Beleidsreactie Evaluatie Wet Kwaliteit (v)so en administratieve lasten verminderen bij het aanvragen van toelaatbaarheidsverklaringen
Brief regering
Nummer: 2025D21999, datum: 2025-05-16, bijgewerkt: 2025-05-16 17:53, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
- Rapport Toelaatbaarheidsverklaringen en administratieve lasten
- Rapport Evaluatie wet Kwaliteit (v)so
- Rapport Beleidsalternatieven voor administratieve last toelaatbaarheidsverklaring (tlv) passend onderwijs
- Beslisnota bij beleidsreactie Evaluatie Wet Kwaliteit (v)so en administratieve lasten verminderen bij het aanvragen van toelaatbaarheidsverklaringen
Onderdeel van zaak 2025Z09632:
- Indiener: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG |
---|
Datum | 16 mei 2025 |
---|---|
Betreft | Beleidsreactie Evaluatie Wet Kwaliteit (v)so en administratieve lasten verminderen bij het aanvragen van toelaatbaarheidsverklaringen |
Het gespecialiseerd onderwijs (go) vormt een belangrijk onderdeel van het
Kansengelijkheid en Onderwijsondersteuning Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl |
Onze referentie 52530321 |
Bijlagen |
3 |
onderwijsstelsel. Het biedt voor veel leerlingen die extra
ondersteuning nodig hebben een goede plek om zich verder te ontwikkelen
en bereidt ze voor op een plek in de samenleving. Per 1 augustus 2013 is
de Wet Kwaliteit (v)so1 ingegaan met als hoofddoel het
verbeteren van de kwaliteit van het (voortgezet) speciaal onderwijs en
het verbeteren van de kansen van de leerlingen. Vorig jaar is de wet
geëvalueerd en is onderzocht in hoeverre de doelen zijn behaald en welke
verbeteringen mogelijk zijn. Hierbij bied ik uw Kamer het rapport van de
evaluatie aan.2
Daarnaast bied ik uw Kamer twee andere rapporten aan: het onderzoeks- en
adviesrapport ‘Toelaatbaarheidsverklaringen en administratieve
lasten’ van Sardes en het onderzoeksrapport
‘Beleidsalternatieven voor administratieve last
toelaatbaarheidsverklaring passend onderwijs’ van NijkampConsult.
Ik ga in op de belangrijkste bevindingen en welke acties ik naar
aanleiding hiervan neem. Hiermee wordt een stap gezet in het verminderen
van de administratieve last van toelaatbaarheidsverklaringen, zoals
afgesproken in de verbeteraanpak passend onderwijs.
Het (voortgezet) speciaal onderwijs
|
---|
I. Evaluatie Wet Kwaliteit (v)so: Verbeterde
onderwijskwaliteit en aandachtspunten in de uitvoering
De belangrijkste conclusie van de evaluatie is dat de Wet Kwaliteit
(v)so positief heeft bijgedragen aan de kwaliteit van het (v)so en het
vergroten van kansen voor leerlingen in het (v)so. Zo concluderen de
onderzoekers bijvoorbeeld dat de wet scholen een goed kader biedt om
opbrengstgericht te werken, is er in het so focus aangebracht op
basisvaardigheden en worden leerlingen in het vso gericht voorbereid op
hun uitstroombestemming. Het onderzoek legt ook een aantal knelpunten
bloot. Deze worden verder uitgewerkt en maatregelen om de kwaliteit van
het (v)so verder te versterken toegelicht.
Knelpunt 1: Het OPP wordt voor meer doelen gebruikt dan
bedoeld
Het OPP is bedoeld als handvat om het onderwijs af te stemmen op de
behoefte van de leerling. Tegelijkertijd is het ook een instrument in de
communicatie met ouders. Ondanks dat het gebruik van de OPP’s scholen
helpt om planmatig en opbrengstgericht te werken, blijkt in de praktijk
ook dat het door onderwijsprofessionals wordt ervaren als een
administratieve last, mede omdat er meer informatie in de OPP’s wordt
opgenomen dan wettelijk verplicht is. Dit komt deels omdat het OPP wordt
gebruikt voor andere doelen dan bedoeld, bijvoorbeeld als onderdeel van
de aanvraag van een zorgindicatie. En hoe meer doelen het OPP dient, hoe
groter de omvang van het document wordt en ontoegankelijker voor
ouders.
Dit is onwenselijk. OCW voert samen met het Steunpunt Passend Onderwijs, ouders, leerlingen, de sectorraden en samenwerkingsverbanden een ‘Verbetertraject OPP’ uit, met als onderdeel hiervan een handreiking voor een beknopter en functioneel OPP en verschillende OPP-trainingen, om ervoor te zorgen dat het alleen nog wordt gebruikt waarvoor het is bedoeld. Daarnaast moet het oneigenlijk gebruik van het OPP voor zorgindicaties en uitkeringen worden voorkomen. Hierover ga ik in gesprek met de VNG.
Knelpunt 2: Vso-scholen maken nog niet goed gebruik van alle
examenmogelijkheden.3
Veruit het grootste deel (ca. 75%) van de leerlingen in het vso dat
examen doet, doet dat via staatsexamens. Staatsexamens bieden leerlingen
flexibiliteit, maar zijn niet voor alle leerlingen de beste optie. Zo
kunnen staatsexamens belemmerend zijn voor de overstap naar het
reguliere onderwijs.
Zoals ook beschreven in mijn recente brief over een inclusief examenlandschap willen we dat meer (vso-)leerlingen deelnemen aan het reguliere examen.4 Dit vraagt om beter benutten van de mogelijkheden binnen het reguliere eindexamen om deze passend te maken voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte. Ook het aangaan van examensamenwerkingen tussen een vso-school en een reguliere vo-school of vavo-instelling is nodig. Het staatsexamen blijft beschikbaar voor leerlingen voor wie dit passender is. We nemen de volgende aanvullende maatregelen:
Er komt een expertisepunt passend examineren waar scholen terecht kunnen voor informatie en ondersteuning bij het benutten van de mogelijkheden binnen het reguliere eindexamen.
Er wordt een afspraak gemaakt tussen de vo- en vso-sector over het stimuleren van examensamenwerkingen tussen reguliere vo-scholen en vso-scholen. Het expertisepunt zal een proactieve rol spelen in verbinden en ondersteunen van de scholen.
V(s)o-scholen worden opgeroepen een examencontactpersoon aan te wijzen die kennis heeft van de exameneisen en de verschillende manieren waarop vso-leerlingen examen kunnen doen.
We verkennen welke rol de samenwerkingsverbanden passend onderwijs kunnen spelen in het stimuleren van examen samenwerkingen tussen reguliere vo-scholen en vso-scholen.
Knelpunt 3: Leraren in het (v)so worden onvoldoende voorbereid op
lesgeven aan leerlingen met (zware) ondersteuningsbehoeften en het
toeleiden van vso-leerlingen naar het examen.
Op (v)so-scholen werken vaak leraren die opgeleid zijn op de pabo.
De pabo’s zijn beperkt gericht op leerlingen in de leeftijd van 4 tot 20
jaar in het (v)so met diverse extra ondersteuningsbehoeften. Leraren
worden ook niet voorbereid op het geven van vakspecifiek onderwijs
gericht op de eindtermen van het vmbo, havo en vwo, terwijl zij
vso-leerlingen nu wel voorbereiden op het examen van zowel de
beroepsgerichte als de algemeen vormende vakken.
Daarom wordt er door de Landelijke Werkgroep Bevoegd (LWB) een maatwerktraject voor leraren in de uitstroomprofielen dagbesteding en arbeidsmarkt uitgewerkt.5 Verder ontwikkelt de LWB een maatwerktraject voor vakmensen met een mbo-4 diploma die versneld een bevoegdheid willen halen om les te geven in onder andere vso uitstroomprofiel vervolgonderwijs. De LWB verkent aanvullend of de inzet van een groepsleerkracht 12+ in het bevoegdheden- en/of opleidingsstelsel ook passend is voor het vso. Ook worden de voor de Wet kwaliteit vso geïntroduceerde functieprofielen6 benut in de onderwijsregio’s bij het komen tot een doorlopende leer- en ontwikkellijn voor leraren.7 Tot slot is reeds aangekondigd hoe er meer stagemogelijkheden in het go voor leraren in opleiding kunnen worden gecreëerd. De hogescholen worden opgeroepen om eventuele barrières weg te halen, samen met de onderwijsregio’s en in overleg met go-scholen.8
Knelpunt 4: De uitval van jongeren die uitstromen van het vso naar
de arbeidsmarkt of vervolgonderwijs is hoog
Uit de uitstroomcijfers blijkt helaas dat veel leerlingen op hun
vervolgbestemming kwetsbaar blijven. Van de leerlingen die in de jaren
2016 tot en met 2018 met uitstroomprofiel arbeidsmarkt zijn uitgestroomd
heeft slechts 41-45% na 4 of 5 jaar nog (beschut) werk. Ook in het mbo
is de uitval hoog: meer dan de helft van de vso-jongeren valt
ongediplomeerd uit op entreeniveau of niveau 2. Op niveau 3 en 4 ligt de
uitval op respectievelijk 25% en 33%.
Met het wetsvoorstel Van school naar duurzaam werk, waarvan inwerkingtreding is voorzien op 1 januari 2026, wil het kabinet de huidige reactieve nazorgplicht van scholen vervangen door een actievere vorm van begeleiding. Vso-scholen worden verplicht om de leerlingen uit het uitstroomprofiel arbeidsmarkt in de twee jaar na verlaten van de school actief loopbaanbegeleiding aan te bieden.9 Verder wordt er ook verdiepend onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit van specifieke interventies voorafgaand, tijdens en na de overstap van oud vso-leerlingen naar het mbo. De resultaten hiervan worden na de zomer verwacht en zullen worden gedeeld met de doorstroompunten.
II.
Administratieve lasten verminderen bij het aanvragen van
toelaatbaarheidsverklaringen
In 2014 is passend onderwijs ingevoerd en is de toelaatbaarheid van
leerlingen tot het speciaal basisonderwijs (sbo), praktijkonderwijs
(pro) en (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so) gedecentraliseerd.
Vanaf dat moment moeten de samenwerkingsverbanden zelf een procedure en
toelatingscriteria vaststellen voor de toelating tot het sbo en (v)so
voor cluster 3- en 4-leerlingen.10 De procedure bij het
aanvragen van tlv’s zorgt soms voor ervaren administratieve lasten en
onnodige bureaucratie.
Sardes heeft in opdracht van OCW onderzoek gedaan naar de factoren die invloed hebben op de ervaren administratieve last rondom de tlv-procedure. Dit onderzoek biedt de volgende aangrijpingspunten om de administratieve lasten voor samenwerkingsverbanden en scholen binnen het huidige systeem te verminderen.
a. Regelmatige nieuwe aanvragen van tlv’s
Als de geldigheidsduur van een tlv is verlopen, moet voor het
volgen van het onderwijs in de go-school een nieuwe tlv aangevraagd
worden. Ruim de helft van de leerlingen krijgt een tlv voor de
schoolloopbaan, maar daarmee ook bijna de helft voor een (aanzienlijk)
kortere periode.11 Een lange geldigheidsduur geeft
betrokkenen zekerheid en rust en het vermindert de bureaucratie. Daarom
ga ik de minimum termijn voor een tlv verlengen. Tegelijkertijd is de
aanvraag van een nieuwe tlv ook een belangrijk moment om opnieuw te
beoordelen of de leerling diens schoolloopbaan kan vervolgen in het
regulier onderwijs of dat een plek in het go nog steeds noodzakelijk is.
In de praktijk gebeurt dat laatste echter weinig en wordt er vaak
automatisch een verlenging gegeven. Daarom ga ik borgen dat er jaarlijks
wordt geëvalueerd waar een leerling de benodigde ondersteuning kan
krijgen binnen het onderwijs. Dit werk ik de komende periode in overleg
met het veld uit.
b. Wettelijke verplichting van twee onafhankelijke
deskundigen
Om te borgen dat de beoordeling van de tlv-aanvragen objectief is, is
het verplicht om twee onafhankelijke deskundigen in te zetten voor de
(her)beoordeling van de aanvraag. Het onderzoek laat zien dat er twijfel
is aan de nut en noodzaak van deze inzet, omdat de beoordeling enkel
wordt gebaseerd op het bestaande dossier en deze zelden leidt tot een
ander oordeel dan van de aanvragende school. De onderzoekers adviseren
om de eis van twee onafhankelijke deskundigen te heroverwegen. Ik volg
dit advies op en ga de komende periode in gesprek met alle betrokkenen
om te komen tot een voorstel.
c. Verschillende procedures bij verschillende
samenwerkingsverbanden
Omdat de leerlingen op een go-school vaak uit meerdere
samenwerkingsverbanden komen, moeten de scholen bij meerdere
samenwerkingsverbanden, met verschillende procedures, een tlv-aanvraag
doen. Hier zijn al maatregelen voor in gang gezet: zo is er al een
landelijk format ontwikkeld voor de tlv-aanvraag. Vanaf januari 2023 is
het format beproefd en geëvalueerd ter voorbereiding op implementatie in
Overstapservice Onderwijs (OSO)12 en de
leerlingen-administratiesystemen, maar was er bij partijen in het veld
nog geen draagvlak voor het landelijk invoeren van dit format. Omdat de
diversiteit die er nu is leidt tot veel extra lasten, kies ik ervoor het
ontwikkelde landelijk format vast te leggen in wet- en regelgeving.
Aanvullend roep ik het Overkoepelend Netwerk van Samenwerkingsverbanden
(ONSwv) op de organisatie van de beoordeling van de tlv’s te
uniformeren, bijvoorbeeld bij de samenstelling van de personen die de
beoordeling doen. In de verdere uitwerking wordt ook het beter
stroomlijnen van de aanmeldprocedure en tlv-afgifte meegenomen zodat
go-scholen beter kunnen anticiperen op de instroom van leerlingen.
d. Veelheid aan ICT-systemen om mee te werken
Tot slot werken scholen vaak met verschillende ICT-systemen die
niet op elkaar aansluiten. Er is winst te behalen in het koppelen van de
verschillende ICT-systemen voor scholen. Ook daar zijn al acties voor
ingezet via Edu-V. Edu-V is een organisatie voor veilige
gegevensuitwisseling in het po, so, vo en mbo. Het ministerie van OCW
heeft Edu-V gevraagd te onderzoeken of een keurmerk en achterliggende
afspraken, zoals het gebruik van dezelfde standaarden voor het maken van
koppelingen, een oplossing kan zijn.
NijkampConsult heeft in opdracht van OCW mogelijke beleidsalternatieven uiteen gezet voor het nog verder verminderen van de administratieve lasten bij de toelaatbaarheid tot het go. De gevolgen van verschillende beleidsinterventies zijn verkend. Hiermee worden vergaande wijzigingen in het systeem beschreven. Deze opties vragen om een zorgvuldige weging van de wenselijkheid, uitvoerbaarheid, nut en noodzaak in samenhang met de ontwikkelingen en de verdere uitwerking van de beweging naar inclusief onderwijs. Ik kom hier voor de zomer van 2026 op terug. Met dit onderzoek wordt ook invulling gegeven aan de motie van het lid Bisschop (SGP) over het zoeken naar concrete oplossingen voor onrechtvaardige situaties bij de verrekening van grensverkeer tussen samenwerkingsverbanden.13
Tot slot
Met de wet kwaliteit (v)so zijn er mooie stappen gezet in de
kwaliteitsverbetering van het gespecialiseerd onderwijs. En met de
aangekondigde maatregelen werken we verder aan de kwaliteit van dit
onderwijs en aan het verminderen van de (ervaren) administratieve last.
Op deze manier blijft het gespecialiseerd onderwijs toegankelijk voor
leerlingen die dit nodig hebben en vergroten we de mogelijkheden die
deze leerlingen hebben op de langere termijn.
Kansengelijkheid en Onderwijsondersteuning Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl |
Onze referentie 52073720 |
Bijlagen |
3 |
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Mariëlle Paul
Wet van 11 oktober 2012 tot wijziging van onder meer de Wet op de expertisecentra in verband met de kwaliteit van het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, Staatsblad 2012, 545.↩︎
Evaluatie Wet Kwaliteit (v)so. KBA Nijmegen & ResearchNed.↩︎
Zoals de mogelijkheid voor vso-scholen om zelf examens af te nemen (door een eigen examenlicentie te verkrijgen) en de mogelijkheid voor leerlingen om examens als extraneus in het volwassenenonderwijs (vavo) af te leggen.↩︎
Kamerstukken II, 2024 – 2025, 31289, nr. 601.↩︎
Kamerstukken II, 2021-2022, 35147, nr. 424.↩︎
Het functiehuis van (v)so is met ruim 53% OOP en directie (t.o.v. 27% in bao), anders samengesteld dan in het regulier onderwijs. Voor de wet kwaliteit vso zijn daarom functieprofielen opgesteld voor wat het onderwijspersoneel in verschillend functies kenmerkt en welke specifieke competenties het werk van hen vraagt. Er zijn competentieprofielen opgesteld voor docent algemeen vormend onderwijs, de praktijkvakdocent, de stagecoördinator, de stagedocent, de leerwerkmeester, en voor de onderwijsassistent.↩︎
Zoals voorgesteld binnen het Nationaal Groeifondsproject Aanpak Professionalisering van Leraren (NAPL).↩︎
Kamerstukken II, 2024-2025, 31497, nr.496.↩︎
Voor leerlingen met een uitstroombestemming dagbesteding of vervolgonderwijs blijft de tweejarige reactieve nazorgplicht gelden.↩︎
Bij cluster 1 en cluster 2 bepaalt de instelling zelf of het kind in aanmerking komt voor een plek.↩︎
Inspectie van het Onderwijs, De Staat van het Onderwijs 2025.↩︎
Overstapservice Onderwijs (OSO) is een systeem waarin leerling gegevens veilig worden uitgewisseld tussen de oude en de nieuwe school wanneer een leerling overstapt.↩︎
Kamerstukken II, 2020-2021, 31497, nr. 381.↩︎