Inbreng verslag schriftelijk overleg over de Beleidsreactie op de evaluatie van de Subsidieregeling abortusklinieken en de Subsidieregeling opleiding abortusartsen (Kamerstuk 29214-108)
Subsidiebeleid VWS
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2025D36051, datum: 2025-08-29, bijgewerkt: 2025-09-04 07:36, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2025D36051).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Mohandis, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: M. Heller, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2025Z12435:
- Indiener: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- : Zwangerschap en geboorte (Commissiedebat), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- : Medische ethiek/orgaandonatie (Commissiedebat), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2025-06-19 13:59: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-07-02 16:00: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2025-08-28 14:00: Beleidsreactie op de evaluatie van de Subsidieregeling abortusklinieken en de Subsidieregeling opleiding abortusartsen (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
2025D36051 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Tielen) over de Beleidsreactie op de evaluatie van de Subsidieregeling abortusklinieken en de Subsidieregeling opleiding abortusartsen1.
De voorzitter van de commissie,
Mohandis
Adjunct-griffier van de commissie,
Heller
Inhoudsopgave
I. | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties |
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie | |
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie | |
II. | Reactie van de Staatssecretaris |
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de beleidsreactie op de evaluatie van de Subsidieregeling abortusklinieken en de Subsidieregeling opleiding abortusartsen en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
Genoemde leden zijn blij dat de Staatssecretaris het maximale percentage van de egalisatiereserve op tien procent houdt, het opbouwen van grotere vermogensreserves uit publieke gelden achtten zij namelijk als zeer ongepast. Dat het berekenen van de maximale egalisatieruimte voortaan op basis van de daadwerkelijke behandelaantallen en niet meer op het inschatten hiervan gaat, zien genoemde leden als een goede stap vooruit om de financiële prikkel voor het verkrijgen van subsidies voor bestuurders eruit te halen.
Uit de evaluatie blijken zorgen over de financiële positie bij bestuurders van abortusklinieken, doordat per 1 januari 2025 huisartsen de abortuspil mogen voorschrijven bij zwangerschappen tot maximaal negen weken. Waarom zal slechts «een deel» van de huisartsen deze zorg gaan aanbieden? Welke verschillen zijn er voor de zwangere in kwestie, wanneer zij kiest voor afbreking van de zwangerschap bij de huisarts dan wel bij een abortuskliniek? Hoe vaak werd er dit jaar gekozen voor abortus via de huisarts? Hoeveel abortussen zijn er dit jaar in de klinieken verricht? Hoe vaak betrof het hierbij een zwangerschap tot en met negen weken?
Tot slot, er bleek bij de controle van de subsidieverantwoordingen dat er één geval voorkwam waarbij subsidiegelden zijn weggesluisd naar onderaannemers waarvoor het winstoogmerk niet geldt. Genoemde leden willen weten hoeveel subsidiegeld dit betreft en welke consequenties dit heeft gehad voor de betreffende zorgaanbieder. Is het subsidiegeld teruggevorderd? Genoemde leden zijn voor het verminderen van administratieve lasten, maar niet wanneer dit zorgfraude in de hand werkt. Hoe wordt dit inmiddels ondervangen in de huidige systematiek van de subsidieregeling?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de fractie GroenLinks-PvdA hebben kennisgenomen van de beleidsreactie van de Staatssecretaris.
De leden van de fractie GroenLinks-PvdA kunnen zich aansluiten bij het besluit om beide subsidieregelingen met vijf jaar te verlengen. Zij lezen tevens dat kleine klinieken kampen met financiële zorgen. Daarnaast lezen zij dat gesteld wordt dat het geen doel op zich is om kleine klinieken overeind te houden. Zou de Staatssecretaris nader kunnen toelichten op welke wijze zij erop toeziet dat goede abortuszorg (in het bijzonder abortuszorg na negen weken zwangerschap) toegankelijk blijft in het geval dat kleinere klinieken omvallen, ook in dorpen en in de regio?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de beleidsreactie van de Staatssecretaris en het evaluatierapport en hebben nog een aantal vragen.
De leden van de VVD-fractie zijn blij om te lezen dat de subsidieregeling als doeltreffend wordt ervaren. Het is uiteraard goed dat deze subsidieregeling wordt aangescherpt op de onderdelen waar deze niet doeltreffend is. Tegelijkertijd zien deze leden dat abortuszorg onder druk staat, in het buiten- én binnenland. Subsidieregelingen zijn per definitie vatbaar voor veranderende maatschappelijke opvattingen. Structurele financiering zou wat betreft deze leden bij kunnen dragen aan bescherming van de huidige abortuspraktijk. Kan de Staatssecretaris aangeven of het in haar zienswijze mogelijk zou zijn om een structurele financieringsvorm in te voeren voor abortuszorg? Wat zou hiervoor nodig zijn?
In de Kamerbrief geeft de Staatssecretaris bij het onderdeel «Creëren van een vangnetconstructie voor kleinere klinieken» het volgende aan: «Het is echter geen doel op zich om kleine klinieken overeind te houden. Het doel is dat er goede en toegankelijke abortuszorg wordt geboden in Nederland.»
De leden van de VVD-fractie delen dat uitgangspunt, maar merken daarbij op dat toegankelijke abortuszorg ook betekent dat er voldoende zorgaanbieders beschikbaar zijn in alle regio’s van Nederland. Deelt de Staatssecretaris deze visie? Hoe zorgt zij ervoor dat er overal in Nederland voldoende abortuszorg beschikbaar is en blijft?
In de evaluatie komt naar boven dat de huidige hoogte van de egalisatiereserve van tien procent onvoldoende is om klinieken te innoveren en de mate van zorgkwaliteit te behouden of te verbeteren, via bijvoorbeeld verbouwing of nieuwe apparatuur. De leden van de VVD-fractie zijn het met de Staatssecretaris eens dat het opbouwen van grote vermogensreserves uit publieke gelden niet wenselijk is, maar zien ook dat kleinere klinieken (uit dunbevolkte regio’s) niet altijd de marges hebben om dergelijke investeringen te dekken met de integrale tarieven in de subsidieregelingen. Deelt de Staatssecretaris deze visie? Hoe zorgt zij ervoor dat er overal in Nederland kwalitatief goede abortuszorg beschikbaar is en blijft, met ruimte voor de nodige innovatie?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken. Naar aanleiding hiervan hebben de leden van de NSC-fractie nog enkele vragen.
Deelt de Staatssecretaris de mening dat abortus veilig, beschikbaar maar ook zeldzaam moet zijn?
De leden van de NSC-fractie willen van haar graag weten welke acties zij bereid is te nemen om de toenemende abortusaantallen terug te dringen. Hoe verwacht de Staatssecretaris dat het verstrekken van de abortuspil door huisartsen (sinds dit jaar) de patiënten aantallen bij abortusklinieken zal beïnvloeden? De leden van de NSC-fractie willen ook graag weten hoe de casus van de winstmakende onderaannemers aan het licht is gekomen.
De leden van de NSC-fractie willen verder graag van de Staatssecretaris weten welke maatregelen er uit de verkenning naar voren zijn gekomen om winsten bij onderaannemers tegen te gaan en om de werkwijze van deze subsidieontvanger verder te ontmoedigen. Welke maatregelen kan zij nemen tegen abortusklinieken die onderaannemers met winstoogmerk inhuren?
De leden van de NSC-fractie horen ook graag van de Staatssecretaris hoe zij kan controleren of deze handelwijze zich bij meer klinieken voordoet. Zij horen graag welke maatregelen denkbaar zijn om het werken met onderaannemers ook in andere private klinieken te stoppen. Dit ook in het licht van het terugdringen van zzp’ers in de zorg.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hechten groot belang aan het onvoorwaardelijke recht van vrouwen op abortus. Dit is en blijft een essentiële verworvenheid waar wij ons altijd hard voor blijven maken. Deze leden onderstrepen dat vrouwen zich nooit hoeven te verantwoorden voor het gebruikmaken van hun recht op abortus en dat deze rechten niet in twijfel worden getrokken of uitgehold. De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over ontwikkelingen, ook in deze Kamer, waarbij partijen zich laten verleiden tot het instellen van onderzoeken die de motivatie van vrouwen om abortus te plegen in twijfel trekken. Dit terwijl er reeds uitgebreid onderzoek beschikbaar is, onder meer van Rutgers, dat duidelijk inzicht geeft in de ontwikkelingen in de abortuszorg. Kan de Staatssecretaris bevestigen dat zij de keuzevrijheid en autonomie van vrouwen omtrent abortus onverkort onderschrijft en dat dit fundament van de abortuszorg in Nederland absoluut niet ter discussie staat?
De leden van de D66-fractie spreken hun steun uit voor de maatregelen die het kabinet neemt, in het bijzonder de verlenging van de subsidieregeling voor abortusklinieken en de opleiding van abortusartsen. Dit is van groot belang voor de continuïteit van de zorg. Ten aanzien van de spreiding van klinieken merken de leden van de D66-fractie op dat het heel belangrijk is dat de toegang tot abortuszorg in de verschillende delen van het land voldoende behouden blijft. Kan de Staatssecretaris toelichten op welke wijze zij dit concreet borgt?
Tot slot vragen deze leden de Staatssecretaris te reflecteren op de uitbreiding van de mogelijkheden voor huisartsen om de abortuspil voor te schrijven. Hoe beoordeelt de Staatssecretaris de eerste ervaringen met huisartsen die zich hiervoor laten opleiden? En op welke wijze gaat het kabinet actiever huisartsen betrekken en vrouwen voorlichten over de mogelijkheden die inmiddels bestaan, zodat de abortuszorg daadwerkelijk verbetert en de drempels voor vrouwen verder worden verlaagd?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB hebben kennisgenomen van de Beleidsreactie op de evaluatie van de Subsidieregeling abortusklinieken en de Subsidieregeling opleiding abortusartsen. Deze leden hebben geen vragen aan de Staatssecretaris.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de Beleidsreactie op de evaluatie van de Subsidieregeling abortusklinieken en de Subsidieregeling opleiding abortusartsen. Zij hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen over.
De leden van de SP-fractie lezen dat het kabinet de egalisatiereserve niet wil verhogen omdat deze «niet [is] bedoeld voor onderhoud, instandhouding en vervanging van inventaris. Dergelijke kosten worden gedekt met de integrale tarieven in de subsidieregeling.» Genoemde leden vragen de Staatssecretaris waarom de klinieken dan wel wijzen op het tekortschieten van de egalisatiereserve hiervoor. Is dat niet een indicatie dat de tarieven wellicht tekortschieten om ook lange termijn investeringen te kunnen doen? Is zij bereid om dit te onderzoeken?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van de beleidsreactie op de evaluatie van de Subsidieregeling abortusklinieken. Zij hebben hierover een aantal vragen.
De leden van de SGP-fractie vragen om een bevestiging dat het openbaar maken van een jaarverslag en de jaarrekening behoort tot de voorwaarden van de subsidieregeling. Zij wijzen erop dat artikel 6, eerste lid, onderdeel d zegt dat klinieken verplicht zijn om jaarlijks verslag te doen van de gang van zaken op medisch en financieel gebied in het voorafgaande kalenderjaar en dat verslag algemeen verkrijgbaar stelt. Voldoen alle abortusklinieken op dit moment aan deze verplichtingen?
De leden van de SGP-fractie vragen om een duiding van de recente berichtgeving over het aantal huisartsen dat zich heeft aangemeld voor de module voor de bevoegdheid om de abortuspil te verstrekken.2 Is er in de praktijk een verschuiving zichtbaar van abortussen van abortusklinieken naar de huisarts? Wordt dit geregistreerd? Is duidelijk hoeveel abortussen deze ongeveer vierhonderd bevoegde huisartsen hebben gedaan?
De leden van de SGP-fractie vinden het terecht dat de Staatssecretaris afziet van het verbreden van de subsidieregeling naar keuzehulp- en nazorg.
Ten slotte valt het de leden van de SGP-fractie op dat de Staatssecretaris voortdurend spreekt over «abortuszorg». Nergens in de Wet afbreking zwangerschap en ook niet in de subsidieregeling waarover het gaat wordt deze term gebruikt. De leden van de SGP-fractie vragen de Staatssecretaris dan ook deze term in het vervolg te vermijden.