Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Wijziging van de begrotingsstaat van het Provinciefonds voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Nummer: 2025D26383, datum: 2025-06-06, bijgewerkt: 2025-06-10 15:31, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.H. de Vree, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (PVV)
- Mede ondertekenaar: G.C. Honsbeek, griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 36725 C-4 Wijziging van de begrotingsstaat van het Provinciefonds voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).
Onderdeel van zaak 2025Z08060:
- Indiener: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Medeindiener: T. van Oostenbruggen, staatssecretaris van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Onderdeel van zaak 2025Z11478:
- Indiener: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-04-24 14:29: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-05-22 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-05-22 14:00: Wijziging van de begrotingsstaat van het Provinciefonds voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (TK 36725-C) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-06-11 14:04: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-06-17 20:00: Extra procedurevergadering commissie BiZa (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-07-03 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
36 725 C Wijziging van de begrotingsstaat van het Provinciefonds voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 6 juni 2025
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 22 mei 2025 voorgelegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bij brief van 5 juni 2025 zijn ze door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
De Vree
De griffier van de commissie,
Honsbeek
1 |
Wat is de verwachting van de afrekening ruimte onder plafond voor 2025, 2026, 2027 en 2028? Antwoord: De gevraagde bedragen zijn opgenomen in de Voorjaarsnota 2025[1] met onderstaande toelichting. De bijdrage van het Rijk aan het Btw-compensatiefonds (BCF) kent een
plafond. Dit plafond van het BCF is sinds 2015 gekoppeld aan de
accrespercentages zoals die volgen uit de normeringssystematiek voor het
Gemeentefonds en Provinciefonds. Onderstaande tabel geeft de ontwikkeling van het BCF-plafond voor het aandeel gemeentes en provincies weer sinds Miljoenennota 2025. [1] Kamerstukken II 2024–2025, 36 725, nr. 1 p. 254 |
2 |
Wat is de budgettaire ruimte op de begroting van het Provinciefonds voor het jaar 2025? Welke middelen zijn juridisch verplicht, welke zijn bestuurlijk gebonden, welke zijn beleidsmatig belegd en hoeveel middelen zijn nog vrij te besteden? Hoeveel bedraagt naar verwachting de onderuitputting in 2025 en hoeveel bedragen naar verwachting de kasschuiven van 2025 naar latere begrotingsjaren? Antwoord: Er is geen budgettaire ruimte op de begroting van het provinciefonds. Alle middelen zijn juridisch verplicht. Het provinciefonds kent dan ook geen onderuitputting. Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben provincies gezamenlijk recht op het bedrag dat in de begroting als verplichting voor het totaal van de algemene uitkering en de aanvullende uitkeringen is opgenomen. Ingevolge artikel 5, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet hebben provincies gezamenlijk recht op de bedragen die in de begroting als verplichting voor het totaal van de integratie-uitkeringen en het totaal van de decentralisatie-uitkeringen zijn opgenomen. |