Nader gewijzigde motie van de leden Van der Burg en Ceder over de inzet voor een verbod op de invoer, verkoop en promotie van goederen en diensten uit de illegale nederzettingen op de Westbank conform de definitie van de motie van Campen/ Boswijk en deze handelsbeperkingen te richten op producten van kolonisten die zich schuldig maken aan landonteigening of andere ernstige misdrijven (t.v.v. 23432-599)
De situatie in het Midden-Oosten
Motie (gewijzigd/nader)
Nummer: 2025D35527, datum: 2025-08-23, bijgewerkt: 2025-08-23 00:16, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. van der Burg, Tweede Kamerlid (VVD)
- Mede ondertekenaar: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid (ChristenUnie)
Onderdeel van zaak 2025Z15357:
- Indiener: E. van der Burg, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: D.G.M. Ceder, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2025-08-22 00:25: STEMMINGEN (over moties ingediend tijdens het tweeminutendebat Situatie in Gaza) (Stemmingen), TK
Preview document (π origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
Vergaderjaar 2024-2025 | ||
23 432 | De situatie in het Midden-Oosten | |
Nr. NADER | GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN VAN DER BURG EN CEDER Ter vervanging van die gedrukt onder nr. 599 |
|
Voorgesteld | ||
De Kamer, | ||
gehoord de beraadslaging, | ||
overwegende dat de Nederlandse belangen het best gediend zijn bij een vreedzame en stabiele regio en een tweestatenoplossing de meest wenselijke uitkomst is; overwegende dat nederzettingenpolitiek zoals voortzetting van het E1-plan een van de belemmeringen vormen voor de tweestatenoplossing en daarmee de regionale stabiliteit en welvaart bedreigen; constaterende dat de EU een derde van de goederenhandel van IsraΓ«l vertegenwoordigt, waardoor een gezamenlijk Europees beleid een effectiever en krachtiger signaal afgeeft dan afzonderlijke nationale maatregelen; overwegende dat het instellen van nationale maatregelen een te overwegen optie blijft, mocht gezamenlijke Europese inzet voor een handelsverbod uitblijven; verzoekt de regering om zich in Europees verband of met een coalitie van gelijkgestemde landen daarbinnen in te zetten voor een verbod op de invoer, verkoop en promotie van goederen en diensten uit de illegale nederzettingen op de Westbank conform de definitie van de motie van Campen/ Boswijk (21 501-02), en deze handelsbeperkingen te richten op producten van kolonisten die zich schuldig maken aan landonteigening of andere ernstige misdrijven; verzoekt de regering simultaan aan nationale wetgeving als alternatief te werken voor wanneer een Europees akkoord uitblijft, en gaat over tot de orde van de dag. Van der Burg Ceder |
||