Reactie op een verzoek op grond van de Wet open overheid over de gemeentelijke verduurzamingsregeling
Integrale visie op de woningmarkt
Brief regering
Nummer: 2025D26264, datum: 2025-06-05, bijgewerkt: 2025-06-06 14:31, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32847 -1348 Integrale visie op de woningmarkt.
Onderdeel van zaak 2025Z11428:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Preview document (🔗 origineel)
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 1348 Brief van de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juni 2025
Bij het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is een verzoek op grond van de Wet open overheid ingediend over de gemeentelijke verduurzamingsregeling. In reactie hierop is informatie (gedeeltelijk) openbaar gemaakt. Het besluit is verstuurd aan de indiener. De desbetreffende documenten zijn gepubliceerd op Rijksoverheid.nl.1
Enkele gemeenten hebben interesse in het heffen van baatbelasting bij verduurzaming van woningen in particulier bezit. De gehanteerde constructie met een centrale rol voor de baatbelasting acht ik juridisch kwetsbaar. De uitoefening van harde bevoegdheden, zoals het heffen van belastingen, is naar zijn aard beperkt tot de gemeentelijke huishouding of moet terug te leiden zijn tot expliciete wettelijke bevoegdheden. Die ontbreken hier. Verdere argumentatie is schriftelijk toegelicht aan uw Kamer en besproken in debat met uw Kamer.2,3
De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
M.C.G. Keijzer
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/woo-besluiten/2025/05/20/besluit-op-woo-verzoek-over-gemeentelijke-verduurzamingsregeling↩︎
De argumentatie hiervoor is op hoofdlijnen verwoord door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, zie daarvoor Kamerstuk II 32 847, nr. 585 en antwoorden op Kamervragen 19 mei 2020, nr. 2821. Recent is de argumentatie nader toegelicht, zie daarvoor Kamerstuk 32 847, nr. 1288.↩︎
Zie het verslag van plenair debat van 11 maart 2025 en het commissiedebat van 9 april 2025, waarbij de beantwoording deels schriftelijk is afgedaan (Kamerstuk 32 847, nr. 1324).↩︎