Kerndoelen burgerschap digitale geletterdheid en Nederlandse gebarentaal en implementatiefase geactualiseerde kerndoelen
Primair Onderwijs
Brief regering
Nummer: 2025D36140, datum: 2025-09-01, bijgewerkt: 2025-09-03 11:54, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
- Kerndoelen Nederlandse Gebarentaal
- Definitieve conceptkerndoelen digitale geletterdheid
- Definitieve conceptkerndoelen burgerschap
- Tijdlijn implementatie kerndoelen
- Beslisnota bij Kamerbrief Kerndoelen burgerschap digitale geletterdheid en Nederlandse gebarentaal en implementatiefase geactualiseerde kerndoelen
Onderdeel van kamerstukdossier 31293 -833 Primair Onderwijs.
Onderdeel van zaak 2025Z15618:
- Indiener: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-09-04 13:36: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-11 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
31 293 Primair Onderwijs
31 289 Voortgezet Onderwijs
Nr. 833 Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 september 2025
Om leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op de toekomst is het naast een goede beheersing van lezen, schrijven en rekenen van belang dat zij voldoende kennis hebben over burgerschap en digitale geletterdheid. Het stelt ze in staat om goed mee te doen in de samenleving en om te gaan met digitale uitdagingen. Het huidige curriculum sluit daar nog onvoldoende bij aan en is al sinds 2006 niet meer herzien. De afgelopen jaren is daarom door Stichting Leerplanontwikkeling (hierna: SLO) gewerkt aan een actueel curriculum waarin onder andere kerndoelen zijn opgenomen voor deze nieuwe leergebieden. Met het nieuwe curriculum wordt focus aangebracht in het onderwijs en overladenheid tegengegaan.
In april jl. heeft SLO de definitieve concept kerndoelen voor Nederlands en rekenen en wiskunde opgeleverd en vandaag volgen de kerndoelen voor de leergebieden burgerschap, digitale geletterdheid en Nederlandse Gebarentaal. Dat betekent dat scholen vanaf dit schooljaar aan de slag kunnen met de kerndoelen voor alle basisvaardigheden. Daarnaast is de actualisatie van de kerndoelen voor de overige leergebieden en de examenprogramma’s in volle gang. Met deze Kamerbrief wil ik uw Kamer informeren over waar we staan in de actualisatie van het curriculum, over de implementatie van de kerndoelen op scholen en de wijze waarop scholen daarbij ondersteund zullen worden. Tot slot wordt toegelicht hoe het systeem van periodiek onderhoud van het curriculum wordt vormgegeven.
1. Actualiseren kerndoelen, examenprogramma’s en referentieniveaus
Sinds voorjaar 2025 wordt het definitieve nieuwe curriculum gefaseerd opgeleverd. Zowel inhoud als structuur van het curriculum zijn verbeterd en geactualiseerd. Alle kerndoelen en examenprogramma’s zijn en worden volgens een gemeenschappelijke architectuur opgebouwd. De kerndoelen, eindtermen en uitwerkingen bieden zo een doordachte doorlopende leerlijn en geven leraren en scholen concrete houvast bij de vormgeving van het schoolcurriculum.
Kerndoelen
Voor het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs vormen de kerndoelen het landelijk vastgestelde curriculum. In de tabel hieronder is per leergebied aangegeven waar we staan in de actualisatie van deze kerndoelen en wanneer de kerndoelen voor dit leergebied in werking zullen treden. De verwachting is dat alle scholen met deze kerndoelen aan de slag gaan zodra deze definitief zijn opgeleverd. Om de inwerkingtreding van de kerndoelen Nederlands en rekenen en wiskunde uiterlijk 1 augustus 2026 mogelijk te maken, zal eerst het Wetsvoorstel herziening wettelijke grondslagen kerndoelen besproken worden met uw Kamer. Dit heeft uw Kamer gepland voor later deze maand.
leergebied | status | beoogde inwerkingtreding |
---|---|---|
Nederlands rekenen en wiskunde |
definitief opgeleverd verwerkt in conceptbesluit |
1 augustus 2026 |
burgerschap digitale geletterdheid Nederlandse Gebarentaal |
definitief opgeleverd | 1 augustus 2027 |
bewegen en sport mens en maatschappij mens en natuur kunst en cultuur moderne vreemde talen |
fase van beproeven afgerond oplevering: eind 2025 |
1 augustus 2027 |
Friese taal en cultuur | oplevering: september 2025 | 1 augustus 2026 |
Nederlands en rekenen en wiskunde
Voor de leergebieden Nederlands en rekenen en wiskunde zijn eerder de definitieve kerndoelen opgeleverd en in een conceptbesluit verwerkt; scholen kunnen dus aan de slag met het actualiseren van hun onderwijs in deze leergebieden.1 Beide leergebieden hebben bovendien een sterk leergebiedoverstijgend karakter, wat een goede aanleiding biedt om het lees-, schrijf- en rekenonderwijs curriculumbreed te versterken. De consultatieronde op het ontwerpbesluit is inmiddels afgerond, en de input uit de consultatie wordt verwerkt. Nadat het Wetsvoorstel herziening wettelijke grondslagen kerndoelen is aangenomen door uw Kamer zal het ontwerpbesluit ter advisering aan de Raad van State worden voorgelegd. Vanaf 1 augustus 2026 treden deze nieuwe kerndoelen dan naar verwachting in werking.
Burgerschap en digitale geletterdheid
De kerndoelen burgerschap en digitale geletterdheid zijn inmiddels ook opgeleverd door SLO. Deze worden ter informatie met uw Kamer gedeeld in de bijlage. De bruikbaarheid van de eerder opgeleverde conceptkerndoelen voor deze leergebieden is uitgebreid beproefd met schoolleiders en leraren van meer dan 180 scholen in regiobijeenkomsten en via praktijkopdrachten. Ook de motie Soepboer (NSC) c.s.2 is verwerkt in deze herziene versie. Per leergebied liggen er nu drie kerndoelen voor het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs, inclusief onderliggende doelzinnen en concrete uitwerking. Voor de onderwerpen burgerschap en digitale geletterdheid wordt grondslag geregeld in het Wetsvoorstel herziening wettelijke grondslagen kerndoelen dat in september in uw Kamer behandeld zal worden. Daarna zullen deze kerndoelen worden verwerkt in een conceptbesluit. Scholen kunnen nu al met de vernieuwde kerndoelen aan de slag en zo ervaring opdoen en ontdekken wat voor hen werkt, zonder dat de inspectie hier nu al handhavend op toeziet.
Burgerschap en digitale geletterdheid zijn nieuwe leergebieden in het landelijk curriculum. Dat betekent echter niet dat scholen hier tot nu toe nog niets mee deden, integendeel. Al sinds 2006 hebben scholen bij wet de opdracht om actief burgerschap en sociale cohesie te bevorderen. Met de verduidelijking van de wettelijke burgerschapsopdracht in 2021 is verder uitgewerkt waar het onderwijs zich in dat kader in ieder geval op moet richten, bijvoorbeeld het bijbrengen van respect voor en kennis van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat.3 Ook digitale geletterdheid is niet geheel nieuw voor veel scholen. Zo oefenen leerlingen ook nu al met het beoordelen van verschillende soorten online informatie bij Nederlands.
De kerndoelen burgerschap en digitale geletterdheid zullen leraren meer richting en houvast bieden bij het verder invullen van hun burgerschapsonderwijs en hun onderwijs op het gebied van digitale geletterdheid. Weten hoe de samenleving in elkaar zit en leren over hoe je hieraan kunt deelnemen en bijdragen, met respect voor de diversiteit die onze samenleving kenmerkt, zijn basisvaardigheden die leerlingen moeten leren. Ook omgaan met online informatie, fake news of alle technologie die tegenwoordig beschikbaar is, is een belangrijke vaardigheid die je nodig hebt om je goed te redden in onze maatschappij. Ondanks dat de leergebieden niet compleet nieuw zijn voor scholen, zullen de kerndoelen wel extra inzet vragen van scholen. Om scholen hierbij te ondersteunen wordt de komende periode ingezet op het bieden van gerichte professionaliseringsactiviteiten zodat iedere school in voldoende mate in staat is om leerlingen deze nieuwe inhouden aan te bieden.
Nederlandse Gebarentaal
Ook de definitieve conceptkerndoelen voor Nederlandse Gebarentaal (NGT) zijn recent door SLO opgeleverd en toegevoegd als bijlage bij deze brief. Waar voorheen alleen kerndoelen NGT bestonden voor het speciaal onderwijs (so), zijn bij de actualisatie van het curriculum ook kerndoelen NGT opgesteld voor het voortgezet speciaal onderwijs (vso). Doordat er nu heldere kerndoelen zijn voor het so en vso geeft dit houvast aan scholen over wat zij leerlingen moeten leren ten aanzien van NGT. De kerndoelen zijn gebaseerd op een ontwikkellijn die recht doet aan de visuele en talige kenmerken van NGT en sluiten aan bij de opbouw en systematiek van de overige kerndoelen. De kerndoelen NGT zijn ontwikkeld door een gespecialiseerd team, in nauwe samenwerking met experts uit het cluster-2-onderwijs. De kerndoelen NGT worden gebruikt door scholen die onderwijs verzorgen aan dove en slechthorende leerlingen in cluster 2. Daarnaast kunnen scholen die aan NGT willen werken met andere doelgroepen deze kerndoelen gebruiken om hun onderwijs vorm te geven.
Overige leergebieden
De fase van beproeven van de conceptkerndoelen van de leergebieden mens en maatschappij, mens en natuur, kunst en cultuur, bewegen en sport, en moderne vreemde talen is afgerond. De inzichten die hierin zijn opgedaan, worden samen met de genoemde motie Soepboer (NSC) c.s., verwerkt in de definitieve kerndoelen. De definitieve kerndoelen voor deze leergebieden worden eind 2025 opgeleverd. In 2026 wordt nog een deel van de functionele kerndoelen opgeleverd. Deze kerndoelen zijn speciaal ontwikkeld voor zeer moeilijk lerende leerlingen of leerlingen met een meervoudige beperking in het speciaal onderwijs en leerlingen gericht op uitstroom dagbesteding en arbeidsmarkt in het voortgezet speciaal onderwijs. Vanaf dan is het curriculum voor het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs in zijn geheel geactualiseerd.
Samenvattend: de kerndoelen voor Nederlands en rekenen-wiskunde treden per 1 augustus 2026 in werking. De kerndoelen van burgerschap, digitale geletterdheid en de overige leergebieden treden naar verwachting vanaf 1 augustus 2027 in werking. Daarmee is de curriculumherziening voor het po en de onderbouw in het vo een feit en verwachten we dat alle scholen met de nieuwe kerndoelen aan de slag gaan.
Examenprogramma’s
Waar in het primair onderwijs en in de onderbouw van het voortgezet het onderwijs wordt vormgegeven op basis van de kerndoelen, wordt in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs gewerkt met examenprogramma’s. Hierin staat beschreven wat een leerling voor een vak moet kennen, kunnen of hebben ervaren om te slagen voor dat vak. Ook de examenprogramma’s worden momenteel geactualiseerd. De vernieuwde conceptexamenprogramma’s worden in verschillende tranches opgeleverd en beproefd op pilotscholen. Tot op heden is meer dan de helft van de conceptexamenprogramma’s opgeleverd door SLO waarna de fase van beproeving wordt gestart. Na de fase van beproeven worden de examenprogramma’s vastgesteld en opgenomen in wet- en regelgeving. Voor het einde van het jaar wordt u geïnformeerd over het vervolgproces van de vaststelling van de examenprogramma’s en het moment waarop de geactualiseerde examenprogramma’s in werking treden en daarmee het eerste cohort leerlingen dat ermee gaat werken.
Referentieniveaus
Ook het referentiekader taal en rekenen is aan actualisatie toe. Hier staan beheersingsdoelen (referentieniveaus) beschreven voor taal en rekenen die leerlingen moeten behalen aan het eind van het po, vo en mbo. Het referentiekader is in 2009 ontwikkeld om de doorlopende leerlijn tussen po, vo en mbo vast te leggen en scholen handvatten te bieden om het taal- en rekenonderwijs te verbeteren. In 2021/2022 is het referentiekader geëvalueerd.4 Uit de evaluatie kwam naar voren dat het referentiekader in zijn huidige vorm tekortschiet en aan grondige herziening toe is. Om zicht te krijgen op de inhoud van de herziening heeft SLO de opdracht gekregen om impactanalyses uit te voeren op de overeenkomsten en verschillen tussen het referentiekader en de geactualiseerde kerndoelen en examenprogramma’s voor Nederlands en rekenen en wiskunde. Ook zijn de rekeneisen en concepttaaleisen van mbo vergeleken met het referentiekader en zijn de reken- en concepttaaleisen van mbo-4 vergeleken met conceptexamenprogramma’s Nederlands en wiskunde van vmbo-gl/tl.5 Op basis van de analyses heeft SLO geadviseerd over de toekomst van het referentiekader taal en rekenen. Daarnaast heeft OCW in het voorjaar individuele gesprekken gevoerd met verschillende stakeholders en met sociale partners over de actualisatie van het referentiekader.6 Op basis van deze gesprekken en de genoemde analyses van SLO zijn aandachtspunten en uitgangspunten geformuleerd voor de actualisatie van het referentiekader taal en rekenen, die vervolgens weer zijn afgestemd met alle stakeholders.
De opbrengsten van de gesprekken en de resultaten van de impactanalyses van SLO dienen nu te worden verwerkt in een werkopdracht aan SLO, waarover uw Kamer nog dit jaar wordt geïnformeerd. SLO kan dan in 2026 starten met de actualisatie, die naar schatting een jaar in beslag zal nemen. Daarna kunnen de referentieniveaus in wet- en regelgeving verankerd worden.
2. Implementatie van de geactualiseerde kerndoelen
De geactualiseerde kerndoelen en nog te ontwikkelen leerlijnen bieden een uitgelezen kans om de kwaliteit van het onderwijs integraal te versterken en te zorgen voor eigentijds onderwijs. Omdat de kerndoelen een stuk concreter zijn dan voorheen, bieden ze leraren meer houvast om focus aan te brengen en doelgericht te werken. Daarnaast biedt het nieuwe curriculum leraren een kans om met nieuwe ogen naar hun onderwijspraktijk te kijken en zich te bezinnen op het waartoe van hun onderwijs. Dit vraagt om blijvende aandacht voor curriculumbewustzijn bij schoolleiding en leraren. Op schoolniveau gaat dit om kennis over de kerndoelen en het maken van passende didactische keuzes, afgestemd op de schooleigen omgeving. Daarbij komen wetenschappelijke inzichten, praktijkkennis en de specifieke situatie van het schoolteam samen. Schoolleiders kunnen deze actualisatie evidence-informed begeleiden, met verbindend leiderschap dat samenwerking en gezamenlijk leren stimuleert. Er liggen kansen om het onderwijs verder te versterken, maar de manier waarop die kansen worden benut, zal verschillen per school. Schoolbesturen spelen een belangrijke rol door tijd en ruimte te creëren om hiermee in de eigen context evidence-informed aan de slag te gaan.
Samenwerking en gezamenlijk eigenaarschap
De implementatie van de nieuwe kerndoelen, namelijk het vertalen van kerndoelen naar onderwijs, is een gezamenlijke opgave voor alle betrokkenen in en rond het onderwijs. Leraren en schoolleiders zijn daarbij de spil: zij brengen de kerndoelen dagelijks in praktijk. Tegelijkertijd zijn andere partijen, zoals sectorraden, vakverenigingen, lerarenopleidingen, kennisinstellingen en ontwikkelaars van leermiddelen en toetsen, essentieel. In nauwe samenwerking met deze partijen is de afgelopen periode gewerkt aan de inrichting van de implementatiefase. Het ministerie van OCW heeft hierin een regierol, met als taak te zorgen voor samenhang, voortgang en de juiste randvoorwaarden voor een zorgvuldige invoering in de onderwijspraktijk.
Implementatiefase
Het is cruciaal dat scholen tijdig starten met het werken met de nieuwe kerndoelen. Ten eerste omdat leerlingen dan zo snel mogelijk profiteren van de nieuwe kennis. Daarnaast ook voor scholen zelf om goed voorbereid te zijn op de feitelijke inwerkingtreding. De kerndoelen voor Nederlands, rekenen en wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid zijn daarin een mooi startpunt.
De implementatie verloopt in drie fasen:
Fase 1 (2025-2027): Focus op bewustwording en stimulering van het onderwijsveld. Scholen kunnen starten met de kerndoelen Nederlands, rekenen en wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid.
Fase 2 (2027-2030): Alle kerndoelen zijn wettelijk vastgelegd; scholen gaan werken met het volledige nieuwe curriculum. Er is intensieve ondersteuning en professionalisering, o.a. via train-de-trainertrajecten en leernetwerken. Scholen worden ondersteund bij de verdere inzet op de professionele ontwikkeling van leraren en het versterken van curriculair leiderschap. Daarnaast is er aandacht voor de integratie van de kerndoelen in nieuwe leermiddelen en toetsing.
Fase 3 (vanaf 2031): De kerndoelen zijn volledig geïmplementeerd en toetsing is hierop aangepast. Landelijk wordt gezorgd voor het actualiseren van de kerndoelen wanneer dat nodig is volgens een systeem van periodiek onderhoud. Scholen hebben de gelegenheid om in hun eigen context de professionele cultuur te versterken waarin het curriculum een natuurlijk onderdeel blijft van het gesprek over onderwijsverbetering. Op 1 augustus 2031 eindigt de overgangsfase van de curriculumimplementatie en werken alle scholen met de nieuwe kerndoelen. Vanaf dat moment houdt de inspectie hier ook bij alle scholen toezicht op.
Vijf pijlers voor ontwikkeling en ondersteuning
De implementatieaanpak is opgebouwd rond vijf pijlers, die gezamenlijk de ontwikkeling en ondersteuning van scholen versterken:
Curriculumbewustzijn en professionalisering: De implementatie van het nieuwe curriculum vraagt om onderwijsprofessionals die inzicht hebben in wat de nieuwe kerndoelen betekenen, hoe zij samenhangen en hoe zij vertaald kunnen worden naar de eigen onderwijspraktijk. Met diverse professionaliseringsmogelijkheden en ondersteuning worden leraren en scholen toegerust om doordachte keuzes te maken en blijvende onderwijsverbetering te realiseren. Er wordt een evidence-informed aanpak gehanteerd, waarbij scholen wetenschappelijke inzichten, praktijkervaring en kennis van de eigen context benutten om hun onderwijs verder te ontwikkelen.
Leermiddelen: Leermiddelen worden aangepast aan de nieuwe kerndoelen en vormen een belangrijk hulpmiddel voor leraren om de vertaalslag naar de klas te maken. Omdat nog weinig kennis beschikbaar is over welke leermiddelen het beste werken in verschillende situaties, wordt gewerkt aan kwaliteitskaders en gezamenlijke kennisontwikkeling. Deze initiatieven helpen scholen om beter onderbouwde keuzes te maken die aansluiten bij hun onderwijsvisie en de vernieuwde kerndoelen.
Toetsen worden aangepast om goed aan te sluiten bij de nieuwe kerndoelen en de doorlopende leerlijn. In het primair onderwijs gaat het om de actualisatie van leerlingvolgsystemen en doorstroomtoetsen, terwijl in het voortgezet onderwijs ook de samenhang met de bovenbouw en examenprogramma’s van belang is. Eventuele veranderingen in het toetsstelsel worden zoveel mogelijk gelijk oplopend ingevoerd om scholen niet met meerdere grote wijzigingen tegelijk te belasten.
Communicatie: Heldere en tijdige communicatie is cruciaal zodat scholen weten wat de inhoud, planning en ondersteuningsmogelijkheden van het vernieuwde curriculum zijn. Er wordt samen met veldpartijen gewerkt aan een gezamenlijke communicatiestrategie die niet alleen informatie zendt, maar ook actief feedback van en dialoog met scholen stimuleert. Vanaf 2026 worden landelijke bijeenkomsten georganiseerd om scholen te begeleiden bij de implementatie.
Monitoring: Monitoring ondersteunt de implementatie en het periodiek onderhoud van het curriculum door inzicht te geven in zowel leeropbrengsten als de feitelijke onderwijspraktijk. De nadruk ligt op een lerend karakter: het verzamelen van ervaringen en informatie om scholen en beleidsmakers te helpen verbeteren. De precieze uitwerking en borging worden de komende periode, in afstemming met het veld, geconcretiseerd.
Implementatie in het gespecialiseerd onderwijs en praktijkonderwijs
In het (v)so wordt voor de zeer moeilijk lerende, meervoudig beperkte leerlingen en leerlingen in het uitstroomprofiel dagbesteding en arbeidsmarkt gewerkt met functionele kerndoelen. In de rest van het (v)so en in het praktijkonderwijs7 wordt er gewerkt met de “reguliere” kerndoelen. Voor de leergebieden Nederlands en rekenen en wiskunde zijn de definitieve (functionele) conceptkerndoelen opgeleverd en scholen kunnen aan de slag met de implementatie daarvan op de school. De ondersteuning voor de implementatie van de nieuwe kerndoelen is gericht op het gehele funderend onderwijs, inclusief het (voortgezet) speciaal onderwijs en praktijkonderwijs. Om te bepalen of er aanvullende of specifieke ondersteuning wenselijk is bij de implementatie voor het gespecialiseerd onderwijs en praktijkonderwijs heeft SLO in opdracht van OCW een advies opgeleverd.8 Dit advies bouwt voort op het eerdere implementatieadvies van SLO uit 2024.9
De kern van het advies is dat scholen in het gespecialiseerd onderwijs en praktijkonderwijs bij de implementatie van de nieuwe kerndoelen structureel maatwerk en specifieke ondersteuning nodig hebben. Het is essentieel dat de kerndoelen worden vertaald naar de onderwijscontext van leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften.
De komende periode wordt in overleg met veldpartijen nader uitgewerkt hoe het (v)so en het praktijkonderwijs het best kan worden ondersteund bij de implementatie van de kerndoelen, als aanvulling op de generieke ondersteuning die voor alle scholen geldt.
Toezicht
Vanaf 1 augustus 2027 liggen er voor alle leergebieden nieuwe kerndoelen. Van scholen wordt verwacht dat zij deze gaan vertalen naar goed onderwijs en dat dit momentum wordt gebruikt om de kwaliteit van het onderwijs integraal te versterken. Dit is een mooie ontwikkeling en ook een flinke opgave. Daarom zal hier in het toezicht rekening mee worden gehouden. We kunnen immers niet verwachten van scholen dat zij voor negen leergebieden tegelijkertijd in alle leerjaren het onderwijs hebben aangepast. Dit gaat in stappen en welke stappen scholen zetten op welk moment, kan ook afhankelijk zijn van de school of populatie. Scholen krijgen de ruimte om hier voortvarend maar doordacht mee aan de slag te gaan. Daarom wordt er vanaf 1 augustus 2027 overgangsrecht geregeld in de kerndoelbesluiten. Het overgangsrecht regelt dat een school kan kiezen tussen de oude en de nieuwe kerndoelen. De inspectie houdt toezicht op de kerndoelen waar de school voor kiest. Daarnaast is er stimulerend toezicht waarbij de inspectie scholen zal stimuleren om al zo veel mogelijk integraal met de nieuwe kerndoelen te werken. Dit overgangsrecht eindigt op 1 augustus 2031 Vanaf dat moment moeten alle scholen de nieuwe kerndoelen voor alle leergebieden hebben verwerkt in hun onderwijs.
3. Naar een systeem van periodiek onderhoud
Goed onderwijs vraagt om een actueel curriculum. Daarom wordt toegewerkt naar een systeem voor periodiek curriculumonderhoud waarin monitoring, onderhoud en actualisatie elkaar versterken. Zoals toegezegd wordt uw Kamer op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen omtrent het systeem van periodiek onderhoud.10 Het doel is dat het actualiseren van het curriculum voorspelbaar, minder schoksgewijs en beter afgestemd op de onderwijspraktijk verloopt.
Sinds maart 2025 is een pilotversie van het Loket voor curriculumsignalen live via de website van SLO.11 Dit loket biedt een centrale plek waar signalen over het curriculum kunnen worden verzameld, gewogen en gebundeld. Op basis van de afweging wordt bepaald of het signaal wordt meegenomen in de volgende geplande onderhoudsronde van het curriculum. In het verleden kwamen signalen verspreid binnen bij verschillende partijen. Het loket draagt bij aan transparantie en samenhang in de signalering van wat goed gaat en waar aanpassing wenselijk is.
Daarnaast wordt door SLO gewerkt aan een onderhoudskalender. Deze kalender maakt inzichtelijk welk leergebied wanneer aan curriculumonderhoud toe is, en biedt zo helderheid en voorspelbaarheid voor scholen, leraren, ontwikkelteams en andere betrokkenen. De onderhoudskalender vormt de ruggengraat van het systeem voor permanente curriculumontwikkeling, waarin nieuwe inzichten en praktijkervaringen hun weg vinden naar structureel onderhoud. Dit najaar wordt de kalender naar verwachting opgeleverd en zal uw Kamer hierover worden geïnformeerd.
Tot slot
Met de gezamenlijke inzet van vele veldpartijen gaat nu de implementatiefase van start. Over de voortgang van de implementatie wordt uw Kamer periodiek geïnformeerd in de voortgangsrapportages van het Masterplan basisvaardigheden. De eerstvolgende gelegenheid is in het najaar van 2026. Daarnaast zal ik uw Kamer voor het einde van dit jaar informeren over de oplevering van de overige kerndoelen en de werkopdracht voor het referentiekader, zodat u volledig zicht houdt op de voortgang en de vervolgstappen. In de bijlage treft u daarnaast een tijdlijn aan die een overzicht biedt van het proces van curriculumherziening en de implementatie daarvan.
Leraren, schoolleiders, curriculumexperts, vakexperts en wetenschappers, leerlingen, ouders, leermiddelenmakers, onderwijsorganisaties, vakverenigingen en maatschappelijke instellingen hebben intensief samengewerkt om te komen tot een actueel en ambitieus curriculum voor alle leerlingen in het funderend onderwijs en tot de implementatieplannen die de invoering hiervan mogelijk maken. Daarvoor spreek ik graag mijn grote dank en waardering uit.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul
Bijlage. Nadere toelichting vijf pijlers curriculumimplementatie
In onderstaande bijlage wordt per pijler een nadere toelichting gegeven op de wijze waarop de implementatie van het vernieuwde curriculum wordt ondersteund.
Curriculumbewustzijn en professionele ontwikkeling
De implementatie van het nieuwe curriculum vraagt om onderwijsprofessionals die inzicht hebben in wat de nieuwe kerndoelen betekenen, hoe zij samenhangen en hoe zij vertaald kunnen worden naar de eigen onderwijspraktijk. Het versterken van curriculumbewustzijn en het ondersteunen van professionele ontwikkeling zijn daarom belangrijke onderdelen van de implementatieaanpak. Met het onderwijsakkoord zijn reeds middelen vrijgemaakt om hiervoor 16 uur extra professionaliseringstijd per leerkracht te kunnen inzetten12. Er wordt een evidence-informed aanpak gehanteerd, waarbij scholen wetenschappelijke inzichten, praktijkervaring en kennis van de eigen context benutten om het onderwijs te verbeteren. Het doel is dat onderwijsprofessionals zich verder ontwikkelen, in hun school doordachte keuzes kunnen maken en bijdragen aan blijvende onderwijsverbetering. In dit kader wordt ook gebruikgemaakt van inzichten uit recente verkenningen, zoals het onderzoek van de inspectie op acht PO-scholen, waarin waardevolle voorbeelden naar voren komen van hoe scholen werk maken van curriculumbewustzijn in de praktijk.13 Deze voorbeelden helpen om gerichte ondersteuning te bieden en de aanpak verder aan te scherpen.
In samenwerking met onder andere de sectorraden (PO, VO, GO en Pro), vakverenigingen, beroepsverenigingen, SLO en opleidingsinstellingen wordt gewerkt aan een breed en samenhangend palet aan professionaliseringsmogelijkheden. Denk aan train-de-trainertrajecten, masterclasses, begeleide leernetwerken en kennisdeling. Daarbij sluit de aanpak aan bij bestaande trajecten zoals het Masterplan basisvaardigheden, de Nationale Aanpak Professionalisering van Leraren (NAPL) en Ontwikkelkracht. Ook de lerarenopleidingen (pabo’s en eerste- en tweedegraads opleidingen) spelen een sleutelrol in de versterking van curriculumbewustzijn en vakmanschap. Zij verwerken curriculumdenken in hun opleidingen, zodat (aanstaande) leraren goed zijn toegerust om met het vernieuwde curriculum te werken. Hiervoor worden onder meer de kennisbases geactualiseerd. Daarnaast werken samenwerkende onderwijsadviesbureaus aan een plan waarin SLO de onderwijsadviesbranche toerust met kennis en instrumenten, zodat zij scholen kunnen ondersteunen bij het vertalen van het wettelijk curriculum naar de klassensituatie. Met maatwerk dragen zij bij aan de implementatie van het curriculum.
Leermiddelen
Veel leermiddelenmakers zijn inmiddels gestart met het actualiseren van hun producten op basis van de nieuwe kerndoelen. Deze ontwikkeling wordt van harte aangemoedigd, gezien hun positie in de vertaling van doelen naar de dagelijkse onderwijspraktijk. Leraren vormen de belangrijkste schakel tussen curriculum en klaslokaal. Leermiddelen, fysiek en digitaal, via methodes, oefenmateriaal en aanvullende bronnen, kunnen daarbij als hulpmiddel en inspiratiebron dienen. Een goede aansluiting tussen leermiddelen en het vernieuwde curriculum ondersteunt scholen bij het realiseren van hun onderwijsvisie. Om leermiddelenmakers in staat te stellen hun materiaal te actualiseren, is onlangs door OCW een brief gestuurd over de inhoud van het nieuwe curriculum en de bijbehorende planning.14
Tegelijkertijd blijkt uit onderzoek dat er weinig breed beschikbare kennis is over welke leermiddelen in welke situatie het beste werken, in welke omstandigheden en voor welke leerlingen.15 Om daar verandering in te brengen, wordt een kwaliteitsalliantie gevormd waarin leraren, schoolleiders, bestuurders, leermiddelenmakers en wetenschappers samenwerken. Daarnaast worden kwaliteitskaders ontwikkeld die, op basis van wetenschappelijke inzichten, praktijkervaringen en input van de alliantie, handvatten bieden voor de beoordeling en ontwikkeling van leermiddelen. Voor het vakgebied taal zijn inmiddels al kwaliteitskaders beschikbaar voor zowel het primair als het voortgezet onderwijs.16,17 Deze initiatieven, hoewel breder dan de curriculumimplementatie, dragen eraan bij dat scholen beter onderbouwde keuzes kunnen maken die passen bij de kerndoelen en hun onderwijsvisie.
Toetsen
Toetsing is een belangrijk instrument binnen de implementatie van de nieuwe kerndoelen. Daarbij staan in het primair onderwijs twee vragen centraal. Ten eerste: hoe worden wettelijk verankerde toetsen, zoals leerlingvolgsystemen (LVS) en doorstroomtoetsen, geactualiseerd in lijn met de nieuwe kerndoelen? Daarbij wordt onder meer gekeken naar de effecten van mogelijke wijzigingen in de referentieniveaus op referentiesets en normering. Ten tweede wordt breder gekeken naar toetsvormen en -inhouden die de implementatie van de kerndoelen kunnen ondersteunen, als middel om het leerproces en het onderwijs vorm te geven. Op dit moment is nog niet duidelijk of er wijzigingen in het toetsstelsel primair onderwijs nodig zijn. Mocht dat wel het geval zijn, dan is het streven om die zoveel mogelijk tegelijk door te voeren met veranderingen als gevolg van het nieuwe curriculum. Op die manier wordt voorkomen dat scholen op verschillende momenten met grote veranderingen te maken krijgen. In het najaar deel ik met uw Kamer een tijdpad met de benodigde stappen voor eventuele wijzigingen in het aantal doorstroomtoetsen en de vorm daarvan en de snelheid waarmee die zouden kunnen plaatsvinden.18
In het voortgezet onderwijs is bovendien een goede aansluiting met de bovenbouw van belang. Toetsing in de onderbouw moet in lijn zijn met het vernieuwde curriculum én met de doelen van de bovenbouw, zoals vastgelegd in de geactualiseerde examenprogramma's. Dat vraagt van de school om de implementatie van de geactualiseerde examenprogramma’s en kerndoelen in samenhang te bezien en zo de toetsontwikkeling af te stemmen op de actualisatie van de examenprogramma’s.
In dit verband zien we ook uit naar een advies van de Onderwijsraad dat begin 2026 verschijnt over toetsing in een vernieuwd curriculum.
Communicatie
Heldere en tijdige communicatie richting het onderwijsveld is cruciaal voor een succesvolle implementatie. Scholen en onderwijsprofessionals moeten goed geïnformeerd zijn over de inhoud en bedoeling van het vernieuwde curriculum, de fasering van de implementatie en de beschikbare ondersteuningsmogelijkheden. OCW ontwikkelt samen met partners een gezamenlijke communicatiestrategie, inclusief een landelijke communicatiekalender en kernboodschap. Communicatie is hierbij niet eenzijdig, maar interactief. Door actief feedback op te halen uit het veld en ruimte te bieden voor dialoog, wordt inzicht verkregen in waar scholen staan in het implementatieproces en welke aanvullende ondersteuning wenselijk is.
Deze brief schetst op hoofdlijnen een eerste beeld van de gesprekken die momenteel met het onderwijsveld worden gevoerd en de plannen die daaruit voortkomen. In de komende periode worden deze gesprekken voortgezet. In 2026 wordt de implementatiefase landelijk afgetrapt met OCW Dichtbij-bijeenkomsten, waarin scholen, schoolleiders en leraren worden meegenomen in de inhoud en aanpak van het vernieuwde curriculum.
Monitoring
Monitoring van het curriculum, van de landelijke kerndoelen en examenprogramma’s tot en met de vertaling naar en uitvoering in de scholen, speelt een belangrijke rol in het ondersteunen van het implementatieproces en in het voeden van het systeem voor periodiek curriculumonderhoud. SLO heeft hierover een uitgebreid advies uitgebracht, waarin wordt benadrukt dat monitoring vooral een lerend karakter moet hebben en recht moet doen aan de rijkheid en variatie in het onderwijsveld.19 Essentieel daarbij is dat monitoring zich niet alleen richt op leeropbrengsten, maar ook op het daadwerkelijk uitgevoerde curriculum, de concrete onderwijspraktijk. Het is nodig om zicht te hebben op de keuzes die scholen maken in hun onderwijs, waaronder het gebruik van leermiddelen, en op de randvoorwaarden voor succesvolle implementatie (zoals de uitlijning van leermiddelen en toetsen met de nieuwe kerndoelen en examenprogramma's, professionalisering, ontwikkeling van curriculumbewust handelen en leiderschap).
SLO pleit voor de opbouw van een landelijke onderzoeksagenda waarin monitoring cyclisch en systematisch plaatsvindt, in aansluiting op de verschillende fasen van curriculumontwikkeling.20 Daarbij moet gewerkt worden vanuit een gedeeld en genuanceerd perspectief, waarin de praktijkervaringen van scholen centraal staan. De komende periode wordt dit advies, in overleg met veldpartijen, verder uitgewerkt. Daarbij staat voorop dat monitoring geen beoordelend of controlerend karakter krijgt, maar een instrument wordt waarmee scholen, beleidsmakers en andere partners kunnen leren en gericht kunnen ondersteunen.
Totdat de kerndoelen daadwerkelijk zijn opgenomen in de regelgeving, zijn de vigerende kerndoelen (2006) formeel nog van kracht. Met de nieuwe kerndoelen Nederlands en rekenen en wiskunde wordt echter ook voldaan aan de vigerende kerndoelen.↩︎
Kamerstuk 31 293, nr. 766↩︎
De nieuwe kerndoelen burgerschap zijn een uitwerking van het onderwijsinhoudelijke deel van de wettelijke burgerschapsopdracht. Ter visualisering van deze verhouding heeft het ministerie van OCW in samenwerking met de inspectie, SLO en het Expertisepunt Burgerschap een infographic opgeleverd voor scholen. De infographic (‘Burgerschapsonderwijs – Wat zijn de huidige verplichtingen en welke veranderingen komen eraan’) geeft ook weer waar de inspectie toezicht op houdt, hoe dit gaat veranderen en waar scholen in het licht van de veranderingen rekening mee moeten houden. De infographic wordt begin september gepubliceerd op Rijksoverheid | Toekomstgericht curriculum.↩︎
Van den Broek e.a., mei 2022, Eindrapportage. Analyse en evaluatie referentieniveaus
Nederlandse taal en rekenen. Nijmegen/Amersfoort: ResearchNed/Expertisecentrum Nederlands↩︎
Er is gesproken met de Inspectie van het Onderwijs, het CvTE, Stichting Cito, de sectorraden po, vo, mbo, pro en go en met kwaliteitsmedewerkers van schoolbesturen. Daarnaast zijn de bonden en vakverenigingen voor Nederlands en wiskunde geraadpleegd.↩︎
Voor het praktijkonderwijs worden geen aparte kerndoelen ontwikkeld, conform de afspraak dat deze vernieuwing plaatsvindt binnen bestaande wet- en regelgeving. Kamerstuk 31 293, nr. 743↩︎
Het advies wordt in september 2025 gepubliceerd op de website van SLO.↩︎
SLO (2024). Implementatie kerndoelen: doordacht en in samenhang. Amersfoort: SLO↩︎
TZ202410, nr. 122↩︎
https://www.slo.nl/thema/meer/periodiekcurriculumonderhoud/aanmeldformulier-loket/↩︎
Kamerstuk 31 293, nr. 615↩︎
Inspectie van het Onderwijs (2025). Scholen zijn curriculumbewust – verschil tussen leraren zichtbaar. https://www.onderwijsinspectie.nl/documenten/rapporten/2025/07/03/themarapport-curriculumbewustzijn↩︎
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. (2025). Informatie met betrekking tot het geactualiseerde curriculum. https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/toekomst-onderwijs/documenten/brieven/2025/07/03/brief-leermiddelenmakers-informatie-met-betrekking-tot-het-geactualiseerde-curriculum↩︎
Kamerstuk 32 034 nr. 54↩︎
Van Brussel, K., Van Dijk, Y. (voorzitter), Heuts, A., Prenger, J., Smits, A., Sparreboom, E. (projectleider), & Van der Velden, M. (2025). Kwaliteitskader leermiddelen taal voor primair onderwijs. Kwaliteitskader Leermiddelen Taal/Nederlands - Platform Samen Onderzoeken↩︎
Van Brussel, K., Van Dijk, Y. (voorzitter), Heuts, A., Prenger, J., Smits, A., Sparreboom, E. (projectleider), & Van der Velden, M. (2025). Kwaliteitskader leermiddelen voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Kwaliteitskader Leermiddelen Taal/Nederlands - Platform Samen Onderzoeken↩︎
Kamerstuk 31 293, nr. 798↩︎
SLO (2025). Naar meer zicht op het curriculum in het funderend onderwijs. Adviesrapport. SLO.↩︎
SLO (2025). Naar meer zicht op het curriculum in het funderend onderwijs. Adviesrapport. SLO.↩︎