[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over de schriftelijke inbreng van de Branchevereniging Kringloop Nederland (BKN) ten behoeve van het commissiedebat Circulaire Economie

Landelijk afvalbeheerplan

Brief regering

Nummer: 2025D36605, datum: 2025-09-02, bijgewerkt: 2025-09-04 14:23, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30872 -316 Landelijk afvalbeheerplan.

Onderdeel van zaak 2025Z15812:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


30 872 Landelijk afvalbeheerplan

32 852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid

Nr. 316 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 september 2025

Deze brief geeft een reactie op de schriftelijke inbreng van de Branchevereniging Kringloop Nederland (BKN) ten behoeve van het commissiedebat Circulaire Economie op 16 april 2025. Deze reactie is een antwoord op het verzoek van de vaste Kamercommissie Infrastructuur en Waterstaat, gedaan op 17 april 2025.

De brief van de BKN gaat in op de rol van kringlooporganisaties in de circulaire economie en stelt dat het huidige beleid onder andere kansen voor hergebruik en reparatie laat liggen. De BKN roept op om kringlooporganisaties beter te erkennen en te ondersteunen bij het realiseren van circulaire doelstellingen.

Doorontwikkeling UPV

In de brief doet de BKN de suggestie om het juridische instrument Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) te verbeteren. Producentenorganisaties werken samen met ketenpartijen, zoals kringlooporganisaties, om aan hun verplichtingen binnen de UPV te voldoen. Deze samenwerking vergt echter veel tijd, energie en geld van ketenpartijen, wat hun andere werkzaamheden belemmert. De BKN vraagt daarom om wettelijke maatregelen die Producentenorganisaties verplichten ketenpartijen financieel te ondersteunen, zodat zij de extra werkzaamheden door de UPV kunnen uitvoeren.

Momenteel wordt het instrument UPV doorontwikkeld, met als doel om de werking van het instrument te verbeteren, zoals ook eerder aangekondigd in de brief van 16 oktober 20231. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de rol en positie van producentenorganisaties ten opzichte van andere ketenpartijen. Het is belangrijk dat partijen door de hele keten in staat zijn op een gelijkwaardige manier gesprekken met elkaar te voeren. Het helpt daarbij als partijen toegang hebben tot dezelfde informatie en er waar mogelijk transparantie geboden wordt. Het is aan partijen zelf om binnen deze context contractafspraken met elkaar te maken over vergoeding voor de geleverde diensten. Dit zijn private contracten waar de overheid geen directe rol in heeft.

Reparatie en hergebruik

De BKN roept op om de staatssecretaris van Financiën te vragen een onderzoek in te stellen naar de fiscale mogelijkheden om de arbeid die nodig is voor reparatie goedkoper te maken, zodat hergebruik en reparatie betaalbaarder worden. De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane - is in de fiscale beleids- en uitvoeringsagenda 20252 ingegaan op de tax shift van arbeid naar vergroening. In de brief bij het verslag van de Milieuraad van 27 maart 20253 heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu daarnaast aangegeven dat het kabinet uitvoering zal geven uitvoering aan de motie Kostic c.s.4 in die zin dat het kabinet zich actief zal inzetten om 0% btw op tweedehands en reparatiediensten juridisch mogelijk te maken.

Zichtbaarheid kringlooporganisaties

Het beleid rondom circulair textiel en het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) zet in op het vergroten van de zichtbaarheid van tweedehands producten. In de praktijk blijkt dit lastig, onder andere doordat gemeenten leegstaande panden niet tegen lagere huurprijzen kunnen aanbieden zonder negatieve gevolgen voor de vastgoedwaarde. De BKN vraagt daarom IenW om financiële impulsen via (tijdelijke) ondersteuning en aantrekkelijke huurvoorwaarden voor partijen met Keurmerk Kringloop Nederland, ANBI- of SSBI-status. Daarnaast benadrukken ze het belang van lokale samenwerking tussen deze organisaties en gemeenten.

De gemeenten gaan zelf over het beleid en keuzes ten aanzien van huurvoorwaarden. Er wordt onder het NPCE voor andere initiatieven samengewerkt met gemeenten, kringlopen en andere organisaties. Vanuit het programma Circulair Doen van IenW wordt er in samenwerking met gemeenten en circulaire ambachtscentra gewerkt aan verschillende pilots om circulair gedrag te stimuleren. Daarbij richten we ons op verschillende productgroepen, zoals textiel maar ook meubels en elektronica. Een aantal van deze pilots zijn specifiek gericht op het vergroten van zichtbaarheid en toegankelijkheid van circulaire initiatieven, waaronder kringloopwinkels en Repair Cafés. Twee voorbeelden van pilots waar nu aan wordt gewerkt, zijn het testen van een reparatiebalie op Utrecht Centraal en het aanbieden van tweedehands kleding naast nieuwe kleding in winkelstraten bij verschillende gemeenten. Daarnaast onderzoekt IenW onder het Van Afval Naar Grondstof (VANG) programma huishoudelijke afvalpreventie een aantal juridische maatregelen om bijvoorbeeld kringloopwinkels en andere circulaire initiatieven voorrang te geven op goede locaties in het winkelgebied. Dit onderzoek wordt in de loop van 2026 gepubliceerd.

Doorontwikkeling Circulair Materialen Plan (CMP)

Daarnaast wordt er gesteld in de brief door de BKN dat het CMP een praktische bundeling is van reeds bestaande wet- en regelgeving. De BKN stelt voor om het CMP op een aantal punten te wijzigen, zodat het meer ruimte biedt voor nieuwe kansen binnen de circulaire economie. Via deze reactie vraagt de BKN aandacht voor de zienswijze die is ingediend op het ontwerp CMP.

Het ontwerp CMP heeft begin 2025 ter inzage gelegen. Er zijn 158 zienswijzen ingediend door partijen in het land, waaronder door de BKN. Op dit moment worden al deze zienswijzen bekeken en verwerkt. Waar mogelijk en nodig wordt het ontwerp CMP aangepast, waarop eind 2025 het definitieve CMP in werking zal treden. Tegelijk met de publicatie van het definitieve CMP wordt er ook een reactienota gepubliceerd waarin voor insprekers na te gaan is wat er met hun zienswijzen is gebeurd. Het CMP is een instrument dat vanaf de inwerkingtreding in beweging zal blijven en regelmatig geactualiseerd zal worden.

Integrale Circulaire Economie Rapportage 2025 (ICER)

Ten slotte vraagt de BKN om de recent gepubliceerde ICER 2025 mee te nemen in de beleidsvoorbereidingen, aangezien deze de urgentie benadrukt om de circulaire doelen te behalen. De kringloopsector vraagt om actieve ondersteuning en betrokkenheid bij het realiseren van deze doelen. In september stuurt het kabinet de actualisatie van het NPCE aan de Tweede Kamer. Hierin zal, zoals reeds aangekondigd, ook ingegaan worden op de conclusies uit de ICER (Kamerstukken II 2024-2025, 30852, nr. 352).

De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

A.A. Aartsen


  1. Kamerstuk 32 852, nr. 268↩︎

  2. Kamerstuk 32 140, nr. 251↩︎

  3. Kamerstuk 21 501-08, nr. 994↩︎

  4. Kamerstuk 21 501-08, nr. 977↩︎