Aanvullende informatie over de uitvoering van de motie van het lid Kostic c.s. over alle juridische mogelijkheden aangrijpen om uitvoering te geven aan de wens van de Kamer dat er daadwerkelijk geen gaswinning in Ternaard gaat plaatsvinden (Kamerstuk 32849-262)
Gaswinning
Brief regering
Nummer: 2025D25032, datum: 2025-05-28, bijgewerkt: 2025-06-02 13:01, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Mede ondertekenaar: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 33529 -1301 Gaswinning.
Onderdeel van zaak 2025Z10963:
- Indiener: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Medeindiener: S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei
- Volgcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2025-06-03 16:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-06-19 09:30: Extra procedurevergadering commissie K&GG (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- 2025-07-01 17:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei (Procedurevergadering), vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
Preview document (🔗 origineel)
33 529 Gaswinning
Nr. 1301 Brief van de staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en de minister van Klimaat en Groene Groei
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 mei 2025
Met deze brief informeert het kabinet de Kamer aanvullend over de uitvoering van de motie van het Lid Kostić c.s.. In de Kamerbrief van 1 april jl.1 is aangegeven hoe het kabinet omgaat met deze motie, die is ingediend tijdens het tweeminutendebat Mijnbouw van 19 december 2024.2 In het commissiedebat Mijnbouw van 3 april jl. (Kamerstuk 32849, nr. 272) en de procedurevergadering van de vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei op 15 april jl. is door het lid Teunissen gevraagd om een aanvullende onderbouwing op deze brief. De gevraagde onderbouwing treft u in deze brief.
Bij de besluitvorming op de aanvraag om een natuurvergunning voor de gaswinning Ternaard is rekening gehouden met de brede beschermingsdoelstelling, die is opgenomen in artikel 1.10 van de Wet natuurbescherming. Aan de aanvraag van de NAM ligt een passende beoordeling ten grondslag. Dit is een ecologische beoordeling, waarin onderzocht is wat het effect is op de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden. Dat is ook de maatstaf waaraan wordt getoetst voor het wel of niet kunnen verlenen van een natuurvergunning.
In de door de NAM opgestelde passende beoordeling is aannemelijk gemaakt dat met mitigerende maatregelen en voorschriften er geen significante gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen van de de betrokken Natura 2000-gebieden zijn.
Weigeren zonder dat sprake zou zijn van significante effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden vraagt een bijzondere motivering of aanvullend beleid. Er zijn geen bijzondere omstandigheden aan de orde die tot een bijzondere motivering zouden kunnen leiden. Daarnaast is er geen aanvullend (natuur)beleid geformuleerd. Derhalve moest de natuurvergunning worden verleend. Als de natuurvergunning toch geweigerd zou zijn, zou het weigeringsbesluit naar alle waarschijnlijkheid worden vernietigd door de rechter. In dat geval zou een nieuw besluit moeten worden genomen op de vergunningaanvraag van de NAM. Om dezelfde redenen als dat de aanvraag niet geweigerd kon worden, is er nu ook geen grondslag om de vergunning in te trekken.
In lijn met de bedoeling van de motie-Kostić c.s. kiest het kabinet ervoor om in overleg te treden met de aandeelhouders van NAM, om tot een oplossing te komen waarbij de NAM mogelijkerwijs zal afzien van de winning bij Ternaard. In het belang van een zorgvuldige besluitvorming - juist ook in het belang van de regio en de Waddenzee - kiest het kabinet deze route gericht op een uitkomst die recht doet aan de gevoelens in de samenleving en de politiek, met inachtneming van de bestaande juridische kaders. Deze gesprekken vinden plaats in een breder verband namelijk over het Groningerdossier, Ternaard en andere activiteiten van de NAM op land. Op dit moment vinden er verkennende gesprekken plaats. Los van de gesprekken bestaat bovendien geen grondslag om nu tot een ander oordeel te komen. De verschillende besluiten zijn afgelopen jaren al tegen het licht gehouden. Zoals in het commissiedebat Mijnbouw op 11 december 2024 is aangegeven, is de conclusie van het kabinet dat de weigeringsgronden in de huidige mijnbouwwet geen grond bieden om te weigeren.
Er wordt dan ook ingezet om in goed overleg proberen met de aandeelhouders van NAM tot een oplossing te komen waarbij de NAM mogelijkerwijs zal afzien van de winning bij Ternaard. Als dat onverhoopt niet lukt, staan nog steeds alle overige opties open, ook voor andere belanghebbenden. Dan zal worden bezien welke stappen het kabinet, in de geest van de motie, zou kunnen zetten. Het kabinet zal u informeren over het verloop van de gesprekken en de vervolgstappen.
De staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
J.F. Rummenie
De minister van Klimaat en Groene Groei,
S.T.M. Hermans