[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Miljoenennota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2025D39585, datum: 2025-09-16, bijgewerkt: 2025-10-06 09:36, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36820-IX-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36820 IX-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Miljoenennota).

Onderdeel van zaak 2025Z17004:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2025-2026

36 820 IX Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Miljoenennota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2025 wijzigingen aan te brengen in:

de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB);

de begrotingsstaat inzake de Nationale Schuld (IXA).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenaamde begrotingstoelichting).

De Minister van Financiën,
E. Heinen

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2025 van het Ministerie van Financiën (IXB) en Nationale Schuld (IXA).

Hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 bevatten per beleidsartikel een budgettaire tabel. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in de onderstaande (tabel 1) toegelicht. Vanwege de staffel kan de som van de toegelichte mutaties afwijken van de totale mutaties op het artikel.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 en < 1.000 5 10
=> 1.000 10 20

De toelichting op de mutatie van de belastingontvangsten is in de Miljoenennota opgenomen.

2. Beleidsartikelen Ministerie van Financiën (IXB)

Artikel 1 Belastingen

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 4.124.446 190.196 4.314.642
Uitgaven (1) + (2) 3.798.777 190.196 3.988.973
Apparaatsuitgaven (1) 3.615.865 116.895 3.732.760
Personele uitgaven 3.073.988 165.632 3.239.620
Eigen personeel 2.613.938 172.086 2.786.024
Inhuur externen 418.390 – 1.454 416.936
Overig personeel 41.660 – 5.000 36.660
Materiële uitgaven 541.877 – 48.737 493.140
ICT 49.894 – 5.000 44.894
Bijdrage aan SSO's 375.978 – 53.873 322.105
Overig materieel 116.005 10.136 126.141
Programma-uitgaven (2) 182.912 73.301 256.213
Garanties 181 0 181
Garantie procesrisico's 181 0 181
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 15.447 17 15.464
Waarderingskamer 2.489 17 2.506
Kadaster 2.933 0 2.933
Kamer van Koophandel 341 0 341
Overige bijdrage ZBO's/RWT's 9.684 0 9.684
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 3.435 0 3.435
Internationale Douaneraad 0 0 0
Overige internationale organisaties 3.435 0 3.435
Opdrachten 413.542 88.164 501.706
ICT opdrachten 353.166 77.233 430.399
Overige opdrachten 60.376 10.931 71.307
Bijdrage aan agentschappen 14.059 0 14.059
Bijdrage Logius 4.287 3.000 7.287
Bijdrage overige agentschappen 9.772 – 3.000 6.772
(Schade)vergoeding 27.950 – 12.000 15.950
(Schade)vergoedingen 24.558 – 12.000 12.558
Vergoeding proceskosten 3.392 0 3.392
Rente 175.269 – 2.880 172.389
Belasting- en invorderingsrente 175.269 – 2.880 172.389
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken – 466.971 0 – 466.971
Toerekening uitgaven aan Douane – 219.419 0 – 219.419
Toerekening uitgaven aan Toeslagen – 247.552 0 – 247.552
Ontvangsten (3) + (4) 207.765.782 1.815.080 209.580.861
Programma-ontvangsten (3) 207.654.333 1.778.880 209.433.212
waarvan: Belastingontvangsten 206.049.988 1.772.448 207.822.435
Bekostiging 230.864 0 230.864
Doorbelasten kosten vervolging 230.864 0 230.864
Rente 1.119.840 – 13.568 1.106.272
Belasting- en invorderingsrente 1.119.840 – 13.568 1.106.272
Boetes en schikkingen 253.641 20.000 273.641
Ontvangsten boetes en schikkingen 253.641 20.000 273.641
Apparaatsontvangsten (4) 111.449 36.200 147.649
Verplichtingen 4.124.446 190.196 4.314.642
waarvan garantieverplichtingen 336 0 336
Garantie procesrisico's 336 0 336
waarvan overige verplichtingen 4.124.110 190.196 4.314.306

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De personele uitgaven van de Belastingdienst worden in 2025 € 165,6 mln. hoger geraamd. Dit is met name het gevolg van stijgende loonkosten waarvoor de departementale begrotingen loonbijstelling ontvangen (€ 133 mln. in 2025 voor de Belastingdienst). Daarnaast wordt er vanaf de Aanvullende Post van de Rijksbegroting € 10 mln. voor 2025 overgeheveld ten behoeve van uitvoeringskosten van het aanvullend herstel box 3. Dit is aanvullend op de overheveling die bij 1e suppletoire begroting reeds heeft plaatsgevonden. Het gaat hierbij om uitvoeringskosten die gemoeid zijn met de Wet tegenbewijsregeling box 3. Ook zijn de uitgaven hoger vanwege extra werkzaamheden voor andere ministeries (€ 9 mln.). Hier staan hogere ontvangsten tegenover (zie ontvangsten). De Belastingdienst ontvangt tevens een bijdrage van SZW voor de uitvoeringskosten die met het opheffen van het handhavingsmoratorium (in relatie tot de wet DBA) per 1 januari 2025 met zich meebrengt (€ 7,9 mln. in 2025).

Materiële uitgaven

De materiële uitgaven worden in 2025 € 48,7 mln. lager geraamd. Dit betreft met name een herschikking van € 40 mln. van het budget voor overheadkosten wat onder dat instrument is geraamd naar ICT opdrachten (zie ook kopje hieronder) vanwege de stijgende ICT-uitgaven.

Opdrachten

De uitgaven onder opdrachten worden € 88,2 mln. hoger geraamd, waarvan € 77 mln. ICT opdrachten betreft. DG Belastingdienst kent stijgende ICT-uitgaven (programma). De stijging wordt veroorzaakt door i) sterke prijsstijgingen en ii) groei in politiek-bestuurlijke ICT-opdrachten, zoals de modernisering van het omzetbelasting en vervanging van het SAP-systeem.

(Schade)vergoedingen

De mutatie betreft een kasschuif van € 12 mln. naar 2027. Het betreft budget voor het tegemoetkomingsbeleid voor personen die nadelige gevolgen hebben ondervonden aan de Fraude Signalering Voorziening (FSV) of onterecht zijn afgewezen voor het traject Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (MSNP). Dit budget wordt in 2025 niet uitgegeven. De totale kasschuif in relatie tot FSV/MSNP is € 15,3 mln., waarvan € 3,3 mln. op externe inhuur.

Ontvangsten

Rente

De raming van de belasting- en invorderingsrente wordt geactualiseerd naar aanleiding van de nieuwe raming van de korte rente uit de Macro Economische Verkenning (MEV) van het Centraal Planbureau (CPB).

Boetes en schikkingen

De maandelijkse realisaties van de boeteontvangsten zijn hoger dan verwacht. De raming wordt daarom met € 20 mln. naar boven bijgesteld.

Apparaatsontvangsten

De apparaatsontvangsten worden € 36,2 mln. hoger geraamd. Dit heeft te maken met hoger dan geraamde ontvangsten van het UWV voor de vangnetregeling (ziekteverzuim) en vanwege rijksbrede dienstverlening (O&P en ICT gerelateerd) onder beheer van de Belastingdienst waar ook uitgaven tegenover staan.

Belastingontvangsten

In de Miljoenennota 2026 worden de mutaties van de Belastingontvangsten in het lopende begrotingsjaar 2025 toegelicht (zie hoofdstuk 2.6 – Horizontale ontwikkeling inkomsten en lasten en bijlage 4 – De belasting- en premieontvangsten. De aansluiting met de Miljoenennota en de bedragen in de begrotingstoelichting (artikel 1 Belastingen, tabel budgettaire gevolgen van beleid) ziet er als volgt uit.

Totaal belastingontvangsten 279.069.959 3.152.290 282.222.249
-/- Afdracht Gemeentefonds 46.255.633 1.356.077 47.611.710
-/- Afdracht Provinciefonds 3.778.949 200.013 3.978.962
-/- Afdracht BES-fonds 97.376 623 97.999
-/- Belastingontvangsten artikel 6 Btw-compensatiefonds 4.264.673 216.975 4.481.648
-/- Belastingontvangsten artikel 9 Douane 18.623.340 – 393.846 18.229.495
Belastingontvangsten artikel 1 Belastingen 206.049.988 1.772.448 207.822.435

Artikel 2 Financiële markten

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 30.964 2.948 33.912
Uitgaven 31.117 2.948 34.065
Bekostiging 7.910 – 1.118 6.792
Accountantskamer 1.460 21 1.481
Muntcirculatie 5.115 69 5.184
IMVO convenanten 32 2 34
Overig 1.303 – 1.210 93
Opdrachten 9.346 3.053 12.399
Wijzer in geldzaken 1.634 254 1.888
Vakbekwaamheid 4.660 0 4.660
Uitvoeringskosten SRH 0 0 0
Schadeloosstelling SRH 0 1.500 1.500
Convertibiliteit Oekraïense hryvnia 0 0 0
Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia 0 0 0
Overig 3.052 1.299 4.351
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 12.570 998 13.568
Bijdrage AFM BES-toezicht 737 32 769
Bijdrage DNB toezicht en DGS BES 2.112 90 2.202
Bijdrage toezicht en handhaving MIF 158 25 183
Bijdrage PSD II 397 31 428
Bijdrage FEC 4.532 684 5.216
Overig 4.634 136 4.770
Storting/onttrekking begrotingsreserve 625 0 625
Dotatie begrotingsreserve DGS BES 0 0 0
Dotatie begrotingsreserve NHT 625 0 625
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 666 15 681
IASB 441 6 447
(Caribean) Financial Action Task Force 225 9 234
Ontvangsten 9.905 1.388 11.293
Bekostiging 2.000 0 2.000
Ontvangsten muntwezen 2.000 0 2.000
Toename munten in circulatie 0 0 0
Opdrachten 1.455 0 1.455
Wijzer in geldzaken 1.455 0 1.455
Convertabiliteit Oekraïense hryvnia 0 0 0
Ontvangsten 6.450 1.388 7.838
Overig 6.450 1.388 7.838
Verplichtingen 30.964 2.948 33.912
waarvan garantieverplichtingen – 153 0 – 153
Garantie DGS BES – 153 0 – 153
waarvan overige verplichtingen 31.117 2.948 34.065
Muntcirculatie 5.115 69 5.184
Vakbekwaamheid 4.660 0 4.660
Schadeloosstelling SRH 0 1.500 1.500
Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia 0 0 0
Bijdrage DNB toezicht en DGS BES 2.112 90 2.202
Bijdrage FEC 4.532 684 5.216
Overige betalingsverplichtingen 14.698 605 15.303

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Bekostiging

Overig

Voor 2025 is de post overig onder bekostiging met € 1,2 mln. naar beneden bijgesteld. Deze bijstelling ziet op een overboeking naar de Belastingdienst. Het gaat hier om kosten die door de Belastingdienst gemaakt worden in het kader van het verbod op contante betalingen van boven de 3.000 euro.

Opdrachten

Schadeloosstelling SRH

De post schadeloosstelling SRH is met € 1,5 mln. omhoog bijgesteld voor 2025. Vanwege mogelijke uitbetalingen na afloop van het beroep en de juridische ondersteuning worden in 2025 al kosten gemaakt. Zodoende is € 1,5 mln. van het budget uit 2026 naar 2025 gehaald.

Overig

De post overig is met circa € 1,3 mln. omhoog bijgesteld voor 2025. Dit komt met name doordat kosten inzake de bijstand aan vitale sectoren door het Nationale Cybersecurity Centrum (NCSC) die eerst in 2026 verwacht werden al in 2025 benodigd zijn.

Ontvangsten

Overige ontvangsten

De overige ontvangsten zijn circa € 1,4 mln. omhoog bijgesteld. Dit ziet op hogere ontvangsten van het aan de staat toekomende deel van de boeteontvangsten en dwangsommen van DNB.

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 74.942.021 – 1.400.256 73.541.765
Uitgaven 17.783.593 – 1.400.256 16.383.337
Garanties 20 0 20
Regeling Bijzondere Financieringen 20 0 20
Leningen 14.200.000 – 1.400.000 12.800.000
Lening TenneT 14.200.000 – 1.400.000 12.800.000
Opdrachten 4.704 – 341 4.363
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen 4.704 – 341 4.363
Opstart Invest International 0 0 0
Vermogensverschaffing/-onttrekking 3.574.000 0 3.574.000
Kapitaalinjectie TenneT 3.000.000 0 3.000.000
Aan-/verkoop vermogenstitels 0 0 0
Afdrachten Staatsloterij 100.000 0 100.000
Kapitaalinjectie Invest-NL 330.000 0 330.000
Kapitaalinjectie Invest International 144.000 0 144.000
Kapitaalinjectie regionale netbeheerders 0 0 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 4.869 85 4.954
NLFI 4.869 85 4.954
Ontvangsten 1.911.555 730.575 2.642.130
Garanties 4.000 0 4.000
Premieontvangsten garantie TenneT 3.000 0 3.000
Premieontvangsten garantie FMO 1.000 0 1.000
Leningen 628.118 – 43.892 584.226
Renteontvangsten lening KLM 0 0 0
Renteontvangsten lening TenneT 628.118 – 43.892 584.226
Vermogensverschaffing/-onttrekking 1.274.937 774.467 2.049.404
Aan-/verkoop vermogenstitels 409.737 901.338 1.311.075
Afdrachten Staatsloterij 100.000 0 100.000
Dividenden staatsdeelnemingen 765.200 – 126.871 638.329
Winstafdracht DNB 0 0 0
waarvan: Griekse inkomsten SMP 0 0 0
waarvan: rente-inkomsten ESM 0 0 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 4.500 0 4.500
NLFI 4.500 0 4.500
Verplichtingen 74.942.021 – 1.400.256 73.541.765
waarvan garantieverplichtingen 51.966.760 0 51.966.760
Garantie FMO – 33.240 0 – 33.240
Garantie TenneT 52.000.000 0 52.000.000
waarvan overige verplichtingen 22.975.261 – 1.400.256 21.575.005
Lening SRH – 8.332 0 – 8.332
Lening TenneT 19.400.000 – 1.400.000 18.000.000
Kapitaalinjectie TenneT 3.000.000 0 3.000.000
Afdrachten Staatsloterij 100.000 0 100.000
Kapitaalinjectie Invest-NL 330.000 0 330.000
Kapitaalinjectie Invest International 144.000 0 144.000
Overige betalingsverplichtingen 9.593 – 256 9.337

Verplichtingen en uitgaven

Leningen

De lening aan TenneT is in 2025 met € 1,4 mld. naar beneden bijgesteld. Dit deel van de leningsfaciliteit wordt van 2025 naar 2026 doorgeschoven, omdat een aantal investeringsuitgaven is verschoven in de tijd.

Ontvangsten

Leningen

Renteontvangsten lening TenneT

De raming van de rente-ontvangsten op de TenneT-lening wordt naar beneden bijgesteld aan de hand van de meest recente inzichten en de hoogte van de rente. Doordat de lening in 2025 € 1,4 mld. lager is dan begroot, worden de geraamde renteontvangsten daarop bijgesteld.

Vermogensverschaffing/ -onttrekking

Aan-/-verkoop vermogenstitels

De verwachte ontvangsten worden in 2025 met circa € 901 mln. naar boven bijgesteld, als gevolg van de verkoopopbrengst door de verkoop van aandelen ABN AMRO. Dit betreft de stand tot en met 31 juli 2025. In de Kamerbrief van 25 juli 2025 is hierover geïnformeerd.

Dividenden staatsdeelnemingen

De totale dividenden voor de financiële en niet-financiële deelnemingen worden naar beneden bijgesteld. Ten aanzien van de financiële deelnemingen komt dit met name doordat ASN Bank1 geen dividend uitkeert over 2025 en doordat de dividendontvangsten afnemen door de verdere verkoop van de aandelen ABN AMRO. Voor de niet-financiële deelnemingen betreft het een beperkte positieve bijstelling als gevolg van de meest recente inzichten in de bedrijfsresultaten van verschillende staatsdeelnemingen.

Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 2.591.476 18.721.855 21.313.331
Uitgaven 992.282 – 252.900 739.382
Garanties 41.400 0 41.400
EIB pan-Europees garantiefonds 41.400 0 41.400
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 948.373 – 252.900 695.473
Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen 1.519 0 1.519
Wereldbank 652.518 0 652.518
EBRD 0 0 0
Kapitaalinleg ESM 252.900 – 252.900 0
Bijdrage EU voor rente Oekraïne 41.436 0 41.436
Leningen 0 0 0
Lening aan Oekraïne 0 0 0
Opdrachten 2.509 0 2.509
Technische assistentie 2.361 0 2.361
Overige opdrachten 148 0 148
Ontvangsten 58.427 0 58.427
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 3.733 0 3.733
Ontvangsten IFI's 3.733 0 3.733
Leningen 54.694 0 54.694
Aflossing lening Griekenland 0 0 0
Renteontvangsten lening Griekenland 54.694 0 54.694
Aflossing lening Oekraïne 0 0 0
Renteontvangsten lening Oekraïne 0 0 0
Verplichtingen 2.591.476 18.721.855 21.313.331
waarvan garantieverplichtingen 1.407.067 18.974.755 20.381.822
Kredieten EU-betalingsbalanssteun 0 203.981 203.981
Garantie aan DNB inzake IMF 57.124 0 57.124
ESM 1.364.000 0 1.364.000
EFSM 0 118.868 118.868
AIIB – 1.678 0 – 1.678
Wereldbank – 12.379 0 – 12.379
SURE 0 0 0
NGEU 0 3.127.190 3.127.190
MFA+ 0 57.263 57.263
MFB-ULCM 0 78.045 78.045
Oekraïne faciliteit 0 102.624 102.624
SAFE – garantie 0 15.286.784 15.286.784
waarvan overige verplichtingen 1.184.409 – 252.900 931.509
Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen 0 0 0
Wereldbank 929.000 0 929.000
EBRD 0 0 0
Kapitaalinleg ESM 252.900 – 252.900 0
Bijdrage EU voor rente Oekraïne 0 0 0
Technische assistentie 2.361 0 2.361
Overige betalingsverplichtingen 148 0 148

Toelichting

Verplichtingen

Garantieverplichtingen

Voor een aantal garantieverplichtingen geldt dat Nederland garant staat voor haar aandeel in het EU-bni. De garanties kredieten EU-betalingsbalanssteun, EFSM, MFA+, MFB-ULCM en de Oekraïne faciliteit worden positief bijgesteld als gevolg van een actualisatie van het bni-aandeel op basis van de cijfers van de Europese Commissie.

NGEU

Next Generation EU (NGEU) is ingesteld in reactie op de coronacrisis en bedoeld om het herstel van de gevolgen ervan te ondersteunen. Nederland Staat voor haar aandeel in het EU-bni garant voor NGEU. De bijstelling van € 3,1 mld. is het gevolg van een actualisatie van het bni-aandeel, de (verwachte) renteontwikkeling en de data over uitgegeven bonds en verstrekte leningen aan lidstaten onder NGEU.

SAFE garantie

Het «Security Action for Europe»-instrument (SAFE) is bedoeld om financiële steun te verlenen aan lidstaten om te voorzien in de toegenomen behoefte aan overheidsuitgaven voor de productie van defensiemateriaal en gezamenlijke aanschaf van defensieproducten en diensten te bevorderen. Lidstaten kunnen bij de Commissie leningen aangaan tot een maximum van in totaal € 150 mld. De bijstelling van € 15,3 mld. is het gevolg van een nieuwe nationale garantie gebaseerd op het Nederlandse bni-aandeel in het EU-bni en een inschatting van de rentekosten.

Overige verplichtingen

Kapitaalinleg ESM

De toetreding van Kroatië tot het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) startte het proces om de ESM-kapitaalsleutel (uit 2009) te herzien. Hieruit volgt dat Nederland een groter aandeel in de Europese economie en bevolking had dan voorheen. Nederland heeft toentertijd de aanvullende kapitaalstorting voor 2025 begroot om, indien nodig, voorafgaand aan de uiterlijke wijziging van de kapitaalsleutel op 1 januari 2026 de storting te kunnen doen. De verwachting is dat betaling van de aanvullende storting pas in 2026 nodig zal zijn, daarom wordt de reservering van 2025 naar 2026 geschoven.

Uitgaven

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Kapitaalinleg ESM

Zie: Overige verplichtingen – kapitaalinleg ESM

Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 10.098.744 34.606 10.133.350
Uitgaven 155.744 85.106 240.850
Opdrachten 21.972 350 22.322
Kostenvergoeding Atradius DSB 21.119 350 21.469
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten 750 0 750
Overige uitgaven 103 0 103
Garanties 63.000 52.900 115.900
Schade-uitkering ekv 57.000 50.500 107.500
Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten 6.000 0 6.000
Herverzekerde schades ekv – premies 0 2.000 2.000
Herverzekerde schades ekv – restituties na 2019 0 200 200
Herverzekerde schades ekv – restituties 1999–2019 0 100 100
Herverzekerde schades ekv – restituties voor 1999 0 100 100
Storting/onttrekking begrotingsreserve 70.772 31.856 102.628
Mutatie begrotingsreserve ekv 70.772 31.856 102.628
Ontvangsten 135.294 42.106 177.400
Garanties 109.175 39.656 148.831
Premies ekv 70.244 31.756 102.000
Premies herverzekering leverancierskredieten 7.000 0 7.000
Schaderestituties ekv voor 1999 26.743 100 26.843
Schaderestituties ekv vanaf 1999 tot 2019 528 100 628
Schaderestituties ekv na 2019 3.660 200 3.860
Schaderestituties herverzekering leverancierskredieten 1.000 0 1.000
Herverzekerde schades ekv – schadeuitkeringen 0 7.500 7.500
Storting/onttrekking begrotingsreserve 26.119 2.450 28.569
Mutatie begrotingsreserve ekv 26.119 2.450 28.569
Verplichtingen 10.098.744 34.606 10.133.350
waarvan garantieverplichtingen 10.000.000 0 10.000.000
Herverzekering leverancierskredieten 0 0 0
Exportkrediet-verzekeringen 10.000.000 0 10.000.000
waarvan: aangegane garantieverplichtingen 10.000.000 0 10.000.000
waarvan: vervallen garantieverplichtingen 0 0 0
waarvan overige verplichtingen 98.744 34.606 133.350
Kostenvergoeding Atradius DSB 21.119 350 21.469
Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten 750 0 750
Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten 6.000 0 6.000
Herverzekerde schades ekv – premies 0 2.000 2.000
Herverzekerde schades ekv – restituties na 2019 0 200 200
Herverzekerde schades ekv – restituties 1999–2019 0 100 100
Herverzekerde schades ekv – restituties voor 1999 0 100 100
Storting begrotingsreserve ekv 70.772 31.856 102.628
Overige betalingsverplichtingen 103 0 103

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Garanties

Schade-uitkering ekv

Vanwege de realisatie op dit moment wordt de raming van de niet-definitieve schades voor 2025 met € 43 mln. opgehoogd. Omdat de ekv een vraaggestuurd instrument is, kan de uiteindelijke stand van de niet-definitieve schades afwijken van de ramingen. Tevens vindt een (technische) correctie van € 7,5 mln. plaats voor de ontvangsten uit hoofde van herverzekeren, waardoor deze ontvangsten niet langer worden gesaldeerd onder deze post, maar apart inzichtelijk worden gemaakt onder de ontvangsten.

Herverzekerde schades ekv- premies

Voor de ekv kan ADSB een deel van het risico voor de Staat herverzekeren bij een andere (buitenlandse) Export Credit Agency (ECA). Er vindt nu een (technische) correctie plaats, waardoor de uitgaven en ontvangsten uit hoofde van herverzekeren voortaan apart inzichtelijk zijn.

Storting/onttrekking begrotingsreserves

De raming van de premies ekv wordt met € 31,8 mln. naar boven bijgesteld (zie toelichting bij belangrijkste mutaties ontvangsten). Aangezien de premieontvangsten in de begrotingsreserve worden gestort (uitgave voor de Financiënbegroting), wordt ook de raming van de storting naar boven bijgesteld. Daarnaast is sprake van een kleine bijstelling vanwege de (technische) correctie uit hoofde van herverzekeren.

Ontvangsten

Garanties

Premies ekv

Als een ekv-polis wordt afgegeven, is de verzekerde premie verschuldigd. De gerealiseerde premies zijn op dit moment hoger dan begroot en er worden nog premies verwacht. Mede daarom wordt de raming met € 31,8 mln. naar boven bijgesteld.

Herverzekerde schades ekv- schadeuitkeringen

Zie: Uitgaven – Schade-uitkering ekv

Storting/onttrekking begrotingsreserves

Deze bijstelling bestaat hoofdzakelijk uit een bijstelling vanwege de (technische) correctie uit hoofde van herverzekeren (€ 2,1 mln.).

Artikel 6 Btw-compensatiefonds

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 4.264.673 216.975 4.481.648
Uitgaven 4.264.673 216.975 4.481.648
Bijdrage aan medeoverheden 4.264.673 216.975 4.481.648
Bijdragen aan gemeenten 3.815.100 226.900 4.042.000
Bijdragen aan provincies 449.573 – 9.925 439.648
Ontvangsten 4.264.673 216.975 4.481.648

Toelichting

Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten

Bijdrage aan medeoverheden

Als gevolg van overhevelingen van budget van ministeries naar decentrale overheden wordt er een bedrag in het gemeente of provinciefonds gestort. Het geraamde btw-deel van dit bedrag wordt in het BCF gestort (circa € 12 mln. in 2025). Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw in verband met de overhevelingen terugvragen bij het BCF. Deze uitgaven worden gedekt vanuit de belastingontvangsten. Daarnaast vindt er een jaarlijkse bijstelling van de raming van het BCF plaats (€ 205 mln. in 2025) op basis van de beschikking van het afgelopen jaar, betalingen van het vierde kwartaal van het afgelopen jaar en driemaal het voorschot van het eerste kwartaal uit het lopende jaar.

Artikel 9 Douane

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 833.964 60.078 894.042
Uitgaven (1) + (2) 833.964 60.078 894.042
Apparaatsuitgaven (1) 570.145 33.368 603.513
Personele uitgaven 565.149 25.843 590.992
Eigen personeel 544.803 611 545.414
Inhuur externen 19.676 21.200 40.876
Overig personeel 670 4.032 4.702
Materiële uitgaven 4.996 7.525 12.521
ICT 1.261 2.021 3.282
Bijdrage aan SSO's 0 1.000 1.000
Overig materieel 3.735 4.504 8.239
Programma-uitgaven (2) 263.819 26.710 290.529
Bekostiging 0 0 0
Overige bekostiging 0 0 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 1.488 25 1.513
Overige bijdrage ZBO's/RWT's 1.488 25 1.513
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 1.281 28.163 29.444
Wereld Douane Organisatie 196 3 199
Bijdragen vertragingsrente EU 1.085 28.160 29.245
Bijdrage aan overige (inter)nationale organisaties 0 0 0
Opdrachten 24.977 – 3.137 21.840
ICT opdrachten 13.705 – 8.717 4.988
Overige opdrachten 11.272 5.580 16.852
Bijdrage aan agentschappen 3.514 1.658 5.172
Bijdrage overige agentschappen 3.514 1.658 5.172
Rente 13.000 0 13.000
Belasting- en invorderingsrente 13.000 0 13.000
(Schade)vergoeding 140 1 141
(Schade)vergoedingen 0 0 0
Vergoeding proceskosten 140 1 141
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 219.419 0 219.419
Toegerekende uitgaven van Belastingen 219.419 0 219.419
Ontvangsten (3) + (4) 18.646.045 – 393.846 18.252.200
Programmaontvangsten (3) 18.645.440 – 393.846 18.251.595
waarvan: Belastingontvangsten 18.623.340 – 393.846 18.229.495
Bekostiging 500 0 500
Doorbelasten kosten vervolging 500 0 500
Rente 17.600 0 17.600
Belasting- en invorderingsrente 17.600 0 17.600
Boetes en schikkingen 4.000 0 4.000
Ontvangsten boetes en schikkingen 4.000 0 4.000
Apparaatontvangsten (4) 605 0 605

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De belangrijkste mutaties ten opzichte van de vastgestelde begroting zijn:

– De tranche 2025 van de loon- en prijsbijstelling is bij de eerste suppletoire begroting toegevoegd aan de begroting (artikel 10). Deze loon- en prijsbijstelling is nu naar rato doorgezet naar de begroting van Douane (€ 27,1 mln.).

– Er is budget toegevoegd op eigen personeel vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken voor € 4,1 mln. voor het versterken van de grenstoezicht.

– Binnen de Personele uitgaven heeft een budgetherschikking plaatsgevonden van eigen personeel naar externe inhuur (€ 21,2 mln.), voor onder andere het realiseren van de digitale transformatie. Met de digitale transformatie zet douane in op slimme handhaving door data gedreven te werk te gaan. Ook wordt er externe inhuur ingezet voor de operaties van de Douane. Hiermee worden achterstanden weggewerkt.

– Hiernaast is er budget overgeheveld van eigen personeel naar materiële uitgaven en (€ 7,5 mln.). Zie toelichting onder «Materiële uitgaven».

Materiële uitgaven

Er is budget overgeheveld van eigen personeel naar materiële uitgaven (€ 7,5 mln.). voor onder andere hogere uitgaven voor end-user services en licenties en de rijksroosterapplicatie.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Vertragingsrente: er zijn nabetalingen gedaan over de Traditionele Eigen Middelen (TEM) aan de Europese Commissie. De Nederlandse douaneautoriteiten voeren een zelfanalyse uit op casussen waarvan de invoerrechten nog niet met zekerheid zijn vastgesteld of nog niet door de lidstaat zijn geïnd. Als gevolg van de zelfanalyses heeft Nederland de aansprakelijkheid op een aantal dossiers geaccepteerd. Dit heeft geleid tot circa € 10,2 mln. aan TEM nabetalingen via de begroting van Buitenlandse Zaken. De vertragingsrente op de nabetalingen bedraagt circa € 28,2 mln. en wordt door Douane verantwoord op Artikel 9 van de begroting Financiën.

Ontvangsten

Belastingontvangsten

Op artikel 9 Douane worden de belastingontvangsten begroot die geheven en geïnd worden via de Douanesystemen. Het gaat om invoerrechten, accijnzen, verbruiksbelasting, een deel van de omzetbelasting.

In de Miljoenennota 2026 worden de mutaties van de Belastingontvangsten in het lopende begrotingsjaar 2025 toegelicht (zie hoofdstuk 2.6 – Horizontale ontwikkeling inkomsten en lasten en bijlage 4 – De belasting- en premieontvangsten). De aansluiting van de belastingontvangsten met de Miljoenennota is te vinden onder tabel 4.

Artikel 13 Toeslagen

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 2.042.004 – 174.307 1.867.697
Uitgaven (1) + (2) 2.202.573 – 174.307 2.028.266
Apparaatsuitgaven (1) 646.353 – 29.397 616.956
Personele uitgaven 622.398 – 32.005 590.393
Eigen personeel 274.669 5.794 280.463
Inhuur externen 346.574 – 37.859 308.715
Overig personeel 1.155 60 1.215
Materiële uitgaven 23.955 2.608 26.563
ICT 275 5 280
Bijdrage aan SSO's 0 0 0
Overige materiële uitgaven 23.680 2.603 26.283
Programma-uitgaven (2) 1.556.220 – 144.910 1.411.310
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 106 2 108
Bijdrage overige ZBO's/RWT's 106 2 108
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 4.130 0 4.130
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties 4.130 0 4.130
Opdrachten 82.545 – 4.029 78.516
ICT opdrachten 27 500 527
Overige opdrachten 82.518 – 4.529 77.989
Bijdrage aan agentschappen 0 567 567
Bijdrage overige agentschappen 0 567 567
Bijdrage aan medeoverheden 130.658 115.240 245.898
Bijdrage aan medeoverheden 130.658 115.240 245.898
(Schade)vergoeding 1.089.229 – 256.690 832.539
Compensatie toeslagengedupeerden 269.603 – 18.447 251.156
Kwijtschelden private schulden 54.100 – 12.000 42.100
Herstelprogramma voor kinderen 113.518 – 10.818 102.700
Herstelregeling voor ex-partners 35.000 – 3.000 32.000
Herstelregeling voor gedupeerden andere toeslagen 17.280 0 17.280
Aanvullende schade 522.548 – 212.428 310.120
Overige (schade)vergoedingen 77.180 3 77.183
Subsidies 2.000 0 2.000
Subsidie toeslagen herstel 2.000 0 2.000
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 247.552 0 247.552
Toegerekende uitgaven van Belastingen 247.552 0 247.552
Ontvangsten 0 320 320
Apparaatsontvangsten 0 320 320
Programma-ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

Er vinden verschillende mutaties op het personeelsbudget plaats, de belangrijkste zijn:

– Er wordt circa € 25 mln. herstelbudget vanuit 2025 naar 2026 en 2027 geschoven om het budget aan te laten sluiten bij de uitvoering van de bezwaarbehandelingen.

– Binnen het reguliere budget van Dienst Toeslagen vinden er enkele kasschuiven naar latere jaren plaats, met name voor de voortzetting van het verkenningsonderzoek alternatieve financiering kinderopvang (€ 1,7 mln.), voortzetting van ICT-uitvoeringswerkzaamheden (€ 2,2 mln.) en de uitvoering van de definitieve toekenning van de Kinderopvangtoeslag (€ 8 mln.).

Bijdrage aan medeoverheden

Om de verwachte declaraties vanuit gemeenten ten behoeve van de brede hulp aan toeslagengedupeerden te kunnen voldoen, wordt er in 2025 € 57,7 mln. herschikt naar de post bijdrage aan medeoverheden. Deze middelen zijn voornamelijk afkomstig uit de ontvangen prijsbijstelling en de ruimte die is ontstaan op de regelingen voor private schulden, ex-partners en de kindregeling als gevolg van het bijstellen van het verwachte aantal gedupeerden. Ook wordt er benodigd budget (€ 58 mln.) naar 2025 geschoven vanuit latere jaren.

(Schade)vergoeding

Er vinden verschillende mutaties op het budget (schade)vergoeding plaats, de belangrijkste zijn:

– Er is in 2025 € 25,8 mln. ruimte ontstaan op de regelingen voor private schulden, ex-partners en de kindregeling als gevolg van het bijstellen van het verwachte aantal gedupeerden. Deze middelen worden herschikt naar de post bijdrage aan medeoverheden ten behoeve van de brede hulp aan toeslagengedupeerden en de verwachte declaraties van gemeenten.

– Er wordt € 18,5 mln. overgeheveld naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor de kosten die de Raad voor Rechtsbijstand in 2024 heeft gemaakt ten behoeve van de rechtsbijstandregeling voor toeslagengedupeerden.

– Tot slot wordt er circa € 212 mln. aan compensatiemiddelen vanuit 2025 naar 2026 en 2027 verschoven in lijn met het verwachte moment van uitvoering van het nieuwe stelsel van aanvullende schaderoutes.

3. Beleidsartikelen Nationale Schuld (IXA)

Artikel 11 Financiering staatsschuld

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 27.129 – 442 26.687
Uitgaven 27.129 – 442 26.687
Opdrachten 21 1 22
Overige kosten 21 1 22
Rente 7.157 – 441 6.716
Rente vaste schuld 5.928 – 135 5.793
Rente vlottende schuld 1.229 – 306 923
Voortijdige beëindiging schuld 0 0 0
Rente derivaten lang 0 0 0
Rente derivaten kort 0 0 0
Voortijdige beëindiging derivaten 0 0 0
Leningen 19.951 – 2 19.949
Aflossing vaste schuld 19.951 – 2 19.949
Mutatie vlottende schuld 0 0 0
Ontvangsten 68.233 – 7.340 60.893
Rente 30 0 30
Rente vlottende schuld 30 0 30
Voortijdige beëindiging schuld 0 0 0
Rente derivaten lang 0 0 0
Voortijdige beëindiging derivaten 0 0 0
Leningen 68.203 – 7.340 60.863
Uitgifte vaste schuld 40.000 0 40.000
Mutatie vlottende schuld 28.203 – 7.340 20.863

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Rente

Rente vaste schuld

De raming van de rentelasten vaste schuld neemt in 2025 af met € 135 mln. Het Ministerie van Financiën houdt op basis van de MEV-raming van het Centraal Planbureau (CPB) rekening met een hogere rente op de kapitaalmarkt in 2025. Echter, doordat een groter deel van de geraamde schulduitgifte op de kapitaalmarkt op een later moment in het jaar plaatsvindt dan eerder geraamd, nemen de verwachte rentelasten per saldo af.

Rente vlottende schuld

De raming van de rentelasten vlottende schuld in 2025 is met € 306 mln. naar beneden bijgesteld met name als gevolg van wijzigingen in de omvang van de kortlopende schuld. Daarnaast houdt het Ministerie van Financiën rekening met een lagere rente op de geldmarkt op basis van de MEV-raming van het CPB.

Ontvangsten

Leningen

Mutatie vlottende schuld

De mutatie vlottende schuld betreft de toe- of afname van de uitstaande schuld op de geldmarkt. De geraamde mutatie van de vlottende schuld in 2025 is naar beneden bijgesteld met circa € 7,3 mld. Dit is het gevolg van een lagere financieringsbehoefte doordat de raming van het kastekort voor het lopende begrotingsjaar is afgenomen. Schommelingen in de financieringsbehoefte in een lopend begrotingsjaar worden zoveel mogelijk opgevangen op de geldmarkt.

Artikel 12 Kasbeheer

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 5.114 – 163 4.951
Uitgaven 5.114 – 163 4.951
Rente 2.414 – 163 2.251
Rente kasbeheer 2.414 – 163 2.251
Uitgaven bij voortijdige beëindiging (hoofdsom) 0 0 0
Leningen 2.700 0 2.700
Verstrekte leningen 2.700 0 2.700
Mutaties in rekening-courant en deposito's 0 0 0
Mutaties in rekening courant en deposito 0 0 0
Ontvangsten 13.282 – 1.181 12.102
Rente 163 6 169
Rente kasbeheer 163 6 169
Voortijdige beëindiging binnen kasbeheer 0 0 0
Leningen 1.363 21 1.384
Ontvangen aflossingen 1.363 21 1.384
Mutaties in rekening-courant en deposito's 11.756 – 1.207 10.549
Mutaties in rekening courant en deposito 11.756 – 1.207 10.549

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Rente

Rente kasbeheer

De raming van de rentelasten uit hoofde van het kasbeheer neemt in 2025 af met € 163 mln. ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2025. Dit is het gevolg van het bijwerken van de realisaties. Ook zijn de nieuwe (lagere) rentestanden die volgen uit de MEV-raming van het Centraal Planbureau (CPB) verwerkt.

Ontvangsten

Rente

Rente kasbeheer

De raming van de rentebaten uit hoofde van het kasbeheer is € 6 mln. hoger dan bij de 1e suppletoire begroting 2025. Dit is met name het gevolg van een correctie voor de rentevergoeding op de betaalrekeningen die door de staat bij ING Bank worden aangehouden voor het betalingsverkeer van het Rijk. Door een technische onvolkomenheid bij ING Bank is er van het tweede tot en met het vierde kwartaal van 2024 te weinig rente ontvangen. Dit is met een eenmalige betaling van circa € 3,5 mln. in 2025 gecorrigeerd.

Leningen

Ontvangen aflossingen

Binnen het kader van schatkistbankieren kunnen agentschappen, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) en derden een lening afsluiten. Op basis van de actuele inzichten is het de verwachting dat de aflossingen op de leningen met € 21 mln. hoger uitvallen dan eerder geraamd.

Mutaties in rekening-courant en deposito's

Mutaties rekening-courant en deposito

De raming van de mutaties van de standen van de rekeningen-courant en deposito’s van de deelnemers van schatkistbankieren wijzigt als gevolg van een nieuwe raming van deze mutaties voor de sociale fondsen. Mutaties in rekeningen-courant en deposito’s worden veroorzaakt door de uitgaven en ontvangsten van de deelnemers van het schatkistbankieren.

4. Niet-beleidsartikelen

Artikel 8 Apparaat

Verplichtingen 457.375 17.536 474.911
Uitgaven 457.370 17.536 474.906
Personele uitgaven 292.933 6.505 299.438
Eigen personeel 271.813 5.645 277.458
Inhuur externen 20.208 724 20.932
Overig personeel 912 136 1.048
Materiële uitgaven 164.437 11.031 175.468
ICT 19.988 3.285 23.273
Bijdrage aan SSO's 51.606 1.971 53.577
Overig materieel 92.843 5.775 98.618
Ontvangsten 59.403 4.863 64.266
Apparaatsontvangsten 59.403 4.863 64.266

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

De mutatie op personele uitgaven van € 6,5 mln. zijn met name het resultaat van:

– Toevoeging van de loonbijstelling voor stijgende personeelsuitgaven uit hoofde van de cao Rijk (€ 13,9 mln. in 2025).

– Een correctie van de HLA-taakstelling van materiële uitgaven naar personeel (- € 3,8 mln.).

– Interne budgetherschikkingen naar materiële uitgaven (- € 2,3 mln.).

– Een kasschuif voor de fiscale eerstelijnshulp bij de Belangenbehartiger Belastingplichtigen en Toeslaggerechtigden (BBT) (- € 1,4mln.).

Materiële uitgaven

De mutatie op materiële uitgaven zijn € 11 mln. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht:

– Er is € 2,2 mln. toegevoegd aan de begroting voor de prijsbijstelling.

– Er zijn budgetten herschikt vanuit personele uitgaven naar materiële uitgaven (€ 2,3 mln.).

– De apparaatstaakstelling is herschikt vanuit materiële uitgaven (€ 6,6 mln.) naar personele uitgaven en ontvangsten.

Ontvangsten

Apparaatsontvangsten

– Er zijn extra ontvangsten door verkoop van gouden munten door Dienst Roerende Zaken (€ 2,3 mln.).

– De apparaatstaakstelling HLA is voor € 2,8 mln. gecorrigeerd van materiële uitgaven naar ontvangsten.

Artikel 10 Nog onverdeeld

Verplichtingen 256.077 – 233.468 22.609
Uitgaven 256.077 – 233.468 22.609
Nog te verdelen 256.077 – 233.468 22.609
Loonbijstelling 188.121 – 188.121 0
Prijsbijstelling 47.487 – 47.487 0
Nog te verdelen 20.469 2.140 22.609
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Nog te verdelen

Het budget is met € 233,5 mln. verlaagd ten opzichte van de laatst vastgestelde begroting. De loon- en prijsbijstelling, die bij de 1e suppletoire begroting is ontvangen, is naar rato doorverdeeld over de beleidsartikelen en het apparaatsartikel.


  1. Per 1 juli 2025 heeft een naamsverandering plaatsgevonden van de Volksbank naar ASN Bank.↩︎