Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Fiche: Maatregelen ter bescherming EU staalsector tegen wereldwijde overcapaciteit (Kamerstuk 22112-4213)
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2025D49529, datum: 2025-12-02, bijgewerkt: 2025-12-02 14:39, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.G. Boswijk, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (CDA)
- Mede ondertekenaar: M. Prenger, griffier
Onderdeel van zaak 2025Z20291:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Klimaat en Groene Groei
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-11-25 15:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-11-27 13:30: Procedurevergadering Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-12-02 14:00: Fiche: Maatregelen ter bescherming EU staalsector tegen wereldwijde overcapaciteit (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
- 2025-12-04 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2026-02-04 13:30: Informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 19-20 februari 2026 (Commissiedebat), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
Preview document (š origineel)
Nr.
INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld ā¦ā¦ā¦ā¦. 2025
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp hebben enkele fracties de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over het BNC-Fiche: Maatregelen ter bescherming EU staalsector tegen wereldwijde overcapaciteit (Kamerstuk 22112, nr. 4213).
De op 2 december 2025 toegezonden vragen en opmerkingen zijn met de door de staatssecretaris bij brief van ā¦ā¦. 2025 toegezonden antwoorden hieronder afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Boswijk
Griffier van de commissie,
Prenger
Inhoudsopgave
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng VVD-fractie
Inbreng GroenLinks-PvdA-fractie
Inbreng CDA-fractie
Inbreng BBB-fractie
Inbreng PvdD-fractie
Inbreng SP-fractie
Reactie van de staatssecretaris
Volledige agenda
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inbreng leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het
Fiche: Maatregelen ter bescherming EU staalsector tegen wereldwijde
overcapaciteit en hebben hier enkele vragen over.
Allereerst verwelkomen de leden het standpunt van het kabinet ten aanzien van het Fiche. De leden delen de zorgen die worden geuit over de handhaafbaarheid van de maatregelen. Op welke manier heeft de Europese Commissie het totale invoerquotum tegen de verlaagde heffing vastgesteld? De leden zijn hiernaar benieuwd aangezien het een vermindering van 47% is ten opzichte van de voorheen geldende vrijwaringsmaatregelen. Kan de staatssecretaris tevens toelichten waar de heffing van 50% op is gebaseerd? Daarnaast vragen de leden van de VVD-fractie aan de staatssecretaris om een korte toelichting hoe deze maatregelen mogelijk effect kunnen hebben op de handelsrelatie met de Verenigde Staten. Op welke manier weegt de Commissie lopende onderhandelingen over handelsverdragen bij het vaststellen van deze maatregelen?
De leden van de VVD-fractie missen een nadere analyse hoe de heffingen invloed kunnen hebben op de gehele waardeketen. Is de staatssecretaris van plan in Europees verband te pleiten voor een analyse voordat de maatregelen in werking treden? Zo ja, dan vragen de leden of deze analyse specifiek aandacht kan hebben voor disproportionele kosten of nieuwe regelgeving voor het midden- en kleinbedrijf (mkb). De leden lezen dat het kabinet het van belang acht dat wordt meegenomen of soortgelijke bescherming ook met lichtere maatregelen kan worden bereikt. Heeft het kabinet een eigen analyse gemaakt van lichtere maatregelen?
Verder lezen de leden van de VVD-fractie dat in de onderhandelingen de WTO tarieven op andere producten en sectoren kunnen worden aangepast ter compensatie voor de verhoogde tarieven op staal. Aan welke producten en sectoren wordt gedacht bij een verlaging? Kan de staatssecretaris zich inzetten dat een mogelijke uitkomst zo gunstig mogelijk voor de Nederlandse economie uitpakt?
Allerlaatst maken de leden zich zorgen over de mogelijke extra regeldruk die de maatregelen met zich meenemen. De leden lezen dat een definitief oordeel over de voorgestelde melted and poured maatregel afhankelijk is van een goed zicht op de regeldrukeffecten. Wanneer wordt deze analyse gemaakt door de Commissie? Kan de staatssecretaris deze uitkomsten delen met de Kamer? Daarnaast vragen de leden of het kabinet de Kamer kan informeren over de precieze quota-allocatie per land.
Inbreng leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de
Europese voorstellen om de staalindustrie te beschermen en de positie
van het kabinet hierover. Zij staan in beginsel positief tegenover dit
voorstel en hebben enkele vragen en opmerkingen over de positie van het
kabinet.
De leden van deze fractie zijn positief over deze maatregelen. De leden achten de maatregelen bevorderlijk voor het voortzetten van modernisering en verduurzaming door Europese staalproducenten, voor het versterken van onze eigen Europese economie, maar vooral ook in het kader van onze strategische autonomie en afhankelijkheden in een onrustige wereld. Bovendien zien de leden datā waar leiders als Trump de regels en multilaterale orde aan hun laars lappen ā de Europese Commissie kiest voor conformiteit met de regels die we in de WTO met elkaar hebben afgesproken, en gepaste actie. Het is om deze reden dat de terughoudende houding van het kabinet over het Commissievoorstel deze leden verrast.
Wel zou, wat betreft de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie, het voorstel van de Commissie op een aantal punten nog verbeterd of versterkt kunnen worden.
Zo lijkt het deze leden goed om de Commissie juist meer bevoegdheden
te geven om de reikwijdte van producten te verbreden, als dat nodig is.
In een snel veranderende en onrustige wereld is het goed als Europa kan
inspelen op veranderingen. De leden vragen het kabinet daarom of zij in
Europees verband willen pleiten voor het sneller kunnen uitbreiden van
de lijst producten als dat nodig is. Dit kan onmiddellijk na het
inwerkingtreden van de wet, maar moet in ieder geval binnen een jaar.
Ook lijkt het de leden verstandig als de Commissie elk jaar beoordeelt
of verbreding nodig is.
Verder vinden de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie het van groot
belang dat we alle mogelijke extra maatregelen tegen Rusland blijven
nemen gezien de Russische agressie in OekraĆÆne. Hier komt, constateren
deze leden, het belang van bescherming van de Europese staalindustrie
nog eens als argument bij. Zij vragen de staatssecretaris daarom of zij
in Europees verband wil pleiten voor een snellere uitfasering van de
import van Russisch staal en het dichten van āloopholesā. De leden
stellen de staatssecretaris voor om aansluiting te zoeken bij de andere
Europese staten die hiervoor pleiten, waaronder Duitsland.
Tot slot vragen de leden zich af of er binnen de voorgestelde
tarieven nog zou kunnen worden gedifferentieerd tussen groen staal en
grijs staal? Als we de import van staal van buiten Europa gaan
verminderen, zou het volgens deze leden bevorderlijk zijn om te zorgen
dat het staal dat we wƩl nog importeren, eerder groen dan grijs staal
is. Dit zou het voorstel volgens deze leden ook meer in lijn brengen met
onze nationale en Europese inspanningen om staalproductie te
verduurzamen.
Inbreng leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het fiche met
betrekking tot het voorstel van de Europese Commissie over maatregelen
ter bescherming van de EU-staalsector tegen wereldwijde overcapaciteit.
Deze leden hebben hier enkele vragen bij.
De leden van de CDA-fractie lezen dat het kabinet zal pleiten voor een gedegen impactanalyse van de maatregelen op het concurrentievermogen van verschillende onderdelen in de waardeketen (waaronder halffabricaten), en specifiek een nadere onderbouwing van het gekozen tarief, het importquotum en de verwachte quota allocatie. Deze leden vragen het kabinet naar een inschatting hoeveel tijd een dergelijke gedegen impactanalyse zal kosten en of de doelstelling van het Deense voorzitterschap, namelijk een definitieve Raadspositie vóór het einde van het jaar, daarmee onmogelijk zou worden gemaakt. Deze leden vragen tevens of het kabinet kan aangeven waarom het Deense voorzitterschap op zoān korte termijn al een definitieve Raadspositie wil innemen. Daarnaast vragen de leden zich af of het kabinet een inschatting kan maken van het risico op een tegenreactie.
FME pleit voor maandelijkse in plaats van kwartaal-quota om marktverstoringen en bevoordeling van grote importeurs te voorkomen. De leden van de CDA-fractie vragen of de staatssecretaris kan aangeven of Nederland bereid is dit punt in te brengen in de Raad. Zo nee, waarom niet? Daarnaast pleit FME voor een brede bewijslast ten aanzien van de verplichting voor importeurs om aan te geven in welk land het staal gegoten en gesmolten is. Dit zou moeten door explicieter verschillende soorten bewijslasten te accepteren, in lijn met de uiteindelijke bewijsvereisten onder de CBAM. Deelt het kabinet dit punt en is het bereid om dit punt in te brengen?
De voorgestelde tariefquota zullen gelden voor alle landen, met uitzondering van Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. De leden van de CDA-fractie vragen waarom deze uitzondering niet ook gaat gelden voor het Verenigd Koninkrijk (VK), aangezien het probleem van overcapaciteit niet uit het VK lijkt te komen. Deelt het kabinet deze visie? Zo ja, is het kabinet bereid dit onder de aandacht te brengen bij de Commissie?
Het voorstel voor een verordening voorziet in regelmatige evaluatiemomenten, waaronder een eerste beoordeling na twee jaar om te bepalen of de productreikwijdte aangepast moet worden. De leden van de CDA-fractie vragen of het niet beter zou zijn dat hier direct naar gekeken moet worden, en niet pas na twee jaar, met als doel om omzeilingsrisico's te beperken. Wat is het standpunt van het kabinet daarin?
De leden van de CDA-fractie vragen ten slotte of het kabinet bekend
is met het industriestandaarddocument Mill Test Certificate, dat reeds
door staalproducenten wordt gebruikt om de kwaliteit en oorsprong van
producten te verifiƫren.
Inbreng leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie danken het kabinet voor het fiche en zien
uit naar de vragen van andere fracties en de beantwoording daarvan. Voor
deze leden staat voorop dat Europese maatregelen werkbaar, proportioneel
en uitvoerbaar moeten zijn, zonder onnodige schade aan de brede keten
van metaalverwerking en het mkb. Tegelijk hebben zij enkele punten waar
zij graag verduidelijking over ontvangen.Ā
De leden van de BBB-fractie constateren dat het kabinet zelf aangeeft
dat de gevolgen voor downstream industrieƫn en verwerkers nog
onvoldoende in beeld zijn. Kan het kabinet expliciet uiteenzetten hoe en
wanneer een volledige impactanalyse wordt opgeleverd, inclusief
mogelijke alternatieve maatregelen met minder effect op
mkb-verwerkers?Ā
De leden van de BBB-fractie constateren voorts dat het erop lijkt dat de
nieuwe oorsprongseis, zoals in het fiche staat, potentieel complexe
controle en extra regeldruk veroorzaken. Kan het kabinet aangeven welke
scenarioās worden verkend om deze lasten te minimaliseren, en of het
denkbaar is dat dit onderdeel wordt aangepast of gefaseerd ingevoerd, en
of het passend is in de ambitie van het kabinet om sectorale
regeldrukreductie te bewerkstelligen?Ā
De leden van de BBB-fractie constateren dat het systeem met
kwartaalcontingenten staalimporteurs ertoe aanzet om producten op te
slaan en pas aan het begin van een nieuw kwartaal in te klaren, zodat
zij onder het quotum vallen en de heffing van 50 procent vermijden.
Kleine staalimporteurs hebben die opslagruimte en financiƫle marge vaak
niet en vallen daardoor relatief vaker buiten het quotum. Dit leidt tot
een ongelijk speelveld, zeker nu de heffing buiten de quota wordt
verhoogd van 25 naar 50 procent. Daarom vragen de leden of het kabinet
bereid is in Europa te pleiten voor tariefcontingenten op maandbasis,
zodat kleinere spelers een eerlijkere kans krijgen.
De leden van de BBB-fractie zien dat steeds vaker wordt geconstateerd
dat staal van buiten de EU eerst wordt bewerkt en na bewerking naar de
EU wordt geƫxporteerd om de heffingen op staal te omzeilen. Daarnaast
zullen door de Amerikaanse invoerheffing van 50% meer staal-intensieve
producten op de Europese markt belanden. Is het kabinet bereid zich
ervoor in te spannen dat direct na de invoering van de
staalbeschermingsmaatregelen al wordt beoordeeld of uitbreiding van de
reikwijdte noodzakelijk is, en niet pas na twee jaar?
Tot slot hebben de leden van de BBB-fractie nog een vraag over de voorgestelde āmelted and poured ruleā. De voorgestelde āmelted and poured ruleā helpt om omzeiling van de heffingen tegen te gaan. Het Commissievoorstel is echter onduidelijk over de eisen aan de bewijslast, wat leidt onzekerheid bij importeurs. Daarnaast is deze regel ook van toepassing op importeurs die verwaarloosbare hoeveelheden staal importeren. Is het kabinet bereid om ervoor te pleiten dat in de verordening zelf al duidelijkheid wordt gecreĆ«erd over de bewijslast en niet in onderliggende regelgeving? En is het kabinet bereid zich ervoor in te zetten om kleine importeurs die maximaal 50 ton aan gewicht per jaar importeren uit te sluiten van de āmelted and poured ruleā, aansluitend bij de vrijstellingsgrens die vanaf 1 januari 2026 ook geldt voor CBAM?
De leden van de BBB-fractie zien uit naar een nadere toelichting en een zorgvuldig vervolgproces.Ā
Inbreng leden van de PvdD-fractie
De leden van de PvdD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
het fiche "Maatregelen ter bescherming EU-staalsector tegen wereldwijde
overcapaciteit", rondom Europese voorstellen voor importquota en
importheffingen op staal. In beginsel onderschrijven zij het idee van
importheffingen, mits ze er aantoonbaar voor zorgen dat het milieu,
klimaat, natuur en gezondheid van mensen en dieren beter wordt
beschermd. Dat past binnen de noodzaak om regeneratieve productie te
verankeren in Europa, die de natuur niet uitput, en uiteindelijk gebeurt
zonder CO2-uitstoot en zonder schade aan milieu en gezondheid. Kan het
kabinet uitgebreid toelichten hoe importheffingen ten goede gaan komen
aan bescherming van milieu, klimaat, natuur Ʃn gezondheid (graag met
cijfers en bronnen bijgevoegd waar mogelijk)? Welke potentie zit daar om
aan te boren?
Tegelijkertijd vragen deze leden het kabinet om eerlijk te zijn over het
feit dat zolang we nieuw staal blijven produceren in Europa, we
ijzererts buiten Europa zullen moeten blijven aanvoeren en dat dat geen
duurzaam en volhoudbaar scenario is. Kan het kabinet dat erkennen? Zo
nee, waar denkt het kabinet dan duurzaam, sociaal en ecologisch
ijzererts vandaan te gaan blijven slepen voor de korte en voor de lange
termijn? De leden van de PvdD-fractie wijzen erop dat het daarom extra
belangrijk is voor Europese strategische autonomie om zo snel mogelijk
stappen te maken naar een volledig circulaire economie waarbij we a)
staal volledig circulair maken met volledig hergebruik van staal
(schroot) en geen nieuw staal meer maken en b) de transitie inzetten
naar nieuwe, natuurlijke materialen die staal op termijn duurzaam kunnen
vervangen. Kan het kabinet uitleggen hoe zij dit gaat realiseren en
welke acties daarbij horen?
De leden van de PvdD-fractie vragen het kabinet feitelijk in kaart te
brengen hoeveel staalbedrijven en waar precies (binnen en buiten Europa)
reeds op groene waterstof draaien, of bijna zover zijn. Welke
staalbedrijven hebben de meest moderne installaties en technieken die
ervoor zorgen dat die bedrijven het minste uitstoten aan concreet ZZS en
andere schadelijke en kankerverwekkende stoffen en waar bevinden deze
staalbedrijven zich precies? Welke staalbedrijven en waar precies meest
hebben zich het meest toegewijd aan recycling van staal (schroot) en wat
zijn de daarbij behorende cijfers/percentages?
De leden van de PvdD-fractie verzoeken het kabinet om samen met de Commissie een duidelijke schatting te maken van de potentiƫle inkomsten uit de heffingen, uitgesplitst per jaar en per lidstaat, zodat het debat over nut en noodzaak op basis van feiten kan worden gevoerd.
De leden van de PvdD-fractie zijn daarnaast van oordeel dat de opbrengsten uit de importheffingen gebruikt kunnen worden voor de transitie naar volledig gerecycled en hergebruikt staal (zonder gebruik van nieuw ijzererts) en om de gezondheid van milieu, natuur, dieren en burgers beter te beschermen. Kan de staatssecretaris aangeven welke kansen ze daartoe concreet ziet? Deze leden verzoeken het kabinet om zich in Europa in te zetten om de opbrengsten uit de importheffingen onder te brengen in een Europees fonds voor circulair staal. Vanuit dat fonds zou de Commissie onderzoek kunnen financieren naar bredere toepasbaarheid van gerecycled staal, ook voor hoogwaardige toepassingen waar dit nu niet mogelijk is. Daarnaast zou vanuit dat fonds ook meer kunnen worden ingezet in betere bescherming van natuur, milieu en omwonenden. Kan het kabinet zich vinden in de noodzaak om deze kwetsbare belangen goed te beschermen? Met zo'n fonds ontstaat dan niet alleen een eerlijker speelveld ten opzichte van vervuilend geĆÆmporteerd staal, maar wordt ook de noodzakelijke transitie naar COā-arme, duurzame staalproductie binnen Europa - waarin gezondheid van natuur, milieu, mens en dier centraal staat - concreet ondersteund. Ziet het kabinet deze kansen ook en hoe reflecteert het kabinet hierop?
De leden van de PvdD-fractie roepen het kabinet op om bij verdere behandeling van het dossier in Brussel en de Kamer deze route te verkennen.
Inbreng leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het BNC-Fiche:
Maatregelen ter bescherming EU staalsector tegen wereldwijde
overcapaciteit. Hierin hebben eerdergenoemde leden aanleiding gevonden
enkele opmerkingen te delen.
De leden van de SP-fractie zien het beschermen van de Nederlandse en daarmee Europese staalsector van groot belang, zowel voor behoud van werkgelegenheid als van het grote strategische belang achter staal. Het is belangrijk dat we niet van anderen afhankelijk zijn voor een grondstof die bij vrijwel ieder belangrijk proces in onze samenleving van groot belang is, zoals bij woningbouw en de energietransitie.
De maatregelen die de Commissie voorstelt om de Europese staalsector te beschermen met een systeem van tarifaire importquota kunnen dan ook op steun van de leden van de SP-fractie rekenen. De eerdergenoemde leden zien dit in lijn met de eerder aangekondigde steun aan Tata-steel. De leden van de SP-fractie zien wel een groot probleem in de manier waarop dit kabinet omgaat met strategische sectoren. Het kabinet lijkt wel bereid te zijn de portemonnee te trekken, maar daar staat geen publieke zeggenschap tegenover. De leden van de SP-fractie kwalificeren dit als kortzichtig en ideologisch ingestoken vanuit het kabinet.
Wat de leden van de SP-fractie betreft krijgen wij meer publieke zeggenschap in bedrijfssectoren van groot strategisch belang. Als een sector zo essentieel is dat publieke investeringen gerechtvaardigd zijn, moet daar ook democratische controle over worden uitgevoerd. Voor de staalsector lijken zowel het kabinet als de Europese Commissie bereid te zijn hun ideologisch dogma van mondiale vrijhandel los te laten. Waarom lijken zij nog niet bereid hun ideologisch dogma tegen publieke zeggenschap in bedrijven los te laten? Dat zou ons pas echt vooruit helpen.
Het kabinet lijkt in haar reactie nog in een ontkennende fase te zitten wat betreft het feit dat het tijdperk van mondiale vrijhandel ten einde loopt. Wat de leden van de SP-fractie betreft heeft ongecontroleerde vrijhandel nooit de belangen van de werkende klasse gediend. Integendeel: het heeft werknemers internationaal laten concurreren, zodat sociale verworvenheden onder ernstige druk zijn komen te staan, het heeft de macht van bedrijven over nationale democratieĆ«n vergroot tot gevaarlijke proporties, het heeft geleid tot een levensbedreigende ecologische crisis en het heeft Europa doen de-industrialiseren, met grote strategische risicoās. Uitsluitend uit geopolitieke overwegingen lijkt de Commissie nu enige beperkende maatregelen te nemen op de vrije wereldmarkt. Wat de leden van de SP-fractie betreft trekken we deze lijn door en nemen we de democratische controle over onze economie terug zodat deze in het belang van iedereen functioneert.
Reactie van de staatssecretaris
IV. Volledige agenda
Fiche: [MFK] Maatregelen ter bescherming EU staalsector tegen wereldwijde overcapaciteit - Brief regering d.d. 21-11-2025 minister van Buitenlandse Zaken, D.M. van Weel.