Jaarbericht Staat van het MKB 2025
Brief regering
Nummer: 2025D47062, datum: 2025-11-18, bijgewerkt: 2025-11-18 15:49, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Doorbraken voor het mkb: van analyse en advies naar actie .Data, dynamiek en daadkracht voor een productiever midden- en kleinbedrijf
- Beslisnota bij Jaarbericht Staat van het MKB 2025
Onderdeel van zaak 2025Z20017:
- Indiener: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Hierbij bied ik uw Kamer het rapport ‘Doorbraken voor het mkb: van analyse en advies naar actie – Jaarbericht Staat van het MKB 2025 aan’, dat het Nederlands Comité voor Ondernemerschap (hierna: Comité) vandaag publiceerde.
Het Comité zet zich in voor duurzame groei van het midden- en kleinbedrijf en brengt elk najaar een Jaarbericht uit over de staat van het mkb. Dit is de elfde en tevens laatste editie van het Jaarbericht. Het Comité heeft aangegeven om met het aflopen van het instellingsbesluit per 1 april 2026, dat is 19 jaar na hun oprichting, hun taken en rollen neer te leggen. Daarmee komt er een einde aan een zeer gewaardeerde samenwerking. In deze brief blik ik terug op de afgelopen jaren en sta ik stil bij de opvolging en borging van de activiteiten en producten van het Comité. Vervolgens zal ik ingaan op de conclusies van het Jaarbericht en de aanbevelingen van het Comité.
Aflopend mandaat Comité en vooruitblik
Sinds de oprichting van de Raad voor Microfinanciering in 2007 – de voorloper van het Comité - heeft het Comité zich ontwikkeld tot een adviesorgaan met een brede blik. Waar het begon met microfinanciering, ligt de aandacht nu op het bevorderen van duurzame groei in het gehele mkb. Dit doet het Comité door het stimuleren van ondernemerschap en agenderen van specifieke thema’s en knelpunten, het volgen en duiden van ontwikkelingen en daarover aanbevelingen doen, het vormen en onderhouden van een netwerk en het vervullen van een ambassadeursrol.
Het Comité brengt sinds 2015 jaarlijks het Jaarbericht Staat van het mkb1 uit met daarin adviezen gericht op de thema’s toegang tot financiering, toegang tot talent, faciliteren van mkb en het versterken van productiviteit. Deze uitstekende adviezen bleken menigmaal de start te zijn van nieuwe beleidsinitiatieven zoals Qredits, die op advies van de Raad voor Microfinanciering werd opgericht om mkb-ondernemers te helpen aan kleine kredieten. Hetzelfde geldt voor het rapport Dienstbare dienstverlening, wat ervoor zorgde dat het Actieplan MKB-dienstverlening van start ging. Recenter stond het Comité aan de wieg van het Financieringsconvenant en de Financieringsgids. Het Comité heeft ook in dit traject een belangrijke, niet te onderschatten aanjagersrol gespeeld. Ik kijk met dankbaarheid terug op de samenwerking met het Comité. De vaak excellente adviezen van het Comité hebben niet alleen geleid tot nieuw beleid, maar ook tot veel meer kennis over ondernemerschap en het mkb in Nederland. Ik wil graag alle Comitéleden bedanken voor hun inzet, met name Hare Majesteit Koningin Máxima.
Nu het Comité haar opdracht neerlegt, wil ik speciaal aandacht besteden aan de borging van het gedachtegoed van het Comité. De afgelopen jaren richtte het Comité zich met name op de productiviteitsgroei van het Nederlandse mkb. Om ervoor te zorgen dat dit gedachtegoed niet verloren gaat, zal de Productiviteitsraad in haar adviezen specifiek aandacht besteden aan het mkb.
Conclusies Jaarbericht 2025
Het Jaarbericht laat ook dit jaar zien dat het mkb aandacht nodig heeft. Daarom heeft mijn beleid als doel te zorgen voor een productiever mkb. Bedrijven geven aan dat onder andere internationale geopolitiek, en binnenlands beleid of regelgeving hebben bijgedragen aan meer onzekerheid. Meer dan 60% van de mkb’ers heeft maatregelen genomen om met deze toenemende onzekerheid om te gaan, waaronder minder investeringen en het aanhouden van hogere interne financiële buffers. Bedrijven hebben daarnaast te maken met arbeidsmarktkrapte en financiële belemmeringen: ruim een derde van de bedrijven ziet arbeidsmarktkrapte als belemmering om te investeren in productiviteitsverhogende maatregelen.
In 2024 nam de arbeidsproductiviteit af vergeleken met het jaar ervoor.2 Die afname was het sterkst bij het middenbedrijf. Het Comité pleit in dit Jaarbericht voor drie zaken: data, dynamiek en daadkracht. Ik zal achtereenvolgens op deze drie onderwerpen ingaan.
Data
Het Comité adviseert om meer gebruik te maken van data over het mkb. Daarbij kan naast de CBS-data meer gebruik gemaakt worden van data van externe partijen. Ook ik hecht belang aan de beschikbaarheid van data. Betrouwbare cijfers zijn van groot belang om inzicht te krijgen in de positie en uitdagingen van het mkb. Hier heb ik al de nodige stappen gezet. Zo heb ik, in samenwerking met het CBS, het dashboard www.staatvanhetmkb.nl vernieuwd. Ook zal ik verdergaan met het besteden van aandacht aan ontwikkelingen bij het mkb. Het Comité heeft in het huidige Jaarbericht ook laten zien wat de meerwaarde is van het gebruik van data van derden, die de gegevens van het CBS enorm kunnen verrijken. Data zijn onmisbaar voor beleid en helpen mij om gericht beleid te voeren dat aansluit bij de knelpunten waar het mkb in Nederland mee te maken heeft.
Dynamiek
Terecht vraagt het Comité aandacht voor dynamiek. Dynamiek is belangrijk voor een gezonde economie: jonge bedrijven brengen vernieuwing en lopen voorop in het benutten van technologische kansen. De groei van jonge bedrijven gaat vaak ten koste van het marktaandeel van gevestigde bedrijven.
Het Jaarbericht wijst op zorgwekkende ontwikkelingen op het terrein van bedrijvendynamiek. Ten eerste is de churn rate3, die iets zegt over hoe dynamisch een economie is, tussen 2007 en 2024, afgenomen van 27% naar 17%. Vanaf 2017 is de churn rate redelijk stabiel. Dit duidt op een afnemende dynamiek.
Ook groeien productievere mkb-bedrijven iets minder vaak dan voorheen in aantal werknemers. Hoewel productievere bedrijven vaker een hogere groei laten zien, is dit verband tussen 2018-2023 wel minder sterk dan tussen 2010-2018. Dat is zorgwekkend omdat bedrijven met een hogere productiviteit meer de kans zouden moeten krijgen om te groeien dan minder productieve bedrijven.
Dit zijn zorgwekkende ontwikkelingen. In mijn beleid probeer ik het ontstaan en groeien van nieuwe bedrijven te stimuleren. Daarom bent u recent geïnformeerd over het nieuwe start- en scale-upbeleid, waarin ik o.a. aankondig Techleap te verlengen.4 Ook heb ik aandacht voor het mkb op het terrein van toegang tot financiering, bijvoorbeeld via Qredits en de BMKB.
Daadkracht
Het Comité vraagt om meer daadkracht bij het bedrijfsleven en bij de overheid en stelt op een aantal thema’s disrupties voor.
Van potjes naar programma
Zo stelt het Comité voor om van potjes naar programma te gaan en een samenhangende en data-onderbouwde beleidsaanpak te kiezen. Ik geef hier onder andere invulling aan met de maatregelen, verkenningen en voorstellen die recent zijn aangekondigd in de Productiviteitsagenda.5 Het oprichten van de Productiviteitsraad helpt bij het versterken van de kennisbasis op het terrein van productiviteit. De Productiviteitsraad zal als taak krijgen om het kabinet te adviseren over beleid aangaande arbeidsproductiviteit. Zij zullen in hun aanbevelingen aandacht hebben voor de verschillen tussen bedrijfsgroottes en met name voor knelpunten bij het mkb. De behoeften en uitdagingen van het mkb zijn immers vaak anders dan die voor grote bedrijven.
Dienstverlening: van loketten naar mensen
Ook wil het Comité meer aandacht voor dienstverlening: een beweging van loketten naar mensen. Vanuit de filosofie van de Actieagenda MKB-dienstverlening herkennen we deze aanbeveling goed. Op 15 november 2023 is de Actieagenda mkb-dienstverlening 2024-2026 met uw Kamer gedeeld. In de voortgangsrapportage6 informeer ik uw Kamer dat in deze aanpak de vraag van de ondernemer centraal staat en dat ik bouw aan sterke regionale ecosystemen, waarin publieke en private partijen samenwerken rondom die ondernemersvraag. Samen met o.a. RVO, IPO, VNG, gemeenten, de KVK en de ROMs ben ik voortvarend aan de slag gegaan om de Actieagenda te implementeren. Partijen omarmen steeds meer het idee van samenwerken over de grenzen van de eigen organisatie heen, met als gezamenlijk doel de ondernemer beter te bedienen. Deze manier van werken vraagt echter om een cultuurverandering: precompetitieve samenwerking is nog niet overal vanzelfsprekend en in de praktijk nog niet altijd volledig gerealiseerd. Mijn ministerie ondersteunt deze beweging richting precompetitieve samenwerking via een leerprogramma waarin 18 regio’s met elkaar leren, ervaringen uitwisselen en gezamenlijk de nieuwe werkwijze actief omarmen.
Arbeidsmarkt: data en matching
Ten derde vraagt het Comité om beleid op het terrein van arbeidsmarkt, met aandacht voor data en matching. De minister van SZW geeft hier, zoals in de eerder genoemde Productiviteitsagenda al aangekondigd, uitvoering aan door het opzetten van Werkcentra, die per 1 januari 2026 in alle arbeidsmarktregio’s actief zijn. Op het niveau van de arbeidsmarktregio werken publieke- en private partijen samen in een Regionaal Beraad en maken ze afspraken over samenwerking en maken ze een Regionale Meerjarenagenda. Deze komt tot stand op basis van een arbeidsmarktanalyse en data op het gebied van vraag- en aanbod.
Disruptie in het samenspel tussen ondernemers en overheid
Tot slot vraagt het Comité ook om disruptie in het samenspel tussen ondernemers en overheid. Het bedrijfsleven vraagt om stabiel overheidsbeleid en minder regeldruk. Dit heeft ook de bijzondere aandacht van dit kabinet. In de brief van 5 september jl. over het ondernemingsklimaat en regeldrukschets7 ik de stand van zaken van dit programma en kondig ik aanvullende acties aan voor het verminderen van regeldruk voor ondernemers.
Zo vindt er op 15 december 2025 de Ondernemerstop plaats, waar we werken aan minder regeldruk voor ondernemers en aandacht hebben voor de randvoorwaarden van goed ondernemerschap. Om de dialoog gaande te houden, vindt er per heden twee keer per jaar een structureel overleg plaats tussen VNO-NCW, MKB-Nederland en het kabinet. Dit overleg zal geïntegreerd worden in bestaande overlegstructuren en draagt bij aan structurele samenwerking, open dialoog en concrete actie tussen overheid en ondernemer.
Tot slot heb ik een kabinetsbrede doelstelling aangekondigd om bij vijfhonderd regels voor de zomer 2026 regeldruk te verminderen of ze te schrappen. Het aantal aan te pakken regels wordt over de departementen verdeeld. In het kader van de motie Yesilgöz-Zegerius en Bontenbal inventariseert het kabinet op dit moment welke vijfhonderd regels kunnen worden vereenvoudigd of geschrapt, zodat het kabinet dit voor het einde van het jaar inzichtelijk kan maken.
Vincent Karremans
Minister van Economische Zaken
Alle tot nu toe gepubliceerde Jaarberichten zijn te vinden op: bedrijvenbeleidinbeeld.nl/staatvanhetmkb↩︎
Arbeidsproductiviteit is gemeten als de toegevoegde waarde per fte in constante prijzen.↩︎
De churn rate is de verversingsgraad van de bedrijvenpopulatie en bestaat uit het delen van het totaal opgericht en opgeheven bedrijven te delen door de bedrijvenpopulatie in een jaar.↩︎
Kamerstukken II, 2025-2026, 32637 nr. 709.↩︎
Kamerstukken II, 2025-2026, 29544, nr. 1287.↩︎
Kamerstukken II, 2024-2025, 32637, nr. 668.↩︎
Kamerstukken II, 2025-2026, 32637, nr. 706.↩︎