Brief houdende intrekking van het wetsvoorstel
Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met het niet indexeren van de maximum uurprijs over het berekeningsjaar 2026
Brief regering
Nummer: 2025D25397, datum: 2025-06-02, bijgewerkt: 2025-06-03 15:20, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Onderdeel van kamerstukdossier 36680 -6 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met het niet indexeren van de maximum uurprijs over het berekeningsjaar 2026.
Onderdeel van zaak 2025Z00430:
- Indiener: J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Onderdeel van zaak 2025Z11096:
- Indiener: J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2025-01-16 14:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-01-21 16:30: Procedures en brieven SZW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2025-02-12 14:00: Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met het niet indexeren van de maximum uurprijs over het berekeningsjaar 2026 (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2025-03-04 16:30: Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met het niet indexeren van de maximum uurprijs over het berekeningsjaar 2026 (Rondetafelgesprek), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2025-06-04 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
36680 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met het niet indexeren van de maximum uurprijs over het berekeningsjaar 2026
Nr. 6 Brief houdende intrekking van het wetsvoorstel
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juni 2025
Aanleiding
Bij koninklijke boodschap van 15 januari 2025 is het voorstel van wet
tot wijziging van de Wet kinderopvang in verband met het niet indexeren
van de maximum uurprijs over het berekeningsjaar 2026 aan de Tweede
Kamer der
Staten-Generaal aangeboden.1 Het wetsvoorstel maakt
het mogelijk om de maximum uurprijzen voor de kinderopvangtoeslag in
2026 eenmalig niet te indexeren.
Doelstelling van het wetsvoorstel
Het kabinet had in het Regeerprogramma afgesproken om de maximum uurprijzen in 2026 niet te indexeren, met oog op houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Met de maatregel werd een besparing beoogd van € 254 miljoen euro. Het kabinet achtte de maatregel aanvaardbaar, omdat in het recente verleden grote (extra) intensiveringen in de kinderopvangtoeslag zijn gedaan. Zo zijn de maximum uurprijzen in 2024 met € 508 miljoen verhoogd, bovenop de reguliere indexering voor dat jaar.
Op dit moment bestaat er geen wettelijke grondslag in de Wet kinderopvang (Wko) om in zijn geheel af te zien van indexatie van de maximum uurprijzen. Artikel 1.9, eerste lid, van de Wko verplicht tot een jaarlijkse indexatie. Het doel van de voorliggende wetswijziging was om niet-indexeren voor het jaar 2026 mogelijk te maken in de Wko.
Indexatie maximum uurprijzen 2026
In de Voorjaarsnota heeft het kabinet ervoor gekozen om de maximum uurprijzen in 2026 conform de reguliere systematiek te indexeren. Ik heb u hierover geïnformeerd in de beleidsreactie evaluatie indexeringssystematiek kinderopvangtoeslag, die ik u op 23 april heb gestuurd.2 Door te indexeren blijft de kinderopvangtoeslag in de pas lopen met de kosten die ouders voor kinderopvang maken. Dat maakt het aantrekkelijker voor ouders om (meer) te werken.
De maximum uurprijzen in 2026 zullen zoals voorgeschreven in artikel 5 van het Besluit kinderopvangtoeslag worden geïndexeerd aan de hand van een gemiddelde van de loon- en prijsontwikkeling in de economie. Het indexeringspercentage voor 2026 bedraagt 4,84%. De maximum uurprijzen voor 2026 komen daarmee uit op € 11,23 in de dagopvang, € 9,98 in de buitenschoolse opvang en € 8,49 in de gastouderopvang. De maximum uurprijzen zullen worden vastgelegd in het Besluit kinderopvangtoeslag. Een ontwerp van het wijzigingsbesluit zal in juni worden voorgehangen aan de Eerste en Tweede Kamer.
Conclusie
Aangezien het kabinet heeft besloten om de maximum uurprijzen in 2026 te indexeren, vervalt de noodzaak van het wetsvoorstel dat niet indexeren in 2026 mogelijk maakt. Daartoe gemachtigd door de koning, trek ik het voorstel van wet hierbij in.
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel