Tweede halfjaarbericht politie 2025
Politie
Brief regering
Nummer: 2025D51334, datum: 2025-12-10, bijgewerkt: 2025-12-15 14:24, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid (Ooit VVD kamerlid)
- Visual kerncijfers politie
- Stand van zaken IV en ICT
- Moties toezeggingen en aanvullende verzoeken
- Internationaal en Caribisch
- Verdeelsystematiek. Een verdeelmodel voor de toekomst
- Beantwoording vragen EK
- Beleidsreactie eindrapport commissie Monitoring Waarborgen Heimelijk Werk
- Eindrapport Commissie Monitoring Waarborgen Heimelijk Werk
- Tweede rapportage adviescommissie LO en LX
- Beslisnota bij Kamerbrief over tweede halfjaarbericht politie
Onderdeel van kamerstukdossier 29628 -1302 Politie.
Onderdeel van zaak 2025Z21701:
- Indiener: F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-12-16 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-12-18 10:00: Politie (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-12-18 13:00: Procedurevergadering Justitie en Veiligheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
29628 Politie
Nr. 1302 Brief van de minister van Justitie en Veiligheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 december 2025
Inleiding
In dit halfjaarbericht informeer ik uw Kamer over de staat van de politie.
Voordat ik uw Kamer informeer over de stand van zaken bij de politie wil ik mijn oprechte waardering en respect uitspreken voor de politiemedewerkers. In mijn eerste maanden als minister van Justitie en Veiligheid heb ik uit eerste hand kunnen ervaren hoe zij zich, iedere dag opnieuw, inzetten voor de veiligheid van onze samenleving.
In deze brief zal ik ingaan op de ontwikkelingsrichting voor een toekomstbestendige politie, de begroting 2026 en meerjarenbegroting politie, de neutrale uitstraling van boa’s, pilots inzake aanvullende bewapening voor de Mobiele Eenheid (ME) en de veiligheidsagenda 2027-2030.
Daarnaast treft u bijgaand een aantal bijlagen. In bijlage 1 vindt u de visual kerncijfers politie. In bijlage 2 vindt u de stand van zaken IV en ICT. In bijlage 3 vindt u de moties, toezeggingen en aanvullende verzoeken. In bijlage 4 vindt u de stand van zaken internationaal en Caribisch. In bijlage 5 vindt u het onderzoeksrapport over de sterkteverdeelsystematiek. In bijlage 6 vindt u de beantwoording van vragen van de Eerste Kamer. In bijlage 7 vindt u de beleidsreactie en het rapport Sorgdrager. In bijlage 8 vindt u het rapport Schneiders.
Doorontwikkeling politie
Het veranderend veiligheidsvraagstuk vraagt scherpe keuzes van alle partners binnen de politiefunctie en zeker ook van de politie zelf. We vinden het allemaal belangrijk dat de politieorganisatie bij de tijd blijft en toekomstbestendig is.
Om richting te geven aan de doorontwikkeling van de politieorganisatie heeft de korpschef de strategische agenda ‘stevig staan in deze tijd’ gepresenteerd. In navolging daarvan wordt nu door de politie gewerkt aan een concrete uitwerking hiervan: wat betekent dit voor het politiewerk en welke consequenties heeft dit voor hoe de politie georganiseerd moet zijn.
In het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie (hierna: LOVP) voeren de korpschef en ik doorlopend het fundamenteel gesprek1 met de gezagen over de taken die de politie nu en in de toekomst zou moeten uitvoeren en op welke wijze dit binnen de gestelde financiële kaders gerealiseerd kan worden. Dit is een gezamenlijke zoektocht die op onderdelen ook pijnlijke keuzes vraagt.
Keuzes voor een toekomstbestendige politie
De politie moet blijvend kunnen veranderen om het maatschappelijk vertrouwen te houden, de strijd tegen criminelen niet te verliezen en er te zijn als dat nodig is om de orde en rust te bewaren. Om richting te bepalen voor een toekomstbestendige politie wordt in het LOVP hierover het fundamenteel gesprek gevoerd.
Maatschappelijke ontwikkelingen zoals digitalisering, sociale media, geopolitieke ontwikkelingen, toenemende polarisatie en een krappe arbeidsmarkt hebben impact op het politiewerk. De maatschappij verwacht en vraagt steeds meer van de politie als het gaat om het borgen van veiligheid, maar er zal altijd een spanning blijven bestaan tussen enerzijds de vraag naar en behoefte aan veiligheid en anderzijds de daarvoor beschikbare mensen en middelen. Daar tegenover staat dat het gebruik van technologie nieuwe mogelijkheden biedt en daarmee kansen ontstaan voor nieuwe manieren van werken door het slim combineren van mensen, gebouwen en technologie. Dit vraagt om keuzes. Hierover zijn het afgelopen jaar gesprekken met de gezagen gevoerd in het LOVP om verschillende keuzes, binnen de gestelde kaders, integraal af te wegen. Het doel is gezamenlijk en overwogen te komen tot een richting voor de politie.
Zo wordt met de gezagen in het LOVP gesproken over welke keuzes nodig zijn voor de ontwikkelrichting in de opsporing. Waar criminaliteit voorheen vooral op straat voorkwam, vindt 40% van de criminaliteit nu plaats in het online domein. Het is nodig dat er meer balans komt tussen de toenemende omvang van digitale criminaliteit en de inzet van politie daarop.
De capaciteit van de organisaties in de strafrechtketen is schaars en het is dus belangrijk dat de beschikbare capaciteit vooral wordt ingezet voor de feiten die er het meest toe doen en waarbij de inzet van het strafrecht daadwerkelijk verschil kan maken. Het Openbaar Ministerie werkt momenteel aan geactualiseerde uitgangspunten voor opportuniteit voor de aanpak van veelvoorkomende criminaliteit. Het doel daarvan is om bij de inzet van het strafrecht beter rekening te kunnen houden met maatschappelijke en technologische ontwikkelingen en veranderingen in het criminaliteitsbeeld. Het handelingsperspectief om bepaalde criminaliteitsvormen via een andere weg dan het strafrecht af te doen heeft hierbij nadrukkelijk de aandacht. Interventies samen met ook andere partners binnen de politiefunctie kunnen een alternatief zijn. Het betreft een beweging die in de komende jaren, onder gezag van het Openbaar Ministerie, gefaseerd zal plaatsvinden.
Tevens is een omslag nodig in de schaal waarop online criminaliteit wordt aangepakt ten opzichte van traditionele, veelvoorkomende criminaliteit die vooral lokaal wordt aangepakt. Daders van online criminaliteit (bijvoorbeeld bankhelpdeskfraude) maken lokaal slachtoffers, maar acteren vaak nationaal of zelfs internationaal. Een puur lokale aanpak is niet effectief om hiertegen op te treden, maar vergt het verder ontwikkelen van een bovenlokale aanpak.
Daarnaast wordt in het LOVP met de gezagen ook gesproken over welke keuzes nodig zijn om een maatschappelijk verbonden politie te behouden, door zichtbaar en bereikbaar te blijven, op basis van nieuwe manieren van werken: het slim combineren van mensen, gebouwen en technologie. Hierbij wordt ingezet op de juiste combinatie van fysiek contact op straat, contact vanuit permanente fysieke locaties, mobiele vormen van fysiek contact, innovatieve loketten, digitale/online kanalen en andere manieren om in contact te komen met de politie. Het leven van veel burgers speelt zich in toenemende mate online af en zij verwachten dat ook de politie online zichtbaar en bereikbaar is, zoals bijvoorbeeld via politie.nl en social media. Aandacht gaat verder uit naar het vinden van een betere balans tussen proactief en reactief politiewerk. Het snel kunnen reageren op incidenten door de politie is van grote betekenis voor de samenleving, maar het lokale politiewerk is nu te vaak verschraald tot deze zogenoemde incidentafhandeling.
Huisvesting is één van de elementen die een rol spelen bij de zichtbaarheid en bereikbaarheid van de politie. Dit krijgt voor een belangrijk deel vorm op lokaal niveau. Afstemming met (regio)burgemeesters is een belangrijk onderdeel van het proces van vormgeven en uitvoeren van huisvestingsbeleid. De uitgangspunten van het landelijk huisvestingsbeleid van de korpschef zijn na bespreking met de regioburgemeesters in het LOVP vastgesteld binnen het gestelde financiële kader. Centraal uitgangspunt daarin is om één teambureau te hebben voor ieder basisteam, waar nodig ondersteund met politieposten van verschillende aard en omvang. Bij de vorming van de nationale politie is de politiechef van iedere regionale eenheid op basis van deze uitgangspunten met de betrokken burgemeesters en regioburgemeester een huisvestingsplan overeengekomen. In dat proces heeft zorgvuldige afstemming plaatsgevonden over bijvoorbeeld de keuze van locaties en benodigde nieuwbouw of verbouw. Sinds 2015 worden deze plannen geleidelijk aan gerealiseerd. Vanzelfsprekend zal hierbij de afstemming met burgemeesters en regioburgemeesters blijvend worden gezocht en waar nodig geïntensiveerd, zeker ook wanneer er een wijziging van het oorspronkelijke plan aan de orde is. De korpschef heeft mij laten weten dat zij binnen haar organisatie, bij de politiechefs van de regionale eenheden, hiervoor opnieuw aandacht zal vragen. Ik benadruk, dat in iedere regionale eenheid waar daaraan behoefte bestaat kan worden gesproken over de actuele stand van geplande transities in de huisvesting van de eenheid. Een geëigende plek hiervoor is bijvoorbeeld de lokale driehoek of het overleg in de regio’s met de regioburgemeester, alle andere burgemeesters van die regio, de hoofdofficier van justitie en de politiechef van de betreffende regionale eenheid.
De opbrengsten uit de gesprekken met de gezagen in het LOVP worden door de korpschef betrokken bij de uitwerking van de strategische agenda voor de doorontwikkeling van de politieorganisatie en het politiewerk, ook om de interne bedrijfsvoering op orde te brengen. Hiervoor zijn sporen ingezet die de komende tijd nader zullen worden verkend en uitgewerkt. Voorop staat dat de politieorganisatie in staat moet blijven snel mee te kunnen bewegen met de maatschappelijke ontwikkelingen. De korpschef gaat aan de slag met de verkenning van een herontwerp van een aantal taakgebieden. Zoals het moderniseren van de dienstverlening op basis van een goede balans tussen mens en technologie, rekening houdend met de manier waarop de samenleving zich ontwikkelt. Tevens wordt de interne bedrijfsvoering en operatie meer in balans gebracht, waarbij financiële sturing expliciet wordt belegd. Daarnaast worden beleid en uitvoering organisatorisch geïntegreerd.
Begroting 2026 en meerjarenbegroting politie
In het eerste halfjaarbericht politie 20252 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de meerjarenbegroting van de politie en de financiële opgave. Voor 2026 bestaat een financiële restantopgave van €46 miljoen. De korpschef zal de operationele slagkracht ontzien bij het realiseren van de financiële opgave voor 2026. Bij het treffen van beheersmaatregelen zullen de basisteams (gebiedsgebonden politie en opsporing) in 2026 buiten beschouwing worden gehouden. Ook wordt in 2026 niet getornd aan de instroom. Voor 2026 is de landelijke financiële opgave vertaald naar de eenheden. Zoals besproken in het LOVP, treffen de eenheden waar nodig in overleg met het gezag maatregelen om de financiële opgave in te vullen. In 2026 blijft uitbreiding van de bezetting in de meeste eenheden mogelijk, maar enkele eenheden hebben een opgave om de bezetting te beperken.
De financiële opgave voor de meerjarenbegroting loopt op tot een structureel bedrag van €350 miljoen vanaf 2030. Voor het maken van keuzes voor het op orde brengen van de meerjarenbegroting vanaf 2027 en verder treft de korpschef samen met de gezagen voorbereidingen. De keuzes zijn nog niet gemaakt. Het streven is om deze keuzes o.a. te baseren op de organisatievisie van de korpsleiding en met inachtneming van bestaande financiële kaders. Hierbij wordt ingezet op het behoud van de operationele slagkracht; op voorhand kan echter niets worden uitgesloten.
Het past niet bij het karakter van een demissionair kabinet en mij als demissionair minister van Justitie en Veiligheid om verstrekkende, meerjarige besluiten hierover te nemen. Ik wil mijn opvolger en het volgend kabinet enige ruimte geven dit gesprek zorgvuldig te voeren en tot structurele oplossingsrichtingen te komen bij het uitvoeren van de moties3 over de financiële opgave van de politie.
Het streven van de korpschef is in het LOVP van juni 2026 de meerjarenbegroting 2027-2031 te bespreken die op orde is. U wordt hierover in het eerste halfjaarbericht 2026 nader geïnformeerd.
Neutrale uitstraling buitengewoon opsporingsambtenaar (boa)
Op 6 juni 2025 heb ik het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar in verband met de instelling van een verbod op het dragen van zichtbare uitingen van godsdienst of levensovertuiging voor geüniformeerde buitengewoon opsporingsambtenaren naar de Raad van State gestuurd voor advies. De Raad van State heeft op 17 november 2025 haar advies gepubliceerd4. Ik neem dit advies ter harte en zal met een wetsvoorstel komen tot juridische borging van de neutrale uitstraling van het boa-uniform.
Ik hecht aan de neutraliteit van boa’s bij hun taakuitvoering en in contact met het publiek. Boa’s oefenen een bijzondere overheidstaak uit, waarbij zij onder voorwaarden gebruik kunnen maken van onder andere dwangmiddelen en de geweldsbevoegdheid. Het aanwenden van politiebevoegdheden en/of geweldsmiddelen grijpt diep in op de rechten en grondrechten van burgers. Dit brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee en vraagt om een neutrale houding en uitstraling.
Pilots aanvullende ME-bewapening
In de brief van 7 november jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over pilots met aanvullende ME-bewapening5. Daarin heb ik mijn voornemen geuit om toestemming te verlenen aan het verzoek van de korpschef om de Mobiele Eenheid enkele geweldmiddelen operationeel te laten beproeven. Hierbij kan ik u meedelen dat de politie mij heeft laten weten dat het operationeel gezien haalbaar zou moeten zijn om de Mobiele Eenheid nog in december te laten starten met pilots met een grotere dispenserunit pepperspray, en het toevoegen van een traanverwekkende stof aan de waterwerper. De traanverwekkende stof, waarvan nu wordt onderzocht of deze kan worden toegevoegd aan de waterwerper, is OC. Dat is dezelfde stof die in de reguliere bussen pepperspray wordt gebruikt en ook in de grotere units pepperspray. Technisch gezien is het al mogelijk om OC mee te mengen aan de waterwerper. Indien er aanleiding toe is, kan het lokaal gezag besluiten tot daadwerkelijke inzet van een waterwerper waaraan OC is toegevoegd.
Veiligheidsagenda 2027-2030
Artikel 18 van de Politiewet 2012 stelt dat de minister van Justitie en Veiligheid, gehoord het College van procureurs-generaal en de regioburgemeesters, ten minste eens in de vier jaar de landelijke beleidsdoelstellingen vast stelt ten aanzien van de taakuitvoering van de politie. Met de landelijke beleidsdoelstellingen wordt een aantal belangrijke accenten gelegd, maar ze bestrijken slechts een deel van de taakuitvoering van de politie.
Nieuwe landelijke beleidsdoelstellingen moeten op 1 januari 2027 in werking treden. Het proces om te komen tot een nieuwe Veiligheidsagenda vergt tijd en bestaat uit meerdere fasen, waaronder het kiezen van inhoudelijke thema’s en formuleren van concrete doelstellingen daarop.
Vanwege de eerder in deze brief benoemde financiële opgave van de politie past het om hierbij terughoudendheid te betrachten. Met het OM, de regioburgemeesters en de politie ben ik dit proces inmiddels gestart. Ik zal uw Kamer over de voortgang hiervan geïnformeerd houden.
De minister van Justitie en Veiligheid,
F. van Oosten