Verslag van de bijeenkomst van de Ukraine Defence Contact Group (UDCG) van 4 juni 2025 en van de NAVO-ministers van Defensie (DMM) van 5 juni 2025
NAVO
Brief regering
Nummer: 2025D28252, datum: 2025-06-17, bijgewerkt: 2025-06-24 15:00, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.P. Brekelmans, minister van Defensie (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 28676 -520 NAVO.
Onderdeel van zaak 2025Z12389:
- Indiener: R.P. Brekelmans, minister van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2025-06-18 14:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-07-03 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
Preview document (🔗 origineel)
28676 NAVO
Nr. 520 Brief van de minister van Defensie
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2025
Op 5 juni 2025 vond in Brussel een bijeenkomst plaats van de NAVO-ministers van Defensie (DMM), voorafgegaan door een bijeenkomst van de Ukraine Defence Contact Group (UDCG) op 4 juni. In deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomst van beide bijeenkomsten.
UDCG
Tijdens de Ukraine Defence Contact Group (UDCG) spraken de deelnemende landen met de Oekraïense minister van Defensie Umerov over de situatie aan het front en de voortzetting van de steun aan Oekraïne. Dit betreft zowel steun aan het huidige gevecht op de korte termijn, alsook steun voor de doorontwikkeling en modernisering van de Oekraïense krijgsmacht op de lange termijn. De landen spraken uit Oekraïne militair, politiek, financieel, en humanitair te blijven steunen in het licht van de Russische agressie. Verschillende landen benoemden dat de militaire steun aan Oekraïne alleen maar belangrijker zal worden; Poetin houdt vast aan zijn maximalistische eisen als oplossing voor het einde van het geweld, en geeft geen blijk tot compromisbereidheid. De deelnemende landen spraken over het opschalen van productiecapaciteit – met name in Oekraïne zelf – en het stroomlijnen van leveringen. De belangrijkste behoeftes van Oekraïne zijn luchtverdedigingssystemen en bijbehorende munitie, lange afstand artilleriemunitie, elektronische oorlogsvoeringcapaciteiten en drones.
Ik heb aangegeven dat Nederland de militaire steun aan Oekraïne onverminderd voortzet, en de bondgenoten en partners opgeroepen om hun steun aan Oekraïne te intensiveren. Naast een update over het Drone Line project, waarbij Nederland voor honderden miljoenen drones aankoopt bij Oekraïense producenten, heb ik een nieuw maritiem pakket aangekondigd, bestaande uit 58 snelle patrouilleboten en 62 militaire vaartuigen voor speciale operaties. De vaartuigen zijn voorzien van tal van sensoren, wapens en communicatiesystemen. Ook 67 maritieme drones behoren tot het pakket. De totale waarde aan dit steunpakket voor maritieme veiligheid is circa €400 mln. De eerste leveringen zijn al gedaan en gaan door tot en met 2026.
DMM
Tijdens deze Defence Ministers Meeeting (DMM), de laatste bijeenkomst van ministers voor de NAVO-top in Den Haag op 24 en 25 juni, vonden drie sessies plaats: een Noord-Atlantische Raad over de versterking van de afschrikking en verdediging van het bondgenootschap, een lunch in NATO Ukraine Council (NUC)-format en een Nuclear Planning Group (NPG).
In verband met de classificatie kan ik over de inhoud van de NPG-bijeenkomst geen verslag uitbrengen.
Afschrikking en verdediging
De nadruk van de Noord-Atlantische Raad lag op de aanname van de Capability Targets 2025 (CT25) en het voorstel van SG NAVO voor verhoogde defensie-uitgaven. Er is consensus onder bondgenoten dat succesvolle afschrikking en verdediging met het oog op de huidige dreigingen van cruciaal belang zijn. De nieuwe capaciteitsdoelstellingen (CT25) werden door de bondgenoten aangenomen.
De bondgenoten spraken tijdens deze sessie over de noodzaak van hogere defensie-uitgaven vanwege de benodigde capaciteiten ter afschrikking van met name Rusland en ter verdediging van het bondgenootschap. SG NAVO lichtte zijn voorstel toe voor een nieuw defensie-uitgaven plan van 5%, onderverdeeld in een stapsgewijze verhoging naar 3,5% voor defensie-uitgaven en 1,5% voor bredere defensie-gerelateerde investeringen. Het voorstel van SG NAVO voor de nieuwe Defence Investment Pledge geeft een krachtig signaal af over onze collectieve afschrikking en verdediging. De komende tijd zullen bondgenoten in gesprek blijven over de invulling van bredere defensie-gerelateerde uitgaven.
Counter-hybrid strategie
De bondgenoten namen deze DMM een nieuwe hybride strategie aan. ‘NATO’s Role in Countering Hybrid Actions’ vervangt de strategie uit 2015, vanwege de ernst en aard van de toegenomen hybride aanvallen van vooral Rusland, maar ook China. De NAVO vervult een belangrijke rol in het afschrikken van hybride aanvallen. Het is aan de NAVO bondgenoten om deze strategie te implementeren. Nederland zet zich in de NAVO in voor een ambitieuze aanpak, specifiek voor het verbeteren van het gedeelde dreigingsbeeld, coherent escalatiemanagement tegen hybride campagnes en implementatie van heldere besluitvormingsprocessen hiervoor.
Defensie-industrie
Tevens nam de NAVO deze DMM een actieplan aan om de productiecapaciteit binnen NAVO-landen uit te breiden. Nederland draagt hieraan bij middels de Defensie Strategie voor Industrie en Innovatie.1 Daarnaast is er in de Defensienota 2024 budget vrijgemaakt voor de opschaling van innovatie en productie. Ook is onlangs het publiek-private platform Defport gelanceerd. Deze samenwerking tussen overheid en industrie stimuleert versnelde innovatie en draagt bij aan de juiste randvoorwaarden voor de productie van militair materieel.
Daarnaast heeft Nederland een overeenkomst met vier andere Europese landen (Zweden, Noorwegen, Finland, Litouwen) ondertekend met het voornemen om gezamenlijk het infanteriegevechtsvoertuig Combat Vehicle 90 te ontwikkelen en aan te schaffen, alsook Oekraïne te helpen aan CV-90 materieel.
NUC-lunch
Tijdens de NATO Ukraine Council (NUC) spraken de NAVO-ministers van Defensie samen met de Oekraïense minister van Defensie Umerov en de Europese Hoge Vertegenwoordiger Kallas over de Russische agressieoorlog en de voortgang van de steun aan Oekraïne. Hierbij onderstreepten de aanwezigen onder meer het belang van steun aan Oekraïne als essentieel voor de afschrikking van Rusland door NAVO. De ernst van de Russische dreiging voor de trans-Atlantische regio stond hierbij centraal.
Nederland herhaalde de inbreng zoals gebracht tijdens de UDCG, benadrukte nogmaals de onverminderde steun aan Oekraïne en onderstreepte de woorden van minister Umerov door op te merken dat investeren in Oekraïne de beste manier van forward deterrence richting Rusland is. Daarbij werd geschetst dat het uitblijven van een staakt het vuren aan Rusland te wijten is. Oekraïne heeft meermaals aangegeven open te staan voor een onvoorwaardelijk staakt-het-vuren, maar Rusland gaat daar niet op in. Rusland is op dit moment de onderhandelingen met de VS aan het frustreren en uitstellen, omdat het meent dat tijdrekken in het voordeel van Rusland is. Ten slotte riep Nederland de andere bondgenoten op om met betrekking tot de steun aan Oekraïne aandacht te houden voor burden sharing onder de bondgenoten.
En marge van de DMM is een Memorandum of Understanding tussen Nederland en Oekraïne getekend om rechtstreeks te kunnen verwerven bij de Oekraïense defensie-industrie volgens het Nederlandse model: government to business. Het beoogde doel hiervan is de Oekraïense productiecapaciteit te versterken en sneller militair materieel te leveren.
Motie leden Dassen en Omtzigt
In het commissiedebat op 22 mei jl. heb ik u toegezegd om uw Kamer in deze brief te informeren over de uitvoering van de motie Dassen en Omtzigt (Kamerstuk 21 501-20, nr. 2217). Deze motie verzoekt de regering in Europees verband, inclusief het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen, met spoed in kaart te brengen over welke kritieke militaire capaciteiten Europa dient te beschikken om zich, indien nodig, eigenstandig te kunnen verdedigen.
Het kabinet onderschrijft de noodzaak voor een grotere Europese verantwoordelijkheid voor de eigen veiligheid. De NAVO is een trans-Atlantisch bondgenootschap waarbinnen de bondgenoten elk hun verantwoordelijkheid voor de collectieve veiligheid nemen. De CT25 zetten een stap naar een meer gebalanceerde verdeling van militaire capaciteiten door de bondgenoten dan in de CT21 het geval was. Het is van groot belang de planning van de Euro-Atlantische verdediging in gezamenlijkheid met alle bondgenoten te blijven organiseren.
In de Europese Raad van 6 maart jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 2216) is daarnaast een zevental urgente domeinen geïdentificeerd, waaronder lucht- en raketverdediging, drones en de zogenaamde strategic enablers, zoals satellietcapaciteit. Deze zijn overgenomen in het Witboek Europese Defensiegereedheid 2030. Hiermee wordt afhankelijkheid van de VS geleidelijk afgebouwd op de meest urgente gebieden.
Er wordt op verschillende manieren vorm gegeven aan de grote Europese verantwoordelijkheid waartoe de motie Dassen en Omtzigt oproept. Het is belangrijk om deze initiatieven gezamenlijk op te lopen in zowel NAVO- als EU-verband.
Defensie is bezig met een nadere analyse omtrent kritieke militaire capaciteiten en is graag bereid om in het najaar te voorzien in een vertrouwelijke technische briefing om de voorgang verder toe te lichten.
De minister van Defensie,
R.P. Brekelmans
Kamerstuk 31 125, nr. 134↩︎