[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voornaamste budgettaire mutaties van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat sinds de tweede suppletoire begroting 2025

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2026

Brief regering

Nummer: 2025D51658, datum: 2025-12-11, bijgewerkt: 2025-12-15 17:03, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36800 XII-11 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2026.

Onderdeel van zaak 2025Z21841:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Met deze brief wordt de Kamer, mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, geïnformeerd over de voornaamste budgettaire mutaties van de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII), het Mobiliteitsfonds (A) en het Deltafonds (J) sinds de tweede suppletoire begroting 20251.

HXII – Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport

Risico op overschrijding uitgavenkader

Door onvoorziene ontwikkelingen verwacht de ILT niet binnen het beschikbaar budgettair kader te blijven. Het risico van overschrijding van het kader betreft maximaal € 3,5 miljoen. Het gaat hierbij vooral om prijsstijgingen van ICT en de extra inzet voor incidenten Bruine vloot.

HXII - Artikel 25 Brede Doeluitkering

Aangaan verplichtingen Brede Doeluitkering (BDU) voor 2026

Volgens de BDU-systematiek worden de verplichtingen voorafgaand aan het jaar van betaling aangegaan. De beschikking voor het jaar 2026 wordt eind 2025 afgegeven aan de twee vervoersregio’s Metropoolregio Rotterdam en Den Haag (MRDH) en Vervoerregio Amsterdam (VRA).

Bij het opstellen van de Najaarsnota was nog niet in alle gevallen bekend welke afzonderlijke afspraken met welk kaseffect in 2025 moeten worden vastgelegd. Hierdoor is bij de Najaarsnota slechts een deel van de verplichtingen voor 2026 aangegaan. De totale hoogte van het verplichtingenbudget dat in 2025 extra wordt aangegaan bedraagt € 146,4 miljoen. Dit bedrag is onder te verdelen in € 90,6 miljoen door middel van een algemene verplichtingenschuif van 2026 naar 2025 en € 55,8 miljoen voor vastlegging specifieke projecten. Deze projecten worden hieronder toegelicht.

Het gaat hierbij om de bijdrage aan de BDU-regio’s voor de bijdrage aan Zuid-Holland Bereikbaar van € 4,3 miljoen (MRDH), onderdoorgang Trekvlietbrug van € 3,4 miljoen (MRDH), een Rijksbijdrage aan studiekosten en het partieel uitvoeringsbesluit voor de Vlietlijn van € 18,2 miljoen (MRDH), een Rijksbijdrage aan studiekosten voor de Oude Lijn van € 1 miljoen (MRDH), Metronet van € 8,3 miljoen (MRDH), Spreiden en Mijden van € 2 miljoen (VRA), Kwartiermakersfase en bijdrage planstudie Stadsbrug van € 0,8 miljoen (VRA), Guisweg van € 3,5 miljoen (VRA) en de OV Verbinding Amsterdam Haarlemmermeer (OVAH) van € 14,3 miljoen (VRA).

HXII – Artikel 26 Bijdragen investeringsfondsen

Het verplichtingenbedrag wordt met € 2,9 miljoen overschreden, doordat de bij 2e suppletoire begroting vastgestelde bijdrage aan het Deltafonds (DF) voldaan moet worden. De verplichtingen en uitgaven hebben op dit artikel een één-op-één relatie. In de Najaarsnota is abusievelijk het verplichtingenbedrag afwijkend van het kasbedrag gemuteerd. Met deze mutatie wordt het verplichtingenbudget gelijkgetrokken aan de uitgaven. Ter informatie: vanaf 2026 is het voedingsartikel voor het Mobiliteitsfonds (MF) en DF op de HXII-begroting afgeschaft.

HXII – Artikel 97 Algemeen departement

Vastleggen verplichting Regeringsvliegtuig

Het contract voor de exploitatie van het Regeringsvliegtuig was vastgelegd tot en met 2025. Het contract loopt de komende jaren door en moet daarom in 2025 weer in de administratie vastgelegd worden voor de komende jaren. Het gaat om een administratieve correctie waarvoor het verplichtingenbudget met € 58,1 miljoen voor 2025 wordt opgehoogd.

Overboekingen naar het BTW-compensatiefonds

Onder voorbehoud van de afstemming met het Ministerie van Financiën, vindt er een overboeking plaats naar het BTW-compensatiefonds. Het betreft een overboeking vanuit HXII van € 0,019 miljoen voor de 2e overboeking naar het BTW-compensatiefonds in het kader van het Schone Lucht Akkoord en de in 2025 toegekende specifieke uitkeringen aan gemeenten en provincies. Het gaat hier om de afdracht van het BTW-compensabele deel van de verstrekte uitkeringen na 1 september 2025.

Mobiliteitsfonds – Artikel 12 Hoofdwegennet

Hogere verplichtingen Exploitatiekosten Blankenburgverbinding

Voor de exploitatiekosten Blankenburgverbinding worden eind 2025 de opdrachten voor 2026 aan de uitvoeringsinstanties verplicht. Dit om vertraging in de werkzaamheden te voorkomen. Dit leidt tot extra benodigd verplichtingenbudget van €11,5 miljoen in 2025.

Terugboeking overschotten Vrachtwagenheffing (VWH)

Voor de programma Vrachtwagenheffing zijn op het Mobiliteitsfonds middelen vrijgemaakt. In de huidige systematiek vindt de verantwoording van bepaalde uitgaven voor de uitvoering van dit programma plaats op de begroting Hoofdstuk XII. Deze budgetten worden overgeheveld naar HXII. Op deze budgetten doen zich in 2025 mogelijk lagere uitgaven voor dan van tevoren gepland, door niet uitgevoerde werkzaamheden of vertragingen. Voor deze posten geldt dat de dit jaar niet-bestede middelen (max. € 41,4 miljoen) nu (tijdelijk) worden teruggeboekt naar het Mobiliteitsfonds.

Mobiliteitsfonds – Artikel 14 Regionale infrastructuur en bereikbaarheidsprogramma’s

Hogere verplichtingen bereikbaarheidsprogramma’s

De verplichtingenoverschrijding van € 25,7 miljoen op de budgetten voor Woningbouw en Mobiliteit (WoMo) - Woningbouw korte termijn en Mobiliteitspakketten wordt veroorzaakt doordat de meerjarige verplichtingen van de beschikkingen nog niet gecorrigeerd waren voor prijspeil 2025. De bijbehorende verplichtingenruimte in de jaren buiten 2025 was bij het aangaan van deze verplichtingen wel meerjarig maar niet in 2025 beschikbaar. Hierdoor doet zich nu een eenmalige overschrijding van de verplichtingen voor. Meerjarig leidt dit niet tot een verplichtingen- of kastekort. Dit is pas na de Najaarsnota bekend geworden en om vertraging op het gebied van woningbouw te voorkomen is het van belang dat deze beschikkingen nu alsnog geïndexeerd worden.

Bijdrage Provinciefonds

In 2025 wordt er een bijdrage gedaan van € 7 miljoen aan de provincie Limburg, voor gedecentraliseerde stoptreindiensten. Bij het opstellen van de Najaarsnota was er nog geen duidelijkheid over de bijdrage. Met de provincie is begin november overeenstemming bereikt over de definitieve afspraken.

Mobiliteitsfonds – Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

Ontvangsten nieuwe sluis Terneuzen

In 2025 wordt er een aanvullende bijdrage door Vlaanderen gedaan van € 15 miljoen. Deze bijdrage is bedoeld om de hogere uitvoeringskosten te dekken. Zo zijn er tijdens het project onder andere meerkosten gemaakt door onvoorziene bodemvondsten en verontreinigingen. Deze ontvangst was ten tijde van de Najaarsnota niet voorzien.

Overprogrammering Mobiliteitsfonds - Artikel 12, Artikel 13 en Artikel 15

De overprogrammering is momenteel € 100 miljoen voor het gehele Mobiliteitsfonds. Deze zijn verdeeld over artikel 12 Hoofdwegennet (€ 64 miljoen), artikel 13 Spoorwegennet (€ 5 miljoen) en het Hoofdvaarwegennet (€ 31 miljoen). Overprogrammering houdt in dat de programmering in 2025 hoger is dan het beschikbare kasbudget. Met overprogrammering wordt geanticipeerd op een voorspelbare mate van vertraging, die zich op projectniveau in de regel voordoet. De vertragingen in het hele programma worden met de overprogrammering opgevangen.

Het is mogelijk dat deze vertragingen zich dit jaar niet voordoen, in lijn met het reeds in de najaarsnota benoemde nadelig saldo over 2025. Dit is het gevolg van steeds realistischere ramingen en de gegroeide productiecapaciteit. Als deze vertragingen zich niet voordoen, wordt artikel 12 met maximaal € 64 miljoen, artikel 13 met maximaal € 5 miljoen en het Hoofdvaarwegennet met maximaal € 31 miljoen overschreden. Het bij de tweede suppletoire begroting gemelde nadelig saldo op het Mobiliteitsfonds van € 189,2 miljoen neemt met maximaal € 100 miljoen toe.

Overprogrammering Deltafonds – Artikel 1 Investeren in waterveiligheid

Op dit artikel is de overprogrammering van het gehele Deltafonds opgenomen. Overprogrammering houdt in dat de programmering in 2025 hoger is dan het beschikbare kasbudget. De overprogrammering is momenteel € 76,1 miljoen en staat op artikel 1 van het Deltafonds. Met overprogrammering wordt geanticipeerd op een voorspelbare mate van vertraging, die zich op projectniveau in de regel voordoet. De vertragingen in het hele programma worden met de overprogrammering opgevangen.

Het is niet helemaal voorspelbaar of de vertragingen in het programma binnen artikel 1 en/of elders binnen het Deltafonds zich zullen voordoen. Het kan zijn dat op een ander artikel dan artikel 1 binnen het Deltafonds vertraging optreedt en dus onderbesteding van budget. Ook is het de vraag of zich daadwerkelijk nog vertragingen voordoen, als gevolg van steeds realistischere ramingen en groei in de productiecapaciteit. Als deze vertragingen zich niet voordoen, wordt artikel 1 Investeren in waterveiligheid maximaal met € 76,1 miljoen overschreden. Het bij de 2e suppletoire begroting gemelde nadelig saldo Deltafonds van € 100 miljoen neemt met maximaal € 76,138 miljoen toe.

Deltafonds - Artikel 4 Experimenteren cf. art. III Deltawet

Op dit artikel wordt een overschrijding voorzien van het kasbudget met € 4,5 miljoen en van het verplichtingenbudget met € 5,9 miljoen. Dit heeft betrekking op het aanbrengen van bodembescherming bij aansluiting van spuimiddelen en pompen. De tweede betaaltermijn van € 3,0 miljoen was verwacht in 2026. Omdat de werkzaamheden al zijn uitgevoerd moet de betaling in 2025 worden voldaan. Daarnaast is er een onvoorziene betaling van € 1,5 miljoen, die betaald moet worden in verband met indexatie. De overschrijding van dit artikel wordt gecompenseerd binnen het Deltafonds door een verwachte lagere realisatie op artikel 7 Investeren in waterkwaliteit, waar met name de realisatie op het programma KRW lager uitvalt.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

ing. R. (Robert) Tieman


  1. Kamerstuk 36 850-HXII, nr. 2; kamerstuk 36 850-A, nr. 2; en kamerstuk 36 850-J, nr. 2↩︎