Preview document (🔗 origineel)

---

Geachte Voorzitter,

De vaste commissie voor LVVN¹ heeft gevraagd om met spoed te reageren op het advies van de Raad van State over voorstellen om afroming van pluimveerechten en varkensrechten te beëindigen. In deze brief reageer ik op dit verzoek.

Gelet op de in de Meststoffenwet opgenomen voorhangbepaling zijn beide besluiten, voorafgaand aan de advisering door de Raad van State, door beide Kamers behandeld. Inhoudelijk zijn de adviezen van de Raad van State gebaseerd op dezelfde feiten en cijfers als waarop het kabinet en beide Kamers in september en oktober een politieke weging hebben gemaakt. De verwachtingen over plafondbereik en de bestendigheid van beleid in relatie tot het voorkomen van een generieke korting, punten die de Raad van State noemt, zijn door de Kamers betrokken bij de politieke weging tijdens de voorhangprocedure. De voorhang heeft echter niet geleid tot een besluit van de Kamers om niet in te stemmen met de ontwerpbesluiten of tot aanpassing van de besluiten zoals die vervolgens aan de Raad van State zijn voorgelegd.

Gelet op de demissionaire status van het kabinet en het dictum van de adviezen, zijn de besluiten opnieuw in de ministerraad besproken. Dat is gebeurd in de ministerraad van 28 november jongstleden. Het kabinet heeft besloten, mede op basis van de door het CBS recent gepubliceerde nieuwe prognose over de mestproductie 2025 (derde kwartaalrapportage 2025²) en de nieuwe cijfers van RVO over de deelname aan Lbv- en Lbv-plus beide besluiten door te zetten om het afromen van pluimveerechten en varkensrechten nog in 2025 te beëindigen. ³

Hiermee heeft de sector de duidelijkheid die veehouders nodig hebben om hun rechtensituatie in 2025 nog op orde te brengen. 

Hoogachtend,

Femke Marije Wiersma

Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

---

1. 26 november 2026↩︎

2. Kamerstukken II 2025/26, 33 037, nr. 626.↩︎

3. De Raad van State heeft zich in haar advies gebaseerd op de verwachte mestproductie in de tweede kwartaalrapportage 2025 van het CBS en de inschatting van de deelname aan Lbv en Lbv-plus in juni, zoals opgenomen in de kamerbrief van 18 september jl (Kamerstukken II 2025/26, 33 037, nr. 611).↩︎