Inbreng verslag schriftelijk overleg over o.a. de Geannoteerde agenda van de formele JBZ-Raad, 8-9 december 2025 (Kamerstuk 32317-978)
JBZ-Raad
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2025D49362, datum: 2025-12-01, bijgewerkt: 2025-12-01 16:00, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: U. Ellian, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid (VVD)
- Mede ondertekenaar: I. van Tilburg, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2025Z20363:
- Indiener: F. van Oosten, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: D.M. van Weel, minister van Asiel en Migratie
- Medeindiener: A.C.L. Rutte, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Asiel en Migratie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-11-26 13:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-11-27 19:00: JBZ-Raad (Brussel) op 8 en 9 December 2025 (omgezet in een SO d.d. 1 december 2025) (Commissiedebat), vaste commissie voor Asiel en Migratie
- 2025-12-01 12:00: JBZ-Raad (Brussel) op 8 en 9 December 2025 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Asiel en Migratie
- 2025-12-01 12:00: JBZ-Raad (Brussel) op 8 en 9 December 2025 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-12-03 10:00: JBZ-Raad (Brussel) op 8 en 9 December 2025 (is omgezet naar een schriftelijk overleg op 1 december 2025 te 12.00 uur) (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2025-12-18 13:00: Procedurevergadering Justitie en Veiligheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
32317 JBZ-Raad
Verslag van een schriftelijk overleg
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd over de volgende brieven:
Geannoteerde agenda van de formele JBZ-Raad, 8-9 december 2025 (Kamerstuk 32317, nr. 978);
Verslag van de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 13 en 14 oktober 2025 (Kamerstuk 32317, nr. 975);
Fiche: [MFK] Verordening tot oprichting ondersteuningsinstrument interne veiligheid 2028-2034 (Kamerstuk 22112, nr. 4151);
Fiche: EU Voorradenstrategie (Kamerstuk 22112, nr. 4163);
Fiche: [MFK] Verordening Uniemechanisme en financiering paraatheid en respons noodsituaties gezondheid (Kamerstuk 22112, nr. 4156);
Publieke consultatie 28ste regime (Kamerstuk 22112, nr. 4181);
Fiche: [MFK] Verordening tot inrichting van het justitieprogramma 2028-2034 en terugtrekken van verordening (EU) 2021/693 (Kamerstuk 22112, nr. 4186);
Verslag van de bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 13 en 14 oktober 2025 (Kamerstuk 32317, nr. 975).
Bij brief van … heeft de minister van Justitie en Veiligheid de vragen en gemaakte opmerkingen beantwoord. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Ellian
Adjunct-griffier van de commissie,
Van Tilburg
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
blz.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
II Reactie van de minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie vragen of de minister nader kan toelichten wat de acties in 2025 en voorzien in 2026 zullen zijn vanuit de Coalitie van zeven Europese landen tegen georganiseerde criminaliteit.
De leden van de VVD-fractie vragen op welke termijn het BNC-fiche1 over de voorstellen van de Commissie ten aanzien van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de AI-verordening naar de Kamer zullen worden gestuurd en of het kabinet bereid is om alvast in grote lijnen een korte appreciatie te geven van de belangrijkste voorstellen uit het pakket, nu het onderwerp ook op de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ-Raad) van 8-9 december 2025 staat. Deze leden vragen of inzet van het kabinet bij deze gesprekken ook zal zijn gericht op het effectief beperken van de regeldruk van ondernemers en maatschappelijke organisaties en in algemene zin op het bevorderen van gegevensuitwisseling met het oog op de aanpak van grensoverschrijdende criminaliteit. Ook vragen deze leden of de minister zelf een aantal knelpunten in de AVG, de Uitvoeringswet AVG en de AI-verordening ziet die aanpassing behoeven en welke van deze knelpunten de minister dan specifiek in gesprekken met de Commissie aan de orde zal stellen.
Fiche: [MFK] Verordening tot oprichting ondersteuningsinstrument interne veiligheid 2028-2034
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het BNC-fiche over de verordening tot oprichting van het ondersteuningsinstrument interne veiligheid 2028-2034. Deze leden lezen dat de voorstellen voor dit ondersteuningsinstrument voor interne veiligheid straks onder de nieuwe Nationale en Regionale Partnerschapsplannen zullen vallen. Dat betekent dat er via een performance framework een aantal principes wordt geïntroduceerd waaraan lidstaten moeten bijdragen: klimaat en biodiversiteit, gendergelijkheid en sociaal beleid. Daarbovenop heeft de Commissie voor een aantal beleidsterreinen specifieke indicatoren vastgesteld waaraan lidstaten dienen bij te dragen.
Voor het ondersteuningsinstrument voor interne veiligheid zien de voorgestelde indicatoren bijvoorbeeld op het op orde hebben van de IT-systemen voor informatie-uitwisseling, bescherming van kritieke infrastructuur en de aanpak van grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme. De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat er meer en vooral afrekenbare indicatoren worden vastgesteld, zodat de middelen uit het fonds effectiever en doelmatiger worden besteed. Kan de minister nader toelichten hoe deze indicatoren in de praktijk worden gemeten? Wanneer en door wie wordt geconstateerd of indicatoren zijn behaald en worden middelen niet uitgekeerd of zelfs teruggevorderd indien lidstaten niet aantoonbaar voldoen? Deze leden horen graag een nadere toelichting op het performance framework, zoals dat bij het ondersteuningsinstrument interne veiligheid zal worden gehanteerd, wat de Nederlandse inzet hierbij is en of de minister de mening deelt dat voorwaardelijkheid van uitkering van de middelen belangrijk is. Is de minister het ermee eens dat de Commissie zo specifiek mogelijk de doeltreffendheid van de middelen die worden besteed vanuit het ondersteuningsinstrument, moet kunnen volgen en dat de Commissie voldoende instrumenten moet hebben om dat effectief te kunnen meten?
BNC-Fiche Verordening Programma Justitie voor de periode 2028-2034
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het BNC-fiche over de Verordening programma Justitie voor de periode 2028-2034. Deze leden stellen voorop dat zij waarde hechten aan goede samenwerking binnen de EU op het gebied van toegang tot het recht, digitalisering en grensoverschrijdende criminaliteit. Zij delen tevens de noodzaak die de minister beschrijft om de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de bescherming van grondrechten verder te waarborgen. Desondanks plaatsen deze leden nog wel enkele kanttekeningen bij het voorstel.
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat voor de periode 2021-2027 het budget voor dit programma ongeveer € 305 miljoen bedroeg. Voor de periode 2028-2034 stelt de Europese Commissie een aanzienlijk hoger budget voor: circa € 798 miljoen. Daarbij geeft het voorstel de Commissie geen bevoegdheid om gedelegeerde of uitvoeringshandelingen vast te stellen. Dat betekent als deze leden dat goed begrijpen, dat Nederland geen inspraak heeft in het vaststellen van de jaarlijkse programma’s waarin de gelden worden verdeeld over de programma’s. Dit in tegenstelling tot het huidige programma 2021-2027. Welke stappen zet de minister om alsnog (meer) inspraak te verkrijgen voor de lidstaten? En wat rechtvaardigt volgens de minister de verhoging van 305 naar 798 miljoen euro?
De leden van de VVD-fractie missen in het BNC-fiche een analyse en een standpunt over het performance framework zoals dat werd toegelicht in het BNC-fiche over het ondersteuningsinstrument voor interne veiligheid. Deze leden menen dat het ook bij het Programma Justitie 2028-2034 van cruciaal belang is dat er indicatoren worden vastgesteld, zodat meetbaar en veel beter verantwoording kan worden afgelegd over de besteding van de middelen die ter beschikking worden gesteld. Hoe kijkt de minister hiernaar?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de uitvoerbaarheid van de procedures rondom het programma wordt verbeterd, door middel van vereenvoudiging en standaardisering van de financiële verantwoording. Wat wordt hier precies mee bedoeld en wat is de inzet van de minister hierbij? Deelt de minister het streven dat juist moet worden ingezet op betere financiële verantwoording, zodat na afloop ook beter kan worden gemeten in hoeverre de middelen effectief zijn besteed en er is voldaan aan vooraf afrekenbare en heldere doelen en indicatoren?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad aangaande justitieonderwerpen. Deze leden hebben opmerkingen en vragen over enkele vraagstukken rondom digitalisering en privacy.
CSAM-verordening
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie uiten hun zorgen over de
EU-verordening ter voorkoming en bestrijding van online seksueel
kindermisbruik (de CSAM-verordening). Deze leden blijven kritisch op de
mogelijke inbreuk op privacy, de risico’s voor de cyberveiligheid zoals
beschreven door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en
de verplichte leeftijdsverificatie die zou worden ingevoerd zonder enig
parlementair overleg. Een geheel ander plan om daders van online
kindermisbruik op een effectieve manier te voorkomen en bestrijden, en
om slachtoffers te voorkomen en helpen, is volgens deze leden nodig. In
de aangenomen motie-Kathmann c.s. (Kamerstuk 32317, nr. 981) werd de
minister gevraagd om bij het Europese vooroverleg, Coreper II, tégen het
Deense voorstel te stemmen. Kan de minister bevestigen dat dit is
gebeurd? Kan hij de letterlijke stemverklaring die Nederland heeft
afgelegd, delen met de Kamer? En blijft hij dit standpunt uitdragen bij
de JBZ-Raad?
Het is volgens de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie noodzakelijk om de zorgen over de CSAM-verordening vanuit Nederland blijvend kenbaar te maken in de triloogfase. Ondanks de wijzigingen in het Deense compromisvoorstel blijven zorgen over grondrechten in stand. Het advies van de AIVD is hierin doorslaggevend, zoals verwoord in de Kamerbrief inzake de toezegging gedaan tijdens het commissiedebat EU-Verordening ter bestrijding van online seksueel kindermisbruik van 24 november 2025 (Kamerstuk 32317, nr. 979). Deze leden vragen de minister om het standpunt van de Kamer uit te blijven dragen en in lijn met de hierboven genoemde motie-Kathmann c.s. er alles aan te doen om de risico’s voor massale privacyschending en de cyberveiligheid weg te nemen. Deze leden vragen aan de minister om uit te leggen hoe hij van plan is dat te doen. Kan hij een beeld schetsen van hoe lang de triloogfase volgens hem zal duren? Op welke momenten kan Nederland invloed uitoefenen tijdens de trilogen? Deze leden vragen de minister om de Tweede Kamer blijvend op de hoogte te houden van de voortgang van de trilogen, gezien de zwaarwegende bezwaren die vanuit de Kamer op het voorstel zijn geuit.
Digitale Omnibus
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn kritisch op de voorgestelde
Digitale Omnibus en de Digitale Omnibus AI. In Kamervragen van het lid
Kathmann2 en het verslag van een schriftelijk
overleg over de Telecomraad van 5 december 2025 hebben de leden reeds
uiteengezet welke zorgen zij hebben. Deze leden vragen de minister om
een zienswijze op de twee voorgestelde Digitale Omnibussen vanuit het
perspectief van rechtsbescherming en het privacyrecht. Welke bedenkingen
zal de minister desgevraagd uiten over de voorstellen? Hoe gaat de
minister hardmaken dat er voorstellen komen ‘zonder afbreuk te doen aan
het niveau van bescherming van grondrechten’? Deze leden wijzen op het
belang om de Autoriteit Persoonsgegevens tijdig te betrekken in de
zienswijze op de Omnibussen om de gevolgen hiervan voor de
privacywetgeving volledig in kaart te krijgen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad voor 8 en 9 december 2025 en de overige stukken op de agenda. Deze leden danken de minister hiervoor en maken graag van de gelegenheid gebruik vragen hierover te stellen.
De leden van de CDA-fractie lezen dat het Voorzitterschap de JBZ-Raad zal informeren over de voortgang van de lopende wetsvoorstellen, in het bijzonder het bereikte politieke akkoord over de insolventierechtrichtlijn. Deze leden vragen hoe de minister waarborgt dat de nationale rechtspraktijk, met name rond faillissementspauliana en pre-pack, voldoende ruimte houdt om effectief te blijven functioneren zonder extra uitvoeringsdruk voor curatoren en rechtspraak. Ook vragen deze leden of de minister kan toelichten op welke manier dankzij dit plan wordt gewaarborgd dat inderdaad een eerlijk speelveld binnen de kapitaalmarktunie ontstaat.
De leden van de CDA-fractie lezen dat de minister zeer waarschijnlijk kan instemmen met het plan. Schat de minister in dat dit ook geldt voor de andere lidstaten?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Commissie een Digital Package heeft gepubliceerd met ingrijpende wijzigingen in de AVG en de AI-verordening. Hoe beoordeelt de minister de risico’s dat de voorgestelde wijzigingen leiden tot versnippering en hogere regeldruk op uitvoeringsautoriteiten? Deze leden vragen ook of Nederland in de JBZ-Raad actief inzet op het behoud van hoge normen voor proportionaliteit en dataminimalisatie, zodat digitale veiligheid en rechtsbescherming niet worden afgezwakt.
De leden van de CDA-fractie zijn het met de minister eens dat het waardevol is dat gestreefd wordt naar gemeenschappelijke modelbepalingen, zodat er meer consistentie en coherentie wordt bereikt in toekomstige EU-strafrechtinstrumenten. Deze leden vragen hoe de minister de uitvoerbaarheid van de in de modelbepalingen opgenomen verplichtingen voor lidstaten beoordeelt, met name waar het gaat om statistiekverzameling, condities voor strafvervolging en deelnemingsvormen.
De leden van de CDA-fractie lezen, over justitiële samenwerking met derde landen, dat Nederland met derde landen een eigen dialoog voert die aansluit bij de eigen operationele behoeften. Doen andere lidstaten dit ook? Zo ja, is dit vergelijkbaar met het Nederlandse uitgangspunt?
De leden van de CDA-fractie lezen dat de JBZ-Raad wordt geïnformeerd over een tussentijdse evaluatie van de strategie van de Commissie om de toepassing van het EU-Handvest van de grondrechten te versterken. In het voorjaar vonden gerichte raadplegingen plaats met lidstaten en relevante stakeholders. Kan de minister kort stilstaan bij de uitkomsten van deze raadplegingen?
De leden van de CDA-fractie vragen aan de minister hoe Nederland de uitvoerbaarheid beoordeelt van mogelijke nieuwe EU-instrumenten voor de executiefase van confiscatie. Daarnaast vragen zij of de minister kan aangeven welke knelpunten Nederland momenteel ervaart in grensoverschrijdende vermogensontneming en hoe de Belgische voorstellen hieraan bijdragen.
De leden van de CDA-fractie lezen dat wordt voorgesteld om een nieuw EU-instrument te verkennen in een expertwerkgroep. Kan de minister aangeven om wat voor soort instrument dit gaat en welke specifieke maatregelen worden voorgesteld?
De leden van de CDA-fractie lezen over de stand van zaken omtrent de CSAM-verordening. Gezien het commissiedebat van 24 november 2025 en het daarop volgende tweeminutendebat van 25 november 2025, hebben deze leden op dit moment geen inhoudelijke vragen bij dit agendapunt. Wel vragen deze leden wat volgens de minister de vervolgstappen zijn op dit dossier in Europa, nu Nederland tegen heeft gestemd. Welke effecten heeft dit op de Europese onderhandelingen, ook wat betreft de Nederlandse positie?
Fiche: [MFK] Verordening tot oprichting ondersteuningsinstrument interne veiligheid 2028-2034
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Commissie een totaalbudget van 6,84 miljard euro beschikbaar stelt ter versterking van de interne veiligheid, met vier strategische doelstellingen. Deze leden delen de zorg dat de definitie van “hybride dreigingen” te statisch is. Hoe zet Nederland erop in dat deze definitie flexibel wordt, conform eerdere Raadsconclusies?
De leden van de CDA-fractie vragen wat de minister ervan vindt dat de doelstelling, weerbaarheid en bescherming kritieke entiteiten, te beperkt is uitgewerkt. Welke inzet gaat de minister kiezen om civiele weerbaarheid nadrukkelijker en breder vorm te geven?
De leden van de CDA-fractie vragen daarnaast hoe de minister de kans beoordeelt dat bevolkingsdichtheid wordt toegevoegd aan de verdeelsleutel voor HOME-fondsen. Kan de minister al iets zeggen over de standpunten van andere lidstaten hierover?
Ten slotte vragen de leden van de CDA-fractie hoe wordt voorkomen dat de NRPP-systematiek (Nationale en Regionale Partnerschapsplannen) tot extra administratieve lasten leidt voor politie, Openbaar Ministerie, Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid en andere uitvoerders.
Fiche: [MFK] Verordening Uniemechanisme en financiering paraatheid en noodsituaties gezondheid
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Commissie het Uniemechanisme sterk wil uitbreiden, inclusief een centrale EU-Hub voor crisiscoördinatie en een cross-sectorale paraatheidslaag. Deze leden vragen waarom nog onduidelijk is hoe de nieuwe Hub zich verhoudt tot het bestaande Emergency Response Coordination Centre. Welke minimale randvoorwaarden stelt Nederland om doublures, bureaucratie en rolvermenging te voorkomen? Daarnaast vragen deze leden hoe de minister de informatiebeveiliging en operationele integriteit voldoende waarborgt.
De leden van de CDA-fractie vragen of de minister kan toelichten welke extra taken het Nationaal CrisisCentrum (NCC) en het toekomstige LOCC-KCR23 krijgen onder het nieuwe Uniemechanisme.
Fiche: EU-Voorradenstrategie
De leden van de CDA-fractie lezen dat de EU-Voorradenstrategie is
gericht op toegang tot essentiële goederen tijdens crises en dat
Nederland een nationaal onderzoek naar strategische voorraden start.
Deze leden vragen hoe lokale omstandigheden, uitvoerbaarheid en risico’s
voor decentrale overheden worden meegenomen bij EU-besluiten over
strategische voorraden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de JBZ-Raad van 8 en 9 december in Brussel (algemeen). Deze leden hebben nog een aantal vragen daarover.
De voorstellen voor het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2028-2034 bevatten drie sectorale initiatieven op het terrein van Justitie en Veiligheid. Een van de voorstellen betreft het ondersteuningsinstrument ‘interne veiligheid’. Dit fonds richt zich op de bestrijding van georganiseerde criminaliteit, terrorisme, cybercriminaliteit en hybride dreigingen, evenals op de versterking van informatie-uitwisseling en operationele samenwerking tussen lidstaten. Nieuw is dat uitkeringen uit het fonds afhankelijk worden van indicatoren, zoals de staat van IT-systemen voor informatie-uitwisseling en de bescherming van kritieke infrastructuur. De leden van de BBB-fractie vragen of de minister kan toelichten hoe de verdeelsleutel in dit voorstel precies vorm krijgt. Dreigingsniveaus en risico’s verschillen immers aanzienlijk tussen lidstaten. Deze leden vragen hoe in de verdeelsystematiek rekening wordt gehouden met landen met specifieke risicoprofielen, bijvoorbeeld vanwege de omvang van de economie, belangrijke logistieke knooppunten of de aanwezigheid van grote havens.
Het tweede voorstel betreft het Programma Justitie, dat samenwerking in civiele en strafzaken, opleidingen en digitalisering ondersteunt. Het doel is een sterke rechtsstaat en betere toegang tot recht, ook via digitale middelen.
Het derde voorstel gaat over het Uniemechanisme voor Civiele Bescherming (UCPM), een Europees instrument dat lidstaten ondersteunt bij rampen en noodsituaties. Het voorstel breidt het mechanisme uit met drie nieuwe elementen:
Responscapaciteit voor gezondheidscrises. Het UCPM kan sneller en gecoördineerd reageren op bijvoorbeeld pandemieën of andere grootschalige gezondheidsnoodsituaties.
Anticipatie-instrumenten. Naast reactieve hulp worden nu ook middelen en processen ontwikkeld om risico’s vooraf in kaart te brengen, voorraden aan te leggen en voorbereidingen te treffen.
Civiel-militaire samenwerking. Het mechanisme zal zowel civiele als militaire capaciteiten kunnen inzetten bij rampen, bijvoorbeeld bij evacuaties of logistieke ondersteuning.
De leden van de BBB-fractie vragen de minister op het gebied van de civiel-militaire samenwerking hoe dit praktisch wordt ingericht en welke gevolgen dit heeft voor nationale besluitvorming. Heeft dit ook enige invloed op besluitvorming die plaatsvindt over Nederlandse militairen?
II Reactie van de minister
Fiche Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen.↩︎
Schriftelijke vragen van het lid Kathmann inzake het slopen van de privacybescherming in de nieuwe Europese Omnibus-wetgeving (https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2025Z19922&did=2025D46750).↩︎
Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum-Knooppunt Coördinatie Regio’s-Rijk.↩︎