[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Evaluatie TOGS/TVL en stand van zaken TVL

Brief regering

Nummer: 2025D33500, datum: 2025-07-11, bijgewerkt: 2025-07-11 16:17, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z14616:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte Voorzitter,

In deze brief deel ik op hoofdlijnen de resultaten en de reactie van het demissionair kabinet op de beleidsevaluatie van de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen Sectoren COVID-19 (hierna: TOGS) en de Regeling subsidie financiering vaste lasten mkb COVID-19 (TVL). Daarnaast informeer ik uw Kamer graag over de laatste stand van zaken rondom de afwikkeling van de TVL.

In de afgelopen periode heeft mijn ministerie de beleidsevaluatie van de TOGS- en TVL-regelingen in twee onderdelen laten uitvoeren. Ik ben tevreden met de uitkomst van de evaluaties. De uitkomst van de beleidsevaluatie is namelijk dat de regelingen over het geheel zeer waarschijnlijk doelmatig en doeltreffend zijn geweest. Ook hebben de meeste ondernemers de regelingen als gebruiksvriendelijk beoordeeld en waren positief over de voorwaarden, snelheid en het aanvraagproces. Ik verwijs voor een uitgebreidere reactie naar paragraaf 2.1.

I. Context coronacrisis

In maart 2020 werden in Nederland maatregelen ingevoerd om de verspreiding van het coronavirus te voorkomen. De getroffen coronamaatregelen hadden ingrijpende gevolgen voor de economie. Veel ondernemers hebben zwaar te lijden gehad onder de economische gevolgen van de coronacrisis. Ondernemers zagen als gevolg hiervan hun omzet teruglopen, terwijl de vaste lasten doorliepen. Om deze reden is op 17 maart 2020 de TOGS-regeling aangekondigd als onderdeel van het bredere coronasteunpakket. Deze steunmaatregel is een eenmalige tegemoetkoming in de vorm van een gift van € 4.000 voor ondernemers die op dat moment direct getroffen werden door kabinetsmaatregelen, zoals eet- en drinkgelegenheden.

Op 20 mei 2020 kondigde het kabinet noodpakket 2.0 aan. In dit noodpakket werd de TOGS-regeling opgevolgd door de TVL-regeling. De TVL is een coronasteunmaatregel en heeft als kerndoel om zo snel mogelijk liquiditeit te bieden aan ondernemers die door coronabeperkingen omzet verliezen en hierdoor in de problemen komen met het betalen van hun vaste bedrijfslasten. De TVL bestond uit tien regelingen, waaronder drie aparte TVL-startersregelingen. In totaal is ruim € 800 miljoen aan TOGS en € 10 miljard aan TVL-subsidies uitgekeerd.

De TOGS en de TVL zijn onder grote tijdsdruk tot stand is gekomen. Ook de economische en maatschappelijke uitdagingen waarmee het kabinet kampten waren uniek. Tegelijkertijd hebben de regelingen een fors beroep gedaan op publieke middelen. Het is daarom belangrijk om te evalueren of de regeling doeltreffend en doelmatig was, wat goed is gegaan en welke lessen er kunnen worden getrokken voor eventuele toekomstige crisissituaties.

II. Evaluatie TOGS/TVL

De beleidsevaluatie van de TOGS en TVL bestaat uit twee zelfstandig leesbare rapporten. Het eerste deel betreft een kwantitatieve evaluatie van de TOGS/TVL (en de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW)) en is gezamenlijk uitgevoerd door SEO en Dialogic. De bevindingen zijn op 28 juni 2024 en 15 juli 2024 door voormalig minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) met uw Kamer gedeeld.1 Het tweede onderdeel betreft een kwalitatieve evaluatie en is uitgevoerd door Technopolis. In de bijlage vindt uw Kamer het tweede rapport van deze beleidsevaluatie.

2.1 Kabinetsreactie

Namens het demissionair kabinet, wil ik SEO, Dialogic en Technopolis bedanken voor de geleverde inspanning en de opgeleverde rapporten.

Het verheugt mij dat uit de evaluaties volgt dat de TOGS en TVL effectief en efficiënt hebben bijgedragen aan het voorkomen van liquiditeits- en solvabiliteitsproblemen bij bedrijven gedurende de coronacrisis. Daarnaast ben ik blij dat ondernemers de regelingen als gebruiksvriendelijk ervaarden en tevreden waren over de voorwaarden en de snelheid waarop de steun werd ontvangen, wat onlosmakelijk verbonden was met het doel van de regelingen.

Het demissionair kabinet heeft de geconstateerde lessen – maar ook de succesfactoren – voor eventuele toekomstige crisismaatregelen uit deze beleidsevaluaties en uit de studie van het Centraal Planbureau (CPB) naar de economische effecten van het coronasteunbeleid2 tot zich genomen. Het demissionair kabinet streeft er naar de lessen en succesfactoren – waar relevant en afhankelijk van het type crisis – mee te nemen bij het opstellen van een eventuele volgende crisisregeling. In paragraaf 2.2 en 2.3 geef ik een uitgebreidere toelichting op de uitkomsten van de onderzoeken.

2.2 Uitkomsten van het kwantitatieve onderzoek

Methodiek onderzoek

In het eerste (kwantitatieve) deel van de evaluatie is een analyse gedaan naar het gebruik, procesgang en de neveneffecten van de TOGS/TVL en de NOW. In dit deel is gekeken naar beide regelingen, zowel los van elkaar als in samenhang. In deze kwantitatieve evaluatie is onderzocht of de regelingen doeltreffend hebben bijgedragen aan het voorkomen van substantieel werkgelegenheidsverlies, liquiditeits- en solvabiliteitsproblemen en het voortbestaan van bedrijven tijdens de coronacrisis. Hiervoor zijn economische analyses op basis van CBS-microdata en een representatieve enquête onder ondernemers uitgevoerd, ondersteunende interviews gehouden en is bestaand onderzoek bestudeerd. In deze brief wordt vooral gereflecteerd op de conclusies die betrekking hebben op de TOGS en TVL, en in sommige gevallen op de TVL en NOW samen. Voor de conclusies over enkel de NOW verwijs ik naar de kabinetsreactie van 28 juni 2024.3

Gebruik regelingen

In totaal hebben ruim 1,8 miljoen bedrijven gebruik gemaakt van de TOGS/TVL en NOW. De sectoren horeca, vervoer en opslag, overige dienstverlening, handel, en landbouw, bosbouw en visserij hebben het meest gebruik gemaakt van de TOGS/TVL.

Doeltreffendheid en gebruiksvriendelijkheid

De onderzoekers concluderen dat de TOGS en TVL zeer waarschijnlijk4 doeltreffend zijn geweest in het voorkomen van liquiditeits- en solvabiliteitsproblemen bij gebruikers van de regeling tijdens de coronacrisis.

Ondanks de coronacrisis en het forse omzetverlies zijn er namelijk nauwelijks verschillen in de jaarlijkse ontwikkeling in liquiditeit en solvabiliteit van ondernemingen in een vergelijkbare periode voor de coronacrisis. Een van de vereisten om in aanmerking te komen voor TVL was namelijk dat ondernemers minimaal 30% omzetverlies hadden ten opzichte van de referentieperiode.5 In de door de onderzoekers afgenomen enquête geven ondernemingen aan dat de TOGS en TVL hebben bijdragen aan het voorkomen van liquiditeits- en solvabiliteitsproblemen. Bedrijven met een lagere financiële gezondheid in 2020 geven aan dat de TVL sterker heeft bijgedragen aan het voorkomen of verminderen van liquiditeitsproblemen dan bedrijven met een hogere financiële gezondheid.

Ook concluderen de onderzoekers dat de TOGS/TVL en NOW zeer waarschijnlijk doeltreffend hebben bijgedragen aan het voortbestaan van bedrijven tijdens de coronacrisis. Voor alle kwartalen hebben bedrijven gemiddeld een kleinere kans om een jaar na het ontvangen van TVL/TOGS en/of NOW te zijn opgeheven dan bedrijven die geen gebruik maakten van deze steunmaatregelen. Het aantal bedrijfsopheffingen is onder de gebruikers van de regeling sterk afgenomen. Ook de ondernemers uit de gehouden enquête geven aan dat de steun een belangrijke factor was bij het kunnen voortbestaan tijdens de crisis.

De regelingen werden door gebruikers als gebruiksvriendelijk ervaren. De meerderheid van de responderende bedrijven is positief over de voorwaarden, snelheid en het aanvraagproces van zowel de TOGS/TVL als de NOW. Daarnaast worden de regelingen door de ondernemers als gebruiksvriendelijk ervaren en nam dit gedurende de coronacrisis verder toe.

De onderzoekers stellen op basis van de interviews, enquête en deskstudie van bestaande literatuur dat de TVL en NOW ook niet-levensvatbare bedrijven in stand hebben gehouden. De onderzoekers kunnen de omvang van steun aan niet-levensvatbare bedrijven niet kwantificeren. Beëindigde bedrijven konden niet benaderd worden voor de enquête.6 De gevolgen hiervan zijn beperkt door hierover met sectorvertegenwoordigers en uitvoeringsorganisaties te spreken over bedrijven die tijdens de coronaperiode failliet zijn gegaan. Daarnaast zijn er tijdens de coronaperiode historisch weinig bedrijven failliet zijn gegaan. Definitieve cijfers van bedrijfsopheffingen van 2022 en later waren ten tijde van het onderzoek nog niet bekend. De interviewrespondenten gaven aan dat het in leven houden van niet-levensvatbare bedrijven nauwelijks te voorkomen was, doordat de regeling snel is opgezet. Bovendien slaat het voorkomen van steun aan niet-levensvatbare bedrijven om in het niet in leven houden van wel-levensvatbare bedrijven. De onderzoekers stellen dat de steun aan niet-levensvatbare bedrijven vermoedelijk in beperkte mate heeft plaatsgevonden.

2.3 Uitkomsten van het kwalitatieve onderzoek

Methodiek onderzoek

De tweede (kwalitatieve) evaluatie van de TOGS en TVL-regelingen richt zich op de doelmatigheid van deze regelingen, het proces, de samenwerking tussen betrokken organisaties, het beleid omtrent misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) en de lessen die kunnen worden getrokken voor eventuele toekomstige crisisregelingen. In deze evaluatie is, naast de input van de kwantitatieve evaluatie, gebruik gemaakt van een documentenstudie, beleidsvergelijking met de NOW en Vlaanderen, en interviews met medewerkers van het ministerie van Economische Zaken, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), andere betrokken organisaties en vertegenwoordigers van sectoren en bedrijven en banken.

Doelmatigheid

De regelingen zijn in beleid en uitvoering doelmatig geweest. In de eerste fase kwam er snel steun beschikbaar en waren de regelingen goed uitvoerbaar. Dit was essentieel voor het doel van de regeling en om aan te sluiten bij de noden van de maatschappij. In deze fase was de technische doelmatigheid echter beperkt door het gebruik van forfaitaire bedragen bij de TOGS en sectorale afbakeningen middels codes van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI). De periode na de eerste fase is gebruikt om de regeling te verbeteren. Bij de TVL was de hoogte van de subsidie afhankelijk van het omzetverlies en werd de steun voor alle sectoren opengesteld, zodat bedrijven die door keteneffecten van de coronamaatregelen werden getroffen werden gesteund. Dit bevorderde de technische doelmatigheid. Door deze aanpassingen werd er gerichtere en gedifferentieerde steun aangeboden wat aansloot bij de noden uit de maatschappij en de beleidsdoelen. Ook het delen van data tussen de Belastingdienst, Kamer van Koophandel (KvK) en RVO en het verhogen van geautomatiseerde afhandeling hebben bijgedragen aan een efficiëntere uitvoering.

Het beleid van de regelingen toonde een hoge mate van responsiviteit. Gedurende de looptijd van de regelingen zijn namelijk veel aanpassingen aan de regelingen gedaan. Dit was nodig om in te spelen op de veranderende omstandigheden van de coronacrisis en om ervoor te zorgen dat de steun terecht kwam bij ondernemers die dit nodig hadden. Het opstellen en overwegen van specifieke regelingen voor kleine subgroepen in de laatste fase van de crisis, zoals de startende ondernemers, hadden echter een beperkt effect nu van deze regelingen in beperkte mate gebruik werd gemaakt. Dit zorgde namelijk voor hogere kosten, maar hadden beperkte toegevoegde waarde. Echter, de politieke en maatschappelijke druk om bedrijven in deze laatste fase van de crisis te blijven steunen, speelde hier een belangrijke rol. De doelmatigheid nam in de laatste fase van de regelingen door het blijven uitbreiden van de regelingen in deze fase af. Dit zorgde voor een grotere inmenging op de economie, wat langetermijneffecten had die zwaarder begonnen te wegen. Het alternatief om vroeg te stoppen met de steunmaatregelen werd echter als een te groot risico gezien, omdat de informatie over de verdere ontwikkeling van de crisis niet volledig was.

Binnen de regelingen werden de grenzen van de uitvoerbaarheid opgezocht om zo veel mogelijk ondernemers te steunen. De nauwe samenwerking tussen EZ en RVO heeft gezorgd voor een succesvolle uitvoering, waarbij de uitvoeringskosten van 1,3% van het gemiddelde subsidiebedrag beperkt zijn gebleven. RVO was nauw betrokken bij de totstandkoming van de regeling, wat ertoe heeft geleid de regeling snel en effectief tot stand is gekomen. De samenwerking tussen verschillende ministeries zorgde ervoor dat verschillende instrumenten op elkaar konden worden afgestemd.

Lessen voor toekomstige crisis(steun)regelingen

De onderzoekers hebben een aantal succesfactoren en lessen geïdentificeerd om mee te nemen in toekomstige crisisregelingen. De onderzoekers adviseren om het doorslaan in bijsturen en doorsteunen via regelingen vanuit een gevoel van rechtvaardigheid te voorkomen. Volgens hen kan dit namelijk een negatieve invloed hebben op de doelmatigheid en effectiviteit. Gedurende een crisis neemt de onzekerheid af en kan enig veerkrachtig herstel worden verwacht. De onderzoekers adviseren om na te gaan of een aanpassing van de steunregeling noodzakelijk is voor kleine uitzonderingsgroepen of dat deze effectiever via andere routes gesteund kunnen worden. Daarbij dient te worden voorkomen dat het streven naar rechtvaardigheid leidt tot uitbreidingen en verlengingen. Bij het ontwerpen van de regeling kan de afbouw van de regeling reeds worden meegenomen, zodat de handrem beter kan worden geborgd.

Verder adviseren de onderzoekers om te investeren in betere data-technische inzichten over bedrijven om gericht te kunnen steunen. Data omtrent SBI-codes en de omgang met grotere ondernemers met meerdere vestigingen is niet altijd even effectief gebleken. Het streven om de steun meer gericht vorm te geven, kan leiden tot hoge juridische- en uitvoeringstechnische kosten. Hierbij kan al rekening worden gehouden bij het opstellen van de regeling.

Ook beveelt Technopolis aan om een aantal succesfactoren uit de regeling mee te nemen in een eventuele volgende crisisregeling. Met name de nauwe samenwerking tussen EZ, RVO en andere departementen heeft bijgedragen aan een effectieve en efficiënte uitvoering van de regeling. Ook de data-uitwisseling tussen uitvoeringsorganisaties (RVO, KvK en Belastingdienst) en een hoge mate van automatisering droeg bij aan een efficiënte uitvoering. Gedurende de crisis was er hoge mate van responsiviteit en flexibiliteit om regelingen tijdig bij te sturen op basis van nieuwe informatie en veranderende omstandigheden.

III. Stand van zaken TVL

Uw Kamer is sinds het begin van de TVL continu op de hoogte gehouden over de voortgang van de TVL. Voor het laatst is uw Kamer op 6 juli 2023 geïnformeerd in de tweede integrale voortgangsrapportage waarin de voortgang en monitoring van de meest omvangrijke coronasteunmaatregelen, waaronder de TVL, is gedeeld.7 Nu zijn we in de laatste fase beland. Ik deel graag met uw kamer de huidige (cijfermatige8) stand van zaken van de laatste fase van de TVL: het gebruik van de TVL-regelingen, rechtmatig en doelmatig gebruik, terugbetalingen en bezwaar en beroep. Over de uitvoering en het gebruik van de TOGS is uw Kamer op 19 maart 2021 geïnformeerd, waarmee de uitvoering van de TOGS werd afgerond.9

3.1 Gebruik regelingen

In totaal zijn er 463.827 TVL-aanvragen ingediend. Daarvan zijn momenteel 421.816 aanvragen verleend met een gemiddeld bedrag van € 24.044. Tabel 1 geeft een inzicht in het gebruik van de TVL-subsidies per TVL-regeling. In totaal heeft RVO een voorschot uitgekeerd van ongeveer € 10 miljard. Volgend op de subsidieverlening dient de subsidie definitief vastgesteld te worden. RVO heeft inmiddels vrijwel alle subsidieverleningen vastgesteld. Het gemiddelde vastgestelde subsidiebedrag bedraagt € 22.188. De subsidies die momenteel nog moeten worden vastgesteld komen voort uit bezwaar- en/of beroepsprocedures (onder paragraaf 3.3 Bezwaar en beroep wordt nader op deze procedures ingegaan).

Tabel 1: Gebruik subsidies per TVL-regeling

TVL-periode Aantal aanvragen Aantal verleende subsidies Aantal vastgestelde subsidies Totaal bedrag vaststelling (x € mln.)
TVL 110 47.705 42.629 42.628 416
TVL Q4 2020 90.606 80.252 80.252 1.125
TVL Q1 2021 114.431 101.273 101.272 2.214
Startersregeling Q1 2021 1.334 1.290 1.290 14
TVL Q2 2021 64.213 60.079 60.078 2.110
TVL Q3 2021 36.056 33.924 33.924 1.002
TVL Q4 2021 68.503 63.303 63.300 1.506
TVL Q1 2022 39.638 38.160 38.158 934
Startersregeling Q4 2021 633 456 456 8
Startersregeling Q1 2022 708 450 450 9
Totaal 463.827 421.816 421.808 9.338

3.2 Rechtmatig en doelmatig gebruik

Bij de TVL is een uitgebreid systeem van risicobeheersing opgezet en deze is continu verfijnd en verbeterd om risico’s tot misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) te verkleinen. Het M&O-beleid rondom de TVL is altijd voor een groot deel preventief beleid geweest. Uw Kamer is continu over deze systematiek en aanpassingen geïnformeerd. Er is 9.177 keer aangifte gedaan wegens een vermoeden van misbruik. Het totale terugvorderingsbedrag wegens misbruik is
€ 140,7 miljoen, waarvan nog € 95,8 miljoen open staat.

3.3 Terugbetalingen

Van terugvorderingen kan binnen de TVL sprake zijn als de vastgestelde subsidie lager uitvalt dan werd verwacht bij de verlening van de subsidie. Dit kan doordat bijvoorbeeld de omzetdaling lager uitviel dan door de ondernemer van tevoren had ingeschat. Voor de ondernemers met een terugvordering van de subsidie zijn flexibele betalingsregelingen mogelijk. Ondernemers kunnen betalingsregelingen van vijf jaar treffen, waarbij maatwerk mogelijk is.

Op dit moment staat € 42,9 miljoen aan betalingsregelingen open. De meeste ondernemers hebben gekozen voor een betalingsregeling tot 60 maanden. Tabel 2 geeft inzicht in het aantal terugvorderingen per TVL-openstellingen. De meeste ondernemers zijn veerkrachtig gebleken. Zo’n 6% van de ondernemers met een lopende betalingsregeling komt deze niet (volledig) na of betaalt onregelmatig terug.Wanneer een ondernemer zich niet houdt aan de betalingsregeling neemt RVO telefonisch contact op met een ondernemer over de terugvordering. Ook stuurt RVO een schriftelijke aanmaning. Indien een ondernemer niet reageert noch betaalt, wordt de vordering overgedragen aan het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Ondanks deze pogingen om de terugvordering te innen, verwacht RVO dat er maximaal 140 miljoen buiten invordering wordt gesteld. Vorderingen tot € 500,- worden door RVO niet geïnd. Ook in geval van faillissement en als de schuld niet op de onderneming te verhalen blijkt, kan RVO ertoe over gaan om de vordering buiten invordering te stellen dan wel kwijt te schelden.

Tabel 2: Inzicht in aantal terugvorderingen TVL

TVL-periode Terug-vorderingen totaal Volledig voldaan Terug-vorderingen openstaand Waarvan lopende betalings-regelingen Kwijtgescholden / Buiten invordering
TVL 1 15.699 10.487 2.001 628 3.211
TVL Q4 2020 17.053 10.747 3.714 785 2.592
TVL Q1 2021 22.700 16.023 2.235 1.015 4.442
Startersregeling Q1 2021 64 38 22 14 4
TVL Q2 2021 4.547 2.848 874 372 825
TVL Q3 2021 4.776 3.079 966 453 731
TVL Q4 2021 9.111 5.511 1.984 960 1.616
TVL Q1 2022 6.782 4.203 1.611 910 968
Startersregeling Q4 2021 70 44 22 13 4
Startersregeling Q1 2022 43 29 10 5 4
Totaal 80.845 53.009 13.439 5.155 14.397

Het demissionair kabinet roept ondernemers met betalingsproblemen op om contact op te nemen met RVO of andere hulpverlenende instanties zoals de KvK, GeldFit Zakelijk of hun gemeente als schuldhulpverlening nodig is.

3.4 Bezwaar en beroep

Ondernemers kunnen in bezwaar of beroep gaan tegen de (verlenings- en vaststellings) beslissing over de TVL-subsidie. De bezwaar- en beroepsafhandeling is bij de TVL-regeling grotendeels afgerond. Tegen circa 3,3% van de TVL-besluiten (verlening en vaststelling) is bezwaar aangetekend. Het aantal ingediende beroepschriften bedraagt 3.657 (0,4% van het aantal genomen beslissingen11). Daarvan zijn 3.561 procedures afgerond bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Tabel 3 geeft een nader inzicht in het aantal ingediende en afgeronde bezwaar- en beroepsprocedures per TVL-regeling. Het CBb heeft in 5,8% van de gevallen de ondernemer in het gelijk gesteld. RVO geeft uitvoering aan de uitspraken van het CBb en past, indien nodig, de beoordeling van de lopende subsidieaanvragen en -vaststellingen, bezwaarzaken en beroepszaken hierop aan. De beroepszaken hebben vooral betrekking op de hoogte van het omzetverlies, het vestigingsvereiste, de startdatum van de onderneming en de gehanteerde referentieperiode.

Tabel 3: Bezwaar en beroep TVL

TVL-periode Bezwaren ingediend Bezwaren afgehandeld

Beroepen

Ingediend

Beroepen

Afgehandeld

TVL 1 3.670 3.664 416 407
TVL Q4 2020 6.551 6.545 710 700
TVL Q1 2021 7.761 7.750 777 762
Starters-regeling Q1 2021 214 214 63 63
TVL Q2 2021 3.960 3.957 555 541
TVL Q3 2021 2.147 2.144 344 331
TVL Q4 2021 2.822 2.817 393 379
TVL Q1 2022 1.985 1.975 337 317
Starters-regeling Q4 2021 130 130 28 28
Starters-regeling Q1 2022 128 128 34 33
Totaal 29.368 29.324 3.657 3.561

IV. Tot slot

Met deze brief heb ik met uw Kamer de uitkomsten gedeeld van de evaluatie van de TOGS en TVL. Daarnaast hoop ik uw Kamer inzicht te hebben gegeven in de voortgang en monitoring van de TVL.

De evaluaties zullen als input dienen voor de synthesestudie van de meest omvangrijke coronasteunmaatregelen.12 De doelen van deze synthesestudie zijn om overkoepelende lessen te identificeren voor de vormgeving van steunpakketten bij toekomstige crises en om verantwoording af te leggen over de verleende coronasteun. De synthese maakt uitsluitend gebruik van bestaand materiaal, zoals evaluaties van individuele maatregelen. Over het plan van aanpak is uw Kamer op 10 april 2024 geïnformeerd.13

RVO blijft bezig met de laatste fase van de TVL: het in goede banen leiden van de terugbetalingen van de TVL en het afhandelen van bezwaar- en beroepsprocedures en de daaruit voortvloeiende (verlenings- en vaststellings)beslissingen. Mochten zich in de verdere toekomst relevante ontwikkelingen inzake de afwikkeling van de TVL voordoen, dan zal ik uw Kamer daarover informeren. Eventuele budgettaire bijstellingen op de TVL worden verwerkt in de jaarverslagen van EZ.

Vincent Karremans

Minister van Economische Zaken


  1. Kamerstukken II 2023/24, 35 420, nr. 535 en 536.↩︎

  2. Centraal Planbureau, 2024, Economische effecten van het coronasteunbeleid met lessen voor toekomstige crises.↩︎

  3. Kamerstukken II 2023/24,, 35 420, nr. 535.↩︎

  4. De uitkomsten op het gebied van doeltreffendheid kunnen in deze evaluatie worden aangeduid als “zeer waarschijnlijk” conform de onderzoeksmethodiek van de evaluatie.↩︎

  5. Uitzondering hierop is TVL Q4 2021, waarbij ondernemers minimaal een omzetverlies 20% of meer hadden om in aanmerking te komen voor TVL-subsidie.↩︎

  6. Bedrijven zijn benaderd op basis van de KvK-gegevens. Gegevens van beëindigde bedrijven waren niet meer bruikbaar.↩︎

  7. Kamerstukken II 2022/23, 35 420, nr. 528.↩︎

  8. De cijfermatige data dateert van 28 april jl.↩︎

  9. Kamerstukken II 2021/22, 35 420, nr. 242.↩︎

  10. [1] Juni t/m september 2020.↩︎

  11. RVO heeft 885.654 (verlenings- en vaststellings) beslissingen genomen.↩︎

  12. TOGS/TVL (EZ), NOW (SZW), de Tijdelijke overbrugging zelfstandige ondernemers (Tozo; SZW) en Bijzonder uitstel van betalen van belastingen van maart 2020 tot april 2022 (FIN).↩︎

  13. Kamerstukken II 2023/24, 35 420, nr. 532.↩︎