[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde Agenda Raad voor Concurrentievermogen 22-23 mei 2025 (o.a. Kamerstuk 21501-30-640)

Raad voor Concurrentievermogen

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2025D22573, datum: 2025-05-20, bijgewerkt: 2025-05-30 16:00, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2025D22573).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z08859:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2025D22573 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken en de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap voorgelegd over de Geannoteerde Agenda Raad voor Concurrentievermogen 22–23 mei 2025 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 640), het BSN-fiche: Mededeling over het EU-kompas voor concurrentievermogen (Kamerstuk 22 112, nr. 4004), het BNC-fiche: Mededeling Betere Regelgeving (Kamerstuk 22 112, nr. 4015), het BNC-fiche: wijziging verordeningen om de efficiëntie van EU-garanties te vergroten en rapportageverplichtingen te versimpelen (Omnibus II) (Kamerstuk 22 112, nr. 4014), het verslag Raad voor Concurrentievermogen van 12 maart 2025 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 637), het EU-voorstel: Het EU-kompas voor concurrentievermogen COM (2025) 30, het BNC-fiche: Verordening programma voor onderzoek en opleiding Euratom 2026–2027 (Kamerstuk 22 112, nr. 4025) en het verslag van het onderzoeks- en innovatiedeel van de informele Raad voor Concurrentievermogen 10–11 maart 2025 te Warschau (Polen) (Kamerstuk 21 501-30 nr. 639).

De voorzitter van de commissie,

Michon-Derksen

Adjunct-griffier van de commissie,

Krijger

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
II Antwoord/Reactie van het kabinet

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken voor het schriftelijke overleg over de Raad voor Concurrentievermogen van 22–23 mei 2025. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben een aantal vragen over het EU-kompas voor concurrentievermogen. Het kompas roept niet expliciet op tot meer publieke middelen en bevat enkel de oproep tot stroomlijning en versimpeling van wet- en regelgeving. Wat is het standpunt van het kabinet hierover? Hoe ziet hij dit in het licht van de aanbevelingen van het rapport Draghi, waarin juist wordt opgeroepen dat de EU jaarlijkse 750 tot 800 miljard euro meer moet investeren in de economie om «een langzame doodstrijd» te voorkomen? Wat is de inzet van het kabinet? Gaat dit kabinet pleiten voor meer investeringen in de Europese economie, ook met publieke middelen? Wat is zijn inzet bij de aanstaande onderhandelingen over het volgende Meerjarig Financieel Kader (MFK)?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat het kabinet de voorstellen op het terrein van aanbestedings- en mededingingsbeleid een aandachtspunt vindt omdat deze voorstellen volgens het kabinet niet mogen leiden tot verslechtering van een open en gelijk speelveld en eerlijke concurrentie. Kan het kabinet dit toelichten? Kan het kabinet hierbij ook ingaan op het feit dat landen als China en de VS zich nu niet aan de internationale spelregels houden, en dat ook de EU zich hier dus misschien op moet bezinnen? Onderschrijft het kabinet het feit dat de huidige geopolitieke situatie wellicht vraagt om het herijken van het Nederlandse standpunt rondom aanbestedingen en mededinging? Zou het niet juist goed zijn als de EU beleid door zou voeren waarbij bijvoorbeeld Europese bedrijven voorrang zouden krijgen bij Europese aanbestedingen? Wat is het standpunt van het kabinet hierin?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen voorts wat de strategie van het kabinet is om het concurrentievermogen op peil te krijgen. Het kabinet lijkt behoudend te zijn in aanvullende publieke investeringen én in het aanpassen van wetgeving bij aanbestedingen en mededinging. Op welke manier denkt het kabinet het concurrentievermogen van de EU te verbeteren? Het enkel verminderen van bureaucratie en het volmaken van de kapitaalmarktunie zal volgens genoemde leden niet voldoende zijn. Of heeft het kabinet informatie dat dit wel genoeg is om de concurrentiekracht op peil te krijgen? Zo ja, welke informatie is dat? Zo nee, welke aanvullende maatregelen gaat het kabinet hiervoor nemen? Is het kabinet bereid om binnen de Europese Unie te pleiten voor een regelmatige rapportage over de vorderingen op de aanbevelingen in het rapport-Draghi over het concurrentievermogen van de EU?1

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben ook nog enkele vragen over de verordeningen om de efficiëntie van EU-garanties te vergroten en rapportageverplichtingen te versimpelen (Omnibus II). Welke waarborgen kan het kabinet geven dat het Omnibus II voorstel de Europese wetgeving niet zodanig zal uitkleden dat belangrijke voorwaarden voor financiering komen te vervallen? Wat is hierbij de inzet van het kabinet? Welke delen van de rapportageverplichtingen zou hij wel en niet willen schrappen? Wat zijn hiervan de gevolgen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken.

De leden van de VVD-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat het kabinet de Europese Commissie oproept om in het volgende MFK optimaal gebruik te maken van innovatie financieringsconstructies waarbij een bijdrage geleverd kan worden aan het dichten van het financieringsgat voor innovatieve start- en scale-ups in de EU. Deze leden onderschrijven deze inzet.

De leden van de VVD-fractie lezen dat tijdens de Raad gesproken zal worden over kritieke grondstoffen. Wanneer kan de Kamer de uitkomsten verwachten van het onderzoek naar kritieke grondstoffen dat momenteel wordt verricht vanuit het Ministerie van Economische Zaken? Dit kan de discussie (in Nederlands verband) namelijk verbeteren.

De leden van de VVD-fractie lezen voorts dat het thema regeldruk op de agenda staat. Hoe reflecteert het kabinet op de recente conclusie van het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR),2 blijkens onderzoek naar aanleiding van de aangenomen motie van het lid Flach,3 dat een gemiddelde mkb-ondernemer 26 uur per maand kwijt is enkel met het voldoen aan EU-rapportageverplichtingen? Dat is ruim drie werkdagen per maand. Wat is het standpunt van het kabinet ten aanzien van de bevinding van het ATR dat er geen goed zicht is op de regeldruk die voortvloeit uit EU-regelgeving, maar dat EU-regelgeving wel zwaar weegt?

De leden van de VVD-fractie lezen voorts dat er momenteel nog interdepartementale afstemming plaatsvindt over het Europese voorkeursprincipe bij aanbestedingen. Genoemde leden zijn hierover verbaasd, aangezien het gesprek in de EU hierover dus al wel wordt gevoerd. Dit kan de effectiviteit van het borgen van Nederlandse belangen schaden, zo vrezen deze leden. Hoe reflecteert het kabinet hierop?

De leden van de VVD-fractie lezen in de geannoteerde agenda ook dat één van de voorgestelde Europese Onderzoeksruimte (ERA)-acties en ERA-beleidsthema’s kennisveiligheid betreft. Deze leden informeren wat momenteel de laatste stand van zaken is wat betreft het in Europees verband oppakken van het wetsvoorstel Screening kennisveiligheid. De leden van de VVD-fractie merken op dat de wet vanwege het waterbedeffect minder effectief is indien dergelijke screeningsmaatregelen niet in Europees verband opgepakt worden.

De leden van de VVD-fractie lezen in de geannoteerde agenda tevens dat Nederland zich aansluit bij de oproep voor een Europese strategie inzake kunstmatige intelligentie (AI) voor de wetenschap. Deelt het kabinet de opvatting van genoemde leden dat een dergelijke agenda nadrukkelijk de kansen van AI zou moeten benoemen en niet enkel de risico’s? Mocht zo’n agenda nieuwe regelgeving introduceren, hoe wordt dan voorkomen dat dit de innovatie remt, mede in het licht van het feit dat bijvoorbeeld in het rapport van Mario Draghi over het concurrentievermogen van de EU wordt gesteld dat de EU-verordening artificiële intelligentie (AI Act) dit risico behelst?

De leden van de VVD-fractie lezen tevens in de geannoteerde agenda dat de Raad zal spreken over ruimtevaart. Hoe is bij de totstandkoming van de Nederlandse inzet samengewerkt met het Ministerie van Defensie, vooral aangezien ruimtevaart één van de vijf Nederlandse gebieden is?

De leden van de VVD-fractie lezen tenslotte een aantal malen dat de Deense delegatie een toelichting zal geven op de prioriteiten van haar voorzitterschap. Wat zijn de prioriteiten van het Deense voorzitterschap?

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben daarover nog enkele vragen.

De leden van de NSC-fractie merken op dat de Clean Industrial Deal (CID) inzet op verbeterde investeringscondities en ruimere mogelijkheden voor staatssteun via het tijdelijk crisis- en transitiekader (TCTF). Zij verwijzen naar de motie-Postma,4 die de regering verzoekt om zich in EU-verband in te spannen om bij dergelijke staatssteunverruiming marktverstoring zoveel mogelijk te voorkomen. Is het kabinet bereid zich tijdens de Raad actief in te zetten voor Europese monitoring of standaardvoorwaarden voor steunmaatregelen? Wordt bij de inzet specifiek rekening gehouden met de positie van kleinere lidstaten met beperkte begrotingsruimte?

Daarnaast vragen de leden van de NSC-fractie hoe het kabinet beoordeelt of de CID voldoende waarborgen bevat om het gelijke speelveld binnen de interne markt te beschermen. Ziet het kabinet risico’s dat grotere lidstaten met meer fiscale ruimte onevenredig profiteren van de geboden staatssteunmogelijkheden? Welke maatregelen worden overwogen om dit te voorkomen?

De leden van de NSC-fractie onderschrijven het belang van vermindering van administratieve lasten bij aanbesteding, met name voor het mkb. Zij vragen of het kabinet in de herziening van de aanbestedingsrichtlijnen inzet op het verhogen van de Europese drempelbedragen voor zowel enkelvoudig als meervoudig onderhands aanbesteden, zodat meer opdrachten toegankelijk worden voor kleinere bedrijven en onnodige bureaucratie bij relatief kleine contracten wordt voorkomen.

De leden van de NSC-fractie steunen het voornemen om satellietdata beter in te zetten voor crisisbeheer en strategische veerkracht. Tegelijkertijd vragen zij op welke wijze toegang tot gevoelige ruimtevaartdata wordt geregeld. Welke waarborgen worden er ingebouwd ten aanzien van eigenaarschap, civiel-militair gebruik en interoperabiliteit van systemen?

Kan het kabinet aangeven of er een centrale entiteit of dataverzoekstructuur komt voor lidstaten, hulpdiensten en burgers? Zo ja, welke gegevens over burgers worden vastgesteld, gedeeld of geanalyseerd? Wordt dit getoetst aan de AI-verordening, de AVG en de Nederlandse Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv)?

Is het kabinet voorts bereid te pleiten voor strikte randvoorwaarden bij het delen van ruimtevaartdata met niet-EU-partners of commerciële platforms met het oog op kennisveiligheid en strategische autonomie?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennis genomen van de Lange-Termijn Ruimtevaartagenda (LTR). Zij delen de ambitie van het kabinet om in te zetten op cofinanciering met Europese programma’s. Een voorwaarde hiervoor is echter dat Nederland hiervoor zelf extra geld uittrekt. Deze leden merken op dat er bij de Voorjaarsnota5 geen extra geld voor het ruimtevaartprogramma is uitgetrokken. Kan het kabinet dit bevestigen? Welke middelen zijn er in 2025 en 2026 dan beschikbaar voor ruimtevaart, zo vragen deze leden. Hiermee strandt voorlopig ook de ambitie voor Europese cofinanciering. Wat zijn de consequenties hiervan voor de ambities in de langetermijnagenda. Welke kansen mist Nederland hierdoor en welke deadlines voor calls zijn er, zo vragen deze leden tevens.

De leden van de D66-fractie merken in dit verband op dat het kabinet vaker de wens uitspreekt om investeringen te doen via cofinanciering. Tegelijkertijd neemt het kabinet weinig initiatief om eigen publieke investeringen op gang te brengen waar financiering vanuit de EU mee gepaard zou kunnen gaan. Recent benoemde de Minister van Financiën nog dat hij vooral vindt dat er meer private investeringen moeten komen, en niet meer publieke financiering. Als dit de positie van het kabinet is, hoe verwachten zij dan cofinanciering vanuit de EU te ontvangen, zo vragen deze leden. Kan het kabinet een reflectie geven op hun strategie om cofinanciering los te krijgen en kunnen zij aangeven welke eigen investeringen daar tegenover staan, zo vragen deze leden.

De leden van de D66-fractie hebben voorts kennisgenomen van het BNC-fiche: Mededeling Betere Regelgeving. Deze leden onderschrijven de ambitie om de regeldruk te verlagen. Zij wijzen erop dat dit niet noodzakelijkerwijs hoeft te leiden tot het afzwakken van de inhoudelijke normen die de regels omvatten. Zo zouden administratieve lasten of rapportageverplichtingen kunnen worden geschrapt zonder de onderliggende norm los te laten, mits je meer innovatieve wijzen toepast van het sturen op uitkomsten. Onderschrijft het kabinet dit, zo vragen deze leden. Zo ja, welke inzet heeft het kabinet momenteel om deze werkwijze toe te passen bij het verlagen van de regeldruk? Kan het kabinet een uitputtende lijst geven van de regels die al deze kabinetsperiode zijn geschrapt?

II Antwoord/Reactie van het kabinet


  1. Europese Commissie, 9 september 2024, «The Draghi report on EU competitiveness» The Draghi report on EU competitiveness↩︎

  2. ATR, 28 april 2025, « Regeldruk Europese wetgeving niet goed in beeld, weegt wel zwaar» https://www.adviescollegeregeldruk.nl/actueel/nieuws/2025/04/28/regeldruk-europese-wetgeving-niet-goed-in-beeld-weegt-wel-zwaar↩︎

  3. Kamerstuk 32 637, nr. 609↩︎

  4. Kamerstuk 21 501-33, nr. 1119↩︎

  5. Kamerstuk 36 725 XIII (Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota))↩︎