Inbreng verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda OJCS-Raad 27 en 28 november 2025 (Kamerstuk 21501-34-445) en over de geannoteerde agenda formele OJCS-Raad 27 en 28 november 2025, Onderdelen Jeugd en Sport (Kamerstuk 21501-34-446).
Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2025D46354, datum: 2025-11-13, bijgewerkt: 2025-11-13 11:39, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L. Bromet, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2025Z19536:
- Indiener: G. Moes, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-11-12 13:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-11-13 10:00: Formele OJCS-Raad d.d. 27 en 28 november 2025 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-11-27 10:00: Procedurevergadering Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
Nr. Verslag van een schriftelijk overleg
Vastgesteld d.d. …
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brieven van de:
minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 6 november 2025 inzake de geannoteerde agenda OJCS-Raad 27 en 28 november 2025 (Kamerstuk 21 501-34, nr. 445);
staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 11 november 2025 inzake de geannoteerde agenda formele OJCS-Raad 27 en 28 november 2025, Onderdelen Jeugd en Sport (Kamerstuk 21 501-34, nr. 446).
Bij brief van ... heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap deze beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie
Bromet
Adjunct-griffier van de commissie
Bosnjakovic
Inhoud
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de D66-fractie
Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Inbreng van de leden van de BBB-fractie
II Reactie van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie constateren dat het beroepsonderwijs een essentiële schakel vormt in het aanpakken van de maatschappelijke uitdagingen, waaronder de woningbouw en de energietransitie. Om deze cruciale rol te kunnen vervullen, is een sterke, toekomstbestendige en internationaal georiënteerde sector noodzakelijk. Deze leden hebben daarom een aantal vragen.
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat het huidige Erasmus+-programma (2021-2027) onvoldoende recht doet aan de omvang en het maatschappelijk belang van het beroepsonderwijs. Hoe gaat de minister zich proactief inzetten om bij het volgende Erasmus+-programma (2028-2034) een substantiële toename te realiseren van mbo-studenten die op uitwisseling gaan?
De leden van de D66-fractie constateren dat het principe van vrij verkeer van werknemers in de EU op gespannen voet staat met de praktische problemen rond de erkenning van mbo-diploma's in het buitenland. Welke concrete stappen zal het kabinet ondernemen in Europees verband om te zorgen voor een wederzijdse en automatische gelijkstelling van mbo-kwalificaties, waardoor de leermobiliteit en de kansen van mbo-gediplomeerden op de Europese arbeidsmarkt toenemen?
De leden van de D66-fractie constateren dat Denemarken met de oprichting van gespecialiseerde ‘klimaatberoepsinstellingen’ (rond windenergie, duurzaam bouwen en groene logistiek) toont hoe gericht kan worden ingezet op het tekort aan vakmensen voor de energietransitie. Welke kansen en risico's ziet de minister in dit gespecialiseerde model en zijn er soortgelijke nationale initiatieven die worden overwogen om de mbo-infrastructuur sneller en effectiever te richten op de specifieke kennis en kunde die nodig is om de Nederlandse klimaatdoelen te behalen?
Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief over de geannoteerde agenda van de formele OJCS-Raad op 27 en 28 november 2025. Tegelijkertijd vragen deze leden of erop kan worden aangedrongen om onderliggende (discussie)documenten tijdiger te verspreiden, zodat de Kamer aan de hand van preciezere informatie het procedurele en inhoudelijke verloop kan volgen. Deze leden hebben daarnaast nog enkele vragen.
Resolutie over de beoordeling van het strategisch raamwerk voor Europese samenwerking op onderwijs en training ten behoeve van de Europese onderwijsruimte
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie onderschrijven de Nederlandse inzet om de digitale en groene transitie als strategische prioriteiten te behouden of in ieder geval in andere prioriteiten te borgen. In hoeverre is dat gelukt, zo vragen deze leden. Deze leden lezen dat aandacht voor de groene transitie is opgenomen in de nieuwe prioriteit over burgerschapsonderwijs en digitale vaardigheden. Hoe komt groene transitie daarin tot uitdrukking en waarom precies kan Nederland deze uitkomst verwelkomen?
Beleidsdebat over de rol van het mbo in concurrentievermogen en weerbaarheid
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie onderstrepen het grote belang van het mbo voor het Europese concurrentievermogen en in het licht daarvan bezien de noodzaak voor de versterking voor relevantie, kwaliteit en aantrekkelijkheid van het beroepsonderwijs. Tegelijkertijd willen deze leden ertoe oproepen dat in dit proces niet zozeer over, maar bovenal ook mét vertegenwoordigers van het beroepsonderwijs en de mbo-studenten wordt gesproken. Deze leden zijn erg benieuwd welke concrete maatregelen voor ogen staan om Europa-breed de genoemde doelstellingen te realiseren. Wat is bijvoorbeeld de kabinetsinzet om méér middelen voor het beroepsonderwijs te genereren in programma’s zoals Erasmus+ en voor Leven Lang Ontwikkelen? Wat vindt de minister van de oproep om automatische wederzijdse erkenning van diploma’s in het beroepsonderwijs?
European Democracy Shield en Beleidsdebat AgoraEU
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie juichen het toe dat cultuur en media als strategische elementen worden gezien in het beschermen van Europese waarden en de democratische weerbaarheid. Het roept naar het oordeel van deze leden de voor de hand liggende vraag op of voldoende middelen beschikbaar worden gesteld om de daaraan verbonden verwachtingen ook daadwerkelijk waar te maken. Er komt, zo begrijpen de leden, een richtinggevend kader voor beleid. Voorziet dit kader ook in best practices hoe cultuur en media het best kunnen worden ingezet als vehikels om Europese waarden en democratische weerbaarheid te versterken?
Betrouwbaar nieuws is naar het oordeel van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie essentieel in de bevordering van de democratie. Deze leden lezen dat lidstaten en de Europese Commissie worden verzocht om de verantwoordings- en toezichtsystemen voor media ten aanzien van de ontwikkeling rond AI en online platforms te toetsen. De leden zijn erg benieuwd naar het oordeel van de minister over de huidige staat van de Nederlandse verantwoordings- en toezichtsystemen voor media, welke ontwikkelingen hij signaleert en tot welke acties zijn bevindingen gaan leiden. Vindt de minister dat het huidige stelsel adequaat kan inspelen op hedendaagse bedreigingen? Zo nee, waar zou de huidige Nederlandse aanpak versterking verdienen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen welke maatregelen de minister zich voorstelt, welke synergie denkt hij door het voorstel van AgoraEU te bereiken en welke concrete resultaten verwacht hij tijdens de komende Raad te bereiken. In het BNC-fiche over AgoraEU staat dat nog onduidelijk is hoe de Europese Commissie het Cultuurkompas zal verankeren in de programmastructuur van AgoraEU. Hoe beoordeelt de minister de samenhang tussen beide? In hoeverre sluit de Nederlandse inzet aan bij de benadering van andere lidstaten? Op welke wijze gaat de minister invulling geven aan de Nederlandse inzet voor een cross-sectorale pijler binnen AgoraEU?
Geannoteerde agenda formele OJCS-Raad 27 en 28 november 2025, Onderdelen Jeugd en Sport
Verslag OJCS Jeugdraad 12-05-2025
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie onderstrepen het belang van professionele inspraak op het formuleren van sportbeleid. Deze leden vragen welke voorbeelden uit andere lidstaten zijn besproken tijdens dit debat. Hoe wil Nederland gebruik gaan maken van positieve voorbeelden bij het maken van beleid? Daarnaast lezen deze leden dat er is gesproken over hoe de EU haar lidstaten kan ondersteunen bij het voeren van een dialoog met sporters. Wat zijn de conclusies van dit gesprek? Hoe gaan die conclusies worden gebruikt om het gesprek met professionele sporters te verbeteren? De leden lezen dat de verscheidene lidstaten het belang van Erasmus+ als ondersteunende factor benadrukken. Op welke manier kan Erasmus+ bijdragen aan het opzetten van de initiatieven die worden genoemd in het verslag? Hoe worden deze initiatieven ingezet en op welke termijn wordt hiermee begonnen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben ten slotte vragen en opmerkingen over de uitkomsten van het beleidsdebat over digitalisering tijdens de Jeugdraad van 12 mei 2025. Deze leden zijn van mening dat jongeren zelf aan het roer moeten staan bij het maken van beleid over hun online omgeving. Het is van het grootste belang dat niet alleen de ernst van de problemen op sociale media wordt onderstreept, maar ook de positieve kanten van digitalisering op de leefwereld van jongeren. Om de voordelen beter te benutten, is wel keiharde regulering van grote techplatforms nodig, toegespitst op de keuzevrijheid en bescherming van alle internetgebruikers. De leden stellen dat de beperkte blik op het beschermen van minderjarigen voorbijgaat aan het feit dat iedereen te maken heeft met online gevaren, én ertoe leidt dat noodzakelijke stappen uitblijven omdat er een impasse bestaat over onder andere leeftijdsverificatie. Is de demissionaire minister het eens met deze leden dat maatregelen voor een fijne online wereld generiek moeten zijn voor alle internetgebruikers? Is hij ook van mening dat het reguleren van verslavende algoritmen en het werken aan mediawijsheid voor jong en oud van belang is? De leden benadrukken dat vrije toegang tot informatie een basisprincipe is van het internet, en dat niet lichtzinnig moet om worden gegaan met het beperken daarvan door middel van leeftijdsverificatie. Zij waarschuwen dat hierdoor juist online kinderrechten in het geding kunnen komen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen om een nadere toelichting van het beleidsdebat over digitale zaken. Zij zijn benieuwd naar de conclusies van het gesprek en willen meer weten over of instrumenten op EU-niveau een bijdrage kunnen leveren aan het vergroten van de online weerbaarheid. Daarnaast stellen zij dat het betrekken van jongeren een randvoorwaarde is voor het bepalen van beleid dat gericht is op hun bescherming. Deze leden vragen in hoeverre mediawijsheid een Europese aangelegenheid is. Welke rolverdeling ziet de minister voor zich tussen de EU en lidstaten? Welke aanvullende regulering, naast de Digital Services Act, is nodig op Europees niveau om jongeren te helpen? Welke bijdrage hoopt de demissionaire minister dat de Digital Fairness Act levert in het veiliger maken van de online wereld? Is hij bereid om, als Europese regulering uitblijft, ook nationaal wettelijke kaders te stellen aan verslavend ontwerp van online platforms? Tot slot stellen de leden dat Nederland een unieke bijdrage te leveren heeft aan de discussie, omdat ons land unieke kennis heeft op het gebied van leeftijdsclassificatie met het NICAM1. Is de minister bereid om de Digitale Kijkwijzer, voorgesteld in de aangenomen motie van de leden Kathmann en Van der Werf2, onder de aandacht te brengen in Europees verband?
Inbreng van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de brieven inzake de formele OJCS-Raad d.d. 27 en 28 november 2025. Deze leden hebben geen vragen aan de minister.
II Reactie van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap