[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Fiche: Mandaatverlening overeenkomst inzake digitale handel met Canada

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Brief regering

Nummer: 2025D44456, datum: 2025-10-17, bijgewerkt: 2025-10-24 14:51, versie: 2 (versie 1)

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -4193 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.

Onderdeel van zaak 2025Z19085:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


22112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 4193 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 oktober 2025

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 3 fiches die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).

Fiche: Mededeling nieuwe strategische agenda met India (Kamerstuk 22 112, nr. 4192)

Fiche: Mandaatverlening overeenkomst inzake digitale handel met Canada

Fiche: [MFK] Verordening programma voor onderzoek en opleiding Euratom 2028-2032 (Kamerstuk 22 112, nr. 4194)

De minister van Buitenlandse Zaken,

D.M. van Weel


Fiche: Mandaatverlening overeenkomst inzake digitale handel met Canada

  1. Algemene gegevens

  1. Titel voorstel

Aanbeveling voor een besluit van de Raad houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen voor een overeenkomst inzake digitale handel met Canada

  1. Datum ontvangst Commissiedocument

10 september 2025

  1. Nr. Commissiedocument

COM(2025)480

  1. EUR-Lex

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52025PC0480

  1. Nr. impact assessment Commissie en Opinie

Niet van toepassing

  1. Behandelingstraject Raad

Raad Buitenlandse Zaken – Handel

  1. Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Buitenlandse Zaken

  1. Essentie voorstel

De Europese Commissie (hierna: de Commissie) heeft een aanbeveling voor een Raadsbesluit met bijbehorende onderhandelingsrichtsnoeren gepubliceerd waarin zij de Raad verzoekt om de onderhandelingen over een overeenkomst inzake digitale handel met Canada te starten. Deze aanbeveling volgt op de EU-Canada top van 23 juni jl. waarbij de EU en Canada hebben afgesproken om te onderhandelen over een overeenkomst inzake digitale handel. De beoogde overeenkomst zal als een opzichzelfstaande overeenkomst fungeren, ter aanvulling op de bestaande Brede Economische- en Handelsovereenkomst (Comprehensive Economic and Trade Agreement, CETA) tussen de EU en Canada. Daarbij zal de overeenkomst voortbouwen op het digitale partnerschap dat de EU en Canada in november 2023 hebben gesloten.1

De Commissie definieert digitale handel als handel die zowel de fysieke levering van via digitale middelen gekochte goederen en diensten (zoals de online aankoop van een paar schoenen) als de digitale levering van goederen en diensten (zoals een e-book of software) betreft. Dit kan betrekking hebben op zowel transacties tussen bedrijven als tussen ondernemingen en consumenten. Hoewel CETA reeds voorziet in substantiële afspraken over de handel in goederen en diensten, bevat deze overeenkomst geen uitgebreide regels inzake digitale handel. De studie ter ondersteuning van de ex-postevaluatie van CETA identificeert het gebrek aan moderne regels inzake digitale handel als een tekortkoming in het betreffende hoofdstuk over elektronische handel.2 De beoogde overeenkomst inzake digitale handel kan deze tekortkoming adresseren en heeft als doel om de digitale handel tussen de EU en Canada te stimuleren. Daarnaast zal een dergelijke overeenkomst de rechtszekerheid voor zowel bedrijven als consumenten versterken en draagt het bij aan consumentenbescherming, transparantie en versterkte samenwerking tussen de EU en Canada op digitaal regelgevend gebied.

De Commissie stelt dat de voorgestelde onderhandelingen over een overeenkomst inzake digitale handel met Canada in overeenstemming zijn met de in 2021 gepubliceerde evaluatie van het handelsbeleid van de Commissie, waarin zij het voornemen aankondigde om de bilaterale digitale handelsbetrekkingen met gelijkgezinde landen te versterken.3 Daarnaast past de aanbeveling bij de internationale digitale strategie van de EU4 en het EU-kompas voor concurrentievermogen, dat het belang van handelsdiversificatie door middel van moderne handelsovereenkomsten onderstreept.5 De bepalingen die de Commissie bij de onderhandelingen wil voorstellen, bouwen voort op de recent afgeronde onderhandelingen over de plurilaterale overeenkomst inzake elektronische handel van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) namelijk het e-commerce Joint Statement Initiative (e-JSI), op bepalingen uit de recent ondertekende overeenkomst inzake digitale handel met Singapore en de recent afgeronde onderhandelingen over een soortgelijke overeenkomst inzake digitale handel met Zuid-Korea. De beoogde regels zijn volgens de Commissie daarnaast in overeenstemming met de beginselen voor digitale handel van de G7, die de EU en Canada in oktober 2021 hebben onderschreven.

De onderhandelingen zullen betrekking hebben op onder andere 1) het faciliteren van elektronische transacties door middel van o.a. elektronische handtekeningen en elektronische authenticatie; 2) handelsfaciliterende maatregelen ter ondersteuning van elektronische handel; 3) het voorkomen van douanerechten op elektronische transmissies en doorgegeven inhoud en 4) het faciliteren van grensoverschrijdende gegevensstromen en de bescherming van persoonsgegevens en privacy. Daarbij zal de EU de rechten en beginselen bevorderen die zijn vastgelegd in de Europese verklaring over digitale rechten en beginselen voor het digitale decennium.6

Daarnaast zal de EU waarborgen dat iedere overeengekomen regel en verbintenis in overeenstemming is met geldende Europese wet- en regelgeving, in het bijzonder met die voor cyberveiligheid en privacybescherming.

  1. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

  1. Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Het kabinet steunt de ambitie van de Commissie om enerzijds onrechtvaardige belemmeringen voor digitale handel te adresseren en anderzijds het digitaal beleid uit te dragen gebaseerd op de Europese waarden. Nederland en de EU zijn gebaat bij nauwere samenwerking met derde landen zoals Canada die net als Nederland en de EU hechten aan, en belang hebben bij, een effectief internationaal op regels gebaseerd handelssysteem. Daarnaast bieden regels over digitale handel een aanzienlijk potentieel om nieuwe kansen te creëren voor Nederlandse bedrijven en consumenten. De omvang, reikwijdte en snelheid van de wereldwijde digitale handel groeien als gevolg van de toenemende digitalisering van de economie. Zo bedroeg de wereldwijde digitale handel in 2022 circa EUR 22,94 biljoen, wat neerkomt op circa 30% van het mondiale bruto binnenlandse product. Daarmee neemt ook het aantal nationale, regionale en bilaterale afspraken tussen landen hierover toe, die onbedoelde digitale handelsbelemmeringen kunnen opwerpen. Het kabinet benoemt in de Beleidsagenda Buitenlandse Handel het belang van moderne vormen van handelspartnerschappen, waaronder op het gebied van digitale handel.7 Recente voorbeelden daarvan zijn handelsovereenkomsten met het Verenigde Koninkrijk, Chili en Nieuw-Zeeland die uitgebreide regels over digitale handel bevatten en de voornoemde bilaterale digitale handelsovereenkomsten met Singapore en Zuid-Korea.8 Ook zet het kabinet in op regels om digitale handel te faciliteren middels plurilaterale en multilaterale afspraken, zoals in het voornoemde plurilaterale WTO e-JSI. In juli 2024 hebben meer dan 90 WTO-leden de onderhandelingen hierover afgerond. Wanneer deze overeenkomst is opgenomen in het WTO-kader zijn dit de eerste mondiale regels over digitale handel.

  1. Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Het kabinet staat positief tegenover de aanbeveling voor het Raadsbesluit en de bijbehorende onderhandelingsrichtsnoeren voor de onderhandelingen over een overeenkomst inzake digitale handel met Canada. Canada is een belangrijke gelijkgezinde partner van de EU en sterk ontwikkeld op het terrein van digitale handel. Zo is de handel tussen de EU en Canada in digitaal geleverde diensten goed voor een bilaterale uitvoer en invoer van respectievelijk EUR 9,9 miljard en EUR 8,4 miljard en stond Canada in 2024 op de dertiende plaats in de ranglijst opgesteld door het International Institute for Management Development (een onafhankelijk kennisinstituut) voor digitaal concurrentievermogen in de wereld.9 Goedwerkende afspraken over digitale handel kunnen het wederzijdse vertrouwen vergroten en rechtszekerheid bieden om digitale economieën van de EU en Canada meer met elkaar te verbinden. Daarmee kan de beoogde overeenkomst een extra impuls geven aan de economische betrekkingen tussen de EU en Canada. Bovendien sluit de beoogde overeenkomst aan bij de wens van het kabinet om via handelsbevordering en economische diplomatie onze diplomatieke, economische en geopolitieke banden met belangrijke landen te verstevigen en daarmee onze weerbaarheid te vergroten.

Ook inhoudelijk verwelkomt het kabinet de aanbeveling voor het Raadsbesluit en de geformuleerde inzet in de onderhandelingsrichtsnoeren. Door aanvullende afspraken te maken wordt aangesloten bij de huidige EU-inzet voor nieuwe handelsakkoorden. Zo vormt een apart hoofdstuk over digitale handel inmiddels een vast onderdeel van de EU-inzet voor handelsakkoorden, waarvan het resultaat reeds zichtbaar is in de handelsovereenkomsten met het Verenigd Koninkrijk, Chili en Nieuw-Zeeland. Daarnaast sluiten de voorstellen aan bij de teksten van het WTO e-JSI. De richtsnoeren die de basis vormen van de onderhandelingsinzet van de EU zijn in lijn met de kabinetsinzet wat betreft digitale handel. De EU zet er met deze richtsnoeren op in om digitale handel te bevorderen en te faciliteren, te vereenvoudigen en nieuwe mogelijkheden te openen voor groei en ontwikkeling. Daarom is het van belang om afspraken te maken over elektronische contracten en handtekeningen, maar ook bijvoorbeeld om geen douaneheffingen te heffen op elektronische transacties. Consumenten moeten met meer gemak en veilig online kunnen winkelen. Daarom is het eveneens nuttig dat de EU en Canada nadere afspraken maken over bijvoorbeeld consumentenbescherming en bescherming tegen ongewenste elektronische communicatie (zogenaamde spam).

De richtsnoeren sluiten bovendien aan op bestaand kabinetsbeleid op onderwerpen zoals het waarborgen van grensoverschrijdende gegevensstromen. Aangezien grensoverschrijdende gegevensstromen een belangrijk onderdeel van digitale handel zijn, acht het kabinet het van belang dat hier ook afspraken over worden gemaakt. Daarbij hecht het kabinet eraan dat dergelijke afspraken in overeenstemming zijn met de in 2018 vastgestelde Europese horizontale bepalingen over grensoverschrijdende gegevensstromen en bescherming van persoonsgegevens.10 Het kabinet heeft speciale aandacht voor de bescherming van persoonsgegevens bij doorgifte naar een derde land. De verwerking van persoonsgegevens dient plaats te vinden conform de wettelijke kaders, zoals de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Het kabinet onderschrijft dan ook de ambitie van de Commissie op dit punt.
De Commissie heeft bovendien voor Canada, onder de Richtlijn bescherming persoonsgegevens (Richtlijn 95/46/EG), een adequaatheidsbesluit genomen voor commerciële organisaties die vallen onder de Canadese Personal Information Protection and Electronic Documents Act (Pipeda).11 Dit adequaatheidsbesluit vormt een belangrijk instrument om de veilige doorgifte van persoonsgegevens te waarborgen.

  1. Eerste inschatting van krachtenveld

De eerste reacties van EU-lidstaten op de aanbeveling voor een digitale handelsovereenkomst met Canada zijn overwegend positief, aansluitend op de internationale digitale strategie.12

Hoewel het Europees Parlement geen rol heeft bij de aanname van de aanbevolen Raadspositie, zal het te zijner tijd wel over het onderhandelingsresultaat moeten stemmen. De positie van het Europees Parlement ten aanzien van een digitale handelsovereenkomst met Canada is vooralsnog onbekend, maar op basis van een soortgelijke digitale handelsovereenkomsten met Singapore is de verwachting dat een meerderheid de onderhandelingen steunt.13

  1. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten

  1. Bevoegdheid

Het oordeel van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid is positief. Op grond van artikel 218, lid 3 VWEU kan de Commissie aanbevelingen doen aan de Raad voor de vaststelling van een Raadsbesluit waarbij de Raad de Commissie machtigt om onderhandelingen over een verdrag te starten en om namens de Unie de onderhandelaar aan te wijzen. Op grond van artikel 218, lid 4 VWEU kan de Raad de onderhandelaar richtsnoeren meegeven en een bijzonder comité aanwijzen in overleg waarmee de Commissie de onderhandelingen dient te voeren.

De aanbeveling is gebaseerd op artikel 207, lid 4 VWEU. Artikel 207, lid 4 VWEU geeft de EU de bevoegdheid om akkoorden te sluiten met derde landen of internationale organisaties op het terrein van de gemeenschappelijke handelspolitiek. Het kabinet kan zich vinden in deze rechtsgrondslag. Op het terrein van de gemeenschappelijke handelspolitiek is sprake van een exclusieve bevoegdheid van de EU (art. 3, lid 1, sub e VWEU).

  1. Subsidiariteit

Het subsidiariteitsbeginsel is niet van toepassing aangezien de gemeenschappelijke handelspolitiek een exclusieve bevoegdheid van de EU is.

  1. Proportionaliteit

De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit is positief. In de aanbeveling stelt de Commissie aan de Raad voor haar te machtigen om de onderhandelingen te openen over een overeenkomst inzake digitale handel met Canada. De overeenkomst heeft tot doel digitale handel tussen de EU en Canada te bevorderen en te faciliteren. Het voorgestelde optreden is geschikt om deze doelstelling te bereiken, omdat de richtsnoeren inzetten op onderwerpen als facilitering van elektronische contracten en handtekeningen en bijvoorbeeld op het vergroten van consumentenvertrouwen. Dergelijke afspraken helpen om digitale handelsbelemmeringen te adresseren en daarmee digitale handel te bevorderen en faciliteren. Bovendien kunnen afspraken over deze onderwerpen bijdragen aan het verschaffen van zekerheid aan bedrijven en consumentenbescherming. De aanbeveling gaat ook niet verder dan noodzakelijk, omdat deze gericht is op het maken van specifieke afspraken over digitale handel die nog ontbreken in de bestaande EU-Canada CETA. Tot slot ligt deze aanpak in lijn met de eerder gevolgde aanpak ten aanzien van afspraken over digitale handel in bijvoorbeeld het akkoord met het Verenigd Koninkrijk en vormt dit ook de basis voor recente afgeronde onderhandelingen over het WTO e-JSI.

  1. Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen voorzien. Indien er wel financiële gevolgen zijn is het kabinet van mening dat benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van het MFK 2021-2027, en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Eventuele gevolgen voor de nationale begroting worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels van de budgetdiscipline.

  1. Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten

De verwachting is dat het overeenkomen van regels ten aanzien van digitale handel met Canada zal leiden tot een vermindering van regeldruk en zodoende de concurrentiekracht van Europese bedrijven kan versterken. Ook is de verwachting dat nadere afspraken over digitale handel kunnen bijdragen aan de toename van digitale handel tussen de EU en Canada.

Het voorstel kent geopolitieke aspecten. Het past binnen de Nederlandse en EU-ambities om in het digitale domein samenwerking en internationale partnerschappen met gelijkgezinde landen verder te versterken, ook als tegenwicht van ondemocratische landen om het digitale domein te reguleren. Het intensiveren van samenwerking met gelijkgezinde landen draagt tevens bij aan het verwezenlijken van de open strategische autonomie van de EU.


  1. Het EU-Canada digitale partnerschap biedt een niet-bindend samenwerkingskader voor regelgeving op het gebied van digitale aangelegenheden en samenwerking op het gebied van onderzoeken over digitale aangelegenheden.↩︎

  2. Study in support of an ex-post evaluation of CETA - Final Report, https://circabc.europa.eu/ui/group/09242a36-a438-40fd-a7af-fe32e36cbd0e/library/9af74247-45cc-449b-bd75-8b3557f3508c/details↩︎

  3. Kamerstuk 22 112, nr. 3073.↩︎

  4. Kamerstuk 22 112, nr. 4102.↩︎

  5. Kamerstuk 22 112, nr. 4004.↩︎

  6. Kamerstuk 22 112, nr. 3347.↩︎

  7. Kamerstuk 36 180, nr. 164.↩︎

  8. Kamerstuk 22 112, nr. 3685↩︎

  9. https://www.imd.org/centers/world-digital-ranking/↩︎

  10. https://ec.europa.eu/newsroom/just/items/627665↩︎

  11. https://eur-lex.europa.eu/eli/dec/2002/2(1)/oj/eng↩︎

  12. Kamerstuk 22 112, nr. 4102.↩︎

  13. https://www.europarl.europa.eu/RegData/commissions/inta/projet_rapport/2025/774429/INTA_PR(2025)774429_EN.pdf↩︎