[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op het verzoek van het lid Kostic, gedaan tijdens het plenaire debat van 17 december 2025, over de vertrouwelijke analyse Landsadvocaat over de Kaderrichtlijn Water (KRW)

Brief regering

Nummer: 2025D53360, datum: 2025-12-18, bijgewerkt: 2025-12-18 17:17, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z22489:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Op 18 juli jl. is de Kamer geïnformeerd over de opvolging van de toezegging om de Landsadvocaat een juridische analyse uit te laten voeren naar de stand
van zaken van de risico’s met betrekking tot de Kaderrichtlijn Water.

Zoals in die brief aangegeven kan de Kamer in de openbaarheid alleen op hoofdlijn geïnformeerd worden over de inhoud van dat advies en zou het advies zelf als vertrouwelijk stuk conform de daarvoor geldende regeling met de Kamer gedeeld worden (Kamerstukken 27 625, nr. 716).

In het plenaire debat op 17 december jl. gaf het lid Kostić aan dat dit advies niet beschikbaar was bij het centraal informatiepunt (CIP) van de Kamer. Dit leidde tot een discussie, aangezien het stuk wel verzonden zou zijn. Naar aanleiding van het debat is een brief gevraagd door het lid Kostić.

Er is nadien ambtelijk contact gezocht met de griffie om na te gaan wat hier mis is gegaan. De conclusie is dat het lid Kostić een terechte constatering deed dat het stuk niet bij het CIP beschikbaar was. Het is wel verzonden door het departement, maar uit de eerste analyse blijkt dat waarschijnlijk een afwijkende verzendwijze is gebruikt in plaats van de reguliere werkstroom voor vertrouwelijke stukken, waardoor het niet als zodanig is herkend bij binnenkomst en ter inzage is gelegd.

Het advies zal alsnog door de griffie als vertrouwelijk stuk ter inzage worden gelegd bij het CIP.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

ing. R. (Robert) Tieman