Lijst van vragen (commissie Digitale Zaken) en antwoorden over het Jaarverslag 2024 van het Ministerie van Economische Zaken (Kamerstuk 36740-XIII-1)
Lijst van vragen en antwoorden
Nummer: 2025D27004, datum: 2025-06-10, bijgewerkt: 2025-06-10 18:41, versie: 2 (versie 1)
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: N.T.P. Wingelaar, voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken (Nieuw Sociaal Contract)
- Mede ondertekenaar: S.R. Muller, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2025Z11780:
- Indiener: E. Heinen, minister van Economische Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2025-06-30 18:00: Slotwet 2024, Jaarverslag 2024 en rapporten resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 ARK over de ministeries van BZK en van EZK, voor zover het onderwerpen betreft die zien op digitalisering (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Digitale Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de commissie Digitale Zaken bij het Jaarverslag [36 740 XIII-1] en het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 [36 740-XIII-2] van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, ingezonden op 28 mei 2025.
De antwoorden op de vragen over de Verantwoordingsstukken van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie van Justitie en Veiligheid en de antwoorden op de overkoepelende / overige vragen worden apart toegezonden.
Hoogachtend,
E. Heinen
Minister van Economische Zaken
36 740 XIII-1
10
Hoeveel beleids- of wetsaanpassingen zijn er voorbereid in het kader van
de AI-verordening? Wat is de planning voor 2025 en hoe verhoudt zich dit
tot de omnibus-pakketten?
Antwoord
Het aanwijzen van toezichthouders vereist formele uitvoeringswetgeving. AI wordt in veel sectoren gebruikt en de AI-verordening raakt aan diverse bestaande wetten. Naast het opstellen van een algemene uitvoeringswet, zal een aantal bestaande wetten moeten worden aangepast om nieuwe bevoegdheden aan bestaande toezichthouders toe te kennen. Dit betekent dat veel ministeries en toezichthouders betrokken zijn bij de inrichting van het toezicht op de AI-verordening en de uitvoeringswetgeving. Momenteel werken de betrokken ministeries onder leiding van EZ, BZK en JenV uit hoe het toezicht wordt ingericht. Nadat het kabinet een besluit heeft genomen over de inrichting van het toezicht op de AI-verordening, zal uw Kamer hierover geïnformeerd worden.
Naar verwachting komt er vanuit de Europese Commissie een omnibus voor de digitale sector. Het kabinet kijkt met interesse naar de plannen. Pas wanneer die omnibus er is, is het mogelijk om gevolgen van de omnibus voor de nationale uitvoeringswetgeving van de AI-verordening vast te stellen.
11
Welke acties zijn er inmiddels ondernomen voor de aanlanding van nieuwe onderzeese datakabels met steun van de Zeekabel Coalitie?
Antwoord
Met de Zeekabel Coalitie wordt actief ingezet op de aanlanding van strategische nieuwe onderzeese datakabels in Nederland, om onze positie als digitaal knooppunt te behouden en versterken. De Tweede Kamer is in september geïnformeerd over de voortgang.1 Er is onder andere een ambassadeur aangesteld, actief contact gelegd met aangekondigde en lopende zeekabelprojecten om de mogelijkheden voor aanlanding in Nederland te verkennen, overleg gestart met alle Nederlandse kustprovincies en onderzoek afgerond naar de behoefte aan nieuwe zeekabels.
Rond de zomer zal de Kamer via een brief nader worden geïnformeerd over de stand van zaken rondom de uitvoering van de moties-Kathmann c.s.2 en de eerdere motie-Kathmann3 die allemaal verband houden met zeekabelinfrastructuur.
12
Hoe wordt de positie van datacenters in de digitale economie gestimuleerd?
Antwoord
In de visie op datacenters is opgenomen dat vanuit het kabinet geen stimuleringsbeleid bestaat voor de vestiging van datacenters. Initiatieven voor groei of nieuwvestiging van datacenters, of clustering daarvan in bijvoorbeeld de vorm van tech-campussen, moeten uit de regio of de sector komen. De rol van EZ is faciliterend. Vanuit die rol zal EZ een werkgroep in het leven roepen om initiatieven op het gebied van datacenters (gekoppeld aan de verantwoordelijkheid van EZ voor de digitale infrastructuur) in kaart te brengen, te bespreken en waar mogelijk te ondersteunen.4 Tevens zal ik gezien de groeiende vraag, onderzoek doen naar de behoefte van datacentercapaciteit in Nederland van ons bedrijfsleven.
13
Wat zijn de meetbare effecten van de subsidie “Mijn Cyberweerbare Zaak” op de digitale weerbaarheid van het midden en kleinbedrijf (mkb)?
Antwoord
Sinds oktober 2023 biedt het ministerie van Economische Zaken de ‘cybersubsidie’ Mijn Cyberweerbare Zaak aan. De regeling is gestart met een pilot om te achterhalen of een subsidie helpt om de financiële drempels die kleine bedrijven ervaren om te investeren in cybermaatregelen (gedeeltelijk) weg te nemen. De effecten van deze subsidieregeling wordt met evaluaties gemeten. Uit de in begin 2024 uitgevoerde evaluatie door het onderzoeksbureau Market Response bleek dit het geval.5 De evaluatie concludeerde dat de regeling de doelgroep weet te bereiken en duidelijk aanzet tot het versneld doen van investeringen in cyberveiligheid. De helft van de aanvragers gaf aan dat ze de investering waarschijnlijk niet hadden gedaan zonder de subsidie, 41% van de aanvragers gaf aan de investering vanwege de subsidie eerder te hebben gedaan dan zonder subsidie. In 2024 is de regeling opnieuw opengesteld. Uit de meest recente interne evaluatie (april 2025) blijkt wederom een positieve impuls voor ondernemend Nederland. Zo geeft 56% van de aanvragers aan dat de regeling ondernemers stimuleert om sneller maatregelen te nemen en speelt financiële ondersteuning een duidelijke rol in de besluitvorming: 63% zou meer hebben geïnvesteerd in digitale weerbaarheid als er een hoger subsidiebedrag beschikbaar zou zijn. De regeling stimuleert organisaties om sneller te investeren in cyberweerbaarheid en bevordert het gebruik van gerichte ondersteuning zoals de door het Digital Trust Center aangeboden zelfevaluatiemiddel de ‘CyberVeilig Check’.