[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Beckerman en Bushoff over het bericht 'Wanhoop groot in versterkingsgebied: fouten in zeker 213 versterkingsdossiers'

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2025D30506, datum: 2025-06-27, bijgewerkt: 2025-06-27 12:32, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2025Z12131:

Preview document (🔗 origineel)


AH 2554

2025Z12131

Antwoord van staatssecretaris Van Marum (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 27 juni 2025)

Vraag 1

Kent u het onderzoek van Pointer waarin zij in slechts acht weken fouten ontdekten in 213 versterkingsdossiers? 1)

Antwoord op vraag 1

Ja, ik ken dit onderzoek.

Vraag 2

Erkent u dat er zowel grote fouten worden gemaakt in rapporten die bepalen of een huis veilig is als bij de uitvoering?

Antwoord op vraag 2

Dit vraagt om enige nuancering. Ik zie de fouten die zijn gemeld bij Pointer en ik begrijp erg goed hoe frustrerend dit is voor bewoners. Om bewoners op grote schaal zekerheid te bieden heb ik ACVG gevraagd onafhankelijk onderzoek te doen naar de kwaliteit van beoordelingsrapporten. Ik heb uw Kamer op 23 juni jl.1 geïnformeerd over de eerste bevindingen daarvan. In haar onderzoek heeft het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) géén aanwijzingen voor onjuist beoordeelde adressen gevonden bij reguliere beoordelingen en beoordelingen in de typologieaanpak. Wel ziet ACVG dat in een aantal bezwaarprocedures het eindoordeel is aangepast van “op-norm” naar “niet-op-norm” en dat 5 dossiers vragen om nadere controle door NCG. Voor wat betreft de beoordelingen die zijn gedaan met de Praktijkaanpak 2.0 constateert ACVG dat berekeningsrapporten in het merendeel van gevallen ontbreken bij NCG, doordat die door ingenieursbureaus niet tot een rapport worden uitgewerkt. Ook heeft ACVG in onderliggende dossiers soms fouten geconstateerd, maar die hebben geen gevolgen voor het veiligheidsoordeel. Tegelijkertijd beoordeelt ACVG de kwaliteit van de technische rapporten bij zowel de reguliere beoordelingen als bij de typologieaanpak als goed.

De eerste resultaten van ACVG laten zien dat er geen fouten zijn geconstateerd in rapporten die gevolgen hebben voor het veiligheidsoordeel. Ook laat het aanpassen van het eindoordeel in het proces van bezwaar zien dat fouten worden gesignaleerd en gecorrigeerd. Dat fouten beperkt voor komen geeft mij meer vertrouwen in de bestaande controlemechanismen. Tegelijkertijd is de versterkingsoperatie complex en groot in omvang. Het is niet realistisch om foutloos te werken. Ik realiseer mij goed dat iedere fout een grote invloed kan hebben op het leven van bewoners en het vertrouwen dat zij hebben in de uitkomsten. Dat geldt zowel voor fouten in rapporten als voor fouten in de uitvoering en dat is terug te zien in het onderzoek van Pointer.

Het is van groot belang om fouten op te lossen op een manier waarbij de behoeften van de bewoners centraal staan. Ik heb in meerdere brieven aan uw Kamer benadrukt dat communicatie nog te vaak niet goed gaat. Daarom heb ik uw Kamer op 23 juni jl. geïnformeerd over mijn afspraken met NCG en de wijze waarop de communicatie moet worden verbeterd, het risico op fouten moet worden verminderd en de kwaliteit van het gehele versterkingsproces beter moet worden geborgd. Ik hoop ten zeerste dat mijn afspraken met NCG leiden tot merkbare verbeteringen voor bewoners in verschillende fases van de versterking.

Vraag 3

Erkent u dat de gevolgen voor betrokken bewoners immens groot kunnen zijn?

Antwoord op vraag 3

Jazeker, ik erken dat bij fouten de gevolgen voor betrokken bewoners groot kunnen zijn. Zie ook mijn antwoord op vraag 2.

Vraag 4

Bovengenoemde problemen zijn weliswaar schokkend en onacceptabel, maar niet nieuw, al langere tijd trekken Kamerleden aan de bel over zowel bouwfouten als fouten in rapporten. Welke stappen heeft u gezet om deze problemen te voorkomen en aan te pakken?

Antwoord op vraag 4

In mijn Kamerbrief van 13 maart jl.2 ben ik uitgebreid ingegaan op de stappen die zijn gezet om de kwaliteit van beoordelingsrapporten te verbeteren en beter te borgen. Daarnaast heb ik uw Kamer op 23 juni jl.3 geïnformeerd over de eerste bevindingen van het ACVG en verschillende afspraken die ik met NCG heb gemaakt. Zie ook mijn antwoord op vraag 2.

Concreet zijn deze afspraken voor beoordelingsrapporten dat:

  • NCG álle beoordelingen met de praktijkaanpak sinds februari aanvullend nakijkt, in plaats van alleen die van de risicovolle adressen.

  • NCG zal beschikken over complete dossiers, met terugwerkende kracht. Bij beoordelingen die nog gedaan moeten worden, gebeurt dit per direct, doordat NCG sinds februari alle beoordelingen nakijkt. Daarnaast maakt NCG alle dossiers uit het verleden compleet richting juli 2026.

  • NCG haar communicatie met bewoners verbetert. Bewoners worden altijd gebeld door bewonersbegeleiders nadat een besluit ”op-norm” is verzonden om het rapport toe te lichten. Als de bewoner technische vragen heeft en behoefte heeft aan een fysiek gesprek, wordt het gesprek ingepland met iemand die de juiste technische uitleg kan geven.

Voor het verbeteren van de kwaliteitsborging in het versterkingsproces heb ik met NCG het volgende afgesproken:

  • NCG organiseert vanaf het eerste kwartaal van 2026 extern toezicht in iedere fase van het versterkingsproces. Dit moet leiden tot meer consistentie in de geleverde kwaliteit binnen de gehele versterkingsoperatie, mede door een continu leer- en verbeterproces op basis van de bevindingen.

  • Daarnaast scherpt NCG in twee stappen bouwtoezicht aan. Vanaf september 2025 scherpt NCG bouwtoezicht aan voor grote risicovolle projecten door gerichtere controles toe te passen. Vanaf december 2025 zal dit ook gelden voor lichte en middelzware versterkingen. Het opschalen van bouwtoezicht draagt bij aan het beperken van bouwfouten.

  • Als bewoners ondanks deze afspraken worden geconfronteerd met bouwfouten, kunnen zij dat altijd via hun bewonersbegeleider en via het bewonerscontactcentrum melden bij het recent geïntroduceerde nazorg loket.

Vraag 5

Deelt u de mening van advocaat De Goede dat dit slechts ‘het topje van de ijsberg’ is en er nog veel meer zaken zijn waarbij ernstige fouten zijn gemaakt?

Antwoord op vraag 5

Vooralsnog niet. Er is contact met de werkgroep van mijnbouw advocaten. Tot op heden hebben we 39 voorbeelden ontvangen van dossiers waarin fouten zitten en deze waren al bekend bij NCG. Dit doet er voor mij overigens niets aan af dat deze mensen geconfronteerd zijn met fouten en ik wil dat deze opgelost worden.

Vraag 6

De directeur Nationaal Coördinator Groningen antwoordde in de uitzending van Pointer van 9 februari op de vraag over hoeveel versterkingsrapporten fouten bevatten met "enkele incidenten", maar zei daar later over “Die uitspraak had ik niet moeten doen, en ik sta daar niet meer achter”. Bent u er inmiddels ook van doordrongen dat het niet gaat om incidenten maar om een groot probleem? 2)

Antwoord op vraag 6

Zie mijn antwoord op vraag 2. Los daarvan wil ik dat elke fout opgelost wordt.

Vraag 7

U beloofde de Tweede Kamer dat er voor de zomer een eerste onderzoek van Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) zou liggen naar de fouten in versterkingsrapporten. Hoe staat het daarmee? Kunt u zorgen dat dit voor 2 juli 2025 met de Tweede Kamer gedeeld wordt, zodat de Tweede Kamer erover kan debatteren en er nog voor het zomerreces concrete maatregelen kunnen worden genomen om gedupeerden te helpen?

Antwoord op vraag 7

Ja, zie mijn brief van 23 juni jl.4

Vraag 8

Ook beloofde u de Tweede Kamer voor de zomer te infomeren over de aanpak van het voorkomen en oplossen van bouwfouten zoals van u gevraagd met motie Beckerman c.s. (Kamerstuk 36600, nr. 98). Hoe staat het daarmee? Kunt u zorgen dat dit voor 2 juli 2025 met de Tweede Kamer gedeeld wordt, zodat de Tweede Kamer erover kan debatteren en er nog voor het zomerreces concrete maatregelen kunnen worden genomen om gedupeerden te helpen?

Antwoord op vraag 8

Ja, zie mijn brief van 23 juni jl.5

Vraag 9

Erkent u dat wanneer gedupeerden nu bouwfouten constateren dat vaak een lange strijd wordt om die erkend en aangepakt te krijgen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe wilt u dit aanpakken?

Antwoord op vraag 9

Het komt helaas voor dat het lang duurt om bouwfouten op te lossen, bijvoorbeeld omdat bouwfouten niet altijd als zodanig worden erkend door de aannemer, of omdat een aannemer de bouwfout teruglegt bij een onderaannemer. In mijn Kamerbrief van 23 juni jl.6 ben ik ingegaan op mijn inzet om bouwfouten zo veel mogelijk te voorkomen, vroegtijdig te identificeren en te verhelpen. Vanwege de signalen over bouwfouten, heeft NCG daarvoor een nazorg loket ingericht dat inmiddels operationeel is. Mochten bewoners alsnog geconfronteerd worden met bouwfouten, dan kunnen zij bij het nazorgloket van NCG terecht.

Bewoners die in eigen beheer de versterking hebben uitgevoerd en geconfronteerd worden met bouwfouten die zijn veroorzaakt door de aannemer, zullen op termijn net als andere bewoners gebruik kunnen maken van kosteloze juridische en bouwkundige bijstand. Hier wordt aan gewerkt in het kader van de wijziging van de subsidieregeling rechtsbijstand en de regeling voor bijstand door overige deskundigen in de regeling Tijdelijke wet Groningen.

Vraag 10

Erkent u dat bouwfouten voorkomen weliswaar capaciteit vraagt en geld kost, maar bouwfouten aanpakken vaak veel duurder en complexer is?

Antwoord op vraag 10

Dat erken ik. Daarom heb ik afspraken gemaakt met NCG om de kwaliteitsborging in het versterkingsproces te verbeteren. Ik ben hier in mijn Kamerbrief van 23 juni jl.7 en in het antwoord op vraag 4 uitgebreid op ingegaan.

Vraag 11

Directeur Nationaal Coördinator Groningen heeft tijdens een bijeenkomst van Pointer aangegeven dat ze vindt dat de overheidsinstanties te veel afzonderlijk werken en samen moeten optrekken, een zogeheten ‘een-overheidsaanpak’, zij zei: “De instituten werken nu nog te verschillend”, deelt u deze opvatting? 2)

Antwoord op vraag 11

In mijn beleidsbrief8 van 24 januari jl. en mijn Kamerbrief van 23 juni jl. heb ik mijn inzet voor een één-overheidsaanpak beschreven. Ik ben met de regionale overheden, uitvoeringsorganisaties bezig om afspraken te maken over onze gezamenlijke ambitie om vaker én beter als één overheid samen te werken.

Vraag 12

Deelt u onze opvatting dat we te maken blijven houden met systeemfalen wanneer de beloofde een-overheidsaanpak uitblijft?

Antwoord op vraag 12

Nee, zie mijn antwoord op vraag 11.

Vraag 13

In de uitzending van Pointer geeft u enkel aan wat u niet wil, kunt u aangeven wat u wel wil gaan doen? Welke doorbraken wilt u forceren om te zorgen dat gedupeerde Groningers erop kunnen rekenen dat zij eindelijk centraal komen te staan?

Antwoord op vraag 13

In mijn beleidsbrief van 24 januari jl.9, de kabinetsreactie op de Staat van Groningen en Noord-Drenthe10 en mijn Kamerbrief van 23 juni jl. heb ik meerdere zaken benoemd waar ik me de komende periode nog voor wil inzetten, zoals het beter borgen van de kwaliteit van de versterking en het verbeteren van de communicatie met bewoners. De rode draad hierin zijn mijn vier leidende principes, namelijk dat de overheid:

1. niemand vergeet, zeker ook de zwaarst getroffen bewoners en complexe gevallen niet,

2. proactief, doelmatig en rechtmatig te werk gaat,

3. luistert én handelt, en

4. de veiligheid van de versterkingsoperatie centraal blijft stellen.

Ook de acties die zijn ingezet in het kader van Nij Begun dragen hieraan bij.

Vraag 14

In de Pointer uitzending komt ook een voormalig medewerker van de NCG aan het woord, deelt u diens analyse dat de NCG stroperig werkt en beslissingen langs vele lagen van de organisatie moeten? 3) Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u deze stroperigheid verminderen?

Antwoord op vraag 14

NCG is een publieke uitvoeringsorganisatie, waar publiek geld wordt uitgegeven en die te maken heeft met wet- en regelgeving waar iedereen mee te maken heeft, bijvoorbeeld op het gebied van bouwen. Ik heb uitvoerig gesproken met NCG over de efficiëntie van processen en het scheiden van nut en noodzaak. De huidige processen zijn noodzakelijk om verantwoording af te kunnen leggen als publieke uitvoeringsorganisatie, om toe te kunnen zien op de geleverde kwaliteit en om te kunnen voldoen aan geldende wet- en regelgeving.

Hiermee wil ik niets afdoen aan het feit dat er verbetering mogelijk en noodzakelijk is in bijvoorbeeld de efficiëntie van de processen. Er is namelijk altijd een groep van mensen voor wie het systeem niet past en die daardoor vastlopen. Ik heb dan ook geconstateerd dat er een groep bewoners is met complexe situaties waarvoor dit verbeterd moet worden. Ik heb hierover uw Kamer geïnformeerd op 25 juni jl.11

Vraag 15

Schrikt u van de uitspraak “Je moet dat huis gewoon zien, anders weet je niet hoe de constructie in elkaar zit en wat er onder de grond zit. Ik heb constant het gevoel gehad dat ik lopendebandwerk aan het uitvoeren was en ik had geen idee of wat ik voorgeschoteld kreeg op werkelijkheid berustte”? Erkent u dat hoge werkdruk en weinig tijd per dossier er makkelijk fouten sluipen in dossiers waar gedupeerden de dupe van worden? Welke veranderingen wilt u doorvoeren?

Antwoord op vraag 15

Ja, eenzijdige aandacht voor snelheid heeft negatieve gevolgen voor bewoners. Het is precies de reden dat ik in mijn beleidsbrief heb geschreven dat ik de aandacht tussen snelheid en kwaliteit met elkaar in balans wil brengen. Juist om die reden heb ik de diepteanalyse in september 2024 naar uw Kamer gestuurd12 en heb ik afgesproken dat deze jaarlijks geactualiseerd wordt. Op deze manier heb ik meer grip op het effect van bepaalde besluiten of risico's in de uitvoering en kan ik eenvoudiger bijsturen. Ook heb ik met NCG afgesproken dat de kwaliteitsborging binnen de gehele versterkingsoperatie wordt verbeterd.

Vraag 16

In de kabinetsreactie op de parlementaire enquête heeft het toenmalige kabinet geschreven “Het kabinet is ervan overtuigd dat het vertrouwen van gedupeerden in de overheid alleen hersteld kan worden wanneer in het handelen van de overheid en de uitvoeringsinstanties vertrouwen in gedupeerden het vertrekpunt is”. Wat is hiervan terecht gekomen?

Antwoord op vraag 16

Laat ik vooropstellen dat het uitgangspunt van de beoordelingsrapporten is om te onderzoeken of een woning of ander gebouw veilig is. Om die vraag te kunnen beantwoorden is specialistische kennis nodig waarop wij moeten vertrouwen.

Verder zijn er in het kader van Nij Begun door NCG en IMG meerdere stappen ondernomen om de bewoner zelf, en daarmee het vertrouwen in de bewoner, als uitgangspunt te nemen. Zo is er een soepelere omgang met de termijnen en hebben bewonersbegeleiders van NCG tot 50.000 euro mandaat gekregen om knelpunten op te lossen. In de schadeafhandeling zijn alternatieven ontwikkeld voor de procedure waarbij de oorzaak van individuele schades werd onderzocht: zo is de hoogte van de eenmalige vaste vergoeding verdubbeld en kunnen gedupeerden tot € 60.000 schades in hun woning laten herstellen zonder onderzoek naar de oorzaak met de regeling voor daadwerkelijk herstel. Belangrijk is wel dat we beseffen dat vertrouwen te voet komt en te paard gaat. Het zal nog vele jaren kosten tot het vertrouwen van de Groningse burger in de overheid is hersteld.

Vraag 17

In de kabinetsreactie op de parlementaire enquête heeft het toenmalige kabinet geschreven “Het kabinet kiest daarom voor een fundamentele omslag”. Wat is hiervan terecht gekomen? Deelt u de mening dat de verhalen van gedupeerden in de uitzending van Pointer in helemaal niets te zien is van de beloofde fundamentele omslag waarbij het perspectief van bewoners centraal staat?

Antwoord op vraag 17

Nee, ik deel de mening dat er niets te zien is van de beloofde fundamentele omslag niet. Er zijn sinds de parlementaire enquête veel maatregelen geïntroduceerd om de uitvoering milder, makkelijker en menselijker te maken. Ik deel wel de mening dat het nog beter moet en kan. Daar werken mijn ambtenaren, uitvoeringsorganisaties en ik elke dag hard aan.

Vraag 18

Uit onderzoek van het Gasberaad blijkt dat veel mensen in het versterkingsgebied op de lijst staan voor versterking, ook als dat niet zo is. Hoe en wanneer gaat u zorgen dat deze groep duidelijkheid krijgt? Hoe gaat u zorgen dat deze bewoners krijgen waar ze recht op hebben en niet na jaren tevergeefs wachten met lege handen achterblijven?

Antwoord op vraag 18

Het is mij bekend dat mensen soms in de verwachting leven dat hun woning versterkt moet worden, ook al is dit feitelijk niet zo omdat hun woning niet in de versterkingsopgave zit. Ik ga met NCG en de regio in overleg hoe we deze mensen wel duidelijkheid kunnen geven over de veiligheid van hun woning. Ik ben me ervan bewust dat dit meer is dan een technische uitleg door NCG.

Vraag 19

Klopt het dat bewoners in het versterkingsgebied die al lang wachten maar geen opname hebben gehad zijn uitgesloten voor de €2.500 regeling (Nij Begun maatregel 16) ter compensatie voor het lange wachten? Bent u bereid dit aan te passen?

Antwoord op vraag 19

Ook bewoners die nog een opname zullen krijgen hebben recht op de vergoeding vanuit maatregel 16 uit Nij Begun. Bewoners die niet in de scope van de versterking zitten, ontvangen die vergoeding niet. Zie voor verdere toelichting mijn voortgangsbrief van 23 juni, waarmee ik ook in ben gegaan op de motie van leden Beckerman en Bushoff13 op 24 september jl.

Voor de volledigheid: in de betreffende brief heb ik geschreven dat de uitbreiding budgettair geformaliseerd kan worden bij de Voorjaarsnota 2025. Dit had de Ontwerpbegroting 2026 moeten zijn.

Vraag 20

Terecht wordt nu bij de versterking, waar dit kan, weer gekozen voor een gebiedsgerichte aanpak, krijgt u ook signalen van bewoners waarvan het huis al is aangepakt op deze locaties dat zij onvoldoende worden meegenomen in de aanpak? Erkent u dat deze versterking ook grote impact kan hebben op deze bewoners die soms zelfs opnieuw hun huis uitmoeten en dat het daarom wenselijk is ook hun zorgen en wensen serieus te nemen?

Antwoord op vraag 20

Ik herken niet dat, los van incidenten, bewoners onvoldoende worden meegenomen wanneer er in hun buurt versterkt wordt. Vanuit de gebiedsgerichte aanpak wordt de omgeving meegenomen wanneer er in een buurt of wijk grootschalig wordt versterkt. In vele dorpen vinden daarom ook inloopmarkten en informatieavonden plaats. Vervolgens is het maatwerk om per gebied te bepalen of het wenselijk is dat mensen uit huis gaan vanwege de mate van overlast. Wat ook kan gebeuren voor het dempen van onaanvaardbare verschillen uit het verleden, is dat mensen in een wijk opnieuw worden meegenomen in versterkingsplannen. Uiteraard neem ik de zorgen en wensen van bewoners zeer serieus. Het centraal stellen van de bewoner is ook een kernwaarde van NCG. Mochten u signalen bereiken die anders zijn, dan hoor ik dat graag.

Vraag 21

In eerdere sets Kamervragen (onder andere 2025Z00078) namen we vragen op over de zorgen over de onafhankelijkheid van experts en de vergewisplicht van NCG en IMG. U kon deze toen nog niet beantwoorden, kunt u deze inmiddels wel antwoorden?

Antwoord op vraag 21

In antwoord op eerdere Kamervragen heb ik inderdaad geantwoord dat ik niet kon ingaan op de onafhankelijkheid van experts en de vergewisplicht hierin van NCG en IMG. U stelde hier eerdere vragen over naar aanleiding van tussenuitspraken in individuele zaken. NCG heeft in die zaken de gelegenheid gekregen om een aanvullende motivering te geven. Ik deed geen inhoudelijke uitspraken, omdat de zaken waaraan u refereert nog onder de rechter zijn. Op dit moment is dat nog steeds zo.

Vraag 22

Gedupeerden kunnen erg geholpen zijn met de bestaande regelingen voor kosteloze juridische, technische en financiële bijstand. Welke stappen gaat u zetten om te zorgen dat alle gedupeerden weten van het bestaan van deze regelingen?

Antwoord op vraag 22

Ik ben het met u eens dat eigenaren goed geholpen kunnen zijn door de regelingen voor bijstand. Temeer nu deze regelingen worden uitgebreid met extra deskundigen, en mede toegepast kunnen worden op civiele zaken zoals bijvoorbeeld tussen een eigenaar en aannemer. In mijn brief van 22 januari jl.14 heb ik u aangegeven welke acties de betrokken partijen en ik hebben gezet, of gaan zetten, om de bekendheid onder eigenaren met deze regelingen te vergroten. Specifiek noem ik dat de Raad voor Rechtsbijstand (hierna: RvR) met Stut en Steun een flyer over de regeling op B1-taalniveau heeft ontwikkeld. Deze flyer wordt deze zomer verspreid op een groot aantal steunpunten in de regio, waaronder die van IMG, NCG, Stut en Steun en gemeenten. Met de RvR wordt bekeken hoe hieraan (lokale) media-aandacht gegeven kan worden. Overigens geeft de RvR aan dat vanaf oktober jl. een toename te zien is in het aantal rechtsbijstandsaanvragen per maand (van circa 40 naar circa 70 aanvragen per maand).

Vraag 23

Niet alles is ellende, de waardevermeerderingsregeling is voor velen goed geweest, waarom stopt juist deze populaire regeling eerder dan dat de subsidieregeling (maatregel 29) uit Nij begun voor alle gedupeerden is gestart? Kunt u de regeling langer openhouden voor postcodes die op 31 december 2025 nog geen aanvraag kunnen doen voor de nieuwe isolatiesubsidie?

Antwoord op vraag 23

Tot 31 december 2025 is het voor bewoners van het effectgebied mogelijk om een subsidie aan te vragen voor de verduurzaming van hun woning op grond van de waardevermeerderingsregeling. Vanaf het moment dat de subsidie wordt verleend, is er een ruime periode van 24 maanden beschikbaar om de verduurzamingsmaatregelen uit te (laten) voeren. Deze periode kan eventueel verlengd worden tot negen maanden wanneer voor het einde van het verduurzamingstermijn blijkt dat er extra tijd nodig is om de maatregelen te kunnen treffen. Het uitvoeren van verduurzamingsmaatregelen kan immers wat meer tijd kosten en ik wil iedereen de tijd en ruimte blijven bieden om dat naar behoren te kunnen voltooien.

Het openstellen van de regeling na 31 december 2025 is niet mogelijk, omdat hiervoor geen financiële ruimte is op de begroting. Ik wijs bewoners er dan ook graag op de aanvraag dit jaar te doen.

Vraag 24

Na de val van het kabinet werd - terecht - direct gezegd dat het Groningendossier niet stil mag komen te liggen. Welke stappen wilt u de komende maanden nog zetten?

Antwoord op vraag 24

In de kabinetsreactie op de Staat van Groningen en Noord-Drenthe15 en in mijn Kamerbrief van 23 juni jl.16 heb ik aangegeven welke stappen ik de komende maanden nog wil zeggen. Ik kan, wil en ga niet achteroverleunen op dit dossier.


  1. Kamerstuk 33529 nr. 1319↩︎

  2. Kamerstuk 33529, nr. 1279↩︎

  3. Kamerstuk 33529 nr. 1319↩︎

  4. Kamerstuk 33529 nr. 1319↩︎

  5. Kamerstuk 33529 nr. 1319↩︎

  6. Kamerstuk 33 529 nr. 1319↩︎

  7. Kamerstuk 33 529 nr. 1319↩︎

  8. Kamerstuk 35 561, nr. 66↩︎

  9. Kamerstuk 35 561, nr. 66↩︎

  10. Kamerstuk 35 561, nr. 72↩︎

  11. Kamerstuk 35 561, nr. 73↩︎

  12. Kamerstuk 33 529, nr. 1246 en Kamerstuk 33 529, nr. 1282↩︎

  13. Kamerstuk 33529, nr. 1251↩︎

  14. Kamerstuk 36 094, nr. 29↩︎

  15. Kamerstuk 35 561, nr. 72↩︎

  16. Kamerstuk 33 529 nr. 1319↩︎