Productiviteitsagenda
Arbeidsmarktbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D37683, datum: 2025-09-08, bijgewerkt: 2025-09-08 13:38, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Mede ondertekenaar: G. Moes, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Mede ondertekenaar: K.M. Becking, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Mede ondertekenaar: M.L.J. Paul, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Onderzoek naar de opties inrichting National Productivity Board
- Beslisnota bij Kamerbrief Productiviteitsagenda
- De Productiviteitsagenda
Onderdeel van kamerstukdossier 29544 -1287 Arbeidsmarktbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z16305:
- Indiener: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Medeindiener: E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Medeindiener: K.M. Becking, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: G. Moes, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: M.L.J. Paul, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- 2025-09-09 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-30 16:45: Procedurevergadering vaste commissie voor Economische zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken
Preview document (🔗 origineel)
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag
Directoraat-generaal Economie en Digitalisering
Directie Algemene Economische Politiek
Bezoekadres
Bezuidenhoutseweg 73
2594 AC Den Haag
Postadres
Postbus 20401
2500 EK Den Haag
Overheidsidentificatienr
00000001003214369000
T 070 379 8911 (algemeen)
F 070 378 6100 (algemeen)
www.rijksoverheid.nl/ez
Ons kenmerk
DGED-AEP / 100994969
Bijlage(n)
2
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Prinses Irenestraat 6 2595 BD DEN HAAG
Datum 8 september 2025
Betreft Kamerbrief Productiviteitsagenda
Geachte voorzitter,
Behoud en groei van onze welvaart is niet vanzelfsprekend. Generaties voor ons hebben gewerkt, ondernomen en geïnnoveerd om Nederland sterker en welvarender te maken. Onze scholen, ziekenhuizen en dijken van nu zijn betaald door dat sterke fundament. Maar de voortgang dreigt tot stilstand te komen, met grote consequenties. Nederland behoort nu nog tot de meest productieve economieën van de wereld in termen van toegevoegde waarde per gewerkt uur (zie figuur 1).
Onze productiviteitsgroei is de afgelopen jaren echter veel lager dan het ooit is geweest, en andere landen groeien harder (zie figuur 2).1 We verliezen onze voorsprong als we nu geen actie
ondernemen. Als de productiviteitsgroei verder stagneert, raakt ons brede doel – een hogere welvaart in Nederland – verder uit zicht. Een minder sterke economie verkleint bovendien onze invloed op
het wereldtoneel en maakt ons kwetsbaar voor geopolitieke druk. Zowel het IMF als Mario Draghi waarschuwen dat zonder productiviteitsverbetering onze economie verzwakt.2 Het groeitempo moet omhoog zodat we tot de mondiale top blijven behoren. In die top horen landen als Noorwegen, Singapore en de Verenigde Staten (VS).
Figuur 1: Arbeidsproductiviteit (bbp per gewerkt uur, ppp) in verschillende OESO-landen 2013–2023
Figuur 2: Jaarlijkse groei van de arbeidsproductiviteit in verschillende OESO landen 2013-2023
BEL VS
DEN DEN
VS EU27
NED DUI
DUI BEL
EU27 NED
0
1 Netherlands lags behind other OECD countries on labour productivity gains | CBS
2 Zie hiervoor ook Mario Draghi - The Future of European Competitiveness en de IMF-studie Europe’s Choice: Policies for Growth and Resilience
|
|
|
|
100 120 |
|
|
|
|
|
1,0 1,2 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Dollars | Procent |
De vertraging in productiviteitsgroei is zorgwekkend. De arbeidsproductiviteit tussen groeide tussen 1974 en 2013 gemiddeld met 1,5%. In de afgelopen 10 jaar groeide deze echter met slechts 0,4% per jaar.3 Dat lijkt misschien een klein verschil, maar door dit verschil in groei is onze economie bijna 100 miljard euro kleiner dan als de groei de laatste 10 jaar 1,5% was gebleven.4,5 Dat is vijf keer zoveel als hoeveel we in Nederland per jaar uitgeven aan defensie, en bijna twee keer zoveel als we uitgeven aan onderwijs.
Onze bevolking vergrijst. We kunnen dus niet rekenen op veel meer extra gewerkte uren, terwijl de vraag naar zorg, veiligheid en goed onderwijs juist toeneemt. Als we niets doen, komt de kwaliteit van onze voorzieningen in het geding, met als gevolg verder dalende schoolprestaties, meer onopgeloste misdrijven en oplopende wachttijden in de zorg. Dit kan leiden tot een negatieve spiraal. Als we onze voorzieningen op hetzelfde niveau willen houden, zullen de belastingen moeten stijgen terwijl we aan koopkracht verliezen. Via productiviteitsgroei scheppen we de randvoorwaarden om maatschappelijke uitdagingen, zoals op het gebied van zorg en sociale zekerheid, wél aan te kunnen gaan.
Meer productiviteit betekent dat ondernemers meer waarde creëren met minder moeite of kosten. Dat klinkt abstract, maar in de praktijk betekent het: slimmer werken in plaats van harder werken. Voor de lokale bakker betekent dat bijvoorbeeld bestellingen makkelijker bijhouden via een app, minder tijd kwijt zijn aan papierwerk, of met moderne ovens energiekosten besparen én sneller bakken. Voor scale-ups betekenen productiviteitsverhogingen slimme groei: efficiënter werken zonder dat de kosten of complexiteit te snel oplopen. Denk aan automatisering, sociale innovatie, digitalisering, gebruik
van AI en het kunnen aantrekken van gespecialiseerd personeel. Voor grote ondernemingen draait productiviteitsverhoging om het blijven innoveren en concurreren op internationaal niveau. Dat kan via digitalisering, procesoptimalisatie of investeringen in Research & Development (R&D).
Het kabinet wil dat Nederland bij de mondiale top blijft behoren. Dat is geen eenvoudige opgave en er zijn geen snelle en makkelijke oplossingen. Het vereist een structurele aanpak op verschillende terreinen. Op die manier kunnen we onze productiviteitsgroei weer op het juiste pad krijgen.
Deze voorliggende Productiviteitsagenda is de eerste in een jaarlijkse cyclus. Het kabinet zal uw Kamer jaarlijks, door middel van de Productiviteitsagenda, informeren over het beleid om de arbeidsproductiviteit en daarmee de economische groei en welvaart in Nederland te versterken. Dit beleid is aanvullend aan het beleid dat het kabinet voert om de duurzame arbeidsparticipatie te verhogen en, waar dat past, mensen in staat te stellen om meer uren te werken.6,7
Het kabinet presenteert in deze eerste Productiviteitsagenda maatregelen om de productiviteit in Nederland te versterken. Dit is zoals aangekondigd in het Regeerprogramma en eerder toegezegd.8,9 Het bevat maatregelen, verkenningen en voorstellen die bijdragen aan de versterking van de arbeidsproductiviteit over de volle breedte van de economie. In deze eerste agenda gaan we in op de terreinen (1) digitalisering en innovatie, (2) concurrentie en interne markt, (3) bedrijfsfinanciering,
(4) onderwijs en leven lang ontwikkelen (LLO) en (5) arbeidsmarkt. Ook benoemt de agenda een aantal maatregelen om arbeidsbesparende technologie en innovatie te stimuleren binnen specifieke sectoren.
3 Arbeidsproductiviteit neemt steeds minder toe in afgelopen 50 jaar | CBS
4 Het BBP bedroeg in 2015 628 miljard euro. 1,1% groei over 10 jaar zorgt in totaal voor 73 miljard groei op het prijsniveau van 2015. Dat is 97 miljard in 2025. Hierbij is groei op groei van deze productiviteitswinst meegenomen. Hierbij is niet meegenomen dat de economie ook groeit door arbeidsaanbod, en dat de nieuwe uren ook productiever zouden zijn geworden.
5 Het CPB schat structurele productiviteitsgroei van 0,7%. Vergeleken met de historische 1,5% groei scheelt dat 8 miljard euro groei per jaar. Centraal Economisch Plan 2025
7 Kamerstukken II, 2024-25, 25 833, nr. 524
8 Kamerstukken II, 2023-24, 36 471, nr. 96
9 Zie Kamerbrief Uitwerking Productiviteitsagenda van 23 december 2024 (Kamerstukken II, 2024-25, 36 600-XIII, nr. 55) en toezegging tijdens het Commissiedebat Midden- en kleinbedrijf (TZ202503-101).
Het structureel aanpakken van de achterblijvende productiviteitsgroei vereist een stevige kennisbasis.
Daarom zal het kabinet een Productiviteitsraad oprichten die concrete beleidsadviezen zal geven om onze productiviteitsgroei aan te jagen. Het kabinet kiest bewust voor de oprichting van deze
nieuwe raad, omdat deze het huidige kabinet en komende kabinetten scherp houdt op deze grote en vaak onderbelichte uitdaging voor onze economie. We kiezen voor een efficiënte inrichting van de Productiviteitsraad met een beperkt aantal raadsleden en klein secretariaat, dat nauw samenwerkt met bestaande instellingen zoals de National Productivity Board van het Centraal Planbureau.
We vragen om jaarlijks één rapportage van hoge kwaliteit met concrete beleidsadviezen die goed afgestemd zijn op de beleidscontext. Op basis van die rapportage zal het kabinet u jaarlijks haar beleid om de arbeidsproductiviteit te verhogen toesturen.
Overzicht van de maatregelen in de agenda
|
||||
---|---|---|---|---|
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||||
|
Sommige voorstellen in deze agenda zijn al uitgewerkt en klaar voor uitvoering, anderen vragen nog om verdere verkenning, dialoog of nadere (financiële) besluitvorming. Een maatregel die wordt
uitgevoerd is bijvoorbeeld de ondersteuning van (mkb-)ondernemers in digitalisering via de Europese Digitale Innovatie Hubs. Ook werkt het kabinet aan de realisatie van een Nederlandse AI-fabriek en zet het zich in om binnen Europa regeldruk te verlichten zoals door de regelgeving op het gebied
van etikettering te harmoniseren. Door de veranderende economie wordt het steeds belangrijker dat werknemers nieuwe vaardigheden kunnen blijven ontwikkelen, waarvoor Leven Lang Ontwikkelen (LLO) van belang is. Daarom verkent het kabinet de mogelijkheid om een persoonlijke leer- en ontwikkelbudget te introduceren. Dit is belangrijk voor de Nederlandse productiviteitsgroei op de langere termijn, en voor mensen om mee te kunnen blijven doen met de economie van morgen.
Nog in de steigers staan enkele aanvullende maatregelen uit het 3%-R&D actieplan. Denk aan het vergroten van de experimenteerruimte voor bedrijven. Deze maatregelen vragen wel nog nadere verkenning en besluitvorming.
Binnen de bestaande budgettaire kaders kunnen verschillende stappen en verkenningen worden gestart. Voor voorstellen die aanvullende middelen vergen, biedt deze brief een solide vertrekpunt voor toekomstige keuzes en geeft zij richting aan het productiviteitsbeleid van komende kabinetten.
Deze Productiviteitsagenda vormt onderdeel van de bredere aanpak arbeidsmarktkrapte.10 Voor de totstandkoming van deze agenda heeft het kabinet met meerdere stakeholders in diverse sectoren gesprekken gevoerd. Daarnaast zijn ook de aanbevelingen over financiering, toegang tot talent en inzet op digitalisering in het mkb van het Comité voor Ondernemerschap in acht genomen.11 Dit
is in lijn met de motie Postma en Idsinga.12 Ook heeft het kabinet bij de totstandkoming van deze agenda de aanbevelingen uit het SER-advies Arbeidsproductiviteit meegenomen om in te zetten op een hogere groei van de productiviteit in Nederland. Dit doet het kabinet onder andere door in te zetten op investeringen in menselijk kapitaal, ruimte te bieden aan innovatieve bedrijven en de rol van de National Productivity Board te verstevigen door een Productiviteitsraad op te richten ter aanvulling op de NPB-taken van het CPB.13 Daarbij raken onderdelen op gebied van LLO ook aan de kabinetsreactie op het SER-advies over sociale innovatie.14 Ten slotte heeft het kabinet ook de
algemene aanbevelingen uit het PwC-rapport ‘Future-Proofing the Dutch Economy’ om te investeren in onderwijs, kennisontwikkeling, R&D en de toepassing van technologie meegenomen in deze agenda.15
Vincent Karremans
Minister van Economische Zaken
Mariëlle Paul
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gouke Moes
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Koen Becking
Staatssecretaris Funderend Onderwijs en Emancipatie
Eddie van Marum
Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
10 Kamerstukken II, 2024-25, 29 544, nr. 1260
11 Jaarbericht Staat van het MKB 2024
12 Kamerstukken II, 2024-25, 32 637, nr. 685
13 SER Briefadvies 25/04 Advies Samenwerken voor arbeidsproductiviteitsgroei
15 Zie voor de algemene reactie op dit rapport Kamerstuk 29 826, nr. 257. Deze reactie is opgesteld op het verzoek van de Vaste Commissie Economische Zaken, Kenmerk 2025Z05645/2025D15705