36850-VI Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden inzake Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota), inzake 36850-VII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) en inzake 36850-XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Nummer: 2025D52165, datum: 2025-12-15, bijgewerkt: 2025-12-15 14:08, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.C. Kathmann, voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: S.R. Muller, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2025Z22063:
- Indiener: F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2025-12-17 11:00: Procedurevergadering Digitale Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Digitale Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Beantwoording kamervragen van de vaste kamercommissie Digitale Zaken inzake wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Vraag (1):
Welke concrete stappen zet u om de structurele capaciteitsproblemen bij ketenpartners op te lossen, zodat beschikbaar ICT-budget wel tijdig wordt besteed?
Antwoord:
De digitaliseringsopgave bij diverse J&V ketenpartners is groot en uiteraard streeft het ministerie van JenV ernaar om tijdig het ICT-budget te besteden. Per ketenpartner liggen diverse redenen, zoals capaciteitsproblemen, ten grondslag aan het niet tijdig besteden van de ICT-budgetten. De Tweede Kamer wordt door de ketenpartners geïnformeerd over de voortgang van de ICT-opgave en de daaraan gerelateerde kosten. Tevens worden eventuele risico’s op niet besteden van ICT budgetten inclusief voorgenomen maatregelen hierin meegenomen.
Vraag (2):
Hoe wordt voorkomen dat de opgehoogde ICT-budgetten opnieuw leiden tot onderschrijdingen in toekomstige begrotingen?
Antwoord:
Het ministerie van JenV zet zich uiteraard de komende tijd weer in om de ICT opgave te realiseren wat zal leiden tot financiële bestedingen van de ICT budgetten. De Tweede Kamer wordt door de ketenpartners geïnformeerd over de voortgang van de ICT-opgave en de daaraan gerelateerde kosten. Tevens worden eventuele risico’s op niet besteden van ICT budgetten inclusief voorgenomen maatregelen hierin meegenomen.
Vraag (3):
Wat is de actuele stand van zaken van het Duurzaam Digital Stelsel (DDS), en welke maatregelen zorgen ervoor dat deze investering daadwerkelijk leidt tot betere samenwerking en snellere informatie-uitwisseling in de strafrechtketen?
Antwoord
In het Duurzaam Digitaal Stelsel (DDS) werken de betrokken ketenpartijen samen aan de digitaliseringsopgaven van de strafrechtketen op basis van het Ketenmeerjarenplan Digitalisering Strafrechtketen 2025–2029. Dit plan vormt de basis voor een strategische IV-routekaart waarmee sturing wordt gegeven op de gezamenlijke opgaven. De ketenpartners zorgen ervoor dat ze, ieder voor zich én gezamenlijk, alles in het werk stellen om de invulling van de opgaven met betrekking tot informatievoorziening (IV-opgaven) voor het nieuwe Wetboek van Strafvordering op tijd af te hebben. Tevens werken de ketenpartners aan de IV-opgaven die voortvloeien uit de Europese e-Justice verordeningen. In de samenwerking zijn de afspraken, standaarden en voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de digitale informatie uitwisseling in het strafrechtproces centraal geplaatst. Op deze wijze levert de strafrechtketen een bijdrage aan een betere informatievoorziening ten behoeve van de werkprocessen van de organisaties.
Naast het zorgdragen dat de IV bij de ketenpartijen gereed is voor implementatie van het nWvSv en e-Justice, vraagt ook de noodzakelijke omschakeling van technisch verouderde primaire processystemen naar een meer moderne wendbare IV-ondersteuning, veel aandacht. De opgave voor de ketenpartijen is zowel in termen van portfolio als in termen van capaciteit en expertise zeer groot. Om die reden hebben de ketenpartijen in DDS verband afgesproken, om deze prioriteiten in de samenwerking de komende jaren centraal te stellen.
Vraag (4):
Kunt u toelichten hoe de motie-Kathmann [Kamerstuk 26643-1171]
wordt uitgevoerd? Welke middelen zijn hier voor uitgetrokken?
Antwoord:
In de brief van 9 oktober 2024 heeft toenmalig staatssecretaris Rechtsbescherming uw Kamer geïnformeerd over de uitvoering van de motie van het lid Kathmann over het gebruik van gezichtsherkenningssoftware. Er zijn geen extra middelen voor deze motie uitgetrokken.
Vraag (5):
Kunt u toelichten hoe de motie-Six Dijkstra [Kamerstuk 26643-1254] wordt uitgevoerd? Welke middelen zijn hier voor uitgetrokken?
Antwoord:
Deze vraag zal worden beantwoord door het ministerie van BZK. Het antwoord zal door hen aan uw Kamer worden toegezonden.
Vraag (6):
Kunt u toelichten hoe het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) is gefinancierd in 2025?
Antwoord
Het NCSC wordt als taakorganisatie van het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) voor een belangrijk deel gefinancierd uit de begroting van JenV. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) is vanuit JenV coördinerend opdrachtgever van het NCSC. Het overige deel van de financiering van het NCSC komt vanuit andere vakdepartementen als mede-opdrachtgevers van het NCSC.
De aansturing van het NCSC verloopt sinds het huidige jaar (2025) middels ‘meervoudig opdrachtgeverschap’. Dit betekent dat meerdere ministeries op hun eigen beleidsterrein een opdracht verlenen aan het NCSC. De begroting van het NCSC bestaat dus uit de financiële middelen die de opdrachtgevers aan het NCSC verstrekken voor het uitvoeren van de gegeven opdracht.
Vraag (7):
Kunt u toelichten waarom het budget uit de opdrachtenpost voor het NCSC is teruggebracht naar €0?
Antwoord
Dit budget is teruggebracht naar €0 vanwege een technische overboeking van de middelen naar artikel 91 van de begroting van JenV, daar het uitgaven betreft die worden verantwoord op het apparaatsartikel. Deze overboeking leidt niet tot minder beschikbaar budget.
Vraag (8):
Hoe kan de Kamer de uitgaven aan het NCSC (en doelmatigheid en doeltreffendheid hiervan) in de toekomst volgen?
Antwoord
Over de uitgaven van het NCSC wordt verantwoord aan de Kamer middels de jaarverslagen van JenV en de jaarlijkse voortgangsrapportage Nederlandse Cyber Security Strategie.
Overige/overkoepelende vragen die betrekking hebben op meerdere begrotingen
Vraag (33):
Kunt u toelichten hoe de motie-Kathmann-White [Kamerstuk 36455-(R2188)-11] wordt uitgevoerd? Welke middelen zijn hier voor uitgetrokken?
Antwoord:
Het kabinet onderschrijft het belang dat alle inwoners binnen het Koninkrijk der Nederlanden een gelijkwaardige en adequate bescherming van hun persoonsgegevens verdienen. Juist met dit doel hebben de vier landen binnen het Koninkrijk in 2021 gezamenlijk besloten om op consensuele wijze te komen tot de consensusrijkwet Harmonisatie Gegevensbescherming in het Justitieel Vierlpartijenoverleg (JVO).
In dit kader is een ambtelijke werkgroep ingesteld, waarin alle landen van het Koninkrijk, inclusief Caribisch Nederland, zijn vertegenwoordigd. Deze werkgroep werkt reeds meerdere jaren intensief en constructief samen aan de totstandkoming van een gezamenlijk wettelijk kader. Het eerste concept van het wetsvoorstel is gereed en voorgelegd aan het JVO in september 2025. De verwachting is dat het wetsvoorstel inclusief integrale uitvoeringstoets in 2026 afgerond zal worden waarna het wetsvoorstel ter consultatie zal worden aangeboden.
Relevant is dat het Caribisch deel van het Koninkrijk een bijstandsverzoek heeft gedaan gericht op juridische ondersteuning bij de implementatie van de wetgeving, het in gezamenlijkheid opzetten van een train-de-trainertraject en het ontwikkelen van een bewustwordingscampagne. Het kabinet heeft welwillend op dit verzoek gereageerd en geeft hier uitvoering aan. In het kader hiervan zullen in het eerste kwartaal in 2026 twee vacatures worden uitgezet ten behoeve van deze ondersteuning.