Fiche: Mededeling financiële geletterdheid
Brief regering
Nummer: 2025D45857, datum: 2025-11-07, bijgewerkt: 2025-11-07 15:03, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
Onderdeel van zaak 2025Z19556:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2025-11-19 09:45: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Fiche 2: Mededeling financiële geletterdheid
Algemene gegevens
Titel voorstel
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over een strategie voor financiële geletterdheid voor de EU
Datum ontvangst Commissiedocument
30 september 2025
Nr. Commissiedocument
COM(2025) 681
EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52025DC0681
Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
Niet opgesteld
Behandelingstraject Raad
Raad Economische en Financiële zaken
Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Financiën
Essentie voorstel
Met deze mededeling kondigt de Europese Commissie (hierna: de Commissie) een strategie aan om de lage financiële geletterdheid in de Europese Unie (de EU) aan te pakken, zodat burgers weloverwogen financiële keuzes kunnen maken en veilig kunnen deelnemen aan de kapitaalmarkten. De financiële geletterdheid strategie (hierna: de strategie) is eerder dit jaar door de Commissie aangekondigd in de mededeling over de spaar- en investeringsunie (SIU).1 Financiële geletterdheid, de combinatie van financiële bewustwording, kennis, vaardigheden, houdingen en gedragingen die nodig zijn om verantwoorde financiële beslissingen te nemen, is volgens de Commissie een essentiële vaardigheid die burgers in staat stelt hun financiële onafhankelijkheid en welzijn te waarborgen. Het niveau van financiële geletterdheid in de EU blijft echter laag: minder dan een vijfde van de EU-burgers heeft een hoog niveau van financiële geletterdheid. Het vergroten van financiële geletterdheid is volgens de Commissie urgent in een sterk gedigitaliseerde samenleving, waar burgers steeds meer toegang hebben tot uiteenlopende financiële producten en diensten.
De strategie richt zich primair op het bevorderen van financiële inclusie door bewustwording te vergroten, toegang en effectief gebruik van financiële diensten te stimuleren, de economische weerbaarheid van burgers te versterken en beleid te ontwikkelen dat kwetsbare groepen ondersteunt. Daarnaast beoogt de strategie de beleggingsvaardigheden en het inzicht in financiële producten te verdiepen, met nadruk op een realistische afweging tussen risico en rendement. Financiële geletterdheid stelt burgers in staat hun financiën duurzaam te beheren, kansen van digitalisering te benutten en vermogen op te bouwen, onder meer via deelname aan kapitaalmarkten door te beleggen (retailbeleggen). Daarvan profiteren zowel burgers als de bredere economie. De Commissie onderstreept dat de keuze van burgers om te (starten met) beleggen een individuele verantwoordelijkheid is, maar acht het van belang dat retailbeleggers op eerlijke wijze worden behandeld en over toereikende informatie beschikken. Met oog voor kansen maar ook voor risico’s dient financiële geletterdheid aan te sluiten bij nieuwe ontwikkelingen, zoals spaar- en beleggingsrekeningen.2
De strategie dient als aanvulling op en versterking van bestaand (nationaal) beleid en initiatieven ondernomen door publieke en private stakeholders in lidstaten, en bouwt voort op de voortdurende inspanningen van de Commissie om de financiële geletterdheid te verbeteren. De strategie richt zich op domeinen waar EU-actie de meeste toegevoegde waarde kan bieden en is gebaseerd op vier pijlers.
De eerste pijler richt zich op coördinatie en best practices. Van elkaars ervaringen leren helpt volgens de Commissie succesvolle initiatieven te identificeren, breder uit te rollen en inzicht te krijgen in cruciale succesfactoren. De Commissie zal daarom gaan samenwerken met relevante stakeholders om prioriteiten vast te stellen en best practices te identificeren. Ter uitvoering van de eerste pijler zal de Commissie periodiek thematische bijeenkomsten over financiële geletterdheid met relevante expertgroepen organiseren. Hier zullen de inspanningen op het gebied van communicatie, bewustwording, monitoring, evaluatie en financiering van initiatieven voor het bevorderen van financiële geletterdheid worden gecoördineerd. Ook zal de Commissie ter bevordering van de samenwerking periodiek workshops met particuliere en non-profitorganisaties faciliteren. Daarnaast steunt de Commissie de ontwikkeling van een vrijwillige, Europese gedragscode voor particuliere en non-profitorganisaties om de kwaliteit, onafhankelijkheid en transparantie van initiatieven en educatief materiaal te waarborgen. Dit kan het vertrouwen van consumenten bevorderen en versterkt de geloofwaardigheid van de initiatieven. Tot slot zal de Commissie in 2027 een ministerieel evenement in het kader van financiële geletterdheid organiseren.
De tweede pijler ziet op communicatie en bewustmaking. Met een EU-brede campagne gericht op het bevorderen van financieel bewustzijn en financiële geletterdheid beoogt de Commissie bestaande nationale acties te versterken en een impuls te geven. De Commissie zal een uitgebreide communicatie- en sociale mediacampagne voeren gericht op verschillende doelgroepen, waaronder moeilijk bereikbare en kwetsbare groepen zoals mensen met een beperking, vrouwen, jongeren, ouderen en lage-inkomensgroepen. De campagne wordt flexibel ingericht zodat nationale strategieën kunnen inspelen op de specifieke behoeften van moeilijk bereikbare doelgroepen. Tegelijkertijd ondersteunt de campagne de bredere SIU-doelstellingen door een investeringscultuur te bevorderen en bewustwording te vergroten over de kansen en risico’s van beleggen. Daarnaast benadrukt de campagne de meerwaarde van spaar- en beleggingsrekeningen voor burgers, waarmee de Commissie de aanbeveling over eerdergenoemde rekeningen versterkt door zichtbaarheid en gebruik ervan te stimuleren. Verder stelt de Commissie voor om samen met de lidstaten een netwerk van gerenommeerde ambassadeurs voor financiële geletterdheid te creëren, die financiële geletterdheid zullen uitdragen als een nationale en Europese prioriteit, met oog voor de specifieke context van de lidstaat. Tot slot zal de Commissie evenementen organiseren over financiële geletterdheid en de rol van financiële geletterdheid bij het bevorderen van financieel welzijn.
De derde pijler richt zich op het monitoren van de voortgang en het beoordelen van de effecten. Ter uitvoering van deze pijler zal de Commissie in 2027 een tweede Flash Eurobarometer enquête over financiële geletterdheid uitvoeren en dit daarna regelmatig blijven doen. Met de uitvoering van de Flash Eurobarometer enquête3 kunnen de ontwikkelingen en vooruitgang op het gebied van financiële geletterdheid in alle EU-lidstaten systematisch worden gevolgd binnen een gemeenschappelijk meetkader. Naast het meten van financiële geletterdheid, zal de Commissie ook de toepassing van best practices in lidstaten systematisch volgen en hierover rapporteren aan de Eurogroep. Verder zal de Commissie de ontwikkeling en het gebruik van evaluatie-instrumenten door lidstaten ondersteunen en stakeholders aanmoedigen om het Learning Lab van de Commissie te gebruiken voor de evaluatie van initiatieven. Daarnaast zal de Commissie in het kader van het Europees Semester financiële geletterdheid blijven behandelen om een consistente evaluatie daarvan te bevorderen. Indien nodig, kan de Commissie land-specifieke aanbevelingen op dit terrein doen.
De vierde pijler richt zich op de financiering van initiatieven en onderzoek. De Commissie stelt voor om een website op te zetten om stakeholders te helpen informatie te vinden over bestaande EU-kanalen voor de financiering van initiatieven en onderzoek op het gebied van financiële geletterdheid. De Commissie zal daarnaast het gebruik van competentiekaders4 voor financiële geletterdheid bevorderen om initiatieven en onderzoeksprojecten op het gebied van financiële geletterdheid te ontwerpen. Ook zal de Commissie lidstaten stimuleren optimaal gebruik te maken van bestaande en toekomstige financieringskanalen.
Om de voortgang van de implementatie van de strategie te volgen zal de Commissie een robuust kader opzetten met behulp van bestaande instrumenten.5 De Commissie beoordeelt de implementatie van de strategie in de bredere context van de geplande tussentijdse evaluatie van de SIU-strategie in 2027. Deze evaluatie biedt een belangrijke gelegenheid om eventuele implementatieproblemen te identificeren en de strategie waar nodig te verfijnen om de relevantie en impact ervan te behouden.
Nederlandse positie ten aanzien van de mededeling/aanbeveling
Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het kabinet onderschrijft het belang van financiële geletterdheid, omdat financiële kennis en vaardigheden huishoudens in staat stellen om verantwoorde keuzes te maken, bijvoorbeeld bij ingrijpende levensgebeurtenissen, en financiële geletterdheid de weerbaarheid van huishoudens vergroot. Dit is niet alleen cruciaal voor individuele huishoudens, maar ook voor de maatschappij en economie als geheel, omdat economische schokken beter kunnen worden opgevangen wanneer huishoudens daarop voorbereid zijn. De relevantie van financiële geletterdheid initiatieven blijkt ook uit het feit dat consumenten zich tegenwoordig op nieuwe manieren laten informeren en beïnvloeden, wat zowel kansen als risico’s voor hun financiële weerbaarheid met zich meebrengt.6
Specifiek ten aanzien van deelname van burgers aan de kapitaalmarkten streeft het kabinet naar hogere participatie van retailbeleggers. Beleggen kan voor consumenten bijdragen aan vermogensopbouw en het behalen van financiële doelen op de lange termijn. Tegelijk kunnen meer investeringen van retailbeleggers in bedrijven bijdragen aan versterking van het EU-concurrentievermogen.
Op diverse manieren tracht het kabinet financiële geletterdheid in Nederland te bevorderen. Zo zet het kabinet zich via het platform Wijzer in geldzaken al ruim 18 jaar in voor de financiële gezondheid van huishoudens en voor het bevorderen van financieel verantwoord gedrag van mensen in Nederland.7 Wijzer in geldzaken streeft ernaar dat mensen in Nederland financieel voorbereid zijn. Dat betekent dat ze, nu en in de toekomst, in staat zijn om overzicht te vormen en houden over hun persoonlijke financiën, en daarin verantwoorde keuzes te maken, ook bij belangrijke levensgebeurtenissen. Ook weten zij waar ze terecht kunnen om hier hulp bij te krijgen.8 Wijzer in geldzaken is een initiatief van het ministerie van Financiën en wordt mede mogelijk gemaakt door diverse publieke en private partners.9 Het platform bevordert bewustwording over en inzicht in persoonlijke geldzaken, en de kennis en vaardigheden van burgers op dit gebied. Zo helpt de website www.wijzeringeldzaken.nl consumenten om betrouwbare informatie te vinden bij het maken van geldkeuzes. Daarnaast is de Week van het geld een campagne die aandacht vraagt voor financiële educatie in het onderwijs.
Ook wijst de website geldlessen.nl leerkrachten en docenten de weg naar lesmateriaal om jongeren te leren omgaan met geld.
Daarnaast heeft het kabinet in het bijzonder aandacht voor het thema pensioenen, gezien de complexiteit van het stelsel en de impact ervan op de (toekomstige) financiële positie van huishoudens. Zo vraagt Wijzer in geldzaken tijdens de Pensioen3daagse campagne aandacht voor het tijdig in actie komen voor een goed pensioen. Het kabinet zet zich bovendien actief in voor pensioenbewustzijn. Een concreet voorbeeld is het initiatief van de overheid en de pensioensector om pensioeninformatie begrijpelijker te maken via pensioenduidelijkheid.nl. Andere voorbeelden van laagdrempelige pensioencommunicatie voor kwetsbare en laaggeletterde groepen zijn Steffie.nl en het Informatiepunt Digitale Overheid.
Financiële competenties, waaronder kennis en vaardigheden, zijn belangrijk en moeten van jongs af aan worden opgebouwd en aangeleerd. Bij het terugdringen van geldzorgen, armoede en schulden zet het kabinet onder andere in op de preventie van geldzorgen: door goede voorlichting van jongs af aan, in alle levensfases en dichtbij, om de juiste financiële keuzes te kunnen maken.10 Een van de beleidsmaatregelen is de Subsidieregeling financiële educatie voor onderwijsinstellingen (voor het middelbaar beroepsonderwijs, voortgezet onderwijs en een afgebakende groep basisscholen).11 Met deze subsidie worden scholen financieel in staat gesteld om leerkrachten en docenten te trainen op het integreren en inbedden van financiële educatie in het onderwijsprogramma, het bieden van persoonlijke financiële begeleiding aan leerlingen met geldzorgen en het betrekken van ouders bij de financiële opvoeding van hun kinderen.
Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet verwelkomt de mededeling over de financiële geletterdheid strategie, die aansluit bij en wordt versterkt door uiteenlopende lopende initiatieven.12 De voorgestelde initiatieven sluiten
aan bij de visie en de huidige inspanningen van het kabinet in het kader van het financieel weerbaarder maken van Nederlanders. Extra aandacht vanuit de EU voor dit thema acht het kabinet van belang. Het kabinet ziet de strategie van de Commissie als aanvulling op en versterking van bestaand nationaal beleid en juicht de holistische benadering van de Commissie toe. Het kabinet vraagt de Commissie daarbij wel waakzaam te zijn voor mogelijke overlap tussen bestaande en nieuwe initiatieven, en ervoor te zorgen dat activiteiten niet dubbel worden uitgevoerd. Het kabinet onderschrijft daarbij dat de integratie van financiële geletterdheid in schoolcurricula primair een verantwoordelijkheid van de lidstaten zelf is en blijft. Nationale overheden kunnen het beste inschatten wat past bij hun eigen onderwijssysteem en hoe financiële geletterdheid daarin een plek heeft.
In de strategie heeft de Commissie in het bijzonder aandacht voor het vergroten van kennis over retailbeleggen en financiële producten. Het kabinet onderschrijft het standpunt van de Commissie dat, indien een individu er voor kiest te participeren op de kapitaalmarkten, hij of zij toegerust moet zijn om weloverwogen en geïnformeerde beslissingen te nemen. Veel Nederlanders bouwen echter niet zelf maar via de werkgever bij een pensioenuitvoerder vermogen op voor hun oude dag. Tegelijkertijd groeit de groep werkenden die geen pensioen opbouwt, bijvoorbeeld zelfstandigen, wat risico’s oplevert voor hun toekomstige inkomenszekerheid. Door een deel van het spaargeld te beleggen kunnen consumenten op de lange termijn vermogen opbouwen. Het gaat daarbij niet alleen om de oudedagvoorziening maar ook voor het behalen van andere financiële doelen zoals de studie van een kind. Daarnaast kan beleggen bijdrage aan de financiering van het bedrijfsleven. Daartegenover staan grotere risico’s dan bij sparen: rendementen kunnen tegenvallen of negatief zijn. Het kabinet acht het daarom essentieel dat consumenten voldoende financiële buffers, in de vorm van een minimum spaarbuffer, achter de hand hebben. Ook zijn er andere vuistregels voor retailbeleggers, zoals investeren in niet-complexe, goed gediversifieerde en kosten-efficiënte producten en investeren met een lange beleggingshorizon.13
Het kabinet staat overwegend positief tegenover de acties voorgesteld in de eerste pijler ten aanzien van coördinatie en best practices. Met de strategie beoogt de Commissie nationale initiatieven voor financiële geletterdheid aan te vullen en te versterken. Het kabinet onderschrijft de voorgestelde acties, omdat veel EU-burgers – ondanks de inspanningen van de EU, lidstaten en andere partijen – nog niet beschikken over de benodigde financiële vaardigheden en de participatie van retailbeleggers laag blijft. Het kabinet is een voorstander van het delen van best practices, om van elkaars ervaringen te leren en succesvolle initiatieven te versterken. Op deze manier kan Nederland enerzijds de best practices van bijvoorbeeld Wijzer in geldzaken en pensioenduidelijkheid.nl delen met andere lidstaten en anderzijds profiteren van de best practices uit landen waar consumenten in relatief hogere mate beleggen, zoals in Zweden. Het kabinet roept hierbij op te profiteren van het bestaande Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling — International Network on Financial Education (OESO-INFE) netwerk, waarin Nederland al samenwerkt met andere landen en best practices deelt. Ook het samenwerken, al dan niet in de vorm van workshops, met particuliere en non-profitorganisaties juicht het kabinet toe. Het platform Wijzer in geldzaken is een publiek-privaat initiatief, waarbij de overheid samen met partners uit de financiële sector, de wetenschap, en onderwijs-, voorlichtings- en consumentenorganisaties hun krachten bundelen om burgers voor te bereiden op het maken van financiële keuzes. Met de manier waarop dit platform is ingericht, is er continu samenwerking met de sector die goede resultaten oplevert. Voor de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel bestaat de website werkenaanonspensioen.nl, waar de overheid de pensioensector ondersteunt bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel, onder andere met goede voorbeelden en best practices.
Het kabinet ziet het belang van het bewaken van (mogelijke) belangenconflicten.
Om deze reden is het kabinet positief over het ontwikkelen van een vrijwillig Europese gedragscode voor particuliere en non-profitorganisaties, zodat de kwaliteit en transparantie van initiatieven gewaarborgd worden.
Het kabinet steunt de voorgestelde acties uit de tweede pijler. Communicatie gericht op bewustmaking, bijvoorbeeld door publieke evenementen, kan bestaande (nationale) acties versterken en het vertrouwen van consumenten in bijvoorbeeld beleggingsproducten vergroten. De EU-brede bewustwordingscampagne zal de aandacht vestigen op persoonlijke financiële vaardigheden, met aandacht voor kwetsbare doelgroepen. Het kabinet onderschrijft de noodzaak om financiële geletterdheid van kwetsbare doelgroepen te versterken. Juist diegene die minder goed in staat zijn uit eigen beweging gezonde financiële keuzes te maken, zijn gebaat bij een gerichte aanpak. Denk hierbij aan de visie van het kabinet om consumenten te beschermen tegen de ongewenste beïnvloeding van consumenten bij het maken van financiële keuzes, waarbij de nadruk in het bijzonder lag op jongeren en andere groepen die kwetsbaarder zijn.14 Bijvoorbeeld de ‘Betaal later kater’ campagne15, gericht op het flink toenemende aantal jongeren met betalingsproblemen en schulden. Een ander voorbeeld is het organiseren van specifieke activiteiten voor zzp’ers tijdens de Pensioen3daagse. Het bereiken van kwetsbare groepen vergt extra aandacht en inspanningen en vraagt om maatwerk. Het kabinet roept op om bij de EU-brede bewustwordingscampagne gebruik te maken van bestaande aanpakken, zoals de bouwstenen die Wijzer in geldzaken opstelde16 als kader om financieel kwetsbaren te bereiken en te helpen. Het kabinet ondersteunt het plan om de EU-brede bewustwordingscampagne tevens in te zetten voor het bevorderen van de investeringscultuur en burgers beter te informeren over de kansen en risico’s van beleggen.
De Commissie stelt voor om een netwerk van gerenommeerde ambassadeurs voor financiële geletterdheid op te zetten. Het kabinet ziet een meerwaarde in dit voorstel. De publieke en private partners die het platform Wijzer in geldzaken mogelijk maken, hebben een ambassadeursrol op het vlak van financiële geletterdheid. De vertegenwoordigers van deze organisaties zijn mogelijke deelnemers aan het netwerk van gekwalificeerde ambassadeurs. In Nederland profiteert Wijzer in geldzaken van de inzet van Hare Majesteit Koningin Máxima. Als erevoorzitter vraagt Koningin Máxima al 15 jaar aandacht voor het belang van financiële educatie en het verstandig omgaan met geld.
Het kabinet steunt de acties onder de derde pijler omtrent het monitoren van de voortgang en het beoordelen van de impact. Het systematisch meten van financiële geletterdheid, het evalueren van bestaande initiatieven en het rapporteren hierover is cruciaal voor het ontwikkelen van effectief en doelgericht beleid. Het kabinet ondersteunt het uitvoeren van de Flash Eurobarometer enquête en zal, net zoals in het verleden, participeren in de uitvraag. Zo staat het kabinet positief tegenover het feit dat de uitvraag ook het financieel welzijn van de EU-burgers meet.
Overwogen kan worden om het meten van financiële kennis te verbreden, zodat dit niet uitsluitend kennis over investeren omvat, maar ook andere relevante aspecten van financieel gedrag en inzicht. De Commissie vestigt in de strategie aandacht voor het belang van het evalueren van de initiatieven op het gebied van financiële geletterdheid, om effectiviteit en best practices vast te stellen. Het platform Wijzer in geldzaken onderneemt reeds veel op het gebied van campagnes en effectmeting en evalueert haar projecten structureel op bereik en het behalen van de doelstellingen. Ten slot verwelkomt het kabinet het initiatief van de Commissie om financiële geletterdheid een vaste plaats te geven binnen de landenverslagen van het Europese Semester. Wel vindt het kabinet dat de primaire focus van het Semester op economisch, begrotings- en werkgelegenheidsbeleid moet blijven.
Het kabinet staat positief tegenover de acties die de Commissie binnen de vierde pijler aankondigt, op het gebied van de financiering van initiatieven en onderzoek. Het verbeteren van de vindbaarheid van bestaande EU-instrumenten voor de financiering van initiatieven en onderzoek is gewenst. Ook steunt het kabinet de actie om bestaande financieringskanalen te gebruiken om initiatieven te financieren binnen het huidige meerjarig financieel kader. Het kabinet beveelt aan om in het kader van het stimuleren van aanvullend onderzoek systematisch kennis en resultaten te delen over methoden die aantoonbaar effectief zijn bij het vergroten van financiële geletterdheid. Het kabinet beschouwt Europese competentiekaders als waardevol voor de ontwikkeling van financiële-geletterdheidsinitiatieven; zij kunnen nationale initiatieven aanvullen, maar hoeven deze niet vervangen.
Eerste inschatting van krachtenveld
Lidstaten steunen naar verwachting de doelstelling van de mededeling over de financiële geletterdheid strategie. Ook binnen het Europees Parlement bestaat brede steun voor een gecoördineerde Europese aanpak ter bevordering van financiële geletterdheid. Het belang van financiële geletterdheid ter bevordering van bewustere financiële keuzes wordt daarom breed gedeeld. Veel landen investeren in brede publieke bewustmakingscampagnes en nationale evenementen om financiële geletterdheid te bevorderen bij alle leeftijdsgroepen en segmenten van de samenleving. Ook worden er door lidstaten programma's ontwikkeld die zijn toegesneden op kwetsbare groepen, om ervoor te zorgen dat de inspanningen op het gebied van financiële educatie inclusief en eerlijk zijn. Er zijn verschillen zichtbaar in de mate waarin lidstaten gevorderd zijn met het uitrollen van een nationale strategie of aanpak. Lidstaten die financiële educatie in hun nationale curriculum opnemen behalen doorgaans hogere scores op het gebied van financiële geletterdheid. Lidstaten erkennen ook dat onderwijsbeleid primair een nationale verantwoordelijkheid is en moet blijven.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid van de mededeling is positief. De mededeling heeft betrekking op het bevorderen van de financiële geletterdheid van EU-burgers, wat een fundamenteel onderdeel is van consumentenbescherming. Daarnaast vergroot financiële geletterdheid de toegang tot en het gebruik van de kapitaalmarkten, waardoor de mededeling tevens betrekking heeft op de interne markt binnen de EU. Op het terrein van consumentenbescherming is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten op grond van artikel 4, lid 2 onder f VWEU. Waar het de werking van de interne markt betreft heeft de EU tevens een gedeelde bevoegdheid met de lidstaten op grond van artikel 4, lid 2, onder a VWEU. De Commissie benadrukt dat integreren van financiële geletterdheid in het schoolcurriculum geen onderdeel van de strategie is, aangezien onderwijs tot de nationale bevoegdheden behoort.
Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteit is positief. De mededeling heeft tot doel de lage financiële geletterdheid in de EU aan te pakken, zodat burgers weloverwogen financiële keuzes kunnen maken en veilig kunnen deelnemen aan de kapitaalmarkten. Ondanks de inspanningen van de EU en lidstaten en andere betrokken partijen, beschikken veel EU-burgers nog steeds niet over de nodige vaardigheden om weloverwogen financiële beslissingen te nemen en is participatie van retailbeleggers onder EU-burgers laag. De mededeling geeft hier invulling aan door initiatieven voor te stellen die als aanvulling op huidige (Europese en nationale) inspanningen moet worden gezien. Gezien het grensoverschrijdend karakter van het vrij verkeer van kapitaal en betalingen en zodoende de voorgestelde initiatieven, kan dit onvoldoende door lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau worden verwezenlijkt, daarom is een EU-aanpak nodig. Door samenwerking tussen lidstaten en relevante stakeholders te stimuleren, best practices te delen en financieringsmogelijkheden te bieden, kan de EU als katalysator fungeren om lidstaten in staat te stellen hun initiatieven op het gebied van financiële geletterdheid te bevorderen. Om die reden is het optreden op het niveau van de EU gerechtvaardigd.
Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit is positief. De mededeling heeft tot doel de lage financiële geletterdheid in de EU aan te pakken, zodat burgers weloverwogen financiële keuzes kunnen maken en veilig kunnen deelnemen aan de kapitaalmarkten. De aangekondigde initiatieven zijn geschikt om deze doelstelling te realiseren, omdat zij het bewustzijn van financiële geletterdheid versterken door samenwerking tussen lidstaten en relevante stakeholders te faciliteren en door het delen van bewezen effectieve praktijkvoorbeelden. Bovendien gaat het voorgestelde optreden niet verder dan noodzakelijk, omdat de strategie voortbouwt op de lopende inspanningen van de Commissie om de financiële geletterdheid te verbeteren en is gericht op het aanvullen en versterken van nationale strategieën en initiatieven die reeds worden ondernomen.
Financiële gevolgen
De Commissie stelt voor om al haar inspanningen in te passen binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027. Eventueel aanvullende benodigde EU-middelen dienen volgens het kabinet gevonden te worden in de EU-begroting. Het kabinet wil niet vooruitlopen op de integrale afweging van middelen na 2027. De voorstellen van de Europese Commissie hebben geen invloed op de rijksbegroting.
Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
De mededeling kent geen gevolgen voor de regeldruk voor het bedrijfsleven en burgers. De extra werkzaamheden en taken voor de overheid naar aanleiding van de acties uit de strategie voor financiële geletterdheid zijn beperkt, aangezien Nederland al vooroploopt in de uitvoering van de voorgestelde initiatieven. De EU ziet de SIU als instrument om het concurrentievermogen te versterken, met onder de pijler Citizens and Savings specifieke aandacht voor het bevorderen van financiële geletterdheid. Door EU-burgers financieel weerbaarder te maken en hun kennis van financiële producten – zoals beleggingsproducten – te vergroten, beoogt de Commissie huishoudens te stimuleren meer te investeren in plaats van spaargeld passief aan te houden. Op deze manier kan particulier kapitaal beter worden ingezet voor de Nederlandse en Europese economie, hetgeen bijdraagt aan een versterking van het concurrentievermogen.
Kamerstukken II, 2024/2025, 22 112, nr. 4043.↩︎
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=PI_COM%3AC(2025)6800↩︎
Monitoring the level of financial literacy in the EU - juli 2023 - - Eurobarometer survey↩︎
Competentiekaders hebben als doel een gemeenschappelijk begrip in de EU te creëren van de financiële competenties die volwassenen, kinderen en jongeren nodig hebben om weloverwogen beslissingen over hun persoonlijke financiën te kunnen nemen.↩︎
Hiervoor wordt gebruikgemaakt van bestaande instrumenten, zoals de Flash Eurobarometer, de monitoringprocessen van de Eurogroep en monitoring binnen het Europees Semester.↩︎
https://www.wijzeringeldzaken.nl/pers/Tweederde-jongeren-die-influencers-volgt-laat-eigen-financiele-situatie-hierdoor-beinvloeden/↩︎
https://www.wijzeringeldzaken.nl/in-het-nieuws/15-jaar-wijzer-in-geldzaken/↩︎
https://www.wijzeringeldzaken.nl/bibliotheek-/media/pdf/koers-wijzer-in-geldzaken-2024-2026.pdf↩︎
De Nederlandse Vereniging van Banken, het Verbond van Verzekeraars, de Pensioenfederatie, het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, De Nederlandsche Bank, de Autoriteit Financiële Markten en het Nibud.↩︎
Kamerstukken II 2024/2025, 24 515, nr. 770.↩︎
Initiatieven van onder meer van het Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling — International Network on Financial Education (OESO-INFE), de Europese Centrale Bank (ECB), de Europese toezichthoudende autoriteiten (ESA’s) en de Raad van de Europese Commissie.↩︎
Kamerstukken II 2024/2025, 32 013, nr. 303.↩︎
Kamerstukken II 2023/2024, 27 089, nr. 95.↩︎
https://www.wijzeringeldzaken.nl/bibliotheek-/media/pdf/waaier-tien-bouwstenen-wijzer-in-geldzaken.pdf↩︎