[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Mededeling van de plaatsing in het Staatsblad van het Besluit tot wijziging van het Besluit financiële verhouding 2001 in verband met wijzigingen van de maatstaven van de algemene uitkering van het gemeentefonds (Stb. 2025, 244)

Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2026

Brief regering

Nummer: 2025D42030, datum: 2025-09-29, bijgewerkt: 2025-10-09 15:52, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36800-B-6).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36800 B-6 Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2026.

Onderdeel van zaak 2025Z18005:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2025-2026

36 800 B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2026

Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 september 2025

Hierbij deel ik u mede dat het Besluit tot wijziging van het Besluit financiële verhouding 2001 in verband met wijzigingen van de maatstaven van de algemene uitkering van het gemeentefonds op 22 september 2025 in het Staatsblad is gepubliceerd (Stb. 2025, 244).

Ingevolge artikel 8, vierde lid, van de Financiële-verhoudingswet treedt een algemene maatregel van bestuur die bepaalt welke verdeelmaatstaven worden gehanteerd voor de verdeling van de algemene uitkering van het provincie- en gemeentefonds niet eerder in werking dan acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het is geplaatst en wordt van de plaatsing onverwijld mededeling gedaan aan de beide Kamers der Staten-Generaal.

Een eensluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F. Rijkaart