Geannoteerde Agenda Raad voor Concurrentievermogen 8 en 9 december 2025
Raad voor Concurrentievermogen
Brief regering
Nummer: 2025D47934, datum: 2025-11-24, bijgewerkt: 2025-11-25 08:41, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Beslisnota bij Geannoteerde Agenda Raad voor Concurrentievermogen 8 en 9 december 2025
- Non-paper: Demand creation for clean products in the steel and chemical industry
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 30-681 Raad voor Concurrentievermogen.
Onderdeel van zaak 2025Z20358:
- Indiener: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- 2025-11-25 15:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-12-01 12:00: (formele) Raad voor Concurrentievermogen/Interne markt en industrie, onderzoek en ruimtevaart (9 december) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken
- 2025-12-02 16:45: Procedurevergadering Economische zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken
- 2025-12-04 10:00: (formele) Raad voor Concurrentievermogen/Interne markt en industrie, onderzoek en ruimtevaart (9 december)(OMGEZET IN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG) (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Op 8 en 9 december 2025 organiseert het Deens voorzitterschap een formele Raad voor Concurrentievermogen over de onderdelen 1) industrie en interne markt, 2) onderzoek en innovatie en 3) ruimtevaart. Met deze brief stuur ik u de geannoteerde agenda met daarin een beschrijving van de discussiepunten en de Nederlandse inzet. De geannoteerde agenda voor het onderdeel onderzoek en innovatie stuur ik u mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Met deze brief en geannoteerde agenda wil ik uw Kamer, mede namens de minister van Klimaat en Groene Groei, informeren over het door Nederland opgestelde non-paper over vraagcreatie in de staal- en chemiesector. Zoals aangekondigd in de Kamerbrief toekomstperspectief voor de energie intensieve industrie1 bieden wij dit non-paper aan de Europese Commissie aan ten behoeve van de vormgeving van de nog te publiceren Industrial Accelerator Act.
Vincent Karremans
Minister van Economisch Zaken
Inleiding
De Raad voor Concurrentievermogen (hierna: Raad) op 8 en 9 december a.s. staat in het teken van drie onderdelen: 1. Interne markt & Industrie en 2. Onderzoek & Innovatie en 3. Ruimtevaart. Deze indeling wordt ook aangehouden in de geannoteerde agenda.
Interne Markt en Industrie (8 december 2025)
Jaarlijks rapport over simplificatie, implementatie en handhaving (Gedachtewisseling)
Toelichting agendapunt
In de Raad is een gedachtewisseling voorzien over het jaarlijks rapport over simplificatie, implementatie en handhaving. Het rapport is een voortgangsoverzicht van de Betere Regelgevingsagenda die in februari j.l. door de Europese Commissie (hierna: de Commissie) gepubliceerd is. Met deze agenda beoogt de Commissie de concurrentiepositie van de Europese Unie (EU) te versterken door de regeldruk te verminderen, één van de topprioriteiten van haar mandaat (2024–2029). Als onderdeel van deze agenda heeft de Commissie een doelstelling geformuleerd van 25% minder administratieve lasten voor het bedrijfsleven tegen eind 2029 en 35% minder voor het mkb. Dit komt neer op een reductie van €37,5 miljard administratieve lasten voor het bedrijfsleven.
Het rapport gaat in op drie hoofdlijnen: vereenvoudiging, implementatie en handhaving van regelgeving. De afgelopen zes maanden tijd zijn er in het kader van vereenvoudiging zeven omnibusvoorstellen gepubliceerd met een gezamenlijke geschatte lastenverlichting van €8.6 miljard per jaar voor het bedrijfsleven (en €2.8 miljard extra voor het mkb). De Commissie heeft 28 zogenoemde implementatiedialogen gevoerd met meer dan 550 belanghebbenden, waaronder bedrijven, brancheorganisaties, sociale partners, overheden en het maatschappelijk middenveld. De uitkomsten leverden praktische aanbevelingen op over de uitvoerbaarheid van regels. Tenslotte heeft de Commissie onder de hoofdlijn handhaving 168 (informele) pre-infractie-dialogen gehouden met lidstaten over de uitvoering van EU-wetgeving. 67 procent van de zaken werd op deze manier opgelost.
Nederlandse positie
Het kabinet zet sterk in op vermindering van regeldruk en heeft daartoe het Actieprogramma Minder Druk Met Regels2 en de nieuwe aanpak regeldruk voor ondernemers opgesteld. De inzet op EU-niveau via o.a. de omnibusvoorstellen vormt hiervan een onderdeel.
In het voorliggende rapport laat de Commissie zien dat zij haar ambitie om de regeldruk van bestaande EU-regelgeving aan te pakken effectief in daden heeft omgezet. Opvallend is dat de Commissie zich beperkt uitspreekt in het rapport over het voorkomen van onnodige regeldruk bij nieuwe wetgevingsvoorstellen (d.m.v. onder andere impact assessments) en geen informatie geeft over de toepassing van het one-in-one-out principe. Hierdoor ontbreekt het zicht op de totale toe- of afname van de regeldruk. Dit punt zal ik dan ook maken in de Raad.
Krachtenveld
EU-Lidstaten roepen op tot versnelling van regeldrukvermindering, evenals tot meer aandacht voor betere regelgeving. Hiervan getuigt de uitgebreide aandacht voor vereenvoudiging en betere regelgeving in de Europese Raad (ER) conclusies van 23 en 24 oktober j.l.. Nederland tekende bovendien in het kader van deze ER ook een Duits initiatief voor een brief van regeringsleiders aan Europese Raadsvoorzitter Costa mee, waarin ook tot ‘zelfbeheersing bij het introduceren van nieuwe regels’ werd opgeroepen.
Wegnemen van belemmeringen op de interne markt
(Beleidsdebat)
Toelichting agendapunt
In de Raad is een beleidsdebat voorzien over het wegnemen van interne-marktbelemmeringen. In mei 2025 presenteerde de Commissie haar horizontale interne-marktstrategie. Daarover bent u geïnformeerd via een BNC-fiche.3 Belangrijk onderdeel van genoemde strategie vormen de ‘Tergende Tien’ (Terrible Ten), een tiental belemmeringen en onderwerpen die de Commissie met voorrang wil aanpakken. Naar verwachting zal de gedachtewisseling gaan over de vraag welke concrete stappen de Commissie en lidstaten samen kunnen zetten om de belemmeringen uit de Tergende Tien weg te nemen. Lidstaten wordt mogelijk gevraagd expliciet politieke steun uit te spreken voor deze exercitie. In de Europese Taskforce Interne-Markthandhaving (SMET) wordt momenteel gesproken over een nadere uitwerking van de Tergende Tien en hoe de voortgang die lidstaten boeken wordt gemeten.
Nederlandse positie
Het kabinet heeft de horizontale interne-marktstrategie verwelkomd en vindt net als de Commissie dat de Tergende Tien met voorrang moeten worden aangepakt. Voor een deel van de acties is de Commissie verantwoordelijk en voor een ander deel zijn de lidstaten verantwoordelijk voor de uitvoering. Het kabinet is voorstander van transparantie over de voortgang die Commissie en lidstaten boeken met het wegnemen van belemmeringen uit de Tergende Tien. Transparantie kan bijdragen aan positieve groepsdruk onder lidstaten. Daarvoor is het wel zaak dat er een zorgvuldige methodiek met transparante bronnen wordt gebruikt om genoemde voortgang te beoordelen. Tegelijk moet het uitwerken van deze methodiek geen academische exercitie worden en moet de focus liggen op het daadwerkelijk wegnemen van belemmeringen in de praktijk.
Krachtenveld
Alle lidstaten hebben de horizontale interne-marktstrategie verwelkomd. Ook is er breed steun om met de Tergende Tien aan de slag te gaan. De meningen onder lidstaten lopen uiteen als het gaat over transparantie rond de resultaten van lidstaten bij de uitvoering van de Tergende Tien. Diverse lidstaten hebben zorgen over mogelijke ‘naming and shaming’. Daarnaast leven er zorgen over de methodiek en transparantie van bronnen. Tegelijk is er bij diverse lidstaten een gevoel van urgentie en willen zij een al te lange en gedetailleerde discussie over methodiek en bruikbare bronnen voor data voorkomen. De aandacht zou vooral moeten uitgaan naar het daadwerkelijk wegnemen van de interne-marktbelemmeringen.
Stimuleren van investeringen in nieuwe innovatieve groene technologieën
(Lunchdebat)
Toelichting agendapunt
Op het moment van schrijven zijn de discussievragen nog niet bekend, maar de verwachting is dat het debat zich zal focussen op hoe privaat kapitaal in nieuwe innovatie schone technologieën gemobiliseerd kan worden.
Nederlandse positie
Het mobiliseren van private investeringen is cruciaal voor zowel de groene als digitale transitie. Daarvoor zijn een coherent EU-investeringskader, een stabiel en aantrekkelijk ondernemingsklimaat en gerichte financieringsinstrumenten die zekerheid bieden aan potentiële investeerders op de lange termijn cruciaal. In het bijzonder hecht het kabinet belang aan het versterken van de kapitaalmarktunie en de faciliterende rol die de Europese Investeringsbank kan spelen. Dit zal ik dan ook benoemen tijdens de Raad.
Het kabinet is positief over de aandacht voor innovatieve toepassingen, omdat deze essentieel zijn voor het versnellen van duurzame groei. Vraagcreatie is om meerdere redenen een belangrijk instrument. Ten eerste stimuleert het de afzetmarkt van schone producten. Ten tweede draagt het bij aan de verduurzaming van de Europese economie. Ten derde zal de stimulans van schone, circulaire productie ook de weerbaarheid vergroten door afhankelijkheden van import te verkleinen.
Om deze voordelen te benutten, zijn private investeringen hard nodig. De EU en lidstaten spelen een belangrijke rol bij de mobilisatie van private investeringen. Zij kunnen perspectief en zekerheid bieden voor de lange termijn, om zo het broodnodige vertrouwen aan private investeerders te geven dat investeren in de EU nog steeds loont. Dit zal ik dan ook benadrukken tijdens de Raad. Ook zal ik oproepen tot concrete en snel te implementeren maatregelen voor financiering en vraagcreatie in de nog te publiceren Industrial Accelerator Act (IAA). Hierbij zal ik ook nogmaals het eerder aangeboden non-paper over vraagcreatie in de staal- en chemiesector onder de aandacht brengen.
Daarbij zal ik pleiten voor gerichte instrumenten voor risicobeperking, zoals garanties en gemengde financieringsstructuren, om risicovolle projecten haalbaar te maken.
Krachtenveld
Financiering is één van de grote vraagstukken voor EU-concurrentievermogen en transities, daarover is een breed gedeeld beeld tussen de lidstaten. Ten aanzien van waar en op welke manier financiering gevonden dient te worden lopen de opvattingen meer uiteen. Zo legt een groep lidstaten primair de nadruk op publieke (Europese) investeringen, terwijl een andere groep lidstaten, waaronder Nederland, het belang hiervan erkent maar erop wijst dat hierbij scherpe keuzes moeten worden gemaakt. Deze groep lidstaten betoogt ook dat investeringen op EU-niveau dienen bij te dragen aan het aanjagen van private en nationale publieke investeringen.
Diversenpunten
Er staan diversenpunten op de agenda over het Europees
Concurrentievermogen Fonds (ECF) en het actieplan digitale interne
markt. Verder heeft Litouwen een punt geagendeerd over het toegenomen
aantal verstoringen van de civiele luchtvaart door onbemande
luchtvaartuigen (drones) en smokkelballonnen.
Onderzoek en Innovatie (9 december 2025)
Dit deel van de Geannoteerde Agenda is mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en gaat enkel over het onderzoeks- en innovatiedeel van de Raad.
Horizon Europe (2028-2034), het tiende kaderprogramma voor Onderzoek en Innovatie: voortgangsrapportage en beleidsdebat over strategische prioriteiten en partnerschappen
Toelichting agendapunt (Voortgangsrapportage)
Het voorzitterschap presenteert tijdens de Raad een voortgangsrapportage met de stand van zaken van de onderhandelingen over het wetgevende pakket voor het tiende kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, Horizon Europe (2028-2034).4 Op 16 juli jl. presenteerde de Europese Commissie het voorstel voor Horizon Europe (2028-2034) met een voorgesteld totaalbudget van € 175 miljard. Het totale pakket van het kaderprogramma is zo complex, dat het Deense voorzitterschap het te vroeg in de onderhandelingen vindt om een voorlopig standpunt (een ‘Algemene Oriëntatie’) op de Raad te agenderen en daarom is er gekozen voor een voortgangsrapportage. Naar verwachting beschrijft de voortgangsrapportage de onderdelen waar een zekere mate van overeenstemming tussen lidstaten over bestaat en welke zaken ver3dere bespreking nodig hebben. Enkele voorbeelden van thema’s die vragen om nadere bespreking zijn de relatie tussen Horizon Europe (2028-2034) en het Europese Concurrentievermogenfonds (ECF) en de daarbij behorende governance, implementatie van dual-use onderzoek en innovatie (O&I) en de nadere invulling van het partnerschappenportfolio.
Toelichting agendapunt(beleidsdebat)
Ook spreekt de Raad, in relatie tot Horizon Europe (2028-2034), tijdens een beleidsdebat over de strategische prioriteiten en partnerschappen. Op het moment van schrijven is er nog geen discussiestuk of nadere toelichting op het onderwerp bekend. De Nederlandse inbreng wordt gebaseerd op het BNC-fiche over het volgende kaderprogramma wat op 12 september jl. met uw Kamer is gedeeld.5
Nederlandse positie
Het Europese kaderprogramma ondersteunt op een samenhangende en integrale wijze het hele spectrum van O&I: van fundamenteel onderzoek tot innovatie, commercialisatie en maatschappelijke impact en van nieuwsgierigheid-gedreven tot thematisch gestuurd O&I. Om voldoende Europese meerwaarde en kritische massa te bereiken, is het belangrijk om binnen de thematische sturing strategische keuzes te maken om te bepalen welke langetermijninvesteringen nodig zijn. Inzet van het kabinet is dat vernieuwende en risicovolle ontwikkelingen ondersteund worden. Hiervoor zijn excellentie en impact als uitgangspunten van belang. De inzet op met name de collaboratieve O&I hangt samen met en volgt de programmering van het ECF, zodat het gehele ontwikkeltraject zo goed mogelijk wordt ondersteund en resultaten niet onbenut blijven.
Door gerichte inzet kunnen O&I-ecosystemen op strategische thema’s binnen Europa groeien. Het kabinet zal inbrengen dat het belangrijk is om keuzes te maken aan de hand van een strategisch en op O&I toegesneden proces, zoals onze Nationale Technologiestrategie (NTS). Hierbij worden overheden en experts betrokken, ook om nationaal en Europees beleid op elkaar af te stemmen.
Een belangrijk instrument om langjarige, grensoverschrijdende samenwerking op thematische inzet vorm te geven, zijn de Europese partnerschappen. Het kabinet zet zich in voor een strategisch, coherent en thematisch portfolio met grensoverschrijdende partnerschappen zonder onderlinge duplicatie. Hierbij dienen meerdere vormen van samenwerking mogelijk te zijn: publiek-publiek (EU en nationaal), publiek-privaat en publiek-publiek-privaat. Het faciliteren van grensoverschrijdende samenwerking versterkt de nationale inzet op O&I. Het is van belang dat hierbij de mogelijkheid voor partners om in-kind bijdragen te leveren, blijft bestaan. De NTS en de Kamerbrief Industriebeleid met focus6 kunnen als voorbeeld dienen voor de Nederlandse inbreng.
Krachtenveld
Tijdens voorgaande Raden werd het nieuwe voorstel voor Horizon Europe (2028-2034) breed verwelkomd. In algemene zin krijgt het voorzitterschap waardering voor de voortvarende aanpak van de onderhandelingen. Ook hebben veel lidstaten – net als Nederland - aangegeven dat de samenhang tussen het ECF en Horizon Europe nog niet duidelijk is en nadere uitwerking verdient, onder andere ten aanzien van het maken van strategische thematische keuzes voor de O&I-inzet. Ten aanzien van de partnerschappen is er brede consensus tussen lidstaten dat er een strategisch, coherent portfolio tot stand moet komen in het nieuwe programma.
Regelgeving met betrekking tot het
EuroHPC-initiatief
Aanname algemene oriëntatie
Toelichting agendapunt
Voor behoud van het Europees concurrentievermogen is het cruciaal dat
Europa blijft investeren in computerkracht, kunstmatige intelligentie
(AI) en kwantumtechnologie. In deze context zal de Raad naar verwachting
een amendering op de EuroHPC (High Performance Computing) -verordening
goedkeuren, waarmee het mogelijk wordt om zogenaamde ‘AI-gigafactories’
(oftewel AI-gigafabrieken) op te zetten en te exploiteren. De
AI-gigafabrieken zijn in omvang grotere en krachtigere versies van de
AI-fabrieken. Onder de bestaande verordening is het al mogelijk om de
AI-fabrieken op te zetten, waarvan er ook één in Nederland zal komen.7 De AI-gigafabrieken zullen een
uitgesproken publiek-privaat karakter krijgen zodat een commercieel en
marktconform aanbod van rekeninfrastructuur kan worden gerealiseerd voor
de ontwikkeling en toepassing van AI. Het grootste deel van de
kapitaalinvestering en alle operationele kosten dienen voor rekening van
de private sector te komen.
Publieke middelen van zowel de Commissie als de lidstaten kunnen worden ingezet om risico’s van de kapitaalinvesteringen af te dekken of om een gegarandeerde afname van rekeninfrastructuur te waarborgen.
Naast het mogelijk maken van AI-gigafabrieken verankert de amendering
op de EuroHPC-verordening de inbedding van onderzoeks- en
innovatie-activiteiten op het gebied van quantumtechnologie in het
EuroHPC-initiatief. Hiermee worden de bestaande activiteiten op dit
terrein onder het huidige kaderprogramma voor onderzoek en innovatie
ondergebracht op één centrale plek zodat er meer samenhang tussen
bestaande activiteiten binnen het EuroHPC-initiatief wordt gecreëerd Dit
zorgt voor meer focus en betere coördinatie.
Nederlandse positie
Nederland kan naar verwachting instemmen met de voorgestelde aanpassing op de regelgeving van EuroHPC.
Krachtenveld
Een aantal lidstaten heeft zorgen geuit over de aantrekkelijkheid voor deelname van private consortia onder de voorgestelde financiële constructie voor AI-gigafabrieken. Deze zorgen lijken nu te zijn geadresseerd in de laatste door het voorzitterschap verstrekte tekst van de verordening. Hoewel er fundamentele verschillen van inzicht bestonden tussen sommige lidstaten en de Commissie ten aanzien van de inbedding van kwantumtechnologie, lijken deze nu ook te worden geadresseerd. Daarmee is de verwachting dat de algemene oriëntatie kan worden aangenomen.
Diversenpunt
Er staan twee diversenpunten op de agenda.
Het eerste gaat over het aankomend Cypriotisch EU-voorzitterschap. Cyprus zal een toelichting geven op de prioriteiten van haar EU-voorzitterschap. De Commissie heeft ook een diversenpunt geagendeerd over het Scale-up Europe Fund. Met dit fonds wil de Commissie particuliere investeerders uit Europa bijeenbrengen om te investeren in de Europese bedrijven op strategische deeptech-gebieden. Dit vindt het kabinet een goede ontwikkeling.
Ruimtevaart (9 december 2025)
Sterke punten en uitdagingen van het voorstel voor een EU-ruimtevaartwet – richtsnoeren voor verdere onderhandelingen
(Beleidsdebat)
Toelichting agendapunt
De Raad bespreekt het voortgangsrapport over het voorstel voor een verordening gericht op: een geharmoniseerd kader voor het functioneren van de interne markt voor ruimtegebaseerde diensten, met gemeenschappelijke regels op het gebied van veiligheid, cyber- en fysieke weerbaarheid en milieuduurzaamheid.
Belangrijke punten in het voortgangsrapport zijn de focus op vereenvoudiging, proportionaliteit, een duidelijkere relatie met bestaande EU-kaders voor cyber- en fysieke weerbaarheid, en verduidelijking van de status van internationale organisaties, waaronder ESA. Tijdens het beleidsdebat wordt de Raad gevraagd kennis te nemen van de voortgang en richting te geven voor verdere tekstherziening.
Nederlandse positie
Het kabinet steunt de doelstelling om meer rechtszekerheid, veiligheid, weerbaarheid en duurzaamheid te brengen in de snelgroeiende ruimtevaartsector, zoals eerder toegelicht in het BNC-fiche en de kabinetsreactie op de Lange Termijn Ruimtevaartagenda. 8 Het kabinet heeft echter zorgen over reikwijdte, proportionaliteit en uitvoerbaarheid; waaronder zorgen over een adequate defensie uitzond3ering die zeggenschap en nationale veiligheid waarborgt. Het voorstel grijpt in op nationale bevoegdheden op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Daarnaast is Nederland kritisch over de wijze waarop de voorgestelde maatregelen voor weerbaarheid zich verhouden tot bestaande horizontale EU-kaders voor cyber- en fysieke weerbaarheid. Het kabinet pleit in de onderhandelingen over het voorstel voor een risicogebaseerde en proportionele benadering, waarin verplichtingen in verhouding staan tot het risicoprofiel, de aard en de omvang van activiteiten, en technische eisen uitvoerbaar en betaalbaar blijven. Ook acht het kabinet het essentieel om regeldruk voor mkb en start-ups te beperken, en om duidelijke waarborgen te behouden voor nationale competenties op het terrein van veiligheid en defensie
Krachtenveld
Een groot aantal lidstaten is kritisch op het voorstel en heeft zorgen over de reikwijdte complexifteit, administratieve lasten en uitvoerbaarheid. Het Europees parlement heeft nog geen positie ingenomen.
Diversenpunten
De Directeur-Generaal van het Europees Ruimtevaart Agentschap (ESA) zal via een diversenpunt de ministeriële bijeenkomst van ESA toelichten. Verder zal het inkomend Cypriotische voorzitterschap het werkprogramma bespreken.
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2025/09/05/kamerbrief-toekomstperspectief-energie-intensieve-industrie↩︎
Kamerbrief over actieprogramma Minder Druk Met Regels | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2025/09/05/ondernemingsklimaat-w-o-nieuwe-aanpak-regeldruk-voor-ondernemers↩︎
Kamerstuk II 2024-2025, 22112 nr. 4096.↩︎
Op 16 juli 2025 heeft de Europese Commissie een wetgevend voorstel gepresenteerd voor het volgende Kaderprogramma, Horizon Europe (2028-2034), zie Horizon Europe 2028 - 2034: twice bigger, simpler, faster and more impactful - European Commission↩︎
Kamerstuk 22 112, nr. 4154.↩︎
Kamerstuk 29 826, nr. 277↩︎
Kamerstuk 26 2643, nr. 1424↩︎
https://open.overheid.nl/documenten/897aff09-96e2-419a-9a94-55a5c970bf40/file en https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2025/02/21/kabinetsreactie-lange-termijn-ruimtevaartagenda↩︎