[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voorstel van wet

Implementatie van Richtlijn (EU) 2024/1712 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2024 tot wijziging van Richtlijn 2011/36/EU inzake de voorkoming enbestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan (Implementatiewet herziene Europese richtlijn mensenhandel)

Voorstel van wet

Nummer: 2025D44054, datum: 2025-10-01, bijgewerkt: 2025-10-13 16:47, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van kamerstukdossier 36835 -2 Implementatie van Richtlijn (EU) 2024/1712 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2024 tot wijziging van Richtlijn 2011/36/EU inzake de voorkoming enbestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan (Implementatiewet herziene Europese richtlijn mensenhandel).

Onderdeel van zaak 2025Z18907:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


36 835 Implementatie van Richtlijn (EU) 2024/1712 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2024 tot wijziging van Richtlijn 2011/36/EU inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan (Implementatiewet herziene Europese richtlijn mensenhandel)
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Wetboek van Strafrecht te wijzigen ter implementatie van Richtlijn (EU) 2024/1712 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juni 2024 tot wijziging van Richtlijn 2011/36/EU inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 273f, tweede lid, wordt na “uitbuiting van strafbare activiteiten” ingevoegd “, van draagmoederschap, van gedwongen huwelijken of van illegale adoptie”.

B

Artikel 273g, eerste lid, komt te luiden:

1. Degene die opzettelijk gebruikmaakt van diensten van een persoon, terwijl diegene weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat die diensten het voorwerp zijn van mensenhandel als bedoeld in artikel 273f, eerste lid, onder 1°, 2°, 4° of 5°, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijke boodschap van 25 april 2024 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafrecht BES en andere wetten in verband met de modernisering van de strafbaarstelling van mensenhandel en de introductie van de zelfstandige strafbaarstelling van ernstige benadeling en van voordeeltrekking (Wet modernisering en uitbreiding strafbaarstelling mensenhandel) (36547) tot wet is of wordt verheven en die wet:

a. eerder in werking treedt of is getreden dan artikel I van deze wet, komt artikel I van deze wet te luiden:

ARTIKEL I

Artikel 273g van het Wetboek van Strafrecht komt te luiden:

Artikel 273g

Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft degene die opzettelijk gebruikmaakt van diensten van een persoon, terwijl diegene weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat die diensten het voorwerp zijn van mensenhandel of kinderhandel.

b. later in werking treedt dan artikel I van deze wet, wordt artikel I van die wet als volgt gewijzigd:

Onderdeel E komt te luiden:

E

Artikel 273g komt te luiden:

Artikel 273g

Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft degene die opzettelijk gebruikmaakt van diensten van een persoon, terwijl diegene weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat die diensten het voorwerp zijn van mensenhandel of kinderhandel.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL IV

Deze wet wordt aangehaald als: Implementatiewet herziene Europese richtlijn mensenhandel.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie en Veiligheid,