De berichten 'Door kabinet beloofd onderzoek naar doorstroomtoetsen blijkt niet te bestaan' en 'Scholen die overstapten op andere doorstroomtoets scoren flink beter'
Schriftelijke vragen
Nummer: 2025D30174, datum: 2025-06-26, bijgewerkt: 2025-06-26 13:34, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I. Rooderkerk, Tweede Kamerlid (D66)
Onderdeel van zaak 2025Z13344:
- Gericht aan: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: I. Rooderkerk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
2025Z13344
(ingezonden 26 juni 2025)
Vagen van het lid Rooderkerk (D66) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de berichten 'Door kabinet beloofd onderzoek naar doorstroomtoetsen blijkt niet te bestaan' en 'Scholen die overstapten op andere doorstroomtoets scoren flink beter'Â
Bent u bekend met de artikelen 'Door kabinet beloofd onderzoek naar doorstroomtoetsen blijkt niet te bestaan'Â 1)Â en 'Scholen die overstapten op andere doorstroomtoets scoren flink beter'? 2)Â
Klopt het dat er door het College voor Toetsen en Examens (CvTE) geen onderzoek wordt gedaan naar specifiek de verschillen tussen de doorstroomtoetsaanbieders zelf, en dus niet verschillen tussen vaardighedenniveaus of digitaal/papier, ondanks dat dat meermaals aan de Kamer is beloofd?
Klopt het dat er tot op heden géén gericht onderzoek is gestart naar specifiek de verschillen in toetsscores tussen toetsaanbieders, zoals uit navraag bij het CvTE blijkt?
Herinnert u zich dat u in de zomer van 2024 heeft toegezegd dat er een grondig onderzoek zou komen naar de opvallende verschillen in resultaten tussen de doorstroomtoetsen van verschillende aanbieders?
Wat is er exact terechtgekomen van uw claim in uw brief van augustus 2024Â waarin u stelt: âHet CvTE onderzoekt waar de onderlinge verschillen tussen de doorstroomtoetsen vandaan komen en hoe die, indien nodig, kunnen worden opgelost.â? 3)
Klopt het dat er na deze brief vervolgens alleen onderzoek is gestart naar verschillen in vaardighedenniveaus en in digitale of papieren toetsen, maar niet naar verschillen tussen de toetsen zelf?
Wat is er concreet terechtgekomen van de zinsnede âHet CvTE onderzoekt waar deze verschillen vandaan komen.â uit uw brief van april 2025? 4)
Herinnert u uw uitspraken in het Kamerdebat van mei 2025 waarin u aangaf dat het CvTEÂ "erbovenop zit" wat betreft de grote verschillen tussen doorstroomtoetsen?
Deelt u de opvatting dat de Kamer door uw bovenstaande uitspraken over âerbovenop zittenâ en meerdere claims over onderzoek, in de veronderstelling is gebracht dat er daadwerkelijk onderzoek liep naar deze toetsverschillen, en niet enkel naar verschillen in leerlingvaardigheden en digitaal of papier?
Kunt u een volledig overzicht verstrekken van alle onderzoeken die sinds zomer 2024 zijn aangekondigd, gestart of uitgevoerd in relatie tot de doorstroomtoets, inclusief onderwerp, onderzoeksvraag, onderzoekende instantie, datum dat het onderzoek gestart is en de status van het onderzoek?Â
Kunt u bevestigen dat het CvTE op herhaald verzoek van de Volkskrant heeft geweigerd om relevante toetsgegevens openbaar te maken, zelfs na een beroep op de Wet open overheid, en bent u bereid deze gegevens alsnog met de Kamer te delen?
Hoe beoordeelt u de analyse van de PO-Raad waaruit blijkt dat basisscholen die overstapten van toetsaanbieder gemiddeld beduidend hogere resultaten behaalden, met verschillen oplopend tot 10 procentpunt in het aantal leerlingen dat het streefniveau haalt?
Deelt u de analyse dat dergelijke verschillen, zelfs bij scholen met vergelijkbare populaties, het risico in zich dragen dat de doorstroomtoets bijdraagt aan grotere kansenongelijkheid, in plaats van gelijke kansen voor elk kind?
Hoe beoordeelt u het feit dat overstappende scholen hun positie ten opzichte van de inspectienorm direct verbeteren, terwijl de toets geacht wordt een objectieve maatstaf te zijn?
Kunt u reflecteren op de conclusie van de PO-Raad dat de doorstroomtoets momenteel eerder werkt als afrekenmechanisme dan als betrouwbaar instrument voor gelijke kansen? Hoe weegt u die kritiek, ook in het licht van de uitspraken van de voorzitter van de Onderwijsraad over de noodzaak van latere selectie?
Hoe beoordeelt u de oplossingsrichtingen die de sector aandraagt, namelijk later selecteren en het beperken van het aantal functies die de doorstroomtoets nu heeft?
Acht u het wenselijk dat de toetsresultaten en schooladviezen in gemeenten met veel praktisch opgeleide ouders structureel anders worden behandeld dan in gemeenten met veel theoretisch opgeleide ouders, zoals blijkt uit de analyse van de PO-Raad?
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk beantwoorden?
Â
1) De Volkskrant, d.d. 20 juni 2025, 'Door kabinet beloofd onderzoek naar doorstroomtoetsen blijkt niet te bestaan'Â
2) De Volkskrant, d.d. 24 juni 2025, 'Scholen die overstapten op andere doorstroomtoets scoren flink beter'
3) Kamerstuk 31 293, nr. 741
4)Â Kamerstuk 31 293, nr. 798