Antwoord op vragen van de leden Oostenbrink en Wijen-Nass over het artikel ‘Middelbare scholen in Beverwijk en Heemskerk dicht vanwege jongerengeweld'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2025D46798, datum: 2025-11-17, bijgewerkt: 2025-11-17 14:43, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid (Ooit VVD kamerlid)
- Mede namens: K.M. Becking, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Onderdeel van zaak 2025Z16860:
- Gericht aan: F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid
- Gericht aan: K.M. Becking, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: M. Oostenbrink, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.J.M.H. Wijen-Nass, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
AH 409
2025Z16860
Antwoord van minister Van Oosten (Justitie en Veiligheid), mede namens de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 17 november 2025)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2025-2026, nr. 198
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht: ’Middelbare scholen in Beverwijk en Heemskerk dicht vanwege jongerengeweld’’? 1) Herkent u in de recente gebeurtenissen in Beverwijk en Heemskerk een bredere maatschappelijke dreiging, waarbij jongerengeweld, sociale media en digitale intimidatie elkaar versterken?
Antwoord op vraag 1
Dit bericht is mij bekend. Rivaliserende jeugdgroepen in Nederland zijn
een fenomeen dat al langer bestaat. De rivaliteit wordt versterkt door
uitingen op sociale media over en weer, die om de zoveel tijd leiden tot
daadwerkelijk gewelddadige incidenten. Dergelijke incidenten, waarbij er
sprake is van daadwerkelijk geweld met een online component, noemen we
hybride straatgeweld. Sinds het begin van deze eeuw zijn er
verschillende momenten geweest waarop spanningen tussen jeugdgroepen,
vaak met een etnische, territoriale of subculturele achtergrond, vanwege
geweldsincidenten het nieuws haalden. Vanaf ongeveer 2018 laten cijfers
en meldingen bij politie en gemeenten een (lichte) toename te zien van
conflicten tussen jeugdgroepen in stedelijke gebieden.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het feit dat scholen hun deuren moeten
sluiten vanwege dreiging en onveiligheidsgevoelens onder jongeren? Acht
u dit een incident of een symptoom van een structureel
probleem?
Antwoord op vraag 2
Het is dieptriest dat scholen hiertoe hebben moeten besluiten. Door de
lokale autoriteiten is aangegeven dat de reden van de sluiting lag in de
gevoelens van angst en onrust onder leerlingen en ouders/verzorgers.
De kern van dit probleem lag niet bij de scholen. Het is dan ook niet aan de orde om te spreken van een structureel probleem. Wel onderstrepen geweldsincidenten als deze hoe belangrijk preventief handelen is bij signalen van grensoverschrijdend gedrag onder jeugdigen.
Vraag 3
Welke rol speelt de georganiseerde jongerencriminaliteit in
deze incidenten? Wordt dit actief gemonitord en aangepakt door politie,
Openbaar Ministerie (OM) en Veiligheidshuizen?
Antwoord op vraag 3
De (politie)onderzoeken zijn nog in volle gang, waardoor het te vroeg is
om een duidelijke conclusie te kunnen trekken over de eventuele rol van
georganiseerde criminaliteit bij deze incidenten.
In geval van lokale veiligheidsincidenten, zoals in Beverwijk en Heemskerk, is het aan de veiligheidsdriehoek om op basis van de beschikbare feiten passend op te treden. Specifiek voor problematiek rond jeugdgroepen kan gekozen worden voor een zogenaamde groepsaanpak, waarbij ook opgeschaald kan worden naar een persoonsgerichte aanpak in het Zorg- en Veiligheidshuis (ZVH). Wanneer, in navolging van deze incidenten, jongeren worden aangemeld, dan zal de persoon, het systeem en de omgeving worden meegenomen in een (persoonsgerichte) aanpak.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u het gebruik van AI en deepfakes bij het
verspreiden van dreigende beelden van geweld en explosies op scholen?
Wordt dit gezien als een vorm van digitale ondermijning?
Antwoord op vraag 4
Het is kwalijk dat AI en deepfakes worden gebruikt voor het maken van
dreigende beelden. Het is goed voorstelbaar dat het verspreiden van
beelden van explosies op scholen een grote impact heeft op het
veiligheidsgevoel van leerlingen, ouders, het personeel van de school en
de omgeving. Het gebruik van AI of deepfakes is niet automatisch een
vorm van digitale ondermijning, hiervoor moet AI als middel worden
gebruikt door criminelen om de samenleving te ontwrichten om criminele
handelingen uit te voeren. Om met zekerheid te kunnen stellen of er in
deze situatie gebruik wordt gemaakt van AI om te ondermijnen zou er
eerst meer duidelijkheid moeten zijn over het incident.
Vraag 5
Welke rol spelen sociale media zoals TikTok en Snapchat in het aanwakkeren of verspreiden van geweld tussen jongeren en welke mogelijkheden ziet u om hier snel en effectief op in te grijpen?
Antwoord op vraag 5
Jongeren zijn veelvuldig online en actief op verschillende sociale media
platformen, waaronder TikTok en Snapchat. Deze platformen worden helaas
ook gebruikt voor negatieve doeleinden, waarbij online uitingen kunnen
leiden tot (verdere) escalatie naar daadwerkelijke fysieke
confrontaties. In eerste instantie zijn de online platformen aan zet om
te zorgen dat hun gebruikers online veilig zijn. De Digital Service Act
(DSA) legt zorgvuldigheidsverplichtingen op aan online platformen om bij
te dragen aan het creëren van een veilige online omgeving. Met de
platformen ben ik in dialoog over de uitdagingen die daarmee
samenhangen.
In het voorjaar heb ik uw Kamer geïnformeerd over het onderzoek dat ik door het Verwey-Jonker Instituut laat doen naar de aanpak van online geweld, als onderdeel van de aanpak van geweld in het publieke- en semipublieke domein.1 In dit onderzoek is er ook aandacht voor de invloed van online uitingen op het ontstaan en de escalatie van daadwerkelijk geweld. Later dit jaar wordt uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van dit onderzoek en de beleidsvoornemens die ik hieraan verbind.
Vanuit de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) wordt via de Versterkte Aanpak Online ook gewerkt aan een gecoördineerde aanpak van onlineterrorisme en extremisme. Over de voortgang van deze aanpak heb ik uw Kamer recentelijk geïnformeerd, met daarbij speciale aandacht voor het voorkomen van online radicalisering onder jongeren.2 Daartoe wordt onder meer in samenwerking met gemeenten ingezet op het verhogen van de digitale weerbaarheid van jongeren.
Vraag 6
Hoe wordt de samenwerking tussen politie, OM en Nationaal
Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid versterkt om sneller te
reageren op digitale dreiging die leidt tot paniek en
schoolsluiting?
Antwoord op vraag 6
In beginsel is de veiligheid van personen, objecten en diensten
decentraal georganiseerd. Op basis van dreiging en risico kunnen er
maatregelen worden getroffen door het lokaal bevoegd gezag. Bijvoorbeeld
via samenwerking binnen de driehoek. Daarnaast hebben de lokaal
adviseurs van de NCTV doorlopend contact met politie, gemeenten en het
Openbaar Ministerie over het lokale dreigingsbeeld op grond van
terrorisme en extremisme.
Vraag 7
Wordt overwogen om geweldsverheerlijking via sociale media strafbaar te stellen als digitale opruiing?
Antwoord op vraag 7
Er kan op dit moment al strafrechtelijk worden opgetreden. Bijvoorbeeld
wanneer de online uitingen kunnen worden gekwalificeerd als opruiing
(zoals het oproepen tot geweld), voorbereiding van openlijke
geweldpleging, smaad, laster of uitlokking tot een strafbaar feit.
Vraag 8
Hoe wordt de aanpak van jongerengeweld afgestemd op de bredere strategie tegen High Impact Crimes en ondermijning?
Antwoord op vraag 8
Geweldsdelicten behoren tot de High Impact Crimes. In de strategische aanpak van High Impact Crimes gaat het in de kern om het treffen van dadergerichte, slachtoffergerichte en situationele preventieve maatregelen, waar nodig in combinatie met een repressief optreden. Randvoorwaarden in deze strategie zijn onder meer het opstellen van een beleidsanalyse naar de aard, omvang, oorzaken en risicofactoren, het inzetten van wetenschappelijk onderbouwde effectieve maatregelen en de (door)ontwikkeling van innovatieve en veelbelovende maatregelen, inclusief de evaluatie van deze inzet, alsmede de samenwerking tussen publieke en private partijen bij de uitvoering van de preventieve maatregelen. Ook communicatie, waar nodig wetgeving en de borging van de maatregelen vormen belangrijke elementen in de HIC-aanpak. In het geval van geweld gepleegd door jongeren krijgt deze strategie onder meer gestalte door de inzet van effectieve of veelbelovende interventies zoals Alleen jij bepaalt wie je bent, de Integrale Persoonsgerichte Toeleiding naar Arbeid, de Re-integratieofficier en het - ook voor de aanpak van ondermijning relevante - traject Veilig In en Om School (VIOS).3 In bredere zin worden verder algemene preventieve maatregelen getroffen, zoals tegen geweld op school, in het uitgaansleven, openbaar vervoer, de sport en online, waarover ik uw Kamer eerder dit jaar informeerde.4 Ten slotte is het in dit kader relevant te wijzen op het voornemen van dit kabinet om te komen tot een verhoging van de strafmaxima voor openlijke geweldpleging met een derde. Dit wetsvoorstel is inmiddels in voorbereiding. Ook daarvan gaat een belangrijk signaal naar de samenleving dat geweld onacceptabel is.
Vraag 9
Hoe beoordeelt u het instellen van een noodbevel, inclusief samenscholingsverbod en preventief fouilleren, in deze context?
Antwoord op vraag 9
De burgemeester is op grond van de Gemeentewet belast met de handhaving
van de openbare orde. Afhankelijk van de omstandigheden kan hij
verschillende bevelen geven waaronder het instellen van een
samenscholingsverbod en de aanwijzing van een veiligheidsrisicogebied.
Of en wanneer hij dat doet, is ter beoordeling aan de burgemeester.
Desgevraagd is hij hierover verantwoording verschuldigd aan de
gemeenteraad. Specifiek voor het preventief fouilleren geldt dat
hiervoor toestemming van de officier van justitie nodig is.
Vraag 10
Welke structurele maatregelen worden genomen om gemeenten te ondersteunen bij het voorkomen van escalatie, bijvoorbeeld via extra inzet van wijkagenten, digitale recherche en jongerenwerk?
Antwoord op vraag 10
Elke gemeente is verantwoordelijk voor de eigen preventieve aanpak van
(jeugd)criminaliteit en maakt op basis van de lokale problematiek eigen
afwegingen, zoals over de inzet van professionals die zich richten op
jongeren en jongvolwassenen. Zo kan (online) jongerenwerk, door het
laagdrempelige contact met jongeren, een belangrijke rol spelen bij het
vroegtijdig signaleren van spanningen en daarmee mogelijk escalatie
voorkomen. Ook kunnen straatcoaches en/of jeugdboa’s door gemeenten
worden ingezet om vroegtijdig te signaleren en in te grijpen.
Het ministerie van Justitie en Veiligheid stimuleert, onder andere door het delen van best practices, de inzet van integrale schoolveiligheidsaanpakken. Dit gebeurt onder meer via het programma Preventie met Gezag (PmG). Dit is een lerende aanpak. Binnen PmG zijn er lerende netwerken ingericht met de gemeenten, justitiepartners en wetenschappers. School en veiligheid is één van de onderwerpen waar vanaf de start van deze netwerken aandacht voor is en waar kennis en ervaringen worden gedeeld. Hier worden onder andere ervaringen uitgewisseld over de inzet van integrale schoolveiligheidsaanpakken zoals VIOS. In dit soort aanpakken werken scholen onder andere samen met jongerenwerk, agenten in de wijk, straatcoaches en wijkteams aan een gedeelde verantwoordelijkheid voor een veilige omgeving, het voorkomen van escalatie en het bieden van perspectief aan jongeren. Een ander voorbeeld dat binnen het lerende netwerk wordt opgepakt betreft de ervaringen met het online jongerenwerk. De geleerde lessen vanuit zowel de aanpak als de lerende netwerken van PmG worden gedeeld met de rest van Nederland via onder andere de digitale vindplaats. Gemeenten die geen onderdeel zijn van PmG kunnen deze lessen overnemen, en toepassen in de lokale context. Naar aanleiding van de onregelmatigheden met jongeren in Beverwijk en Heemskerk is er vanuit het ministerie van Justitie en Veiligheid contact met de regio IJmond, waar deze gemeenten toe behoren, deze gemeenten zijn gewezen op de mogelijkheid om in contact te treden met gemeenten die te maken hebben met vergelijkbare problematiek om onderling ervaringen uit te wisselen.
De inzet van agenten wordt lokaal bepaald door het bevoegde gezag (burgemeester en officier van justitie) en besproken in de lokale driehoek. Signalen over (dreigende) onrusten tussen jongeren worden daar met elkaar gedeeld. Als het gezag extra inzet nodig acht om escalatie te voorkomen, dan zal het die keuze in overleg met de politie maken. Naar verwachting zal de driehoek ook rekening houden met de rol die andere professionals, zoals jongerenwerkers, kunnen spelen, zodat preventie wordt ingezet waar mogelijk en repressie waar noodzakelijk. De eventuele extra politie-inzet moet gevonden worden binnen de beschikbare capaciteit van de betreffende eenheid. Gezien de druk op de politiecapaciteit vraagt dit om scherpe keuzes door de lokale driehoek.
Vraag 11
Welke impact heeft deze situatie op de scholieren, het onderwijs en de continuïteit van het leerproces? Welke ondersteuning wordt de komende periode aan deze school geboden?
Antwoord op vraag 11
Het gevoel van dreiging onder leerlingen, ouders en medewerkers was
groot. Op alle betrokken scholen is er na afloop van de gebeurtenissen
een bijeenkomst geweest met personeel om de gebeurtenissen een plek te
geven en te bespreken hoe de docententeams dit met de leerlingen konden
bespreken. Daarnaast is er op ouderavonden die al gepland stonden,
uitvoerig gesproken hierover en op twee scholen zijn er nog extra
ouderavonden georganiseerd met specifieke informatie over de online
wereld, waarbij experts langskomen om erover te vertellen en vragen te
beantwoorden. Ouders hebben positief gereageerd op hoe de school de
situatie afgehandeld heeft: de zorgvuldigheid, de ouderavonden en de
extra aandacht die gegeven werd aan kinderen die het moeilijker hebben.
Daarnaast zijn de scholen door het ministerie van OCW gewezen op het
aanbod van Stichting School & Veiligheid. Scholen kunnen hier altijd
terecht voor advies over en ondersteuning bij het creëren van een veilig
schoolklimaat.
Vraag 12
Welke rol ziet u voor scholen in het vroegtijdig signaleren van spanningen en het bieden van preventieve ondersteuning?
Antwoord op vraag 12
Scholen zijn op dit moment al verplicht om veiligheidsbeleid te voeren.
Dat betekent concreet dat zij antipestbeleid maken, een
antipestcoördinator hebben en zicht hebben op de veiligheidsbeleving van
leerlingen.
Met het Wetsvoorstel vrij en veilig onderwijs geeft het kabinet nadere
inkleuring aan de zorgplicht. Zo zorgen we ervoor dat er meer leerlingen
worden bevraagd op hun veiligheidsbeleving, moeten scholen verplicht een
interne en externe vertrouwenspersoon aanstellen en moeten scholen hun
veiligheidsbeleid jaarlijks evalueren. Ook komt er een
incidentenregistratie en een meldplicht voor ernstige
veiligheidsincidenten bij de Inspectie van het Onderwijs. De beoogde
inwerkingtreding is 1 augustus 2026. Met deze wet beoogt de regering dat
scholen eventuele spanningen sneller in beeld krijgen, en dus ook
sneller ondersteuning kunnen bieden. Scholen kunnen hiervoor terecht bij
Stichting School & Veiligheid.
Vraag 13
Bent u bereid om scholen in risicogebieden structureel te ondersteunen met preventiemedewerkers, schoolmaatschappelijk werk en samenwerking met jongerenhubs?
Antwoord op vraag 13
De overheid ondersteunt scholen en gemeenten op dit moment bij het
werken aan een veilig schoolklimaat. Gemeenten die deelnemen aan het
programma Preventie met Gezag worden structureel ondersteund vanuit het
ministerie van Justitie en Veiligheid. Veel van de deelnemende gemeenten
werken samen met onder andere scholen, politie en jongerenwerk om te
zorgen voor veilige scholen. Verder heeft het kabinet met het programma
Brugfunctionaris meerjarig geld beschikbaar gesteld waarmee scholen een
brugfunctionaris kunnen aanstellen. Ook stelt het kabinet met het
Wetsvoorstel vrij en veilig onderwijs een interne en externe
vertrouwenspersoon verplicht. Tot slot ondersteunt Stichting School
& Veiligheid scholen bij het werken aan een veilig
schoolklimaat.
Vraag 14
Hoe wordt de rol van leraren versterkt in het signaleren van spanningen en het begeleiden van leerlingen die betrokken zijn bij of slachtoffer zijn van online geweld?
Antwoord op vraag 14
Alhoewel leraren niet alle maatschappelijke problemen in hun eentje
kunnen én hoeven oplossen, hebben leraren wel een belangrijke rol in het
signaleren van afwijkend gedrag. Stichting School & Veiligheid biedt
hiervoor ondersteuning, bijvoorbeeld middels het ‘niet-pluisinstrument’.
Daarnaast heeft ook de vertrouwenspersoon een belangrijke rol in het
ondersteunen van leerlingen die slachtoffer zijn geworden van online
geweld. Daarnaast adviseert het kabinet scholen om altijd aangifte te
doen als er strafbare feiten zijn gepleegd. Dit kunnen scholen ook
namens een leerling of personeelslid doen.
Zoals benoemd onder vraag 10 stimuleert het ministerie van Justitie
en Veiligheid de inzet van integrale schoolveiligheidsaanpakken. Het
creëren van een sterk netwerk rondom de school kan ook positief
bijdragen aan het versterken van de positie van zowel leraren als het
onderwijs ondersteund personeel in het tijdig signaleren en de opvolging
van dergelijke signalen en incidenten.
Vraag 15
Hoe wordt de veiligheid van onderwijspersoneel geborgd in
situaties van dreiging en geweld? Wordt dit meegenomen in het
lerarenbeleid?
Antwoord op vraag 15
Onderwijspersoneel moet altijd veilig kunnen werken. Immers, geen goed
onderwijs zonder onderwijspersoneel dat daartoe in staat wordt gesteld.
Werkgevers hebben vanuit de arbo-regelgeving al de plicht om zorg te
dragen voor een veilige werkomgeving. Met het Wetsvoorstel vrij en
veilig onderwijs geeft het kabinet nadere inkleuring aan de zorgplicht
voor de veiligheid op scholen. Dat is ook van toepassing op
onderwijspersoneel. Daarnaast adviseert het kabinet om bij strafbare
situaties altijd aangifte te doen. Dit kunnen scholen ook namens een
leerling of personeelslid doen.
1) NOS, 12 september 2025, Middelbare scholen in Beverwijk en Heemskerk dicht vanwege jongerengeweld (nos.nl/artikel/2582100-middelbare-scholen-in-beverwijk-en-heemskerk-dicht-vanwege-jongerengeweld).