Voortgang AI-fabriek en AI-gigafabrieken initiatief
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Brief regering
Nummer: 2025D53584, datum: 2025-12-19, bijgewerkt: 2025-12-22 13:11, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Mede ondertekenaar: E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Ecorys Eindrapport Verkenning meerwaarde AIGF in Nederland
- Beslisnota bij Kamerbrief over voortgang AI-fabriek en AI-gigafabrieken initiatief
Onderdeel van kamerstukdossier 26643 -1451 Informatie- en communicatietechnologie (ICT).
Onderdeel van zaak 2025Z22569:
- Indiener: V.P.G. Karremans, minister van Economische Zaken
- Medeindiener: E. van Marum, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2026-01-21 11:00: Procedurevergadering Digitale Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Digitale Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
AI-infrastructuur vormt de fundering onder alle moderne AI-modellen en -toepassingen. Zonder een krachtige en betrouwbare infrastructuur is het onmogelijk om modellen te trainen, hoogwaardige AI-diensten te leveren of toepassingen snel en stabiel te gebruiken. Zeker geavanceerde AI-modellen, die enorme hoeveelheden data verwerken en daardoor veel rekenkracht, dataopslag en geheugen vereisen, hebben gespecialiseerde hardware nodig met de benodigde software-laag. Het is daarom essentieel dat Nederland investeert in moderne, schaalbare en energiezuinige AI-infrastructuur. Alleen zo blijven AI-systemen betrouwbaar, snel, betaalbaar en toekomstbestendig, en kan Nederland concurrerend blijven in een steeds meer door data en AI gedreven wereld.
Naast bestaande AI-infrastructuur initiatieven uit de markt, werkt het kabinet actief aan het versterken en toegankelijk maken van AI-infrastructuur. Hiervoor realiseren we allereerst de AI-fabriek in Groningen. Op 13 oktober 2025 informeerde wij, samen met de staatssecretaris van Defensie, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, uw Kamer over de honorering van de Europese cofinanciering hiervoor.1 In die brief gaven wij aan dat, naast de gereserveerde € 71 miljoen nationale middelen vanuit bovengenoemde departementen en € 60 miljoen regionale middelen vanuit de Economische Agenda van Nij Begun, de EU via de EuroHPC Joint Undertaking (EuroHPC JU) een bijdrage van circa € 71,7 miljoen heeft toegekend, waarmee de gevraagde Europese subsidie is goedgekeurd en de totale investering in de AI-fabriek ruim € 200 miljoen bedraagt.
Met deze brief brengen wij u, mede namens de staatssecretaris van Defensie en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, op de hoogte van de voortgang inzake het beschikken van de Nederlandse bijdrage, een toelichting over het belang van de investering (conform een CW 3.1 kader) en de planning voor de realisatie van de AI-fabriek, bestaande uit een AI-expertisecentrum en een AI-geoptimaliseerde supercomputer.
Naast de realisatie van de AI-fabriek informeer ik uw Kamer over de verkenning naar de mogelijkheden van deelname aan het EuroHPC JU AI-gigafabriekeninitiatief. Ik bied met deze brief tevens het rapport aan dat het onderzoeksbureau Ecorys heeft opgesteld in opdracht van het ministerie van Economische Zaken over de meerwaarde van een mogelijke AI-gigafabriek in Nederland.
Belang sterke AI-infrastructuur in Nederland
Het kabinet erkent het belang van AI-infrastructuur, in al haar mogelijke verschijningsvormen, publiek én privaat, als cruciale bouwsteen voor de ontwikkeling en toepassing van AI-modellen en applicaties. Bijvoorbeeld: in de zorg2, voor defensie3, de industrie4 en de wetenschap5.
Recente rapporten, waaronder het rapport Wennink, benadrukken dat investeringen in AI-infrastructuur noodzakelijk zijn om Nederland economisch concurrerend, technologisch weerbaar en maatschappelijk innovatief te houden.6 Zoals het Wennink-rapport aangeeft, beschikt de EU over slechts 5% van de mondiale geavanceerde rekenkracht, tegenover 74% in de Verenigde Staten. Deze scheve verdeling onderstreept de aanzienlijke technologische achterstand van Europa.
AI-infrastructuur varieert van grootschalige rekenfaciliteiten op basis van onder andere grafische processor units (GPU’s), tot energie-efficiënte en gespecialiseerde hardware, en tot decentrale of ‘edge’-oplossingen waarbij AI-toepassingen direct op lokale apparaten of nabij de gebruiker kunnen draaien. De keuze voor een specifiek ontwerp, en de maatschappelijke waarde, zijn daarmee afhankelijk van de functie en de gebruikers, zoals ontwikkelaars die grootschalige modellen trainen of gebruikers die AI met hogere snelheid lokaal dienen toe te passen. AI-infrastructuur is bovendien een strategische asset. Nationale rekencapaciteit verkleint afhankelijkheden van derden, versterkt strategische autonomie in cruciale digitale domeinen en versterkt de positie van Nederland binnen Europa. De inpassing van AI-infrastructuur vraagt echter om een zorgvuldige afweging binnen randvoorwaarden voor onder andere ruimte, energie, netwerkinfrastructuur en de betrokkenheid van lokale autoriteiten.
Er bestaan binnen de geldende Nederlandse en Europese regelgeving mogelijkheden voor de private sector om zelf AI-infrastructuur te ontwikkelen. Het kabinet verwelkomt dergelijke initiatieven en investeringen, mits zij bijdragen aan een evenwichtige ontwikkeling van het nationale en Europese AI-ecosysteem.
Naast marktgedreven initiatieven wordt er op Europees niveau ingezet op publiek-private samenwerking en investeringen in reken- en data-infrastructuur, zoals high-performance computing (HPC), AI-geoptimaliseerde supercomputers en quantum computing, om innovatieve ontwikkelingen door onderzoekers, innovatief mkb, startups en overheden te faciliteren. Deze inzet wordt voornamelijk Europees vormgegeven via de EuroHPC JU. Binnen dit kader wordt in Europees verband samengewerkt aan en geïnvesteerd in AI-infrastructuur, onder meer via de ontwikkeling van AI-fabrieken en AI-gigafabrieken.
Realisatie AI-fabriek in Groningen
Met de AI-fabriek in Groningen wordt geïnvesteerd in een expertisecentrum en een AI-geoptimaliseerde supercomputer die de ontwikkeling van verantwoorde en geavanceerde AI-modellen en -toepassingen toegankelijk maakt voor innovatief mkb, startups, onderzoekers en overheden. Dit creëert kansen om met gespecialiseerde en unieke data nieuwe innovaties te ontwikkelen die bijdragen aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken en het versterken van sectoren en diensten. Daarmee wordt de regio Groningen én heel Nederland concurrerender en innovatiever.
Stand van zaken en onderbouwing investering AI-fabriek (CW 3.1)
De voorbereidingen voor het beschikken van de subsidie aan het consortium voor de AI-fabriek zijn in de afrondende fase. Het beschikken betreft de formele toekenning van cofinanciering van het Rijk en de regio aan het consortium (Stichting Nederlandse AI-fabriek, SURF, AIC4NL, Samenwerking Noord en TNO) onder de voorwaarden van cofinanciering door EuroHPC JU.
Het kabinet hanteert de werkwijze dat vanuit artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet (CW 3.1) voor voorstellen met significante gevolgen een apart kader (‘Beleidskeuzes uitgelegd’) wordt opgenomen in Kamerbrieven. Voor de rijksbijdrage aan de realisatie van de AI-fabriek, is dit kader als bijlage bij deze Kamerbrief meegenomen.
Planning realisatie en exploitatie
De start van het AI-expertisecentrum is voorzien in april 2026. Naar verwachting is de openstelling van de AI-supercomputer in eind 2027 of begin 2028 voorzien. De exacte tijdslijn van de realisatie van de AI-supercomputer is afhankelijk van de aanbesteding door de EuroHPC JU.
Het is van belang dat (potentiële) gebruikers (innovatief mkb, onderzoekers en overheden) zo snel mogelijk aan de slag kunnen met het voorbereiden van aanvragen om te kunnen rekenen. De doelgroepen zouden al vroegtijdig geholpen kunnen worden met het aanvragen van rekentijd op bestaande supercomputers in andere lidstaten via EuroHPC JU. Dit biedt de mogelijkheid om al vóór ingebruikname van de Nederlandse supercomputer ervaring op te doen, projecten voor te bereiden en te starten en kennis te vergaren. Deze overbrugging draagt bij aan een snelle benutting van het potentieel van de AI-fabriek, stimuleert innovatie en verlaagt de drempel voor partijen om AI-toepassingen te ontwikkelen.
AI-gigafabriekeninitiatief en meerwaarde voor Nederland
Om AI-infrastructuur in de EU verder op te schalen en daarmee de digitale strategische autonomie te bevorderen, wil de Europese Commissie AI-gigafabrieken realiseren, zoals aangekondigd in het AI Continent Actieplan7 en uitgewerkt in een voorstel tot amendering van de EuroHPC-verordening8. De Raad voor Concurrentievermogen heeft op 9 december ingestemd met deze amendering. De tekst zal definitief door de Raad worden aangenomen nadat het Europees Parlement zijn standpunt heeft uitgebracht en een juridisch-taalkundige herziening heeft plaatsgevonden. Binnen de EuroHPC JU-context worden twee nauw verwante typen infrastructuur onderscheiden: de (Europese) AI-fabrieken (publieke faciliteiten gericht op de pre-commerciële fase), zoals de AI-fabriek in Groningen, en de nieuw voorgestelde AI-gigafabrieken (grootschalige, privaat-publieke reken- en datacentra bestemd voor het trainen en runnen van de volgende generatie ‘frontier’ AI-modellen). Het AI-gigafabriekeninitiatief is bedoeld om investeringen en capaciteit op een grotere schaal aan te jagen en te faciliteren dan het geval is bij de (al lopende) AI-fabrieken binnen EuroHPC JU. Het voorstel van de Europese Commissie voorziet de ontwikkeling van vijf AI-gigafabrieken binnen de EU, elk opgebouwd uit een zeer omvangrijk cluster van grafische processor units (GPU’s) en ontwikkeld met nadrukkelijke aandacht voor duurzaamheid.
De AI-gigafabrieken moeten een grotendeels privaat karakter krijgen, met als doel een commercieel en marktconform aanbod van rekeninfrastructuur te realiseren voor de ontwikkeling en toepassing van AI. Het grootste deel van de kapitaalinvestering en alle operationele kosten dienen voor rekening van de private sector te komen. Publieke middelen van zowel de Europese Commissie als de lidstaten kunnen worden ingezet om waar nodig de businesscase te versterken, bijvoorbeeld door afname van rekentijd te waarborgen. Daarbij is het van belang zorgvuldig af te wegen of en in welke mate overheidsingrijpen daadwerkelijk meerwaarde biedt.
Europees proces
De EuroHPC JU heeft in april 2025 een openbare oproep (Call for Expression of Interest) gepubliceerd om mogelijke initiatieven, consortia en locaties voor AI-gigafabrieken te inventariseren; de eerste deadline voor het indienen van niet-bindende voorstellen lag op 20 juni 2025.
Als gevolg van de oproep ontving de Commissie een groot aantal reacties, op basis waarvan de Commissie en de lidstaten gesprekken zijn gestart met de geïnteresseerde partijen. Naar verwachting zal in het eerste kwartaal van 2026 de officiële call open gaan, waarna een selectieprocedure via de EuroHPC JU en de Governing Board van de EuroHPC JU voorzien is om (in later stadium) één of meerdere AI-gigafabriek-consortia aan te wijzen en daar verdere afspraken mee te maken. De beoogde opzet van AI-gigafabrieken is een privaat-publieke investering met voorwaarden rond de governance, Europese belangen en operationele controle. De concrete criteria voor in te dienen voorstellen zullen pas bekend worden bij openstelling van de call.
Voorafgaand aan de call dienen lidstaten zich, indien zij willen meedingen voor een AI-gigafabriek in hun lidstaat, financieel te committeren aan het AI-gigafabriekeninitiatief richting de EuroHPC JU, via een gezamenlijke overeenkomst voor de aanbesteding van de rekeninfrastructuur. De JU zal namens de Europese Commissie, de financierende lidstaten en overige financierende deelnemende staten verantwoordelijk zijn voor de gezamenlijke aanbesteding van rekeninfrastructuur bij de te selecteren AI-gigafabrieken. Voorstellen van consortia uit lidstaten die zich niet vooraf financieel hebben gecommitteerd worden niet meegenomen in de beoordeling en selectie. Het kabinet zal naar verwachting uiterlijk in januari een besluit moeten nemen over deelname aan deze financiële commitment. Mocht Nederland zich niet financieel committeren, dan sluit dat niet de mogelijkheid uit van consortia om privaat AI-infrastructuur te realiseren buiten de kaders van de Europese call.
Nationaal proces
Het kabinet verkent zowel bestuurlijk als inhoudelijk met betrokken Nederlandse actoren en marktpartijen de Nederlandse opties voor deelname en cofinanciering, evenals cofinanciering vanuit het Rijk zelf. Daarbij wordt tevens gekeken naar mogelijke samenwerking met andere lidstaten. Via RVO is in april jl. een interessepeiling uitgezet voor Nederlandse bedrijven en organisaties om hun belangstelling voor deelname aan het Europese AI-gigafabrieken-traject kenbaar te maken. Na de sluiting van de Europese Call for Expression of Interest heeft het kabinet actief contact onderhouden met een aantal private Nederlandse initiatiefnemers die hun interesse via deze call bij de Commissie hebben aangetoond. Het kabinet richt zich op het zorgvuldig afwegen van publieke betrokkenheid en eventuele financiële bijdragen, maar heeft vooralsnog geen middelen op de Rijksbegroting gereserveerd.
Ecorys rapport
In het kader van het AI-gigafabriekeninitiatief heeft het ministerie van Economische Zaken aan Ecorys gevraagd om te onderzoeken wat de economische, maatschappelijke en strategische meerwaarde is van het vestigen van een AI-gigafabriek in Nederland. In dit onderzoeksrapport concludeert Ecorys onder meer dat een AI-gigafabriek in Nederland directe toegang geeft tot grootschalige rekenkracht wat de strategische autonomie kan versterken en mogelijk ook positieve effecten heeft op het vestigingsklimaat, mits aan specifieke randvoorwaarden wordt voldaan. Tegelijkertijd geeft Ecorys aan dat de meerwaarde van een AI-gigafabriek vanuit gebruiksfunctionaliteit afhankelijk is van het ontwerp van de AI-gigafabriek. Voor AI-inferencing (het inzetten van reeds getrainde AI-modellen) volstaat een federatief model met kleinere AI-gigafabriek faciliteiten (multi-site). De meerwaarde van een centrale (single-site) AI-gigafabriek ligt vooral in het kunnen trainen van de volgende generatie ‘frontier’ AI-modellen. Op dit moment is echter nog geen Nederlandse onderneming hiertoe in staat. Wel verwacht Ecorys dat de vraag naar rekenkracht, in ieder geval voor inferencing, in de toekomst sterk zal toenemen in Nederland, waardoor een AI-gigafabriek voor AI-inferencing wél van meerwaarde kan zijn. In dit verband zou een gefaseerde uitrol van rekenkrachtcapaciteit ervoor kunnen zorgen dat het rekenkrachtaanbod meegroeit met de vraag. Naast gebruikersfunctionaliteit vormen de hoge kosten, de locatiekeuze en de energievoorziening, mede door de bestaande netcongestie, belangrijke uitdagingen.
Conclusie
Met de investering in de AI-fabriek in Groningen zet het kabinet een belangrijke eerste stap in het versterken van de AI-infrastructuur in Nederland. Om AI-infrastructuur initiatieven succesvol op te schalen, is nauwe samenwerking nodig met de private sector, kennisinstellingen, lokale overheden, publieke organisaties en andere relevante partners. Het kabinet blijft zich actief inzetten om deze samenwerking te stimuleren en verdere ontwikkelingen in AI-infrastructuur te ondersteunen. Gezien de breedte van het vraagstuk en de urgentie, zoals ook beschreven in het rapport van Wennink, is het van belang dat een volgend kabinet hier aandacht aan besteedt.
Vincent Karremans
Minister van Economische Zaken
Eddie van Marum
Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken
Herstel Groningen, Digitalisering en Koninkrijksrelaties
Bijlage 1: Kader Beleidskeuzes uitgelegd - AI-fabriek in Groningen
Onderbouwing doeltreffendheid, doelmatigheid en evaluatie (CW3.1)
|
|---|
De snelle opkomst van (generatieve) AI, de toenemende afhankelijkheid van rekenkracht en de grote economische en geopolitieke impact daarvan maken dat overheden in staat moeten zijn de AI-gedreven transformatie bij te houden, te sturen en de publieke belangen te borgen. Om dit te kunnen doen, is het noodzakelijk dat Nederland en Europa over voldoende eigen kennis, vaardigheden en capaciteit beschikken om geavanceerde AI-systemen te begrijpen, te ontwikkelen en verantwoord toe te passen. Zo draagt Nederland bij aan de versterking van de Europese strategische autonomie. Daarnaast is het belangrijk dat Nederland zijn sterke internationale positie in AI-onderzoek behoudt en verder versterkt. Dit vraagt om ruimte voor talentontwikkeling, hoogwaardige onderzoeksactiviteiten en de mogelijkheid om AI-innovaties veilig, transparant en verantwoord te ontwikkelen en testen, ook wanneer het gaat om toepassingen die met gevoelige data werken. Verder is het een doel om de brede adoptie van innovatieve AI-toepassingen in met name het mkb te versnellen, zodat Nederlandse sectoren hun concurrentiekracht en innovatievermogen kunnen vergroten. Dit ondersteunt de kabinetsdoelstellingen voor een weerbare, ondernemende, vernieuwende en duurzame digitale economie (Strategie Digitale Economie, Voortgangsrapportage 2024, maart 2025) en draagt bij aan het concurrentievermogen, de innovatiekracht en de open strategische autonomie van Nederland en de EU en ondersteunt de doelen van de Economische Agenda van Nij Begun voor Groningen en Noord-Drenthe. |
|
De realisatie van een AI-fabriek in Nederland, met locatie Groningen, maakt het mogelijk dat (innovatief) mkb, onderzoekers en overheden geavanceerde AI-modellen en innovatieve AI-toepassingen kunnen ontwikkelen met gebruik van AI-rekenkracht en expertise in de pre-commerciële fase. Onder een AI-fabriek wordt verstaan een AI-expertisecentrum en een AI-geoptimaliseerde supercomputer met een datacentrum. De AI-supercomputer zal worden aanbesteed door de EuroHPC JU in afstemming met SURF, binnen de Europese kaders, waaronder het Onderzoek & Ontwikkeling-kader en de EuroHPC-voorwaarden; CALL for the selection of Hosting Entities for acquiring or upgrading EuroHPC systems with AI capabilities and establishment of associated AI Factories - The European High Performance Computing Joint Undertaking (EuroHPC JU). Daarnaast zorgt het expertisecentrum voor kennisontwikkeling, kennisdeling, training en tools voor het ontwikkelen en testen van AI, communicatie naar de doelgroepen en acquisitie en beheer van bronnen voor schone data zodat bedrijven, onderzoekers en overheden leren op een verantwoorde wijze om kunnen gaan met het ontwikkelen en toepassen van geavanceerde AI-modellen. Zes ministeries en regio Groningen en Noord-Drenthe dragen financieel bij aan een subsidieverlening voor een consortium dat bestaat uit de Stichting Nederlandse AI-fabriek, SURF, AI Coalitie voor Nederland (AIC4NL), Samenwerking Noord en TNO. Door gezamenlijk te investeren, kunnen de ministeries de benodigde schaal en impact van de AI-fabriek realiseren, die afzonderlijk door één ministerie niet mogelijk zou zijn. |
|
Het gaat om een investering van in totaal € 202,635 mln., waarvan € 71,7 miljoen van EuroHPC JU komt en € 130,935 mln. van Rijk en regio. Vanuit het Rijk is in totaal € 70.935.000,- aan middelen gereserveerd, te weten: Ministerie van Economische Zaken (€ 31mln.); Ministerie van Defensie (€ 30mln.); Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (€ 3,935mln.); Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninklijke Relaties (€ 2mln.); Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (€ 2mln.); Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (€ 2mln.). Vanuit de regio, is € 60 mln. aan middelen gereserveerd, te weten: Regio Groningen en Noord-Drenthe vanuit de Economische Agenda van Nij Begun (€ 60mln.). Zo levert de investering in een AI-fabriek AI-innovaties en talent op voor vraagstukken in maatschappelijk relevante sectoren, zoals veiligheid, gezondheid en zorg, energie, publieke dienstverlening, landbouw en voeding en onderzoek en onderwijs. |
|
De AI-fabriek creëert economische kansen (verhoging van de Nederlandse economie door onder andere arbeidsproductiviteit te verhogen) door verschillende sectoren en bedrijven de mogelijkheid te geven geavanceerde (generatieve) AI te ontwikkelen. Zo worden bedrijven geholpen bij modelontwikkeling en toegang tot AI-rekenkracht voor nieuwe toepassingen. Daarnaast voorziet de AI-fabriek in de behoefte van Nederlandse onderzoekers om meer rekencapaciteit voor de innovatie(onderzoeks)kansen die er zijn op het gebied van onder andere de gezondheidszorg, chemie en energie. De partners in het consortium hebben veel ervaring met het ondersteunen van het AI-ecosysteem, toegepast AI-onderzoek en het realiseren en beheren van AI-rekenkracht. SURF heeft uitgebreide ervaring in het hosten en beheren van high performance supercomputing en het gebruik daarvan voor onderzoek en onderwijs, zowel nationaal als internationaal als deelnemer in EuroHPC JU. De AIC4NL heeft een centrale rol in het coördineren van het nationale AI-ecosysteem en beschikken over een breed netwerk van publieke en private stakeholders in het AI-veld, ook regionaal. Hetzelfde geldt voor Samenwerking Noord, specifiek gericht op bedrijvigheid, onderwijs, en onderzoeksinstellingen in Noord-Nederland. TNO heeft uitgebreide expertise in AI, databeschikbaarheid en het delen van data en heeft het vermogen om toegepast onderzoek en experimentele ontwikkeling uit te voeren met en voor bedrijven en overheden en hierin ondersteuning te bieden. |
|
| In een rapport van McKinsey & Company uit juni 2023 wordt geschat dat met generatieve AI jaarlijks tussen 2,6 en 4,4 biljoen dollar kan worden toegevoegd aan de wereldeconomie door de arbeidsproductiviteit te verhogen. De AI-fabriek kan worden gezien als infrastructuur die eraan bijdraagt om hier ook in Nederland van te profiteren. De investering in rekencapaciteit en AI-expertise via het Europese AI-fabriekeninitiatief zorgt voor een grotere investerings- en projectschaal dan wanneer deze ontwikkeling uitsluitend nationaal zou worden opgepakt. Zo biedt een grotere schaal van de supercomputer, evenals het bredere netwerk van AI-fabrieken binnen EuroHPC JU, meer rekenkracht en daarmee ook meer mogelijkheden voor Nederlandse en Europese gebruikers (AI-ontwikkelaars). Omdat de AI-fabriek in Groningen onderdeel wordt van het grotere EuroHPC-netwerk, biedt dit tevens meer mogelijkheden in de uitwisseling van kennis en innovaties. |
|
Aan de subsidie voor de AI-fabriek zijn verplichtingen verbonden (inhoudelijk, financieel). Het consortium is verplicht om op verzoek van de subsidieverlener medewerking te verlenen aan een evaluatie van het beleid op grond waarvan de subsidie is verstrekt. In 2029 dient door het consortium een midterm review uitgevoerd te worden over de realisatie van de Nederlandse AI-fabriek op basis van een opdracht en op kosten van de financiers. Uiterlijk binnen 26 weken na de einddatum van het project dient het consortium een eindrapport aan te leveren waarin verloop en eindresultaten van het gesubsidieerde project zijn vastgelegd, evenals een gespecificeerde opgave van alle rechtstreeks aan het project toe te rekenen werkelijke gemaakte kosten. |
Kamerstuk 26643, nr. 1424↩︎
Inzet op realisatie AI in de zorg, Kamerstuk 27529, nr. 350.↩︎
Defensie Strategie voor Industrie en Innovatie 2025-2029, Kamerstuk 31125, nr. 134.↩︎
Industriebeleid met focus, Kamerstuk 29826, nr. 277.↩︎
Nederlandse inzet op de EU Strategie voor AI in de wetenschap, zie BNC Fiche – Mededeling Europese strategie voor artificiële intelligentie in de wetenschap (28 november 2025) - beantwoording toezegging M.OCW (2025A06135)↩︎
Rapport Wennink: De route naar toekomstige welvaart (2025);
AI Deep Dive: Strategic investing in the age of intelligence van Invest-NL (2025);
Het AI Deltaplan van het initiatief AI Plan (2025);
AI Coalitie 4 NL Position Paper (2025).↩︎
Kamerstuk 22112, nr. 4059↩︎
Kamerstuk 21501-30, nr. 681↩︎