Kooksfabrieken
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie wijzen erop dat in Engeland drie kooksgasfabrieken de afgelopen jaren allemaal zijn gesloten vanwege de leeftijd, diverse gebreken en het niet voldoen aan de beste beschikbare technieken (BBT). Wat is er volgens de Staatssecretaris anders bij Tata Steel dan bij deze kooksgasfabrieken in Engeland? Hoe kan het dat kooksgasfabriek 2 nog steeds niet gesloten is? En is er een onafhankelijk rapport van een deskundige dat aantoont dat de huidige kooksgasfabrieken voldoen aan de stand der techniek? Zo nee, is de Staatssecretaris bereid een onafhankelijk onderzoek uit te laten voeren naar de toestand van beide kooksgasfabrieken, bijvoorbeeld door DMT GmbH & Co. KG Industrial Engineering, Coke Oven Gas Technology?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen in de Kamerbrief over kooksgasfabriek 1 dat, als de kosteneffectiviteitsanalyse er aanleiding toe geeft, de vergunning die de omgevingsdienst afgeeft, kan worden aangepast om de uitstoot norm van NOx te verlagen richting 500 mg/Nm3. Dit roept bij deze leden veel vragen op. Wat moet er uit de kosteneffectiviteitsanalyse komen om deze verlaging in de vergunningen door te voeren? Klopt het dat hiermee bedoeld wordt dat als het te duur wordt voor Tata Steel, de gezondheid van omwonenden niet beschermd hoeft te worden volgens de Europese norm? En wat betekent «verlagen richting 500 mg/Nm3»? Tot hoeveel moet het dan verlaagd worden, en waarom niet gewoon tot maximaal 500 mg/Nm3? Ook blijkt dat de omgevingsdienst hier pas in het vierde kwartaal een besluit over gaat nemen. Klopt het dat dit besluit zowel belangrijk is voor de MER als de GER en er daarom gewacht moet worden met de maatwerkafspraken, totdat deze informatie bekend is?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat het staalplan van Tata Steel, waarover nu wordt onderhandeld voor de maatwerkafspraken, zwaar leunt op het open blijven houden van kooksgasfabriek 1 tot minstens ongeveer 2038. Die fabriek is volgens experts nu al afgeschreven, maar is tegen die tijd bijna 60 jaar oud. De kans dat de fabriek gedwongen eerder moet sluiten, omdat het aan alle kanten lekt is groot, waarmee het uitvoeren van het huidige plan van Tata Steel nog onhaalbaarder wordt. Dat brengt dus enorme risico’s voor de belastingbetaler met zich mee. Deze leden vragen de Staatssecretaris om uitgebreid te reflecteren en met verwijzing naar (wetenschappelijke) bronnen te onderbouwen wat de risico’s zijn die de staat van kooksgasfabriek 1 met zich meebrengt voor de haalbaarheid en betaalbaarheid van het huidige plan van Tata Steel. Wat gebeurt er met de maatwerkafspraken en het daarbij behorende groenstaalplan als de kooksgasfabriek 1 bijvoorbeeld al voor 2030 blijkt te moeten sluiten wegens de slechte staat of het overtreden van regels?
Overkapping
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat de heer Coenrady constateerde dat de te bouwen overkappingen bij Tata Steel juridisch afdwingbaar zijn. In de brief die door de Staatssecretaris naar de Kamer is gestuurd, staat dat het Ministerie van IenW het hier niet mee eens is, onder andere omdat complexe bedrijven zoals Tata Steel uitgezonderd zijn. Allereerst vragen deze leden om wat voor uitzondering het precies gaat en waar je precies aan moet voldoen om uitgezonderd te kunnen worden van zulke wetgeving. Ook vragen deze leden waarom zulke uitzonderingen bestaan en welke andere bedrijven in Nederland van zulke uitzondering gebruik maken.
Daarnaast missen deze leden gedegen juridische en/of technische onderbouwing. Zo wordt er geen onderscheid gemaakt tussen loodsen met een kunststof dak met een spanbreedte kleiner dan 100 meter (de goedkope loodsen) en loodsen, die breder en groter zijn (zoals gebouwd in India en Zuid-Italië). Kan de Staatssecretaris toelichten waarom hij dit onderscheid niet heeft gemaakt? Ook lijkt het erop dat artikel 4.1065 van het Besluit Activiteiten Leefomgeving over de gesloten opslag van stuifgevoelige goederen en de toelichting daarop niet bij de beoordeling van het kabinet is betrokken. Klopt dit? Zo nee, kan de Staatssecretaris toelichten hoe hij dit heeft meegenomen? Zo ja, waarom is het besluit niet meegenomen? Omdat het wel of niet juridisch afdwingbaar zijn van de te bouwen overkappingen een belangrijk vraagstuk is bij de maatwerkafspraken, vinden deze leden het belangrijk dat de landsadvocaat of de Afdeling Advisering van de Raad van State zich ook over deze kwestie buigt, en hierbij het partijdeskundige rapport van de heer Coenrady in meeneemt. Kan de Staatssecretaris toezeggen dat hij het advies van deze partijen zal vragen?
Overig
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de Staatssecretaris wat zijn mening is over de recent gepresenteerde plannen om het Tataterrein te saneren en in te richten als grootschalige woningbouwlocatie in de Randstad. Zij vragen hem bij de beantwoording van de vraag andere (geslaagde) transformaties van bedrijventerrein naar woningbouwlocatie, zoals de casus Enka Ede, te betrekken.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie constateren dat het onderwerp staalslakken in de Kamerbrief niet wordt besproken, terwijl ook hier de bewijzen van de vervuiling van het milieu en de negatieve effecten op onze gezondheid zich blijven opstapelen. Zo concluderen de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en het RIVM dat zelfs bij juiste toepassingen de risico’s te groot zijn. Onderschrijft de Staatssecretaris de conclusies van zijn uitvoeringsorganisaties? Zo nee, kan de Staatssecretaris wetenschappelijk onderbouwen waarom hij de conclusies niet ondersteunt?
Natuur & Milieu, «Schade aan de leefomgeving door de Nederlandse industrie» april 2025 (https://natuurenmilieu.nl/app/uploads/NM_Industriele-Schade-Rapport_042025.pdf)↩︎