Afgifte vergunning voor export militair materieel naar Zuid-Korea
Wapenexportbeleid
Brief regering
Nummer: 2025D45407, datum: 2025-11-03, bijgewerkt: 2025-11-06 13:59, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22054-468).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
Onderdeel van kamerstukdossier 22054 -468 Wapenexportbeleid.
Onderdeel van zaak 2025Z19408:
- Indiener: A. de Vries, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
- Medeindiener: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-11-12 13:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-11-27 13:30: Procedurevergadering Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2025-2026 |
22 054 Wapenexportbeleid
Nr. 468 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS EN MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 november 2025
Conform het op 10 juni 2011 per brief gemelde aangescherpte wapenexportbeleid (Kamerstuk 22 054, nr. 165) en de motie van het lid El Fassed c.s. van 22 december 2011 over verlaging van de drempelwaarde voor de versnelde parlementaire controle bij specifieke wapenexportaanvragen naar € 2.000.000,– (Kamerstuk 22 054, nr. 181), ontvangt uw Kamer onderstaande informatie over een door Nederland afgegeven vergunning ter waarde van € 8.500.000,– voor uitvoer van militair materieel naar Zuid-Korea.
Een Nederlands bedrijf heeft onlangs een exportvergunning verkregen voor de uitvoer van een voortstuwingssysteem voor een marineschip (inclusief installatie en technische bijstand) naar Zuid-Korea.
De ontvanger en eindgebruiker van dit bevoorradingssysteem is de Zuid-Koreaanse marine. Het systeem wordt geplaatst op een marineschip, dat zal worden ingezet voor het bevoorraden en ondersteunen van andere marineschepen op zee.
De aanvraag is getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport.1 Deze toetsing, waarvan de essentie ten aanzien van de meest relevante criteria hieronder wordt weergegeven, leidde tot het afgeven van de vergunning op basis van de volgende argumenten:
Handhaving regionale stabiliteit (criterium 4)
Toetsing aan criterium 4 is negatief indien er een duidelijk risico bestaat dat de te leveren militaire goederen ingezet zullen worden voor agressie jegens een ander land of het met kracht bijzetten van territoriale aanspraken.
Hoewel er tussen Noord- en Zuid-Korea formeel nog een wapenstilstand van kracht is en er geen vredesakkoord getekend is, toont Zuid-Korea zich consequent gecommitteerd aan het diplomatieke spoor.
Sinds het afroepen van de Staat van Beleg in december 2024 zijn er weinig wijzigingen geweest in de relatie tussen Noord- en Zuid-Korea. Sinds zijn aantreden op 4 juni heeft president Lee Jae-myung herhaaldelijk aangegeven de spanningen op het verdeelde Koreaanse schiereiland te willen verminderen. Als blijk van goede wil verbood Lee het verspreiden van anti-Noord-Koreaanse pamfletten richting het noorden en beëindigde hij de luidsprekerpropaganda langs de grens. Ondanks deze stappen heeft Noord-Korea de mogelijkheid tot dialoog afgewezen. Desalniettemin lijkt de situatie stabiel te blijven.
Gezien de aard van de goederen (voortstuwingssysteem), het eindgebruik (bijdragen aan de voortstuwing van een marineschip) en de constructieve diplomatieke houding van Zuid-Korea t.a.v. het conflict met Noord-Korea, is het risico beperkt dat deze transactie gebruikt zal worden voor agressie jegens een ander land of het met kracht bijzetten van territoriale aanspraken. Toetsing aan criterium 4 is positief.
Ten aanzien van de overige zeven criteria gelden geen bijzonderheden, ook deze zijn positief getoetst.
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
A. de Vries
De Minister van Buitenlandse Zaken,
D.M. van Weel
8 GS 2008/944 van 8 december 2008↩︎