Lijst van vragen inzake MIRT Overzicht 2026 (Kamerstuk 36800-A-3)
Lijst van vragen
Nummer: 2025D51347, datum: 2025-12-10, bijgewerkt: 2025-12-15 12:27, versie: 3 (versie 1, versie 2)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (nds-tk-2025D51347).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (VVD)
- Mede ondertekenaar: M. Meedendorp, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2025Z16951:
- Indiener: R. Tieman, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Medeindiener: A.A. Aartsen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-09-18 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-09-24 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2025-12-10 12:00: MIRT Overzicht 2026 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2026-01-26 10:00: Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) (Notaoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (š origineel)
2025D51347 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het MIRT Overzicht 2026 (Kamerstuk 36Ā 800-A, nr.Ā 3).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Peter de Groot
Adjunct-griffier van de commissie,
Meedendorp
| Nr | Vraag |
| 1 | Wat is de geschatte punctualiteitsverbetering per afgerond spoorproject (zoals Spoorboog Hoogeveen of ZwolleāHerfte) in de komende vijf jaar? |
| 2 | Hoe worden regionale spoorprojecten (bijv. in Noord-, Oost- of Zuid-Nederland) programmatisch gekoppeld aan landelijke spoorambities? |
| 3 | Wat is per regio de benodigde extra ov-capaciteit (in instappers of dienstregelingsuren) om de woningbouwlocaties die onder het programma Woningbouw en Mobiliteit (WoMo) vallen te bedienen? |
| 4 | Welke dijkversterkingen zijn in 2026ā2030 het meest urgent op basis van de laatste Landelijke Beoordeling Waterkeringen, en hoe verhouden die zich tot de geselecteerde MIRT-projecten? |
| 5 | Wat is per modaliteit (spoor, ov, vaarwegen, waterveiligheid) de gemiddelde doorlooptijd van verkenning tot openstelling over de afgelopen tien jaar? |
| 6 | Welke hoofdwegprojecten lopen substantiƫle vertraging op door stikstofbeperkingen en wat betekent dit voor de planning en kosten? |
| 7 | In hoeverre vormt de verwachte toename van verkeersintensiteit op nabijgelegen rijkswegen, als gevolg van woningbouwontwikkelingen, een formele afwijzingsgrond binnen Wokt 2.0-beoordelingen, en wordt deze afweging in heel Nederland consistent toegepast? |
| 8 | Welke objectieve criteria worden gebruikt om te bepalen of woningbouwlocaties buiten aangewezen NOVEX-gebieden eveneens in aanmerking kunnen komen voor rijksbijdragen voor bereikbaarheidsmaatregelen, en hoe verhoudt dit zich tot de bijdrage die spoor- versus wegprojecten kunnen leveren aan de ontsluiting van dergelijke locaties? |
| 9 | Wat is de meest actuele planning voor de start van de uitvoering van het project Verbreding Sluiscomplex Kornwerderzand, en wanneer wordt een geactualiseerde planning verwacht? |
| 10 | Met betrekking tot het project Verbreding Sluiscomplex Kornwerderzand: wat is de huidige totale kostenraming (prijspeil 2024) voor de verbreding van de sluis, de vervanging van de bruggen en de verdieping van de vaargeulen? |
| 11 | Is er reeds een integraal projectteam ingericht door de provincie Fryslân voor de voorbereiding en uitvoering van het project Verbreding Sluiscomplex Kornwerderzand? Zo ja, hoe is dit team samengesteld? Zo nee, wanneer wordt besluitvorming hierover verwacht? |
| 12 | Zijn er vanuit de provincie Fryslân signalen bekend dat aanvullende ondersteuning vanuit het Rijk noodzakelijk of wenselijk is voor een tijdige en effectieve uitvoering van het project Verbreding Sluiscomplex Kornwerderzand? |
| 13 | Welke afhankelijkheden bestaan er voor Defensie wat betreft de verbreding van het sluiscomplex Kornwerderzand, specifiek in relatie tot het ontwikkelen of benutten van nieuwe defensielocaties? |
| 14 | Zijn er risicoās of concrete gevolgen voor Defensie, indien het project Verbreding Sluiscomplex Kornwerderzand vertraging oploopt? Zo ja, welke zijn dat en wat is de impact op de operationele inzetbaarheid? |
| 15 | Zijn er sinds het vorige MIRT-overzicht wijzigingen opgetreden in scope, risicoās, financiĆ«le onderbouwing of governance rondom het project Verbreding Sluiscomplex Kornwerderzand? Zo ja, wat is de aard van deze wijzigingen? |
| 16 | Hoe worden ruimtelijke, militaire, energie- en mobiliteitsbelangen gewogen, wanneer zij strijden om dezelfde ruimte binnen MIRT-projecten? |
| 17 | Welke drie vaarwegcorridors kennen in 2026ā2030 de grootste economische hinder door ontbrekende verruiming of sluiscapaciteit? |
| 18 | In hoeverre is het huidige vervangings- en renovatiebudget (Vernieuwing Hoofdwegen) toereikend om de veiligheid en beschikbaarheid van het hoofdwegennet tot 2039 te garanderen? |
| 19 | Hoe wordt bepaald welke bruggen, tunnels en viaducten de hoogste prioriteit krijgen in de vervangings- en renovatieopgave? |
| 20 | Welke werkzaamheden aan stalen kunstwerken (bruggen en beweegbare delen) hebben de grootste impact op het hoofdwegennet en hoe wordt hinder beperkt tijdens de uitvoering? |
| 21 | Welke infrastructurele maatregelen binnen het programma Verkeersveiligheid Rijks-N-wegen leveren naar verwachting de grootste veiligheidswinst op? |
| 22 | Welke spoorcorridors blijven in de periode 2026ā2030 structureel capaciteitsknelpunten houden ondanks de lopende projecten in het MIRT? |
| 23 | Welke niet-geƫlektrificeerde spoorlijnen staan na 2030 nog steeds op dieselmaterieel aangewezen en waarom? |
| 24 | Welke vijf ov-knooppunten hebben op basis van reizigersgroei en spreidingsopgaven de hoogste prioriteit voor investeringen na 2030? |
| 25 | Wat zijn de belangrijkste oorzaken van de pauzering van het project A2 Deilāās-HertogenboschāVught en welke alternatieve maatregelen worden tot 2025 uitgevoerd om de doorstroming te verbeteren? |