Preview document (🔗 origineel)

---

Geachte voorzitter,

De amendementen bij het pakket Belastingplan 2025 zijn eerder door de Belastingdienst, Douane en Dienst Toeslagen beoordeeld op uitvoerbaarheid met een quickscan.¹ Quickscans zijn in een kort tijdsbestek opgestelde voorlopige inschattingen van de verwachte uitvoeringsgevolgen. Voor aangenomen amendementen wordt vervolgens een uitvoeringstoets opgesteld. Deze uitvoeringstoetsen zijn bijgevoegd aan deze brief.

Bij de behandeling van het Belastingplan 2025 in de Tweede Kamer is het amendement van de leden Van Eijk en Vermeer² aangenomen. Met dit amendement is geregeld dat zowel de box 3-vrijstelling voor groene beleggingen als de heffingskorting voor groene beleggingen is verlaagd per 1 januari 2025 en dat zowel die vrijstelling als die heffingskorting vervalt per 1 januari 2027. Bij de quickscan op dit amendement is aangegeven dat de afschaffing uitvoerbaar is indien een nieuw stelsel box 3 per 2027 mogelijk is.

In december 2024 is uw Kamer geïnformeerd dat de beoogde inwerkingtreding van de Wet werkelijk rendement box 3 met een jaar wordt uitgesteld tot 1 januari 2028.³ Dit is ook opgenomen in bijgaande uitvoeringstoets op het amendement met de conclusie dat het afschaffen van de vrijstelling en de heffingskorting groen beleggen onuitvoerbaar is per 1 januari 2027. Bij de uitvoeringstoets is onderzocht of er oplossingen zouden zijn om het amendement zonder wetswijzingen toch uitvoerbaar te maken.

De conclusie is dat de afschaffing niet uitvoerbaar is, omdat dit zou leiden tot vertraging van de modernisering (rationalisatie Cool:Gen) bij de Belastingdienst en daarmee ook de inwerkingtreding van het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3.

Vanwege de uitvoerbaarheid worden in het pakket Belastingplan 2026 maatregelen voorgesteld met betrekking tot de vrijstelling voor groene beleggingen in box 3.

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane Eugène Heijnen

---

1. Bijlage bij kamerstukken II, 2024/25, 36602, nr. 144.↩︎

2. Kamerstukken II 2024/25, 36602, nr. 93.↩︎

3. Kamerstukken II 2024/25, 32140, nr. 216.↩︎