Uitstel beantwoording vragen van het lid Flach over de brandbrief van burgemeesters inzake de wolf
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2025D44207, datum: 2025-10-14, bijgewerkt: 2025-11-20 11:14, versie: 4 (versie 1, versie 2, versie 3)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20252026-237).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid (Ooit VVD kamerlid)
- Mede namens: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Onderdeel van zaak 2025Z17565:
- Gericht aan: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Gericht aan: F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid
- Indiener: A.J. Flach, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2025-2026 | Aanhangsel van de Handelingen |
| Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
237
Vragen van het lid Flach (SGP) aan de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en de Minister van Justitie en Veiligheid over de brandbrief van burgemeesters inzake de wolf (ingezonden 23 september 2025).
Mededeling van Minister Van Oosten (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (ontvangen 14 oktober 2025) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2025–2026, nr. 178
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de brandbrief van Gelderse gemeenten over de toenemende aanwezigheid van wolven en de gevolgen hiervan voor mens en dier (Kamerstuk 2025D40213) (Kamerstuk 2025D40232)?
Vraag 2
Herkent u de grote zorgen van deze burgervaders?
Vraag 3
Wat betekent de constatering dat een aantal individuele wolven in toenemende mate hun natuurlijke schuwheid verliest en zich steeds vaker in de nabijheid van mensen en bebouwing begeeft, waarbij sprake is van een groeiend aantal incidenten, voor uw beleid?
Vraag 4
Bent u van mening dat de juridische ruimte om wolven te verjagen en aversief te conditioneren, gegeven de verlaagde beschermingsstatus van de wolf, voldoende wordt benut?
Vraag 5
Op welke wijze worden situaties van contact tussen wolven en mensen geregistreerd?
Vraag 6
Bent u voornemens ervoor te zorgen dat incidenten met honden ook als zodanig worden geregistreerd?
Vraag 7
Wordt ervoor gezorgd dat onder meer gemeenten een beroep kunnen doen op een deskundigencrisisteam voor advies bij acute situaties?
Vraag 8
Deelt u de analyse van de burgemeesters dat zij vrij weinig kunnen met de noodbevoegdheden vanuit de Gemeentewet?
Vraag 9
Bent u voornemens in overleg met burgemeesters ervoor te zorgen dat zij een ruimer handelingskader krijgen om in te (laten) grijpen bij onveilige situaties?
Vraag 10
Maken provincies in uw ogen voldoende gebruik van de ruimte die zij nu hebben om op grond van de verlaagde beschermingsstatus van de wolf beheermaatregelen te nemen om onveilige situaties te voorkomen?
Vraag 11
Bent u bereid te kijken naar verdere aanscherping van het aan de Kamer voorgelegde Ontwerpbesluit met betrekking tot het beheer van de wolf (Kamerstuk 33 118, nr. 295)?
Vraag 12
Gaat u zorgen voor het aanwijzen van gebieden in Nederland die, gelet op het ecosysteem, de wildstand en de nabijheid van mensen en vee, niet geschikt zijn voor duurzame vestiging van een wolf of wolvenroedel, zodat in deze gebieden vroegtijdig kan worden ingegrepen?
Vraag 13
Deelt u de mening dat de populatieontwikkeling van de wolf, gelet op de groei van het aantal roedels in de afgelopen jaren, zowel in Nederland als bij de Centraal Europese wolvenpopulatie als geheel, voldoende ruimte biedt om eerder in te grijpen om onveilige situaties te voorkomen, ook al ligt de populatie nog niet op het niveau dat mogelijk nodig zou zijn voor een gunstige staat van instandhouding?1
Vraag 14
Wordt in het aanvullende onderzoek naar de Nederlandse bijdrage aan een gunstige staat van instandhouding van de wolf (Kamerstuk 33 576, nr. 466) ook gekeken naar de habitatgeschiktheid in andere Europese landen waar de Centraal Europese wolvenpopulatie aanwezig is en de reële Nederlandse bijdrage vanuit het perspectief van habitatgeschiktheid?
Vraag 15
Is in andere Europese landen al vastgesteld wat de gunstige populatieomvang zou moeten zijn?
Vraag 16
Deelt u de mening dat voor een gunstige staat van instandhouding van de Centraal Europese wolvenpopulatie een relatief grotere bijdrage mag worden verwacht van meer dunbevolkte landen en een relatief kleinere bijdrage van meer dichtbevolkte landen?
Vraag 17
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het overleg met Duitsland en andere Europese landen waar de Centraal Europese wolvenpopulatie gevestigd is over de ontwikkeling van deze populatie en het beheer ervan?
Mededeling
Hierbij deel ik u, mede namens de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, mede dat de schriftelijke vragen van het lid Flach (SGP), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de brandbrief van burgemeesters inzake de wolf (ingezonden 23 september 2025) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
PLOS Sustainability and Transformation, 25 februari 2025, «Continuing recovery of wolves in Europe» (https://www.researchgate.net/publication/389320225_Continuing_recovery_of_wolves_in_Europe)↩︎