[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorlopige toepassing van het Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de exploitatie van grensoverschrijdende koolwaterstoffenvelden in de Noordzee; ’s-Gravenhage, 27 augustus 2025

Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de exploitatie van grensoverschrijdende koolwaterstoffenvelden in de Noordzee; ’s-Gravenhage, 27 augustus 2025

Brief regering

Nummer: 2025D36729, datum: 2025-09-02, bijgewerkt: 2025-09-04 16:21, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36802 -1 Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de exploitatie van grensoverschrijdende koolwaterstoffenvelden in de Noordzee; ’s-Gravenhage, 27 augustus 2025.

Onderdeel van zaak 2025Z15897:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


36 802 Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de exploitatie van grensoverschrijdende koolwaterstoffenvelden in de Noordzee; ’s-Gravenhage, 27 augustus 2025

Nr. 1 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 september 2025

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 15, vierde lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen moge ik u mededelen dat het bovengenoemde verdrag vanaf 27 augustus 2025 voorlopig wordt toegepast.

De tekst van het verdrag is geplaatst in Tractatenblad 2025, 68.

Nadat het advies van de Raad van State zal zijn ingewonnen, zal het verdrag ter goedkeuring aan de Staten-Generaal worden overgelegd.

De minister van Buitenlandse Zaken,

R.P. Brekelmans