Stand van zaken centraal meldpunt ongewenste buitenlandse inmenging (OBI)
Nationale Veiligheid
Brief regering
Nummer: 2025D51830, datum: 2025-12-12, bijgewerkt: 2025-12-15 14:29, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 30821 -325 Nationale Veiligheid.
Onderdeel van zaak 2025Z21930:
- Indiener: F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-12-16 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2026-01-22 12:00: Procedurevergadering Justitie en Veiligheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
30 821 Nationale Veiligheid
Nr. 325 Brief van de minister van Justitie en Veiligheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2025
Tijdens het commissiedebat over buitenlandse inmenging en beïnvloeding van 27 maart jl. (Kamerstuk 30821, nr. 274) heeft mijn voorganger toegezegd toe te werken naar de operationalisering van een centraal meldpunt voor personen die te maken hebben met ongewenste buitenlandse inmenging in Nederland (de Vertrouwenslijn) en uw Kamer hierover dit jaar nog te informeren. Met deze brief geef ik, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en de staatssecretaris van Participatie en Integratie, invulling aan deze toezegging1.
Huidige situatie
Ongewenste buitenlandse inmenging (OBI, of: statelijke inmenging) is een verzamelnaam voor allerlei grensoverschrijdende manieren waarop buitenlandse overheden zich proberen te mengen in de samenleving en democratische rechtstaat van Nederland. Laat ik vooropstellen: het kabinet vindt alle vormen van statelijke inmenging in Nederland volstrekt onacceptabel. Iedereen in Nederland moet in vrijheid kunnen leven en keuzes kunnen maken, zonder daarin door autoriteiten van andere landen te worden beperkt. Het kabinet is zeer alert op dit fenomeen en treedt met de Rijksbrede aanpak tegen OBI op wanneer sprake is van grensoverschrijdende activiteiten in dit kader. Hierbij richten het kabinet zich primair, maar niet uitsluitend op diasporagemeenschappen.
Het kabinet deelt de zorgen van uw Kamer over inmengingsactiviteiten door statelijke actoren en de signalen die hier vanuit o.a. de gemeenschappen over naar buiten komen. Sinds de zomer van 2023 kunnen burgers via verschillende ingangen bij de Rijksoverheid terecht om meldingen en signalen over statelijke inmenging in Nederland te delen. Op basis van anonimiteit worden deze meldingen en signalen vervolgens periodiek besproken en geanalyseerd. Deze informatiedeling met de Rijksoverheid draagt bij aan het verrijken van de fenomeenanalyse – zoals gepubliceerd door de AIVD en NCTV2. Aan de hand van het dreigingsbeeld kunnen de betrokken departementen en uitvoeringsorganisaties passende maatregelen treffen of voor opvolging zorgen in het kader van hun eigenstandige taken en bevoegdheden. Deze maatregelen kunnen zien op diplomatieke actie, bestuurlijk en strafrechtelijk optreden, dan wel verhoging van de weerbaarheid van personen die te maken hebben met OBI.
Inrichting centraal meldpunt
Zoals toegelicht tijdens het commissiedebat van 27 maart jl. is het kabinet daarnaast gestart met de inrichting van een centraal OBI-meldpunt buiten de Rijksoverheid. Onder coördinatie van de NCTV is het afgelopen jaar een projectstructuur op touw gezet voor het realiseren van dit meldpunt.
De veiligheid van (potentiële) melders en betrokkenen bij het meldpunt staat voorop. Melders dienen in een vertrouwelijke omgeving hun ervaringen en zorgen te kunnen delen. Zij moeten te woord worden gestaan door getrainde professionals die een luisterend oor kunnen bieden, alsmede een realistisch handelingsperspectief kunnen schetsen, zoals het verwijzen naar zorg- of handhavingsautoriteiten. Ook is het waarborgen van de integriteit van (potentiële) meldingen van belang ter controle van de authenticiteit daarvan.
Bovengenoemde waarborgen stellen eisen aan de cyberveiligheid, de deskundigheid en de (sociaal-maatschappelijke) sensitiviteit van de betrokken professionals. Met experts van verschillende departementen en uitvoeringsorganisaties zijn gedetailleerde maatregelen op het gebied van cybersecurity, fysieke veiligheid en privacy nauwkeurig - en ten opzichte van het risicoprofiel van statelijke actoren – beoordeeld en afgewogen. De betrokken departementen en uitvoeringsorganisaties implementeren deze maatregelen momenteel en werken toe naar een functioneel en bovenal veilig meldpunt. In het bijzonder gaat de aandacht uit naar de juridische, organisatorische en technische randvoorwaarden.
Tijdens het commissiedebat in maart is toegezegd toe te streven naar het operationaliseren van dit meldpunt eind 2025. Voor het implementeren van de (technische) veiligheidsvoorwaarden voor een functionerend meldpunt is meer tijd nodig. Een realistische termijn voor de operationalisering van het meldpunt is gepland voor de zomer van 2026.
Om uw Kamer nader te informeren over de operationalisering van het meldpunt, inclusief de mogelijkheden en beperkingen, bied ik u graag een vertrouwelijke technische briefing aan. In vertrouwelijke setting kan dan worden stilgestaan bij het risicoprofiel van statelijke actoren, de verdere totstandkoming van het meldpunt en de betrokkenheid van ervaringsdeskundigen en personen die in aanraking kunnen komen met statelijke inmenging bij de uitwerking van het meldpunt.
Tot slot
De internationale veiligheidssituatie is de afgelopen jaren sterk verslechterd. Het is noodzakelijk om de weerbaarheid van de samenleving tegen statelijke en hybride dreigingen te verhogen. Het tegengaan van statelijke inmenging in Nederland maakt daar onderdeel van uit. Een vertrouwelijk centraal meldpunt voor personen die te maken hebben met statelijke inmenging is een belangrijke stap voorwaarts. Zo waarborgen we onze nationale veiligheid en streven we er naar dat iedereen in vrijheid kan leven, zonder ongewenste inmenging door autoriteiten van andere landen.
De minister van Justitie en Veiligheid,
F. van Oosten