Inbreng verslag schriftelijk overleg over de Geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 16 september 2025 (o.a. Kamerstuk 21501-02-3225)
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2025D38154, datum: 2025-09-09, bijgewerkt: 2025-09-09 17:29, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.A.M. van der Plas, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken (BBB)
- Mede ondertekenaar: E. Hoedemaker, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2025Z16289:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- : Raad Algemene Zaken d.d. 16 september 2025 (omgezet naar een schriftelijk overleg) (Commissiedebat), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2025-09-09 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-09 17:00: Raad Algemene Zaken d.d. 16 september 2025 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2025-10-02 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
Preview document (š origineel)
21501-02 Raad Algemene Zaken
Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld d.d. .. 2025
Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken hebben enkele fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen over de brieven van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 9 september 2025 inzake de Geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 16 september 2025 (Kamerstuk 21501-02, nr. 3225) en de brief d.d. 8 september 2025 inzake Verslag van de informele Raad Algemene Zaken van 1 en 2 september 2025 (Kamerstuk 21501-02, nr. 3226).
Bij brief van ... heeft de minister deze beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Van der Plas
De adjunct-griffier van de commissie,
Hoedemaker
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
II Reactie van de minister van Buitenlandse Zaken
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken ter voorbereiding op de Raad Algemene Zaken van 16 september 2025. Zij willen in dit kader enkele punten onderstrepen en het kabinet verzoeken om een nadere toelichting.
Ten eerste constateren de leden van de VVD-fractie dat tijdens de Raad uitgebreid zal worden gesproken over het rechtsstaatrapport 2025, waarin zowel de situatie binnen de EU, de afzonderlijke lidstaten als de rechtstatelijke ontwikkelingen in kandidaat-lidstaten aan de orde komen. Deze leden verwelkomen dat het kabinet de zorgen die in de rapporten over de kandidaat-lidstaten naar voren worden gebracht deelt. Voor deze leden staat vast dat er geen concessies mogen worden gedaan aan de Kopenhagencriteria. Hoe beoordeelt het kabinet de balans tussen politieke realiteiten enerzijds en het strikt vasthouden aan de criteria anderzijds?
In dit verband vragen de leden van de VVD-fractie met name aandacht voor de situatie in ServiĆ«. Al maandenlang vinden daar grootschalige protesten plaats, die door de regering met toenemend geweld worden neergeslagen. Daarnaast neemt president VuÄiÄ steeds nadrukkelijker de onafhankelijke media onder vuur, waaronder de nieuwszender N1. Onlangs is zelfs gebleken dat de president heeft aangedrongen op het ontslag van de directeur van N1, waarna het moederbedrijf United Group ā gevestigd in Nederland ā daarmee heeft ingestemd. Hoe beoordeelt het kabinet deze ontwikkelingen, en in het bijzonder het feit dat een in Nederland gevestigd mediabedrijf hiermee heeft meegewerkt aan het inperken van de persvrijheid in ServiĆ«? Wat de aan het woord zijnde leden betreft kan het toetredingsproces van ServiĆ« niet worden voortgezet zolang het land niet voldoet aan de Kopenhagencriteria. Is het kabinet dit met deze leden eens, en welke gevolgen verbindt het kabinet hieraan voor de kandidaat-status van ServiĆ«?
Ten aanzien van de situatie in het Midden-Oosten spreken de leden van de VVD-fractie hun zorg uit over de berichten dat het internationaal humanitair recht in Gaza mogelijk wordt geschonden. Daarbij merken zij op dat de Israƫlische procureur-generaal zich publiekelijk niet heeft uitgesproken over omstreden militaire en politieke besluiten, terwijl juist een kritisch en onafhankelijk juridisch toezicht essentieel is voor de waarborging van de rechtsstaat. Naar de mening van de voornoemde leden ondermijnt de afwezigheid van dergelijke interne checks and balances niet alleen de rechtsstaat, maar ook de geloofwaardigheid van processen van waarheidsvinding en verantwoording. Acht het kabinet het, net als de leden van de VVD-fractie, noodzakelijk dat Israƫl over een goed functionerend en onafhankelijk rechtssysteem beschikt, als fundament voor zowel interne stabiliteit als een duurzame tweestatenoplossing? En is het kabinet bereid de Israƫlische regering hierop actief aan te spreken?
Tot slot benadrukken de leden van de VVD-fractie het belang van een sterke Nederlandse defensie-industrie. Deze is niet alleen noodzakelijk voor de veiligheid en slagkracht van onze krijgsmacht, maar ook van grote economische waarde. Deze leden vinden dat Nederlandse bedrijven moeten kunnen concurreren met internationale spelers en dat Nederland stapsgewijs minder afhankelijk moet worden van buitenlandse leveranciers, waaronder Israƫl. Hoe beoordeelt het kabinet de oproep om bestaande systemen van Israƫl te blijven gebruiken, maar geen nieuwe aankopen te doen? Naar de mening van deze leden is dit niet realistisch, gezien de afhankelijkheid van bepaalde cruciale middelen. Dit vraagt om strategische investeringen in een robuustere Nederlandse en Europese defensie-industrie. Is het kabinet bereid om dergelijke investeringen te stimuleren en om regelgeving die deze groei belemmert te herzien?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de aankomende Raad Algemene Zaken (RAZ) van 16 september 2025 en willen hierover enkele vragen en opmerkingen aan de minister voorleggen.
De leden van de NSC-fractie hebben tevens kennisgenomen van het in juli gepresenteerde rechtsstaatrapport 2025. Zij constateren dat er structurele zorgen blijven bestaan over politieke druk op rechters, trage corruptiebestrijding en bedreigingen tegen journalisten in meerdere lidstaten. Slechts 57% van de aanbevelingen uit 2024 is opgevolgd. Hoe beoordeelt de minister deze beperkte opvolging, met name door landen als Hongarije en Slowakije? Zijn de landen volgens de minister nog steeds volledig aangehaakt bij het Europese project?
De Europese Commissie heeft in haar eerste voorstel voor het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK) aangekondigd de naleving van rechtsstatelijke beginselen nauwer te willen verbinden met toegang tot EU-fondsen en de interne markt. De leden van de NSC-fractie zien dit als een stap in de goede richting, aangezien zij reeds langer pleiten voor een rechtsstaatslot. Kan de minister aangeven welke steun er onder de lidstaten bestaat voor het structureel invoeren van een dergelijk rechtsstaatslot in het nieuwe MFK?
De leden van de NSC-fractie lezen dat in het landhoofdstuk over Nederland uit het rechtsstaatrapport zorgen worden geuit over mediaconcentratie, de veiligheid van journalisten en de beperkte consultatie bij wetgeving. Hoe beoordeelt de minister deze bevindingen? Kan hij per punt uit het rapport aangeven hoe hij hier tegenaan kijkt en/of hij maatregelen overweegt?
Tot slot benadrukken de leden van de NSC-fractie dat de EU geen concessies mag doen aan de Kopenhagencriteria. Uitbreiding is alleen mogelijk indien landen volledig voldoen aan de eisen op o.a. het gebied van democratie, rechtsstaat en corruptiebestrijding. Kan de minister bevestigen dat Nederland geen nieuwe toetredingsstappen steunt zolang kandidaat-lidstaten structureel tekortschieten op deze criteria? Hoe beoordeelt het kabinet de risicoās van te snelle uitbreiding, mede gezien de ervaring met lidstaten die in 2004 toetraden en waarvan sommigen nu de rechtsstaat structureel ondermijnen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 16 september 2025 en van de antwoorden op de vragen uit het schriftelijk overleg over de informele Raad Algemene Zaken van 1 en 2 september. Hierover hebben deze leden nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie achten het van groot belang dat OekraĆÆne duidelijk zicht houdt op het pad naar lidmaatschap van de Europese Unie. In 2023 is begonnen met de toetredingsonderhandelingen. Hoewel er brede steun is voor het openen van cluster 1 van de toetredingsonderhandelingen blokkeert Hongarije als enige lidstaat deze stap. In artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) wordt omschreven dat voor toetredingsonderhandelingen een unaniem besluit nodig is. De vraag is echter of het organiseren van intergouvernementele conferenties (zoals over het openen van cluster 1) ook hieronder vallen of dat hier gekwalificeerde meerderheid (QMV) (26/27) volstaat. Hoe kijkt de minister naar deze mogelijkheid? En welke mogelijkheden ziet de minister om Hongarije onder druk te zetten om zijn blokkade voor het openen van cluster 1 op te heffen?
De leden van de D66-fractie hebben met verbazing kennisgenomen van
berichten dat de Hongaarse regering haar aandelen in negen
defensiebedrijven heeft verkocht aan een vertrouweling van premier
OrbƔn. Het gaat om strategisch belangrijke bedrijven die munitie,
mortieren en onderdelen voor helikopters produceren, vaak in
samenwerking met internationale partners zoals Airbus en Rheinmetall.
Deze leden maken zich zorgen over de gevolgen hiervan voor de
transparantie, de naleving van EU-staatssteunregels en de
leveringszekerheid binnen de Europese defensieketen. Ook roept deze
transactie vragen op over de concentratie van economische macht binnen
politieke netwerken in Hongarije. Deelt de minister de zorgen dat de
overdracht van een groot deel van de Hongaarse defensie-industrie aan
een partijgetrouwe ondernemer de Europese defensiesamenwerking kan
ondermijnen? Kan de minister aangeven of de Europese Commissie deze
transactie toetst aan de staatssteunregels en of de Raad Algemene Zaken
dit onderwerp heeft geagendeerd of zal agenderen?
Overwegende dat Nederland afhankelijk is van de negen bedrijven voor
onder andere mortieren, granaten en helikopteronderdelen: hoe beoordeelt
de minister de risicoās voor de leveringszekerheid van strategische
defensieproducten voor andere lidstaten, waaronder Nederland? Welke
mogelijkheden ziet de minister om binnen de EU te waarborgen dat
overdracht van strategische industriƫle capaciteiten transparant gebeurt
en niet leidt tot politieke cliƫntelistische constructies? Overwegende
dat Hongarije uit is op in totaal 20 miljard euro aan leningen van de EU
voor de versterking van haar defensie-industrie, hoe gaat worden
voorkomen dat geld dat bedoeld is voor onze vrede en veiligheid in de
zakken verdwijnt van de vrienden van Orban?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 16 september 2025.
Allereerst zijn de leden van de BBB-fractie verbaasd dat de minister van Buitenlandse Zaken verhinderd is om deze Raad bij te wonen. Dit gaat immers om een bijeenkomst waarin de koers van de Europese Unie en daarmee van Nederland wordt bepaald. Kan de minister uitleggen waarom hij afwezig is en waarom ervoor gekozen is om Nederland niet op ministerieel niveau te laten vertegenwoordigen? Voor deze leden geldt: Nederland moet bij dit soort cruciale vergaderingen altijd op het hoogste niveau aan tafel zitten.
De leden van de BBB-fractie constateren dat tijdens deze Raad de agenda van de Europese Raad zal worden vastgesteld. Kan de minister toezeggen dat hij zich inspant om voedselzekerheid nadrukkelijk op de agenda te zetten? Het BBB-verkiezingsprogramma stelt dat voedselzekerheid een kerntaak van de overheid is en dat Nederland zich in Europa moet inzetten voor een landbouw die onze eigen bevolking en die van Europa kan voeden. Ziet de minister in dat de oorlog in OekraĆÆne, geopolitieke spanningen en afhankelijkheid van import laten zien dat voedselzekerheid veel te kwetsbaar is geworden?
Daarnaast maken de leden van de BBB-fractie zich zorgen over het gebrek aan controlemogelijkheden op individuele Eurocommissarissen. Deze beschikken over een enorme machtspositie, terwijl zij nauwelijks direct ter verantwoording geroepen kunnen worden. Deelt de minister deze zorgen? Is de minister bereid te onderzoeken of dit ook door andere lidstaten wordt gedeeld, en met voorstellen te komen om de democratische controle te vergroten? De jaarlijkse rechtsstaatsdialoog is wat deze leden betreft een mooie gelegenheid om deze punten ter discussie te stellen. Deze leden denken hierbij aan mechanismen waarbij individuele Eurocommissarissen in de Europese Raad verantwoording afleggen; het Europees Parlement de bevoegdheid krijgt om in uitzonderlijke gevallen een individuele Eurocommissaris weg te sturen; en de rol van nationale parlementen wordt versterkt, zodat zij eerder en effectiever kunnen ingrijpen wanneer Brussel zijn boekje te buiten gaat.
Tot slot maken de leden van de BBB-fractie zich grote zorgen over het voornemen om de Europese Unie uit te breiden. Deze leden zijn tegenstander van verdere uitbreiding: de EU moet eerst haar eigen fundament op orde brengen. De problemen met rechtsstatelijkheid in lidstaten, de kloof tussen Europese instellingen en burgers, en de onmacht om bestaand beleid (zoals migratie en landbouw) goed uit te voeren, laten zien dat uitbreiding onverantwoord is. Deelt de minister deze analyse? En wat gaat hij doen om deze uitbreiding daadwerkelijk tegen te houden? Kan hij toezeggen dat Nederland hier een veto tegen uit zal spreken, zolang hervorming en democratische controle niet eerst geregeld zijn?
De leden van de BBB-fractie willen de minister oproepen zich krachtig in te zetten voor een Europese Unie die haar kerntaken serieus neemt: vrede, stabiliteit, voedselzekerheid en economische samenwerking. Niet voor een Unie die zich verliest in uitbreidingen, bureaucratie en macht zonder tegenmacht.
Reactie van de minister van Buitenlandse Zaken