[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Opvolging moties over de Afrikastrategie en de Grote Merenregio

Afrika-beleid

Brief regering

Nummer: 2025D42122, datum: 2025-09-29, bijgewerkt: 2025-09-29 14:15, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29237 -235 Afrika-beleid.

Onderdeel van zaak 2025Z18036:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Op 21 november 2024 heeft de Tweede Kamer een motie1 van het lid Boswijk aangenomen, die de regering verzoekt om de Kamer te informeren over de consequenties van de beleidskeuzes en bezuinigingen op de actiegerichte agenda van de Nederlandse Afrikastrategie.2

Voorts heeft de Tweede Kamer op 27 mei 2025 een motie3 van het lid Bamenga aangenomen, die de regering verzoekt om het programma gericht op veiligheid en stabiliteit in de Grote Meren regio binnen het bestaande budget voor ontwikkelingssamenwerking voort te zetten en mee te nemen in de uitwerking van de beleidsbrief. Tijdens het wetgevingsoverleg d.d. 30 juni 20254 is toegezegd terug te komen op het Actieplan Congo, ingediend door D66 en ChristenUnie.

Aangezien deze moties en toezegging betrekking hebben op onze relaties met het Afrikaanse continent beantwoorden wij deze gezamenlijk via deze brief. Deze brief bestaat uit drie delen: in het eerste deel zullen wij ingaan op de gevolgen van de recente beleidskeuzes en de bezuinigingen voor de Afrikastrategie. In het tweede deel gaan we in op de actiegerichte agenda van de strategie. Het derde deel gaat in op de Nederlandse inzet in de Grote Meren regio.

In deze beantwoording zijn naast de Beleidsbrief Ontwikkelingshulp van 20 februari 2025, ook de Beleidsagenda Buitenlandse Handel van 28 mei 2025 en de bezuinigingen op het postennet betrokken.5 Ook zijn uitkomsten van het wetgevingsoverleg d.d. 30 juni 2025 meegenomen.

De Afrikastrategie ten tijde van nieuwe beleidskeuzes

De Rijksbrede Afrikastrategie werd vastgesteld in 2023 en bevordert gelijkwaardige samenwerking met Afrikaanse landen en de Afrikaanse Unie op basis van wederzijdse belangen en waarvan iedereen profiteert, ten aanzien van economische ontwikkeling, veiligheid en stabiliteit, migratie, armoedebestrijding, voedselzekerheid en inclusie.

De Afrikastrategie vormt de basis voor onze inbreng in Europees verband en onze inzet op een sterke positie van de Europese Unie in Afrika via diplomatie, economische samenwerking en ontwikkelingssamenwerking. Via bijvoorbeeld de Global Gateway-strategie en brede partnerschappen kunnen we zowel de belangen van Afrikaanse landen als die van Nederland behartigen. Ook zet het kabinet erop in dat we, in lijn met de motie Kamminga, Nederlandse initiatieven kunnen opschalen via delegated cooperation en daar waar mogelijk Nederlandse kennis en kunde inzetten om Europese middelen te besteden.6

Het kabinet heeft keuzes gemaakt waardoor vanaf 2027 structureel EUR 2,4 miljard op Ontwikkelingshulp wordt bezuinigd. Om aan de taakstelling van 10 procent op het postennet te voldoen is besloten om drie ambassades op het continent te sluiten (Zuid-Soedan, Burundi en Libië). Voor het ministerie geldt de taakstelling van 22 procent op apparaatskosten. Deze besluiten treffen ook onze inzet in Afrika.

Het kabinet benadrukt dat deze beleidskeuzes niet afdoen aan de centrale doelstellingen van de Afrikastrategie. Dit geldt ook voor onze politieke en diplomatieke inspanningen voor het ontwikkelen van sterke relaties en brede samenwerking met het Afrikaanse continent. Ook met minder middelen tot onze beschikking blijven we deze doelstellingen en onze belangen nastreven. Doordat de Afrikastrategie het uitgangspunt vormt in de Beleidsbrief Ontwikkelingshulp en de Beleidsagenda Buitenlandse Handel verdiepen we deze inzet. Zoals bekend blijft het kabinet in deze samenwerking de prioriteit leggen op veiligheid en stabiliteit, economie en handel, en migratie.

Voor sterke relaties zijn regelmatige contacten en bezoeken aan het continent nodig, op alle niveaus. In de afgelopen twee jaar vonden staatsbezoeken plaats naar Kenia en Zuid-Afrika, bovenop frequente bezoeken op politiek en hoogambtelijk niveau naar een groot aantal Afrikaanse landen. Dit blijven we doorzetten. Daarbij behoudt Nederland met een groot aantal ambassades een breed netwerk op het continent.

In de Beleidsbrief hebben we uiteengezet hoe we via ontwikkelingshulp inzetten op de gebieden waar we de meeste expertise hebben, vooral op het terrein van voedselzekerheid, watermanagement en gezondheidzorg. Op basis hiervan werken we samen met onze Afrikaanse partners aan mondiale uitdagingen, zoals klimaatverandering en volksgezondheid. Naast een betrouwbare donor blijft Nederland ook een belangrijke handelspartner en investeerder in Afrika, en steunen we belangrijke Afrikaanse initiatieven op dit gebied onverminderd, zoals de ontwikkeling van de Afrikaanse Continentale Vrijhandelszone. We verdiepen de relatie met de zogenaamde Combinatielanden, waar hulp, handel en investeringen samenkomen.

Nederland blijft ook de samenwerking met Afrikaanse landen en de Afrikaanse Unie prioriteren op het gebied van vrede, veiligheid en stabiliteit, zowel in Afrika als wereldwijd. In Afrika leggen wij de nadruk op de regio’s dichtbij Europa; Noord-Afrika, de Sahel en de Hoorn. Zo hebben we onze inspanningen geprioriteerd om bij te dragen aan een oplossing voor de oorlog in Soedan, en de enorme humanitaire consequenties die deze heeft veroorzaakt.7 Nederland blijft ook deelnemen aan EU-missies en operaties, zoals in Somalië. We blijven daarnaast humanitaire hulp bieden daar waar de nood het hoogst is, naast Soedan bijvoorbeeld ook in Zuid-Soedan en Democratische Republiek Congo.

Voor de samenwerking met de Noord-Afrikaanse landen blijft de inzet op zowel solide bilaterale betrekkingen als die in EU-verband. Dit gebeurt bijvoorbeeld door middel van EU-brede strategische partnerschappen met landen als Tunesië (2023) en Egypte (2024) waarin prioriteiten als migratie, veiligheid en stabiliteit, handel en economie samen komen, die ook in de Nederlandse bilaterale relatie centraal staan. In alle Noord-Afrikaanse landen zonder EU strategisch partnerschap blijft Nederland ook in samenwerking met de EU en de lidstaten inzetten op goede bilaterale betrekkingen om de genoemde prioritaire belangen te borgen, zoals met Marokko.

We blijven daarnaast inzetten op samenwerking met het Afrikaanse continent in multilaterale fora zoals de Verenigde Naties. Het belang van deze samenwerking is hoog gelet op de snel veranderende geopolitieke verhoudingen, en ter versterking van het multilaterale systeem en de op regels gebaseerde wereldorde. Het recent gepubliceerde rapport van de Adviesraad Internationale Vraagstukken8 doet in deze context veel relevante aanbevelingen, waarop het kabinet in een aparte reactie dieper zal ingaan.

Gevolgen bezuinigingen voor de actiegerichte agenda van de Afrikastrategie

Voor de actiegerichte agenda geldt dat we hier de komende jaren op zullen blijven inzetten, met name waar het veiligheid en stabiliteit, economie en handel, en migratie betreft, en de politieke en diplomatieke inzet ten behoeve van onze relaties en samenwerking met Afrikaanse landen en de Afrikaanse Unie. De bezuinigingen op Ontwikkelingshulp raken wel verschillende onderdelen van de agenda. Deze worden hieronder uiteengezet.

Sluiting posten

Het voert voor deze brief te ver door om in detail in te gaan op alle drie de landen op het Afrikaanse continent waar de ambassades zullen sluiten. Ter illustratie gaan we in op de situatie in Zuid-Soedan. De sluiting van deze ambassade betekent dat de voorgenomen bilaterale samenwerking wordt afgebouwd, bijvoorbeeld ten aanzien van veiligheid en stabiliteit en de aanpak van grondoorzaken voor armoede en uitsluiting. Enkele programma’s lopen voor een beperkte periode door tot na de sluiting, mede met het oog op een verantwoorde afbouw en overdracht, zoals op het gebied van ontmijning en water. Humanitaire hulp aan Zuid-Soedan, dat onderdeel uitmaakt van de actiegerichte agenda, gaat ongeacht de sluiting van de post door omdat deze wordt gefinancierd vanuit Den Haag, waar afwegingen gemaakt worden op basis van humanitaire noden wereldwijd.

Maatschappelijke organisaties

De actiegerichte agenda bevat een doelstelling om structureel bij te dragen aan de ontwikkeling van maatschappelijke organisaties in Afrika. De Nederlandse inzet op dit gebied blijft substantieel en verloopt zowel via het toekomstige subsidiekader voor maatschappelijke organisaties als via thematische projecten en subsidies, waaronder humanitaire hulp.9

Vrouwenrechten en gendergelijkheid

Het kabinet blijft staan voor de rechten van vrouwen en meisjes, ondanks dat wij onze deze inspanningen niet langer doen onder het label feministisch buitenlandbeleid waar naar wordt verwezen in de actiegerichte agenda.10 Uw Kamer werd reeds geïnformeerd over de uitkomst van het afgelopen wetgevingsoverleg, dat in 2026 en 2027 20 miljoen euro per jaar voor programma’s ter bevordering van vrouwenrechten en gendergelijkheid beschikbaar wordt gemaakt.11 Daarnaast blijven we ons ook op dit gebied inspannen door samenwerking met maatschappelijk middenveld.

Andere thema’s

Andere thema’s in de actiegerichte agenda van de strategie die worden geraakt door de bezuinigingen zijn culturele samenwerking, onderwijs en de inzet op klimaat. Aangekondigde bezuinigingen hebben effect op nieuwe committeringen en niet op lopende projecten. Programma’s van het Prins Claus Fonds en het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie worden na afloop niet verlengd. Er komt geen nieuwe ondersteuning meer op het terrein van onderwijs, met uitzondering van een vijftal combitracks waar beroepsgericht onderwijs onderdeel van uitmaakt. De klimaatinzet wordt de komende periode gerealiseerd via samenwerkingsprogramma’s op het gebied van voedselzekerheid en watermanagement. De in de actiegerichte agenda genoemde steun aan het initiatief van de Wereldbank en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank blijft gehandhaafd.

Grote Meren programma

In de Beleidsbrief Ontwikkelingshulp is uiteengezet dat Nederlandse bilaterale samenwerking ten aanzien van veiligheid en stabiliteit wordt afgebouwd buiten de nabuurregio’s van Europa. Dit geldt ook voor de Grote Meren-regio. Dit betekent echter niet dat alle inspanningen waar het kabinet aan bijdraagt in deze regio, en de Democratische Republiek Congo (DRC) in het bijzonder, stoppen.

Allereerst erkennen en delen wij de zorgen die in de motie van het lid Bamenga c.s. worden genoemd over de verslechterende veiligheidssituatie in de Grote Meren regio, met grote humanitaire gevolgen. Zoals toegelicht in de Kamerbrief DRC12, en het Commissiedebat DRC/Soedan op 25 maart jl. zal Nederland op verschillende manieren humanitaire hulp blijven bieden, mede gelet op de hoge nood in DRC en met name Oost-Congo.

Daarnaast blijft Nederland voorlopig een bijdrage leveren aan veiligheid en stabiliteit in Oost-Congo. Een deel van de projecten onder het Grote Meren programma zal nog doorlopen tot 2027. Ook blijft Nederland voorlopig via partnerschappen ter ondersteuning van het maatschappelijk middenveld bijdragen aan lokale en regionale conflictbemiddeling en bescherming van burgers. Ook hiervoor verwijzen wij u naar de Kamerbrief DRC waarin de focus van de Nederlandse inspanningen verder wordt toegelicht.

Indachtig de door uw Kamer ingediende motie, zijn wij bereid te onderzoeken hoe succesvolle programma’s onder het Grote Meren programma, en die passen binnen de Beleidsbrief Ontwikkelingshulp, kunnen worden voorgezet, bijvoorbeeld via cofinanciering, door overname, of voortzetting van projecten op het gebied van seksuele gezondheid en rechten, grenshandel en grondstoffen.

Onder verwijzing naar de toezegging aan het lid Bamenga in het Commissiedebat Humanitaire Hulp van 25 september jl. kunnen we bevestigen dat er gesproken is met organisaties (lokaal en internationaal) die betrokken zijn bij het Grote Meren programma.13 Mede naar aanleiding daarvan is onder meer afgesproken om te werken aan verduurzamen van resultaten en hierover het gesprek voort te zetten. Dit is meegenomen in de beantwoording van deze brief en de uitvoering van de motie.

In antwoord op de motie van het lid Dobbe14 over het opschorten van het Memorandum of Understanding (MoU) tussen de Europese Unie en Rwanda om een strategisch partnerschap te bouwen op het gebied van duurzame kritieke grondstoffen en waardeketens kan het kabinet bevestigen dat Nederland zich in EU-verband uitgesproken voor opschorting van dit MoU. Sinds de aankondiging tijdens de Raad Buitenlandse Zaken op 24 februari van een review van dit MoU door de EU Hoge Vertegenwoordiger ligt de uitvoering van dit MoU stil.

Het stopzetten van de EU-steun uit de Europese Vredesfaciliteit (EPF) aan het Rwandese leger in Mozambique (Cabo Delgado) is al in EU-verband besproken. Hiervoor verwijzen wij u naar de beantwoording van Kamervragen van het lid Hirsch.15 Conform motie Bamenga16 heeft Nederland in juli jl. in de Europese Unie wederom het mogelijk stopzetten van deze steun opgebracht. Er blijkt hiervoor echter geen unanimiteit onder de EU-lidstaten.

Bovenstaande punten staan ook in het door D66 en ChristenUnie opgestelde Actieplan Congo. Over de inachtneming en uitvoering van de andere punten die genoemd worden in het Actieplan is uw Kamer reeds geïnformeerd.

Laatstelijk gaan wij in op de motie Ceder-Bamenga17 over het betrekken van statelijke en niet-statelijke actoren bij een diplomatieke inzet voor een vredesproces voor de DRC. Momenteel zijn er verschillende vredesprocessen die toezien op het zo snel mogelijk bewerkstelligen van een duurzame vrede in de Grote Meren regio, onder leiding van de Verenigde Staten, Qatar en de Afrikaanse Unie. Zowel Nederland als de Europese Unie benadrukken in direct en indirect contact met de betrokken actoren de noodzaak van een inclusief vredesproces, bijvoorbeeld via de Internationale Contactgroep voor de Grote Meren.

Tot slot

Ondanks de bezuinigingen op ontwikkelingshulp, verdiepen we de bilaterale relaties met Afrikaanse landen, waaronder die in de Grote Meren regio. Nederland en Afrika delen een groot aantal belangen en gemeenschappelijk uitdagingen. Dit kabinet prioriteert daarbij veiligheid en stabiliteit, economie en handel, en migratie, tussen onze beide continenten en wereldwijd.

Ook met de beperktere middelen en scherpere focus op het Nederlandse belang blijven we daarom bilateraal en via de Europese Unie inzetten op relaties met Afrikaanse landen en de Afrikaanse Unie, om deze uitdagingen gezamenlijk aan te gaan, met de Afrikastrategie als uitgangspunt.

De minister van Buitenlandse Zaken,

D.M. van Weel

Staatssecretaris Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp,

Aukje de Vries


  1. Kamerstuk 36 600-V nr. 30↩︎

  2. Kamerstuk 29 237 nr. 183↩︎

  3. Kamerstuk 36 180 nr. 142.↩︎

  4. TZ202507-024↩︎

  5. Kamerstuk 36 180 nr.133, Kamerstuk 36180 nr. 164, Kamerstuk 32 734 nr. 55↩︎

  6. Kamerstuk 36 550-XVII nr. 16↩︎

  7. Kamerstuk 29 237 nr. 207↩︎

  8. AIV-adviesrapport, Nederland, Europa en het mondiale Zuiden in een veranderende wereldorde, 10 september 2025.↩︎

  9. Kamerstuk 36 600-XVII nr. 13↩︎

  10. Kamerstuk 62 735 nr. 403↩︎

  11. Kamerstuk 36 180 nr. 170↩︎

  12. Kamerbrief inzake de situatie in Congo, Kamerstuk 29 237 nr. 208↩︎

  13. TZ202509-130↩︎

  14. Dobbe c.s. 29 237, nr. 215, ingediend tijdens 2MD Oorlogen in Democratische Republiek Congo en Soedan d.d. 27 mei 2025↩︎

  15. Vragen van het lid Hirsch (GroenLinks-PvdA) over de protesten in Mozambique (ingezonden 10 december 2024), 2024Z20668↩︎

  16. Bamenga c.s. 29 237 nr. 211, ingediend tijdens 2MD Oorlogen in Democratische Republiek Congo en Soedan d.d. 27 mei 2025↩︎

  17. Ceder/Bamenga c.s. 29 237, nr. 216, ingediend tijdens 2MD Oorlogen in Democratische Republiek Congo en Soedan d.d. 27 mei 2025↩︎