[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Westerveld over hulp aan kinderen en ouders die vallen onder Jeugdbescherming Noord

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D43119, datum: 2025-10-02, bijgewerkt: 2025-10-03 08:59, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z15241:

Preview document (šŸ”— origineel)


AH 186

2025Z15241

Antwoord van staatssecretaris Rutte (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 2 oktober 2025)

Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024-2025, nr. 3072

Vraag 1

Bent u bekend met de zorgen van ouders en hulpverleners over het wegvallen van hulp aan gezinnen en kinderen die vallen onder Jeugdbescherming Noord, zoals onder meer geuit in Een Vandaag?[1]

Antwoord op vraag 1

Ja.

Vraag 2

Wat is uw reactie op de zorgen die de hulpverleners uiten in het artikel?

Antwoord op vraag 2

De zorgen die de ex-werknemers uiten in het artikel sluiten aan bij de conclusies die de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de inspectie Justitie en Veiligheid1 getrokken hebben in de toezichtrapportage over jeugdbescherming Noord. De inspecties hebben Jeugdbescherming Noord onder verscherpt toezicht gesteld2. Jeugdbescherming Noord werkt hard aan de uitvoering van een verbeterplan voor een adequate uitvoering van de jeugdbescherming en jeugdreclassering, gezien de problematiek kost dit tijd. Het ministerie voert regelmatig overleg met de verantwoordelijke gemeenten en jeugdbescherming Noord om te spreken over de problematiek en de voortgang van de ingezette verbetermaatregelen.

Vraag 3

Wat vindt u ervan dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) in het rapport schrijft ā€œHoewel veel in gang is gezet, is in de afgelopen jaren geen (landelijke) aanpak tot stand gekomen die ertoe leidt dat elke jeugdige met een maatregel zonder vertraging bescherming of begeleiding en hulp krijgt’’?[2] Bent u het ermee eens dat dit impliciet ook kritiek is op het kabinetsbeleid omtrent jeugdbescherming?

Antwoord op vraag 3

EĆ©n van de belangrijkste aanbevelingen3 van de inspecties aan het Rijk om de problemen bij de GI’s op te lossen, was om zorg te dragen dat jeugdbeschermers weer voldoende tijd krijgen en de GI’s voldoende financiĆ«le middelen hebben om op adequate wijze uitvoering te geven aan de wettelijke taken. De werkdruk was te hoog en er was sprake van een hoog personeelsverloop en ziekteverzuim. Met de realisatie van de lagere workload (aantal kinderen per jeugdbeschermer) voor jeugdbeschermers en de afspraken met de gemeenten over een hoger tarief is invulling gegeven aan deze aanbeveling van de inspecties. Jeugdbeschermers hebben hierdoor meer tijd per kind beschikbaar. De realisatie van de beoogde daling van de workload van ca. 25% is begin dit jaar door de GI’s tot stand gebracht. Voor deze daling was twee jaar uitgetrokken omdat een snellere daling niet mogelijk was. Het werven en opleiden van nieuwe medewerkers zou anders een te grote wissel trekken op de organisatie en de zittende jeugdbeschermers. Ook zien we dat het personeelsverloop en het ziekteverzuim bij de GI’s is gedaald (zie tevens het antwoord op vraag 4).

In een periode waarin de workload omlaag moet worden gebracht en individuele jeugdbeschermers minder kinderen gaan begeleiden, kunnen niet tegelijkertijd alle kinderen op de wachtlijst geholpen worden. Desondanks is de wachtlijst de afgelopen periode wel gedaald als je kijkt naar het totaal van alle GI’s. De verwachting was ook dat nu de lagere workload grotendeels gerealiseerd is de GI’s meer ruimte zouden hebben om te werken aan het verder terugdringen van de wachtlijsten. Dat is helaas nog niet overal in voldoende mate gebeurd. Mogelijk spelen er andere (regionale of organisatorische) factoren waardoor het omlaag brengen van de wachtlijst voor een vaste jeugdbeschermer - ondanks alle maatregelen die door de betreffende GI genomen zijn - vooralsnog niet gelukt is (b.v. een hogere regionale instroom van nieuwe kinderen of dat een individuele GI nog relatief ver boven de gemiddelde workload zit).

We zien dat enkele GI’s er in geslaagd zijn om de wachtlijst omlaag te brengen of helemaal zonder wachtlijst te werken. Dat is een goede ontwikkeling. Het is nu aan de betreffende GI’s waar sprake is van een wachtlijst en de betreffende gemeentelijke opdrachtgevers om (aanvullende) maatregelen te nemen om zorg te dragen dat kinderen tijdig een vaste jeugdbeschermer hebben. De resultaten van het toezicht van de inspecties zullen daartoe belangrijke aanknopingspunten bieden.

Het recent aan Uw Kamer aangeboden overkoepelende inspectierapport over de uitvoering van de jeugdbescherming en jeugdreclassering laat zien dat bovenstaande aanpak nog niet in alle gevallen volstaat. Op basis van verdiepend toezicht bij vijf Gecertificeerde Instellingen (geselecteerd op basis van een risicotaxatie) in de periode tot 1 april 2025 constateren zij dat in de uitvoering sprake is van tekortkomingen. De inspecties geven aan dat er onvoldoende ā€˜betekenisvol’ contact is tussen de jeugdbeschermers en de jeugdigen en hun ouders en dat passende hulp niet of niet tijdig wordt ingezet. De inspecties roepen op om met alle partijen tot een gezamenlijke aanpak te komen om de onderliggende problemen duurzaam op te lossen. Vanuit het Rijk nemen we het voortouw om met alle betrokken partijen in gesprek te gaan over de door de inspecties geconstateerde knelpunten. We zullen u hierover later dit jaar informeren in de brief die ten behoeve van het wetgevingsoverleg naar Uw Kamer zal worden gezonden. In deze brief zullen we ook de stand van zaken van de wachtlijst op 1 oktober 2025 opnemen. Dit zal tevens inzicht geven in de mate waarin de GI’s in staat zijn geweest om in de periode 1 april – 1 oktober de wachtlijsten verder omlaag te brengen.

In de aanpak is het niet alleen noodzakelijk om de problemen bij de GI’s zelf aan te pakken, maar ook de problematiek in de gehele jeugdbeschermingsketen en in het brede jeugdzorgveld. Hiervoor werken Rijk en de VNG toe naar het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming (onder meer voor het voorkomen van instroom in de jeugdbescherming) en geeft het met betrokken partijen uitvoering aan de Hervormingsagenda (onder meer voor een betere beschikbaarheid van jeugdhulp). Voor de stand van zaken van deze verbetertrajecten verwijs ik u naar de verzamelbief jeugdbescherming en voortgangsbrief jeugd die we u in juni toegezonden hebben4. Voor een verdere toelichting verwijs ik u naar de verzamelbrief jeugdbescherming van 16 juni 20255.

Vraag 4

Bent u het ermee eens dat het verloop van personeel, ziekte en een krappe arbeidsmarkt, waar in de reactie van Jeugdbescherming Noord naar wordt verwezen [3], ook vragen om meer prioriteit en daadkracht van het kabinet in het opleiden, werven en behouden van goede hulpverleners? Zo ja, wat is hier de afgelopen jaren aan gedaan en wat gaat u de komende tijd doen om meer personeel te werven en te behouden?

Antwoord op vraag 4

Ten aanzien van het opleiden, werven en behouden van goede hulpverleners zijn er vanuit het Rijk diverse maatregelen genomen. De kosten van het opleiden van nieuwe medewerkers zijn verwerkt in het nieuwe landelijke tarief, nieuwe medewerkers zijn immers niet direct net zo productief als ervaren medewerkers. Daarmee hoeft dit niet meer vanuit de bestaande organisatie gerealiseerd te worden. Dat geeft de GI’s de ruimte om het inwerken goed in te vullen. Daarnaast heeft het Rijk een subsidieregeling voor zij-instromers opgezet. GI’s hebben hierdoor de mogelijkheid om nieuw personeel te werven en op te leiden tot SKJ-geregistreerde jeugdbeschermers. Ook financiert het Rijk het initiatief van Jeugdzorg Nederland om een uniform aanmeldformulier jeugdhulp te ontwikkelen. Hierdoor kunnen GI’s gemakkelijker cliĆ«nten aanmelden bij jeugdhulpaanbieders, waardoor de administratieve lasten verminderen. De subsidies workloadverlaging die het Rijk en de gemeenten aan de GI’s hebben verleend, zijn door GI’s ook gebruikt om maatregelen te nemen voor het werven en behoud van medewerkers.

Het personeelsverloop is inmiddels ook gedaald. Deze was medio 2022 bij de GI’s nog bijna 20%6. Inmiddels (1 april 2025) is deze 16,1%7. Ter vergelijking; het gemiddelde verloopcijfer in de jeugdzorg is hoger; gemiddeld 22%8. De GI’s hebben dus een relatief laag personeelsverloop binnen de sector jeugdzorg. Per saldo is het ziekteverzuim in deze periode licht gedaald. Dit is nu even hoog als het gemiddelde in de jeugdzorg (7,3%).

Vraag 5

Wat vindt u ervan dat gezinnen, volgens het artikel van Een Vandaag onder druk zijn gezet en er is gedreigd met mogelijke uithuisplaatsing wanneer zij kritiek hadden? Bent u het ermee eens dat dit in alle gevallen onacceptabel is? Bent u bereid verder te onderzoeken hoe dit heeft kunnen gebeuren en gezinnen die dit hebben meegemaakt extra ondersteuning te bieden?


Antwoord op vraag 5

Als gezinnen die kritiek hebben geuit onder druk zijn gezet met dreigementen over mogelijke uithuisplaatsingen, dan is dat uiteraard kwalijk en onacceptabel. Als een jeugdbeschermer het noodzakelijk vindt dat in een specifieke casus een uithuisplaatsing noodzakelijk en proportioneel is, dan zal dit via de reguliere weg dienen te gebeuren door dit aan de jeugdrechter voor te leggen. Uitgangspunt moet te allen tijde zijn dat er geen druk of drang wordt uitgeoefend om kritiek van ouders te smoren. Juist omdat het hier gaat om gezinnen die al langere tijd in een zeer kwetsbare positie verkeren. Het behoort tot de professionaliteit van de hulpverleners om te weten waar de grens ligt tussen ā€˜informeren’ en ā€˜onder druk zetten’.

Gezinnen kunnen, indien zij van mening zijn dat sprake is van ontoelaatbare druk, een klacht indienen bij de klachtencommissie van de betreffende GI (en zo nodig bij de ombudsman), een melding doen bij de SKJ, dan wel dit melden bij de inspecties zodat zij effectief toezicht kunnen houden. Gezinnen kunnen zich hierin laten bijstaan door de vertrouwenspersonen van Jeugdstem.

Vraag 6

Bent u het ermee eens dat de mate waarin naar ouders en jongeren wordt geluisterd, volgens het Inspectierapport waarin staat dat ā€œIn 38% van de gevallen wordt naar de mening gevraagd van de ouder(s) en/of jeugdigeā€, niet strookt met de Jeugdwet waarin we hebben geregeld dat behandelplannen zoveel mogelijk samen worden opgesteld met de betrokkenen? Wat gaat u doen om te zorgen dat dit beter bekend wordt?

Antwoord op vraag 6

Daar ben ik het uiteraard mee eens. Het verscherpt toezicht van de inspecties zal mede daarop gericht zijn. Medio januari 2026 verwachten de inspecties dat Jeugdbescherming Noord de noodzakelijke verbeteringen heeft doorgevoerd om alsnog aan de normen te voldoen.

Vraag 7

Gaat u naar aanleiding van het verscherpte toezicht of het artikel van Een Vandaag nog verdere actie ondernemen om jongeren, ouders en de hulpverleners te helpen of naar hen te luisteren? Zo ja, wat kunt en gaat u doen?

Antwoord op vraag 7

Jeugdbescherming Noord heeft aangegeven alles op alles te zetten om de noodzakelijke verbeteringen te realiseren. De verantwoordelijke gemeenten ondersteunen Jeugdbescherming Noord hierin, waaronder door aanvullende middelen in te zetten voor het aantrekken van extra jeugdbeschermers. Cliƫnten en jeugdbeschermers worden betrokken bij de uitvoering van de maatregelen uit het verbeterplan naar aanleiding van het inspectierapport. Als stelselverantwoordelijke volgen we de situatie nauwgezet en hebben we regelmatig contact met de betrokken partijen waaronder de gemeenten en Jeugdbescherming Noord. Daarin bespreken we ook de signalen die ons via de media bereiken.

Het is in dit decentrale stelsel in de eerste plaats aan gemeenten om te luisteren naar de zorgen van hun inwoners. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een kwantitatief (zonder wachtlijsten) en kwalitatief toereikende jeugdbescherming en om waar nodig maatregelen te nemen om dit te bewerkstelligen. Via de inspecties en het keurmerk dragen we op landelijke niveau bij aan het systeem van ā€˜checks and balances’ om kwaliteit te borgen en te verbeteren. Als ouders en of hulpverleners grote zorgen hebben dan is dat belangrijk om te melden bij de inspecties zodat ā€˜rode draden’ zichtbaar worden en de inspecties beter kunnen toezien op de kwaliteit van de uitvoering.

Jeugdbescherming Noord moet uiterlijk medio januari 2026 de noodzakelijke verbeteringen hebben doorgevoerd. Via verscherpt toezicht houden de inspecties nauwlettend in de gaten hoe Jeugdbescherming Noord de verbeteringen in de organisatie gaat doorvoeren, ook waar het gaat over het luisteren naar en samenwerken met kind en gezin. Inmiddels heeft het Keurmerkinstituut aangegeven dat zij - op basis van de resultaten van de door hen uitgevoerde audit - vertrouwen hebben dat Jeugdbescherming Noord uitvoering kan geven aan de jeugdbescherming en jeugdreclassering conform de criteria van het zogenaamde ā€˜normenkader’. Het Keurmerkinstituut heeft Jeugdbescherming Noord daartoe op 15Ā september 2025 het reguliere certificaat verleend.

Vraag 8

Bent u bereid de antwoorden te sturen voor het commissiedebat over Jeugdzorg en Jeugdbescherming op 2 september?

Antwoord op vraag 8

Doordat het noodzakelijk was om zorgvuldig met andere organisaties en instanties af te stemmen, is het helaas niet gelukt deze vragen eerder te beantwoorden.

[1] EenVandaag, 18 augustus 2025, Ex-werknemers onder toezicht gezette Jeugdbescherming Noord maken zich zorgen om cliƫnten: 'Hebben recht op goede zorg' | EenVandaag

[2] Rapport Jeugdbescherming Noord in Groningen.pdf (blz.3)

[3] Nieuws | Jeugdbescherming Noord


  1. In het vervolg ā€˜de inspecties’.ā†©ļøŽ

  2. Tweede Kamer, vergaderjaar 2024–2025, 31 839, nr. 1095ā†©ļøŽ

  3. Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, 31 839, nr. 699ā†©ļøŽ

  4. Tweede Kamer, vergaderjaar 2024–2025, 31 839, nr. 1089, Tweede Kamer, vergaderjaar 2024–2025, 31 839, nr. 1087ā†©ļøŽ

  5. Tweede Kamer, vergaderjaar 2024–2025, 31 839, nr. 1089ā†©ļøŽ

  6. https://www.jeugdzorg-werkt.nl/sites/fcb_jeugdzorg/files/2023-02/monitor-verzuim-en-uitstroom-bij-gecertificeerde-instellingen.pdfā†©ļøŽ

  7. Tweede Kamer, vergaderjaar 2024–2025, 31 839, nr. 1089ā†©ļøŽ

  8. Dashboard Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (AZW)ā†©ļøŽ