Stand van zaken moties en toezeggingen fysiotherapie
Eerstelijnszorg
Brief regering
Nummer: 2025D44514, datum: 2025-10-20, bijgewerkt: 2025-10-22 09:35, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: N.J.F. Pouw-Verweij, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit BBB kamerlid)
- Beslisnota bij Stand van zaken moties en toezeggingen fysiotherapie
- Brief van de NZa over Aanpassing planning marktonderzoek fysiotherapie
Onderdeel van kamerstukdossier 33578 -166 Eerstelijnszorg.
Onderdeel van zaak 2025Z19106:
- Indiener: N.J.F. Pouw-Verweij, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2025-11-19 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
33578 Eerstelijnszorg
Nr. 166 Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 oktober 2025
In deze brief informeer ik uw Kamer over de laatste stand van zaken van enkele moties en toezeggingen met betrekking tot de fysiotherapie.
Het gaat om de volgende moties en toezeggingen:
De motie van het lid Krul (CDA) om voor het Commissiedebat Zorgverzekeringsstelsel in juni 2025 in overleg met de NZa en de zorgverzekeraars een oplossing te presenteren voor de tarifering van fysiotherapeuten en daarbij nadrukkelijk de optie van minimumtarieven mee te nemen1. Deze motie is op 12 juni jl. al gedeeltelijk afgedaan in de voortgangsbrief over het marktonderzoek paramedische zorg2.
De motie van het lid Dijk (SP) om nog dit jaar (2025) met een noodplan fysiotherapie te komen om het aantal stoppende fysiotherapeuten terug te dringen en hierin in ieder geval het invoeren van een minimumtarief mee te nemen3.
De schriftelijke en mondelinge toezegging in juni 20254 om de Kamer voor medio december 2025 te informeren over het definitieve rapport als de NZa haar marktonderzoek voor fysiotherapie, inclusief mogelijke oplossingsrichtingen, heeft afgerond.
Om zorgvuldig uitvoering te kunnen geven aan de moties en toezeggingen heb ik helaas meer tijd nodig. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft mij geïnformeerd dat zij het marktonderzoek later opleveren dan afgesproken (zie bijgevoegde brief). Ik acht het namelijk van belang dat bij de uitvoering van de genoemde moties de resultaten van het marktonderzoek voor fysiotherapie worden betrokken. Dat betekent dat ook voor de uitvoering van de verschillende moties en toezegging meer tijd nodig is.
Ik betreur de vertraging van het marktonderzoek. Tegelijkertijd vind ik het belangrijk dat de NZa voldoende tijd heeft om tot een goed onderbouwd rapport te komen waar ook partijen zich in kunnen vinden. Ik heb dan ook begrip voor hun wens om de recent beschikbaar gekomen CBS-cijfers in het onderzoek te verwerken. En dat zij vervolgens meer tijd nodig hebben om de bevindingen met betrokken partijen te kunnen afstemmen, zoals (vertegenwoordiging van) fysiotherapeuten, zorgverzekeraars en patiënten. Een rapport waar partijen zich onvoldoende in herkennen, komt immers niet ten goede aan een zorgvuldige onderbouwing van oplossingsrichtingen. Ik vind het ook verantwoord deze keuze nu te maken, omdat eerder uit te tussentijdse rapportage van 12 juni jl. is gebleken dat de NZa op de korte termijn geen acute problemen ziet voor de toegang tot fysiotherapie.
In het voorjaar van 2026 stuur ik uw het definitieve eindrapport van de NZa toe en geef ik invulling aan bovengenoemde moties en toezegging. Ik ga ervanuit uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
N.J.F. Pouw-Verweij