Inbreng verslag schriftelijk overleg over het Fiche: Mededeling Internationale Digitale Strategie (Kamerstuk 22112-4102)
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2025D40288, datum: 2025-09-19, bijgewerkt: 2025-09-23 15:20, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2025D40288).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: N.T.P. Wingelaar, voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken (Nieuw Sociaal Contract)
- Mede ondertekenaar: S.R. Muller, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2025Z14599:
- Indiener: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2025-09-02 15:10: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-10 11:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2025-09-11 12:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2025-09-18 14:00: Fiche Mededeling Internationale Digitale Strategie (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Digitale Zaken
Preview document (🔗 origineel)
2025D40288 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Digitale Zaken hebben enkele fracties de behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief «Fiche: Mededeling Internationale Digitale Strategie» (Kamerstuk 22 112, nr. 4102).
De voorzitter van de commissie,
Wingelaar
Adjunct-griffier van de commissie,
Muller
| Inhoudsopgave | |
| I | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties |
| Vragen en opmerkingen van de leden van PVV-fractie | |
| Vragen en opmerkingen van de leden van GroenLinks-PvdA-fractie | |
| Vragen en opmerkingen van de leden van NSC-fractie | |
| II | Antwoord/reactie van de bewindspersoon |
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken behorende bij het schriftelijk overleg inzake het fiche «Mededelingen Internationale Digitale Strategie». Naar aanleiding hiervan hebben deze leden de volgende vragen.
Zij merken op dat de Europese strategie vrij ambitieus is. Veel onderdelen lijken vooral een bundeling van plannen die al langer lopen. Wat zijn écht nieuwe maatregelen en hoe wordt voorkomen dat dit een herhaling wordt van eerder beleid in nieuwe bewoordingen?
De leden van de PVV-fractie lezen dat de strategie zes pijlers telt. De eerste twee pijlers stellen dat de digitale infrastructuur niet alleen binnen Europa ontwikkeld dient te worden, maar ook in samenwerking met derde landen. Ook wordt feitelijk opgeroepen tot intensievere samenwerking met onder andere de Verenigde Staten. Pijler 3 richt zich op het aanbieden van Europese alternatieven, maar pijlers 4 en 5 roepen weer op tot samenwerking met derde landen. De laatste pijler roept de EU eigenlijk op om te zeggen: «Kijk, wij horen er ook bij.» Deze pijlers zijn breed en veelbelovend, maar nergens wordt duidelijk hoe het succes wordt gemeten. Deze leden vragen of er duidelijke benchmarks of indicatoren zijn voor de impact van de zes pijlers. Zo ja, kan de Minister deze nader toelichten?
Samengevat roept de strategie op om niet alleen te investeren in digitale infrastructuur en veiligheid, maar ook om een goede samenwerking met derde landen, waaronder de VS, niet uit de weg te gaan. Die lezing kunnen de leden van de PVV-fractie volgen en tot op zekere hoogte ook delen. Deze leden constateren terughoudendheid van het kabinet om die samenwerking met de VS te benoemen dan wel te onderstrepen. Gaarne zouden zij van dit kabinet willen weten of het kabinetsstandpunt hierin afwijkt van het standpunt zoals deze door de Europese Commissie gedeeld wordt alsook een onderbouwing waarom deze al dan niet afwijkt.
Daarnaast constateren zij dat betreffende de digitale infrastructuur wordt gesproken over de zeekabels in het licht van het Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur en niet in het kader van verbeterde connectiviteit en strategisch belang. Graag vernemen de leden van de PVV-fractie hoe het kabinet ertoe zorg draagt dat de Nederlandse positie ten opzichte van intercontinentale connectiviteit wordt verbeterd en dat het aantal aanlandingen van intercontinentale datakabels in Nederland wordt vergroot. Deze leden lezen daarover enkel de opmerking van het kabinet «…het bevorderen van investeringen in onderzeese kabels en in het satellietcommunicatieprogramma IRIS» en vragen wat het kabinet bedoelt met «bevorderen».
Voorts lezen zij dat het kabinet, voor wat betreft kwantumtechnologie, van mening is dat de positie van de EU in deze moet worden versterkt en de Nederlandse positie in de groeiende wereldwijde leveringsketen voor kwantumtechnologieën moet worden verbeterd. Deelt het kabinet de mening van de leden van de PVV-fractie dat het Nederlandse belang in deze geprevaleerd dient te worden boven het belang van de EU, aangezien Nederland een van de koplopers is op het gebied van deze technologie1?
Deze leden lezen vervolgens dat het kabinet de prioriteiten en handhaving van de Digitaledienstenverordening (DSA) onderschrijft. Zij vrezen dat het crisisresponsemechanisme van deze verordening zou kunnen leiden tot censuur, terwijl de effectiviteit van «community notes» reeds volstaat ter bestrijding van onjuiste informatie. Deelt het kabinet deze zorg en wat gaat dit kabinet doen om te voorkomen dat deze verordening leidt tot censuur? Zo nee, waarom niet?
De leden van de PVV-fractie merken ten slotte op dat er wederom meer macht belegd wordt bij de EU. Deze leden willen graag weten wat dit kabinet gaat doen voor het behoud van de Nederlandse autonomie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GL-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de Internationale Digitale Strategie (IDS). Techniek is geopolitiek, snappen deze leden. Daarom pleiten zij voor een gezamenlijke Europese strategie met drie prioriteiten: 1) beschermen van Europese waarden; 2) het bevorderen van strategische autonomie; 3) het versterken van de eigen economie. Dit vraagt om een digitale industriepolitiek met een sterke rol voor Nederland. Deze punten zullen naar voren komen in de inbreng van deze leden.
Deze leden zich achter de zes genoemde prioriteiten. Deze dragen volgens hen bij aan waardevolle digitalisering. Echter, vragen deze leden hoe de pijlers tot stand zijn gekomen. Zijn dit dezelfde prioriteiten die Nederland had gesteld? Zijn er nog prioriteiten die nog missen?
Zij pleiten verder voor een ambitieuze digitale industriepolitiek. De Rijksoverheid heeft de unieke mogelijkheid om als marktmeester vorm te geven aan de techindustrie die nodig is voor de veiligheid van Nederland en de Europese autonomie. Deze leden stellen dat de totale afhankelijkheid van Amerikaanse bedrijven, met name op het gebied van cloudtechnologie, een ernstig risico vormt voor lidstaten en de EU als geheel. Deelt de Minister de mening dat deze strategische afhankelijkheid met spoed moet worden teruggedrongen? Welke stappen kan de bewindspersoon zetten om de komende jaren deze afhankelijkheden af te bouwen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie herinneren de Minister aan de vele aangenomen Kamermoties die verzoeken om clouddiensten van Nederlandse-Europese leveranciers af te nemen.2 Betrekt de Minister deze moties bij de uitvoering van de Internationale Digitale Strategie? Wat is zijn bijdrage aan het bouwen van een soevereine Rijkscloud? Ook wijzen deze leden op dat huidige inkooptrajecten en aanbestedingen een sterke nationale techindustrie in de weg staan. Telkens weer gaan overheden in zee met de makkelijkste optie – Microsoft, Google, Amazon – waardoor er geen business case ontstaat voor Nederlands-Europese bedrijven. Deelt de Minister deze analyse en wat gaat hij doen om deze trend te keren? Moet het aanpassen van inkoop- en aanbestedingswetgeving op Europees niveau volgens hem een onderdeel zijn van de IDS?
Deze leden lezen dat de Europese Commissie buurlanden en kandidaat-lidstaten nauw betrekken. Graag vernemen zij om welke landen dit gaat en hoe die samenwerking er in de praktijk uitziet. Ook lezen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat de private sector een belangrijke rol heeft in de strategie. Kan de Minister duidelijk uitleggen welke rol hij voor de private techsector ziet? Hoe gaat hij hen in staat stelt om alternatieven te ontwikkelen voor technologie uit andere grootmachten? Volgens deze leden vraagt dat om een investeringsagenda en een inkoop- en aanbestedingsbeleid van de Rijksoverheid dat de eigen markt versterkt. Deelt de bewindspersoon deze mening, en zo ja, hoe gaat hij hier aan bijdragen?
Zij zijn blij met de aandacht die de Internationale Strategie vestigt op de inrichting van het internet. De EU heeft een unieke positie om met standaarden en afspraken vorm te geven aan het internet. Deze leden vragen de Minister om toe te lichten wat volgens hem een «open, vrij en veilig internet» betekent. Op welke manieren is het internet momenteel niet open, vrij en veilig? Wat is de ideale situatie waar we naartoe moeten werken volgens hem? En welke maatregelen stelt Nederland voor om daar te komen? Welke middelen wendt de Minister daarvoor aan?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie steunen de ambitie van het kabinet om actief bij te dragen aan een waardengedreven Europees digitaal ecosysteem. Deze leden constateren echter dat Nederland in de praktijk weinig voor elkaar krijgt op dit gebied. Zo is het nog steeds onduidelijk welke middelen er zijn voor de Nederlandse Digitaliseringsstrategie, leeft de Rijksoverheid bij lange na niet de eigen digitale standaarden na, en worden we eerder méér dan minder afhankelijk van Big Tech-bedrijven. Kan de Minister uitleggen hoe hij dit gaat keren? Welke aanvullende nationale maatregelen neemt hij op basis van de IDS?
Zij steunen de ambitie op het gebied van artificiële intelligentie (AI). Het ontwikkelen van het Nederlandse taalmodel GPT-NL en het bouwen van de AI-fabriek in Groningen dragen hieraan bij. Welke rol ziet Minister voor zich om deze twee projecten te ondersteunen? Deelt hij de mening dat deze projecten van strategisch belang zijn en de volle steun van het kabinet verdienen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen hoe Nederland een onderscheidende rol kan spelen om betrouwbare AI te ontwikkelen. Deze leden zien dat vrijwel elk land zich opwerpt als «koploper» op AI. Welke unieke expertise heeft Nederland die de Minister wil inzetten? Welke samenwerkingen ziet de bewindspersoon voor zich? Bovendien benadrukken de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat het van het grootste belang is dat de implementatie van de Europese AI-verordening geen vertraging oploopt. Dit zou betekenen dat de EU haar regulerende taak laat schieten en zich verder buitenspel zet op het gebied van waardevolle AI-ontwikkeling. Kan de bewindspersoon toezeggen dat hij te alle tijden zal pleiten voor een volledige en snelle implementatie van de AI-verordening?
Zij onderschrijven dat de geopolitieke situatie dwingt tot actie op het gebied van strategische autonomie. Hiertoe wil de Minister nieuwe partnerschappen aangaan en bestaande partnerschappen versterken. Deze leden wensen te vernemen welke strategische partnerschappen de Minister kansrijk vindt. Wat is het standpunt van dit kabinet over de samenwerking met de Verenigde Staten, wetende dat de regering-Trump een vijandige houding heeft tegenover de EU en hardop zegt dat onze wet- en regelgeving niet deugt? De leden vragen om nooit toe te geven aan de druk vanuit de VS om digitale wet- en regelgeving te verzwakken of vertragen. Deelt de bewindspersoon deze mening?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn zeer kritisch op het voorstel in de ProtectEU Strategie om te onderzoeken of end-to-endencryptie verbroken kan worden. In een recente Kamerbrief van de Minister van Buitenlandse Zaken inzake «Fiche: Routekaart rechtmatige en effectieve toegang tot data ten behoeve van de opsporing» d.d. 29 augustus jl. (Kamerstuk 22 112, nr. 4116) geeft de bewindspersoon aan dat hij deze onderzoeken steunt, maar tegelijk end-to-endencryptie niet onmogelijk wil maken. Dit zijn volgens deze leden tegenstrijdige wensen die niet beide waar kunnen zijn. Waarom steunt het kabinet zowel een onderzoek naar decryptie als het kabinetsstandpunt dat end-to-endencryptie in stand moet worden gehouden? Zij vragen hem om de Kamer nauw te informeren over zijn inzet op dit gebied. Heeft de bewindspersoon kennisgenomen van de brandbrief van de Global Encryption Coalition van 26 mei 2025?3 Kan hij deze voorzien van een appreciatie? De leden benadrukken dat encryptie een essentiële beveiliging biedt en dat het ontwikkelen van decryptiemogelijkheden onze cyberveiligheid en privacy ernstig onder druk zetten. Daarom verzoeken deze leden om een negatieve grondhouding aan te nemen tegenover voorstellen die encryptie bedreigen, zoals is verzocht door de Kamer in de motie van het lid Van Raan c.s. 4 en de motie van het lid Kathmann c.s.5 op een soortgelijk onderwerp.
Zij steunen de positie van het kabinet over platformregulering. Sociale media zijn een cruciaal middel gebleken waarop overheden, bedrijven en statelijke actoren druk en beïnvloeding kunnen uitoefenen. Het reguleren van Big Tech is daarmee een geopolitieke kwestie geworden. Hoe definieert de Minister «Big Tech» en wanneer is er sprake van een strategische afhankelijkheid? Hoe kijkt hij vanuit zijn positie naar wetgeving als de Digital Services Act (DSA) en de Digital Markets Act (DMA)? Bieden deze voldoende (strategisch) tegenwicht aan de Amerikaanse monopolisten die de grootste sociale media platforms beheren? Zijn er zaken die volgens de bewindspersoon absoluut een plek moeten krijgen in de Digital Fairness Act (DFA)?
Deze leden onderstrepen het belang van interoperabiliteit. Zij vragen de Minister om uit te leggen welke diensten met spoed interoperabel moeten worden en hoe hij deze ontwikkeling in gang zet. Geldt dit ook voor sociale media platforms?
Tot slot benadrukken de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat, ondanks de goede ambities, de Internationale Digitale Strategie nog niet concreet is. Het gaat uit van acties van individuele lidstaten, echter doet Nederland volgens de leden nog niet genoeg. Deze leden vragen de Minister om uit te leggen hoe Nederland zich hard zal maken om zo snel mogelijk een concreet vervolg te geven aan de strategie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het BNC-Fiche Internationale Digitale Strategie en willen naar aanleiding daarvan enkele vragen aan het kabinet voorleggen.
Het kabinet stelt in het BNC-fiche vast dat een aantal belangrijke digitale domeinen niet in de IDS zijn opgenomen. Deze leden verzoeken het kabinet daarom om aan te geven welke domeinen volgens haar ontbreken en hoe het kabinet beoogt deze alsnog te integreren binnen de uitvoering van de strategie. Daarnaast merkt het kabinet in het BNC-fiche op dat de IDS geen heldere prioritering bevat. Deze leden vragen welke prioriteiten het kabinet zelf als meest urgent en relevant beschouwt.
Ook valt het op dat in het BNC-Fiche het onderwerp digitale soevereiniteit niet expliciet door het kabinet wordt benoemd, terwijl dit binnen de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) als een speerpunt geldt. De leden van de NSC-fractie willen het kabinet dan ook vragen hoe zij de relatie tussen de Europese Internationale Digitale Strategie en het NDS ziet en welke rol het kabinet hierin voor zichzelf weggelegd acht. Daarnaast willen zij weten of het kabinet bereid is zich in EU-verband actief in te zetten voor aanbestedingscriteria die het gebruik van open source software en Europese technologische oplossingen stimuleren, bijvoorbeeld door strategische publieke inkoop als instrument in te zetten om Europese innovatie te bevorderen en een eerlijkere markt te creëren.
In de IDS koppelt de Commissie toegang tot de interne markt en deelname aan internationale partnerschappen nadrukkelijk aan de naleving van EU-regels zoals de AI Act, DSA, DMA en AVG. Hoewel het kabinet dit principe onderschrijft, benadrukt zij in het BNC-Fiche dat er meer duidelijkheid nodig is over de praktische uitwerking hiervan, met name met betrekking tot verantwoordelijkheden en toezicht. De leden van de NSC-fractie vragen het kabinet of zij ook voorstellen heeft voor het vormgeven van de implementatie van deze koppeling en op welke wijze toezicht en handhaving daarbij het beste kunnen worden georganiseerd.
II Antwoord/reactie van de bewindspersoon
Bron: «Nederland koploper in kwantum: verandert economie en samenleving fundamenteel», Nu.nl d.d. 3 september 2025; https://www.nu.nl/advertorial/advertorial-tno/6367759/nederland-koploper-in-quantum-verandert-economie-en-samenleving-fundamenteel.html.↩︎
Zie bijvoorbeeld Kamerstuk 26 643, nr. 1329 en Kamerstuk 36 574, nr. 17.↩︎
Bron: Joint Letter on the European Internal Security Strategy (ProtectEU), Global Encryption Coalition d.d. 26 mei, 2025; Joint Letter on the European Internal Security Strategy (ProtectEU) – Global Encryption Coalition.↩︎
Kamerstuk 26 643, nr. 885.↩︎
Kamerstuk 32 317, nr. 891.↩︎