Fiche: Mededeling Pact voor Middellandse Zeegebied
Brief regering
Nummer: 2025D46588, datum: 2025-11-14, bijgewerkt: 2025-11-14 15:52, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
Onderdeel van zaak 2025Z19886:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Asiel en Migratie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2025-12-04 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Fiche 4: Mededeling Pact voor Middellandse Zeegebied
Algemene gegevens
Titel voorstel
Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch En Sociaal Comité en het Comité Van De Regio’s. het pact voor het Middellandse Zeegebied: één zee, één pact, één toekomst
Datum ontvangst Commissiedocument
16 oktober 2025
Nr. Commissiedocument
JOIN(2025) 26
EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52025JC0026&qid=1761119034186
Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
Niet opgesteld
Behandelingstraject Raad
Raad Buitenlandse Zaken
Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Buitenlandse Zaken in nauwe samenwerking met het Ministerie van Asiel en Migratie
Essentie voorstel
De Europese Commissie (hierna: de Commissie) en de EU Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid publiceerden op 16 oktober jl. hun gezamenlijke mededeling over het nieuwe Pact voor het Middellandse Zeegebied (hierna: het MedPact). Het MedPact is de nieuwe overkoepelende EU-strategie voor de samenwerking tussen de EU en de partners in de Zuidelijk Nabuurschapsregio, die Algerije, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Libië, Marokko, de Palestijnse gebieden, Syrië en Tunesië. Met het MedPact legt de EU de strategische ambities voor deze regio vast en presenteert de Unie zich als betrouwbare partner in een veranderend geopolitiek krachtenveld. Ook biedt het MedPact een leidraad om integratie in en rond het Middellandse Zeegebied te versterken op basis van gedeeld eigenaarschap, verantwoordelijkheid en samenwerking. Het MedPact heeft drie nauw verbonden pijlers.
De eerste pijler, ‘mensen als drijvende kracht’, draait om samenwerking op onderwijs, arbeidsmarkt en demografie, en bevat vier nieuwe initiatieven.
Deze initiatieven hebben betrekking op 1) hoger onderwijs, vaardigheden, onderzoek en innovatie; 2) het afstemmen van onderwijs en beroepsopleidingen; 3) cultuur, sport en toerisme; en 4) het versterken van het maatschappelijk middenveld, de positie van jongeren en lokale gemeenschappen.
De tweede pijler, ’sterkere, duurzame en geïntegreerde economieën’, is gericht op de verduurzaming en integratie van economieën in de regio. Deze pilaar bevat acht initiatieven op het gebied van 1) de modernisering en versterking van handels- en investeringsrelaties; 2) de ontwikkeling van startups; 3) digitale infrastructuur en cybersecurity en integratie van digitale en data-economieën; 4) hernieuwbare energie en schone technologie; 5) regionale samenwerking op het gebied van milieu en klimaat; 6) verduurzaming van de blauwe economie; 7) transportverduurzaming; en 8) kennisdeling ten behoeve van betere besluitvorming.
De derde pijler, ‘veiligheid, paraatheid en migratie’, heeft betrekking op paraatheid en weerbaarheid bij rampen, een regionale aanpak van vrede en veiligheidsvraagstukken en een alomvattende aanpak van migratie. Op deze onderwerpen worden vijf initiatieven voorzien: 1) de ontwikkeling van een gecoördineerde aanpak op veiligheidsthema’s; 2) versterking van de regionale weerbaarheid; 3) een gezamenlijke aanpak op migratieroutes; 4) samenwerking ten aanzien van geïntegreerd grensbeheer; en 5) juridische en politiesamenwerking.
De implementatie van het MedPact wordt in EU-verband en gezamenlijk met de landen uit de Zuidelijk Nabuurschapsregio gemonitord. De Commissie en de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) zijn verantwoordelijk voor de technische monitoring. De jaarlijkse EU-Zuidelijk Nabuurschap Ministeriële bijeenkomst biedt politieke sturing aan het MedPact. Deze bijeenkomst wordt in EU-verband voorbereid door de uitvoering van het MedPact tweemaal per jaar in de Raad Buitenlandse Zaken te bespreken. De onder het MedPact voorgestelde initiatieven worden in het eerste kwartaal van 2026 omgezet in een nieuw Actieplan.
Nederlandse positie ten aanzien van de mededeling
Essentie Nederlands beleid op dit terrein
De Zuidelijk Nabuurschapsregio is van groot belang voor Nederland en de EU, met name op het gebied van regionale veiligheid en stabiliteit, migratie, handel en economische samenwerking. Het kabinet is voorstander van brede en strategische partnerschappen met landen in de regio gebaseerd op wederzijds eigen belang, zoals de EU reeds aanging met bijvoorbeeld Jordanië en Tunesië.1
De Nederlandse belangen op het gebied van veiligheid en migratie zijn nauw verweven met de bredere regionale veiligheid en stabiliteit in het Midden-Oosten en Noord-Afrika.2 De EU-inzet is essentieel om de Nederlandse belangen te behartigen.
De Nederlandse inzet in deze regio dient dan ook complementair te zijn aan de inzet via de EU, om zo effectief mogelijk te opereren. Om effectief in te spelen op de Nederlandse belangen rond veiligheid en stabiliteit moet deze inzet complementair zijn aan onder meer de Nederlandse diplomatie, programmatische inzet en militaire en civiele inzet, evenals ingebed zijn binnen de bredere doelstellingen van Nederland.3 Zo zet Nederland zich in de regio ook in voor handel en economische samenwerking, ten behoeve van de Nederlandse welvaart en weerbaarheid, en kan klimaatbeleid op het gebied van water en energie bijdragen aan regionale stabiliteit.4
Bovenstaande doelstellingen behartigt het kabinet met inachtneming van bescherming van mensenrechten, het bevorderen van de internationale rechtsorde en de uitvoering van het Klimaatakkoord van Parijs. Deze strategische doelstellingen worden in toenemende mate beïnvloed door veranderende geopolitieke verhoudingen. Het kabinet streeft ernaar om een evenwicht te vinden tussen wat aansluit bij de Nederlandse belangen én de behoeften van de landen waarmee wordt samengewerkt. Een goed gecoördineerd EU-optreden ten aanzien van de regio kan daaraan bijdragen. Door ook door consequent voor de EU belangrijke waarden zoals respect voor mensenrechten, goed bestuur en rechtsstaat als uitgangspunt te hanteren kan de inzet op diverse onderwerpen als veiligheid, migratie, handel en ontwikkelingssamenwerking elkaar versterken.5 Een positieve, toekomstgerichte agenda voor samenwerking die deze verschillende belangen samenbrengt binnen de bredere relatie met de MENA-landen op basis van gelijkwaardigheid is het uitgangspunt.6
Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet verwelkomt de brede en integrale aanpak die het MedPact voorstaat ten aanzien van de Middellandse Zeeregio. De doelstellingen in het MedPact sluiten aan bij de Nederlandse beleidsprioriteiten in de regio en bij de doelstelling om deze geïntegreerd te benaderen via partnerschappen, ook in EU-verband. Om dit te waarborgen is een reguliere politieke dialoog essentieel, zoals in dit voorstel is geborgd via de jaarlijkse ministeriële bijeenkomst en het voorgestelde netwerk van Zuidelijk Nabuurschapsgezanten.
Bij de omzetting van het MedPact naar een Actieplan zal uitvoerbaarheid een aandachtspunt zijn. Voor het kabinet is in dat kader belangrijk dat de samenhang tussen initiatieven in het MedPact en bestaande EU-instrumenten behouden blijft. Ook moet er synergie bestaan met het beleid van de lidstaten. Leidraad is dat nationale bijdragen van meerwaarde zijn op de EU-inzet en andersom.
Het kabinet waardeert dat de Commissie het MedPact vanuit breed perspectief bekijkt en hierbij ook aandacht heeft voor het vervolgonderwijs en onderzoek en innovatie. Het kabinet zal vragen naar de juridische grondslag voor het opstellen van een mediterrane universiteit, en naar hoe het voorstel van de Commissie voor het oprichten van een mediterrane universiteit zich verhoudt tot de Europese Universiteiten Allianties en het nog niet verschenen voorstel voor een passende Europese juridische status voor deze allianties als onderdeel van de Mededeling Vaardigheidsunie.7 Het is voor het kabinet van belang dat er duidelijkheid komt over de continuering van de allianties en dat wat betreft het oprichten van een mediterrane universiteit niet vooruitgelopen wordt op de beoordeling en bespreking van het voorstel voor een juridische status. Het huidige Erasmus+ programma faciliteert reeds studiepuntmobiliteit met landen uit de Middellandse Zeeregio. Het kabinet zal de Commissie vragen wat het versterken van deze mobiliteit inhoudt. Ook is het voor het kabinet van belang dat inzichtelijk wordt gemaakt hoe deze plannen in relatie staan tot het huidige en toekomstige Erasmus+-programma en dat dit in het huidige programma niet ten koste gaat van de reeds bestaande initiatieven.
Het initiatief voor cultuur, sport en toerisme is beperkt in reikwijdte maar sluit, bijvoorbeeld met de inzet op digitalisering, de inzet op sport en bewegen om zowel fysieke als mentale gezondheid te stimuleren, maatschappelijk en economisch gebruik en bescherming van erfgoed, en aandacht voor publiek-private samenwerkingen, aan bij kabinetsbeleid. Dit geldt ook voor de inzet om illegale handel in cultuurgoederen tegen te gaan, al zouden meer concrete maatregelen hierbij wenselijk zijn zoals informatie-uitwisseling en betrokkenheid van Europol. Het bevorderen van verdere uitwisseling en het koppelen van culturele activiteiten verdient steun, hoewel er nog veel onduidelijk is ten aanzien van de implementatie.
Het kabinet verwelkomt de nadruk op het versterken van het maatschappelijk middenveld, jongeren- en vrouwenparticipatie, onafhankelijke media en lokale overheden en organisaties. Deze inzet sluit aan bij het kabinetsbeleid dat civic space structureel verankert in het buitenlandbeleid en gericht is op inclusieve besluitvorming, lokaal eigenaarschap en een veilig en veerkrachtig maatschappelijk middenveld. Het kabinet acht het belangrijk dat de uitvoering van het MedPact vraaggestuurd en complementair aan bestaande EU-instrumenten plaatsvindt, met betrokkenheid van lokale actoren. Het kabinet blijft het belang van de veiligheid van mensenrechtenverdedigers en journalisten en onafhankelijke media als integraal onderdeel van een gunstig klimaat voor het maatschappelijk middenveld benadrukken.
Het kabinet verwelkomt de inzet van het MedPact op versterking van economische samenwerking, handel en investeringen onder de pijler ‘Sterkere, duurzame en geïntegreerde economieën’. De voorgestelde maatregelen sluiten aan bij de kabinetsprioriteiten op dit terrein in de Zuidelijke Nabuurschapsregio, zoals duurzame groei, bevordering van werkgelegenheid, diversificatie van waardeketens en een voorspelbaar ondernemers- en investeringsklimaat. Het kabinet benadrukt het belang van een gelijk speelveld, het adresseren van handelsbarrières en aansluiting tussen verschillende (EU-)initiatieven.
Het kabinet is positief over de ambities om bilaterale handelsbetrekkingen te moderniseren, de nieuwe Sustainable Investment Facilitation Agreements met geïnteresseerde partners te verkennen en in te zetten op versterking van lokaal ondernemerschap en innovatie. Het kabinet acht het daarbij van belang dat de inzet en uitwisseling voor digitale infrastructuur en cybersecurity in overeenstemming is met Europese digitale rechten, waarden en standaarden.
Het kabinet verwelkomt de inzet op hernieuwbare energie, waterbeheer en duurzame connectiviteit, die bijdraagt aan de groene en veerkrachtige transitie van de regio. De voorgestelde samenwerking binnen het Trans-Mediterranean Renewable Energy and Clean Tech initiative sluit goed aan bij de Nederlandse ambitie om groene importcorridors en industriële partnerschappen voor schone energie te versterken. Bij de verdere uitwerking is het van belang dat investeringen in infrastructuur, zoals havens, pijpleidingen en energieopslag, expliciet worden meegenomen.
De Nederlandse en Europese belangen zijn nauw verweven met de veiligheid en stabiliteit in de Zuidelijk Nabuurschapsregio. Het kabinet verwelkomt dan ook de voorstellen onder de derde pijler, ‘Veiligheid, paraatheid en migratie’ om regionale samenwerking op het gebied van veiligheid, stabiliteit en conflictpreventie te versterken. Daarbij onderschrijft het kabinet het belang van versterkte samenwerking en whole of government om de complexe veiligheidsuitdagingen aan te pakken. In een tijd van geopolitieke competitie is het essentieel dat de EU een volwaardige en eigenstandige veiligheidspartner is in een aangrenzende regio waar grote belangen liggen.
Voor het kabinet is het bevorderen van de synergie tussen het NAVO Southern Neighbourhood Action Plan en het MedPact belangrijk. Nederland zal aandacht vragen voor de noodzaak om inzet van de Europese vredesfaciliteit, NAVO-Defence Capacity Building, missies en operaties en lokaal geleide vredesopbouw op elkaar af te stemmen en synergie te bevorderen. Het MedPact stelt voor om te onderzoeken of partnerlanden kunnen bijdragen aan Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid-missies. Het kabinet zal pleiten om hierin duidelijke afwegingen te maken met betrekking tot effectiviteit, risico’s, mitigerende maatregelen en diversiteit van belangen.
De nadruk op conflictbemiddeling, vredesopbouw, en capaciteitsopbouw binnen justitie- en veiligheidssectoren sluit aan bij de inzet van het kabinet. Het kabinet zal erop toezien dat het MedPact focust op de inachtneming van de normen inzake mensenrechten en zal aandacht vragen voor lokaal eigenaarschap binnen conflictpreventie.
De aandacht voor grensoverschrijdende georganiseerde misdaad, radicalisering en gewelddadig extremisme, en maritieme veiligheid weerspiegelt de Nederlandse belangen in de regio. Het kabinet verwelkomt de inzet op versterking van de gezamenlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit en terrorisme in het Middellandse Zeegebied. Nederland steunt de voorgestelde initiatieven, waaronder het opzetten van een regionale veiligheidsdialoog, het bevorderen van uitwisseling van expertise en training, en het, waar mogelijk en nuttig, ondersteunen van werkafspraken en internationale overeenkomsten met Europol, CEPOL, Eurojust en het Europees Openbaar Ministerie (EOM). Deze samenwerking kan bijdragen aan betere informatie-uitwisseling, versterkte opsporingscapaciteit en meer effectieve vervolging van grensoverschrijdende criminaliteit.
Het kabinet verwelkomt de oproepen tot samenwerking om irreguliere migratie naar de EU tegen te gaan, capaciteitsopbouw in de regio te vergroten, mensensmokkel en -handel tegen te gaan, terugkeersamenwerking en herintegratie te verbeteren en het grensbeheer te versterken. De landen in de regio zijn belangrijke partners voor zowel Nederland als de EU daar waar het gaat om het voorkomen van irreguliere migratie en het bevorderen van terugkeer. Voor voldoende grip op migratie in Nederland zijn afspraken met de landen in deze regio op dat vlak essentieel en het kabinet zal zich ervoor inzetten dat deze doelstellingen bij het verder vormgeven van de samenwerking van de EU met deze landen een centraal thema zijn. Het kabinet zal zich er ook voor inspannen dat zowel vrijwillige als gedwongen terugkeer expliciet benoemd worden, dat er ruimte is voor de uitwerking van innovatieve oplossingen, waarbij gebruik moet worden gemaakt van het brede EU-instrumentarium en oog moet worden gehouden voor de specifieke bilaterale relatie. Tevens heeft het kabinet de voorkeur dat de term ‘illegale migratie’ wordt omgezet in ‘irreguliere migratie’. Deze terminologie sluit beter aan bij de juridische status ten aanzien van de wijze van migratie.
Het kabinet verwelkomt de oproepen tot samenwerking om irreguliere migratie naar de EU te voorkomen, vergroten capaciteitsopbouw in de regio, tegengaan van mensensmokkel en -handel, verbeteren van terugkeersamenwerking en herintegratie en het versterken van grensbeheer. Het kabinet zal zich ervoor inspannen dat zowel vrijwillige als gedwongen terugkeer expliciet benoemd worden binnen de terugkeersamenwerking en er ruimte is voor de uitwerking van innovatieve oplossingen en heeft de voorkeur dat de term ‘illegale migratie’ wordt omgezet in ‘irreguliere migratie’. Immers is de aanwezigheid van een persoon nooit illegaal, de verblijfssituatie kan irregulier zijn verwijzend naar de juridische status of wijze van migratie.
Het eerbiedigen van mensenrechten in lijn met internationale wet- en regelgeving, goede monitoring daarvan en samenwerking op basis van het do no harm principe blijven voor Nederland dwarsdoorsnijdend belangrijk in samenwerking met derde landen. Het kabinet zet zich dan ook in op adequate risico-inschatting, identificatie van mitigerende maatregelen, monitoring en evaluatie omtrent de mensenrechtenimpact bij de uitvoering van het MedPact. Het kabinet acht het van belang dat de EU investeert in de bescherming en opvang van migranten op de routes. Daarom verwelkomt het kabinet het voorstel van een regional protection project for the southern Mediterranean, alsook de voorstellen om te investeren in de capaciteit van lokale autoriteiten die werkzaam zijn in migratiemanagement. Het kabinet zal zich ervoor inspannen dat ondersteuning bij de opbouw van lokale asiel- en migratiemanagementsystemen hier onderdeel van is.
De oproepen tot het versterken en uitbreiden van vormen van reguliere migratie (zoals arbeidsmigratie) sluiten aan bij het beleid van sommige lidstaten, maar zullen volgens het kabinet altijd vergezeld moeten gaan met waarborgen voor nationale competenties om eigen grip op migratie te kunnen behouden. Voor het kabinet is arbeidsmigratie geen structurele oplossing voor tekorten op de arbeidsmarkt. Het kabinet erkent wel de noodzaak om gericht en selectief talent aan te trekken voor de Nederlandse kenniseconomie. Het kabinet zal er zorg voor dragen dat lidstaten ruimte behouden voor een eigen invulling van arbeidsmigratie- en arbeidsmarktbeleid.
Het kabinet verwelkomt de samenwerking op versterkt integraal grensmanagement in de Middellandse Zeeregio en het tegengaan van drugs-, wapen- en mensenhandel door de samenwerking tussen de partnerlanden en de relevante Europese agentschappen, waaronder het Europese Grens- en Kunstwachtagentschap Frontex. De ontwikkeling van kleinschalige pilotprojecten zou zich volgens het kabinet niet moeten beperken tot louter grensbeheer, maar het hele migratiedomein moeten beslaan. Het kabinet zal zich inspannen voor een mensgerichte, op rechten gebaseerde aanpak en een ondersteuning van justitiële en bestuurlijke structuren in partnerlanden.
Eerste inschatting krachtenveld
Binnen de EU bestaat brede steun voor de partnerschapsaanpak richting de landen in de Zuidelijk Nabuurschapsregio. Bij eerdere besprekingen van het MedPact is door EU-lidstaten tevens steun geuit voor de inzet om voort te bouwen op bestaande initiatieven, bijvoorbeeld op het gebied van handel en migratie.8 Wel hebben verschillende lidstaten, waaronder Nederland, aandacht voor het belang om nationale competenties en belangen te borgen bij het aangaan van partnerschappen. Verder hebben lidstaten aandacht gevraagd voor inclusiviteit in de samenwerking met partnerlanden, voor financiering en voor monitoring door de Raad Buitenlandse Zaken.
Het Europees Parlement heeft de gezamenlijke mededeling over het MedPact nog niet behandeld in een vergadering.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft betrekking op onderwijs, onderzoek en technologische ontwikkeling; cultuur, sport en toerisme; versterken van het maatschappelijk middenveld en onafhankelijke media (sociaal beleid); arbeidsmarkt (werkgelegenheid); gemeenschappelijke handelspolitiek inclusief economische samenwerking, handel en investeringen; (hernieuwbare) energie; waterbeheer (milieu); duurzame connectiviteit (trans-Europese netwerken); migratie en justitiële samenwerking (ruimte van vrijheid, veiligheid en recht); veiligheid en stabiliteit (gemeenschappelijk buitenlands veiligheids- en defensiebeleid).
Op het terrein van gemeenschappelijke handelspolitiek is sprake van een exclusieve bevoegdheid van de EU (artikel 3, lid 1, sub e) VWEU). Op het terrein van energie, milieu, trans-Europese netwerken en ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten (artikel 4, lid 2, sub j VWEU). Op het terrein van onderzoek en technologische ontwikkeling hebben de EU en de lidstaten een parallelle bevoegdheid (artikel 4, lid 3 VWEU).
Op het terrein van gemeenschappelijk buitenlands veiligheids- en defensiebeleid heeft de EU ook bevoegdheid (artikel 2, lid 4 VWEU). Op het terrein van sociaal beleid en werkgelegenheid heeft de EU een coördinerende bevoegdheid (artikel 5, lid 3 VWEU). Op het terrein van onderwijs, cultuur, sport en toerisme is sprake van aanvullende bevoegdheid van de EU (artikel 6 VWEU).
Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft tot doel om de strategische samenwerking met de landen in de Middellandse Zeeregio te verdiepen en te versterken op onder meer het gebied van onderwijs en onderzoek, cultuur, gemeenschappelijke handelspolitiek en migratie, stabiliteit en veiligheid. Gezien het transnationale karakter van deze doelstellingen en belangen kan dit onvoldoende door de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau worden verwezenlijkt, daarom is een EU-aanpak op zijn plaats. Zo wordt economische en innovatiesamenwerking efficiënter op EU niveau geregeld en zijn migratie en veiligheid grensoverschrijdende vraagstukken. Om die redenen is optreden op het niveau van de EU gerechtvaardigd.
Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet is positief. De mededeling heeft tot doel om de strategische samenwerking met de landen in de Middellandse Zeeregio te verdiepen en te versterken op onder meer het gebied van onderwijs en onderzoek, cultuur, gemeenschappelijke handelspolitiek en migratie, stabiliteit en veiligheid. Het voorgestelde optreden is geschikt om deze doelstelling te bereiken, omdat er nieuwe samenwerkingsverbanden worden voorgesteld die voortbouwen op bestaande akkoorden, dialogen en EU instrumenten. Bovendien gaat het voorgestelde optreden niet verder dan noodzakelijk, omdat de mededeling deze ambities uiteenzet en ruimte laat voor de daadwerkelijke invulling van de plannen.
Financiële gevolgen
De implementatie van de in de mededeling genoemde voorstellen zal volgens de Commissie geschieden binnen het huidige en toekomstige Meerjarige Financiële Kader. De Commissie geeft aan dat de financiële instrumenten gemobiliseerd zullen worden onder de NDICI verordening uit 2021 en de toekomstige Global Europe verordening onder het toekomstige Meerjarig Financieel Kader. Nederland is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021-2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Het kabinet wil niet vooruit lopen op de integrale afweging van middelen na 2027.
Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
De mededeling heeft geen gevolgen voor de regeldruk. De voorgestelde verdere samenwerking op het gebied economie en handel, onderwijs en innovatie, digitale infrastructuur, connectiviteit en duurzame groei kan positieve effecten hebben op het EU-concurrentievermogen. Nederland zet hierbij in op een zelfde mate van betrokkenheid van de ‘Dutch Diamond’ (private en publieke partners) als bij EU Global Gateway.
De mededeling moet bijdragen aan een nauwere band met de Middellandse Zeeregio. Dit past bij het geopolitiek belang van de regio en de inzet van het kabinet om de banden met desbetreffende landen te versterken. De strategie kan bijdragen aan een sterkere positie van de EU en van de partners in de Middellandse Zeeregio in de wereld. Ook kunnen de onderdelen van het MedPact over vrede en veiligheid bijdragen aan de veerkracht en paraatheid van de EU in de regio.
Kamerstuk 21 501-20 nr. 1969; Kamerstuk 21 501-04 nr. 275.↩︎
Beleidsbrief Ontwikkelingshulp (Kamerstuk 36180, nr.133) en de Kamerbrief Internationale inzet van Nederlandse militairen, civiele experts en politiefunctionarissen 2025 – 2028.↩︎
Beleidsbrief Ontwikkelingshulp (Kamerstuk 36180, nr.133).↩︎
Betreft Beleidsagenda Buitenlandse Handel ‘Nederland: welvarend en weerbaar’ (36180 nr. 164).↩︎
Kamerbrief Geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken 20 oktober 2025 (Kamerstuk 21 501-02 nr. 3260).↩︎
De Nederlandse Afrikastrategie (Kamerstuk 29 237 nr. 183).↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2025/03/05/fiche-1-mededeling-vaardigheidsunie↩︎
Kamerbrief Verslag Raad Buitenlandse Zaken van 15 juli 2025 (Kamerstuk 21 501-02 nr. 3216).↩︎