[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde Agenda Milieuraad van 21 oktober 2025 (Kamerstuk 21501-08-1007)

Milieuraad

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2025D43943, datum: 2025-10-09, bijgewerkt: 2025-10-13 16:31, versie: 3 (versie 1, versie 2)

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2025D43943).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z18370:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2025D43943 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de geannoteerde agenda van de Milieuraad op 21 oktober 2025 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 1007), het verslag van de Milieuraad van 18 september 2025 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 1008), het verslag van de informele bijeenkomst van milieu- en klimaatministers van 10–11 juli 2025 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 1006), de kwartaalrapportage Q1 en Q2 2025 Milieudossiers en Transportdossiers (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1142) en het fiche: ECHA-verordening (Kamerstuk 22 112, nr. 4162).

De voorzitter van de commissie,

P. de Groot

Adjunct-griffier van de commissie,

Van der Graaf

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inleiding

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Milieuraad op 21 oktober 2025, maar hebben op dit moment geen vragen of opmerkingen.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Milieuraad van 21 oktober en hebben hierover enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie spreken hun dank uit voor de onderhavige stukken. Zij hebben op dit moment geen verdere vragen.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de Nederlandse inzet voor de COP30 en hebben dit meegenomen in het debat met de Minister van Klimaat en Groene Groei over de COP30 op donderdag 2 oktober 2025. Deze leden zien uit naar de aankomende updates over de onderhandelingen binnen Europa en hopen op een rechtvaardige en ambitieuze Europese inzet voor de COP.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken zich zorgen om de achterblijvende bescherming van zee en oceaan. De kwaliteit van de natuur gaat nog steeds achteruit in plaats van vooruit. Visserij en vervuiling, direct en indirect, verstoring van de bodem en ander intensief gebruik zijn de boosdoener. Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat zonder verdergaande strenge regelgeving, betere handhaving van die regels en internationale harmonisatie, de achteruitgang niet kan worden gestopt? Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat het voorzorgsbeginsel een leidend principe moet worden bij de uitwerking van het Oceaanpact? Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat zonder juridisch bindende afspraken de waarde van het pact zeer beperkt is? Wat wordt de inzet van Nederland hierop?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn van mening dat Nederland moet pleiten voor strenge bindende regels die worden gehandhaafd en gesanctioneerd. Zowel landen als individuele overtreders moeten ter verantwoording geroepen kunnen worden. Nederland kan hier een goed voorbeeld in zijn door zelf de handhaving te verbeteren. Is de Staatssecretaris het hiermee eens? Eén van de grote problemen waar de zee-natuur mee kampt is de visserij. Zowel overbevissing als destructieve visserijmethoden brengen grote schade toe. Deze leden vragen de Staatssecretaris om in te zetten op een aanpak van destructieve «bodem trawlers», zeker in beschermde gebieden (MPA’s). Is hij hiertoe bereid? Juist de Noordzee is zwaar beschadigd door de bodemvisserij, scheepvaart, energiewinning en vervuiling vanuit rivieren. Welke lessen gaat Nederland inbrengen in het debat en welke goede voorbeelden en eigen ambitie om andere landen mee te nemen?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen de Staatssecretaris om tevens te pleiten voor een sterke inzet op «nature based solutions» bij klimaatadaptatie en kustbescherming. Zeker voor armere landen kan herstel van mangrovebossen of oesterbanken en zeewier effectief bijdragen aan de kustversterking. Bescherming van zee en oceaan draagt daarmee bij aan klimaatadaptatie.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen de Staatssecretaris om waterkwaliteitsdoelen, natuurdoelen en klimaatdoelen en de middelen om deze te bereiken, zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Landbouwgif dat we niet meer op onze akkers spuiten komt ook niet meer terecht in de oceaan. Steunt de Staatssecretaris dit uitgangspunt?

Kan de Staatssecretaris aangeven wat het aangenomen RENURE voorstel betekent voor de waterkwaliteit, specifiek het grondwater, maar daarmee voor Nederland ook het drinkwater en oppervlaktewater? Hoe verhoudt weerbaarheid en bescherming van ons water zich tot meer mogelijkheden om te vervuilen? Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat hier een discrepantie ligt? Hoe gaat Nederland hiermee om?

Tenslotte vragen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie of er afspraken komen over watergebruik en wateronttrekking, dan wel waterberging van de grote rivieren in tijden van klimaatverandering en toenemende weerextremen. Wie krijgt het water in tijden van droogte? Wie mag of moet water bergen bij teveel aanbod? Klopt het dat als Duitsland en België dezelfde hoogwaterbescherming invoeren als Nederland, Nederland veel meer maatregelen moet nemen omdat de onbedoelde waterberging door overstromingen bovenstrooms het probleem voor Nederland nu mitigeert? Zijn hier gesprekken over? Waar zet Nederland op in?

II Reactie van de bewindspersoon