[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]
Datum 2025-07-02. Laatste update: 2025-07-14 10:30
Troelstrazaal
Tussenpublicatie / Ongecorrigeerd

Herstel Groningen

Opening

Verslag van een commissiedebat

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft op 2 juli 2025 overleg gevoerd met de heer Van Marum, staatssecretaris Herstel Groningen, over Herstel Groningen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken,

De Vree

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken,

Honsbeek

Voorzitter: De Vree

Griffier: Van der Haas

Aanwezig zijn zeven leden der Kamer, te weten: Bamenga, Beckerman, Bushoff, Hartsuiker, Holman, Vedder en De Vree,

en de heer Van Marum, staatssecretaris Herstel Groningen.

Aanvang 17.32 uur.

Herstel Groningen

Aan de orde is de behandeling van:

  • de brief van de staatssecretaris Herstel Groningen d.d. 19 mei 2025 inzake periodieke evaluatie Regeling waardevermeerdering woningen gaswinning Groningenveld (33529, nr. 1300);
  • de brief van de staatssecretaris Herstel Groningen d.d. 22 april 2025 inzake vermogensschade bij ondernemers in het aardbevingsgebied (36566, nr. 26);
  • de brief van de staatssecretaris Herstel Groningen d.d. 22 april 2025 inzake staat van de veiligheid van Groningen 2024, kwaliteitsborging en Jaarverslag 2024 NCG (33529, nr. 1292);
  • de brief van de staatssecretaris Herstel Groningen d.d. 15 april 2025 inzake staat van Groningen en Noord-Drenthe 2025 (35561, nr. 69);
  • de brief van de staatssecretaris Herstel Groningen d.d. 31 maart 2025 inzake jaarverslag IMG (Instituut Mijnbouwschade Groningen) (33529, nr. 1286);
  • de brief van de staatssecretaris Herstel Groningen d.d. 31 maart 2025 inzake toepassing van het wettelijk bewijsvermoeden in de omgeving van Norg (33529, nr. 1285);
  • de brief van de staatssecretaris Herstel Groningen d.d. 27 maart 2025 inzake toezegging gedaan tijdens het commissiedebat Herstel Groningen op 19 maart 2025, over onder andere de wijze waarop het Kabinet invulling geeft aan het advies van de Commissie van Geel (33529, nr. 1283);
  • de brief van de staatssecretaris Herstel Groningen d.d. 26 maart 2025 inzake actualisatie diepteanalyse (33529, nr. 1282);
  • de brief van de staatssecretaris Herstel Groningen d.d. 13 maart 2025 inzake onafhankelijk onderzoek naar de kwaliteit van beoordelingsrapporten (33529, nr. 1279).

De voorzitter:

Goedemiddag. Ik open dit commissiedebat van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken. Het onderwerp van vanmiddag en dadelijk, vanavond, is Herstel Groningen. De spreektijd per fractie is vijf minuten. Ik stel aan de commissie voor om vier interrupties te hanteren. Ik kan heel coulant zijn, maar vooralsnog niet. Welkom, uiteraard, aan alle mensen op de publieke tribune. Welkom aan de staatssecretaris. Ik begin in de eerste termijn met mevrouw Beckerman. U heeft het woord.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel, voorzitter. Gisteravond kwam er fantastisch nieuws voor de bewoners van Appingedam. Schimmelwoningen aan de Patrimoniumstraat en steenstripwoningen in Opwierde-Zuid krijgen eindelijk sloop-nieuwbouw. Actievoeren loont. Felicitaties aan de bewoners, maar bijvoorbeeld ook aan Kim Velleman, die eindeloos met deze bewoners gestreden heeft. Complimenten. Dit soort berichten zijn veel meer nodig, want talloze bewoners zitten vast. Een aantal van hen zit vandaag op de tribune.

Voorzitter. Dat er nog steeds sprake is van systeemfalen lijkt nu ook de staatssecretaris te erkennen. In het Dagblad van het Noorden van vandaag lezen we zijn citaat. Ik citeer: "In Den Haag kost zo'n proces veel tijd. Ik hamerde op de menselijke maat. Deze mensen zijn murw van het wachten, zitten psychisch in de problemen. Dan heb ik geen tijd voor Haagse spelletjes." En: "Ik beland als bestuurder in een systeem dat niet mijn systeem is, maar waar ik wel mee moet werken." Wat bedoelt de staatssecretaris hiermee? Elk vorig debat waarin wij er ook maar op hintte dat het systeem niet zou werken, dat het bureaucratisch en te traag was en dat bewoners hierdoor de vernieling in gaan, kregen we direct een stroom van woorden: dat we echt, echt, echt niet het systeem moesten veranderen. Waar heeft hij het over als hij zegt dat het een systeem is dat niet zijn systeem is? Hij is toch verantwoordelijk voor het systeem? Hij is er toch verantwoordelijk voor dat er Haagse spelletjes worden gespeeld en dat de menselijke maat niet centraal staat? En waarom zegt hij dat dit besluit door de Eerste Kamer moet? Moet nu echt elk blokje huizen apart door de Kamers? Dat is toch geen werken?

Voorzitter. Ik heb een paar voorbeelden van waar het misgaat, maar de lijst is langer dan mijn spreektijd, dus ik doe het staccato. Stutten. Alles gaat traag. Het kostte negen maanden om een lijst te maken van woningen die in de stutten staan. 150 woningen — 150! — blijken nog steeds zo onveilig dat ze in de stutten staan. Maar negen maanden na onze motie is dat niet alleen niet aangepakt, maar moet zelfs een gesprek over de aanpak nog gepland worden. Hoe dan?

Dan de Aak in Uithuizen. Daar zouden alle huizenblokken worden gesloopt voor de versterking, behalve twee identieke blokken. Na acties in 2023 worden nu ook deze blokken opgenomen. Maar nu zitten de bewoners wéér in onzekerheid. In elke nieuwsbrief die ze krijgen, wordt weer teruggekomen van bestaande afspraken. Maatregelen 10, 11, 12 en 16 uit Nij begun worden niet nagekomen voor deze bewoners. Beloftes worden gebroken. De NCG staat niet naast de bewoners. Ze krijgen niet de €2.500 die iedereen krijgt voor het lange wachten. Ik vertel dit verhaal omdat het exemplarisch is, want heel veel bewoners zitten in deze situatie. De GBB publiceerde hier recent de Staat van het Kerngebied over. De grote ongelijkheid, de gigantische bureaucratie, maar ook het steeds maar weer niet nakomen van beloftes worden vaak gehoord. Graag een reactie.

Nog zo'n uitputtende strijd is die van mensen uit batch 1588. Zij kregen te weinig geld voor de versterking van hun huis. Na lange strijd werd ons voorstel aangenomen om alle bewoners die eigen geld hebben ingelegd, te compenseren. Maar nu blijkt ook hier weer dat de ene het wel krijgt, de volgende niet en de derde een beetje. Wat denkt u, vragen we aan de staatssecretaris, dat dit met mensen doet? Waarom worden schades tot €60.000 nu zonder grote onderzoeken vergoed, maar gaan we bij deze mensen, die al jaren vastzitten, eindeloos onderzoeken, nog een keer onderzoeken en nog maar weer een keer? Het kost klauwen met geld om mensen hun geld uiteindelijk niet terug te geven.

Nog een langslepend dossier betreft de mensen die eerder te weinig kregen van de NAM, onder wie mensen met onterecht afgewezen schades. Vorige week nam de Tweede Kamer opnieuw tegen de zin van de staatssecretaris een motie aan om al deze mensen te helpen. Hoe gaat de staatssecretaris die uitvoeren?

Dan de gedupeerden die te maken hebben met fouten in hun rapporten. Er zit ook iemand op de tribune. Vorige week was het nieuws dat woningen terecht veilig zijn verklaard. Maar wat blijkt? Er heeft geen toetsing ter plaatse plaatsgevonden. Er zijn ook geen eigen berekeningen uitgevoerd. Waar is die conclusie nu echt op gebaseerd? Wat hebben mensen aan die conclusie? Wanneer volgen de daden? Uit gesprekken van Pointer met oud-medewerkers van de NCG blijkt dat ook zij vinden dat de werkwijze niet klopt. Wat gaat de staatssecretaris nu echt doen?

Voorzitter. De directeur Nationaal Coördinator Groningen zei dat de instituten nu nog te verschillend werken. Met andere woorden: de overheid werkt niet in voldoende mate samen om gedupeerden daadwerkelijk te helpen, om daadwerkelijk eindelijk mensen centraal te stellen. Ik zei het al, de staatssecretaris zei gisteren dat hij als bestuurder in een systeem zit dat niet zijn systeem is en dat het in Den Haag te veel tijd kost. Mijn belangrijkste vraag in dit debat is: gaan we nog langer door op deze weg, waarbij we af en toe en met heel veel pijn en moeite een paar straten eruit trekken en het daar oplossen, zoals nu gelukkig, en terecht, in Appingedam gebeurt? Als we de staatssecretaris moeten geloven, is het ook voor hem een strijd. Of gaan we voor een systeem dat werkt voor mensen en waarmee voor elk huis en voor elke inwoner een oplossing komt? Wij roepen op om deze zomer te gebruiken om te komen tot een plan dat werkt.

Voorzitter, ik ben door mijn tijd heen, maar voorts ben ik van mening dat het absoluut bizar is en niet te verkroppen dat nieuwe gaswinning in Groningen door dit kabinet wordt doorgedrukt en de motie om geen gas te winnen bij Warffum niet wordt uitgevoerd.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Bushoff. Maar voordat ik naar meneer Bushoff ga: u heeft nog een interruptie van meneer Holman, mevrouw Beckerman.

De heer Holman (NSC):

Zoals gebruikelijk horen we een heel gloedvol betoog van mevrouw Beckerman. Als geen ander kent zij de problemen en is zij thuis in het gebied. Zeer veel waardering daarvoor. Ik kan heel ver met haar meegaan in haar analyse. Mevrouw Beckerman, kunt u weergeven wat nu de kern van het probleem is en wat volgens u de fundamentele aanpak moet zijn om volgend jaar niet weer hetzelfde verhaal te houden?

Mevrouw Beckerman (SP):

Heel graag. Als je deze opmerkingen maakt, of ik dat nu doe of de heer Bushoff, komt er een soort panische reactie, zo van: als we nu het systeem op z'n kop gooien, gaat het mis. Maar dat stellen wij ook niet voor. In Nij begun stond ... Vanaf dag één was ik eigenlijk heel kritisch op Nij begun, want ik dacht: je kunt wel 50 maatregelen opschrijven, net zoals we er 90 opschreven voor de toeslagenouders, maar zolang de basis niet op orde is, komt het niet goed. Maar in Nij begun stond wel iets cruciaals, namelijk: we gaan het radicaal anders doen. Radicaal anders. Dat is het begin- en eindpunt voor mijn partij. Als je begint bij mensen — ik heb net mensen gesproken die nu in een caravan zitten en niet weten wat er de volgende winter weer gaat gebeuren en wat het voor hun kinderen gaat betekenen — dan is dat je startpunt en dan moet je niet alleen in gesprek gaan, maar ook met een plan komen en ervoor zorgen dat dat plan wordt uitgevoerd. Eigenlijk terug naar de basis. Ik weet dat er bij IMG en NCG heel veel mensen werken die dat ook zouden kunnen en dat ook het liefst zouden willen. Nu is er een systeem met veel bureaucratische lagen, veel regels en veel regelingen. Terug naar de basis, terug naar dat huis, terug naar die mensen die in een caravan slapen, en zeggen: wij gaan niet weg voordat het is opgelost.

De voorzitter:

Meneer Holman in tweede instantie.

De heer Holman (NSC):

Ik snap hem. Maar kunt u duiden wat die verandering moet inhouden? Welke dingen moet je doen, zodat je volgend jaar kunt zeggen "we hebben nu een radicale verandering doorgevoerd en nu gaat het goed"?

Mevrouw Beckerman (SP):

Het probleem is dat we ooit een systeem hebben opgetuigd dat niet uitging van wat Groningers nodig hebben. We hebben een systeem opgetuigd langs de lijnen van de aansprakelijkheid van de NAM. Dat betekent dat we de schade apart afhandelden van versterken. Die twee weer samenbrengen blijkt heel moeizaam te gaan. Dat systeem is immers niet gebouwd op de manier waarop we zouden willen. Dat is een gigantisch probleem. We zagen het bij het toeslagenschandaal en we zien het bij Groningen ook: er ontstaat een enorme bureaucratie in plaats van dat wordt begonnen bij de basis.

Ik denk dat het zo simpel is als je het echt radicaal anders wilt doen. Bij het toeslagenschandaal bedacht mijn collega Renske Leijten de oplossing in één dag. Ze zei: huur een gymzaal, laat de mensen langskomen en los het met zo veel mogelijk knappe koppen op. Ik denk dat dat voor Groningen ook geldt. Ga zitten met mensen, haal alle experts erbij en zorg ervoor dat je met een plan komt waarmee je weer verder kunt. Dat is niet heel eenvoudig, want je zult altijd gedurende zo'n proces tegen van alles aanlopen. Maar nu moeten er overal vinkjes worden gezet als je in dit proces tegen dingen aanloopt. Steeds weer beginnen er nieuwe discussies. Dat komt omdat het systeem niet gebouwd is vanuit het idee dat gedupeerden centraal moeten staan. Dat komt door de historie. Als je het echt goed wilt aanpakken, moet je dus bij het fundament beginnen en de basis op orde hebben. Die basis zijn de mensen, de Groningers zelf.

De heer Holman (NSC):

Ja. Helder. Dan nog één laatste vraag: wat is dan de sta-in-de-weg om dit te gaan realiseren en te kunnen realiseren?

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik vind dat een lastige. Aan de ene kant houdt de bureaucratie zichzelf in stand. Aan de andere kant maak ik mij zorgen over geld. Ik heb die vraag vandaag ook gesteld. De heer Bushoff en ikzelf hebben heel veel voorstellen ingediend, bijvoorbeeld over die gelijkheid. Dan lees je dat zo'n buurt ... Ik noemde net de Aak in Uithuizen. Die zijn toegevoegd ... O nee, ik bedoel ... Continu lees je in die nieuwsbrieven dat ze niet onder regelingen vallen. Dat zag je gisteren ook bij die buurt in Appingedam. De staatssecretaris zegt dan: ik moet eerst nog langs twee Kamers met dat plan. Dan denk ik: daar gaat het dus mis. Op het moment dat de heer Bushoff en ik zeggen dat er meer geld nodig is om ongelijkheid aan te pakken, wordt er gezegd: nee, er is genoeg geld, in de pot zit genoeg. Maar op het moment dat je deze groep wilt toevoegen, blijkt dat al die regelingen niet voor hen gelden, dan blijkt dat dat geld er helemaal niet is.

Daar zit mijn grote zorg, dat je straks voor alles wat je moet doen — ik ben heel bij dat die groep in Appingedam is toegevoegd; ik heb daar ook mijn complimenten voor gegeven — steeds moet strijden, omdat ook de financiële kant nog steeds is geregeld langs de lijnen van aansprakelijkheid rondom schade en versterken. Als ik iets zou mogen veranderen, zou ik zeggen: begin bij de bewoners en zorg er koste wat het kost voor dat het geldt voor álle bewoners en elke situatie. Is dat dan duur of een blanco cheque? Ik denk dat deze geldverslindende bureaucratie ook heel erg duur is. Ik spreek bewoners die zeggen: "Weer een rapport? Ik heb er al tien gehad!"

De voorzitter:

De heer Bushoff.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Deze staatssecretaris zit hier nu één jaar en ja, er gaan dingen goed. Het voorbeeld van Appingedam werd genoemd: 88 woningen worden eindelijk aangepakt. Bewoners zijn daar terecht heel blij mee en de staatssecretaris is daar terecht ook blij mee. En ja, in één jaar tijd kun je ook niet alles wat er in Groningen over tientallen jaren fout is gegaan oplossen. Tegelijkertijd, als je doorgaat op een foute route — niet alle routes zijn fout, maar met een aantal routes van deze staatssecretaris heb ik wel moeite — zul je over een of twee jaar weer in dezelfde situatie zitten. Daarvan heb ik de afgelopen periode best veel voorbeelden gezien. Dan wordt er toch weer gekozen voor de verkeerde route. Wat is die verkeerde route dan?

Zeggen dat je gescheiden blijft werken, dat je schade en versterken apart blijft behandelen, net als verduurzaming van woningen. Dat doe je dan niet met één overheidsaanpak of je doet het heel langzaamaan. Dat is toch een verkeerde route, denk ik. De tweede verkeerde route is deze, namelijk blijven redeneren vanuit wantrouwen jegens Groningers. De derde verkeerde route is budget als uitgangspunt nemen en pas daarna, nadat je eerst het budget hebt vastgesteld, gaan kijken wat voor regelingen je gaat optuigen. Als je die keuzes maakt, kan ik je op een briefje geven dat je de schrijnende situaties die we de afgelopen tijd vaak hebben gezien, ook de komende jaren nog ziet.

Afgelopen vrijdag — ik woon zelf in Groningen; de staatssecretaris ook — was ik weer in Groningen. Dan zie je het resultaat van deze keuzes. In Delfzijl: in Robbeplaat zijn woningen gesloopt. Mensen woonden daar soms hartstikke fijn en wilden misschien helemaal niet weg, maar doordat de gaswinning hun woningen zo onveilig heeft gemaakt, moesten ze eruit. Vervolgens gaan ze naar een nieuwbouwwoning. Ik kom daar bij mensen over de vloer in hun nieuwbouwwoning. Dat huis blijkt nu alweer in de stutten, in de steigers te staan omdat zowel de voor- als de zijgevel eruit moeten vanwege scheuren. In de nacht ligt hun kind wakker vanwege het geluid: tak, tak, tak, als een soort mitrailleur, zo zei de bewoner. Wat is dat voor geluid? Dat zijn de scheuren die in die woning ontstaan als er weer een aardbeving is geweest. Dat is een nieuwbouwwoning! Hoe kan het toch dat mensen die nota bene hun woning hebben moeten verlaten, gedwongen, vervolgens in een nieuwbouwwoning terechtkomen en weer in de ellende zitten? Kan de staatssecretaris garanderen dat dit in de toekomst niet meer gebeurt? Ik zou ook van de staatssecretaris willen weten wat deze mensen van hem kunnen verwachten. Worden zij gecompenseerd voor de ellende waar ze tegen hun wil in, zonder dat het hun keuze was, opnieuw in terecht zijn gekomen?

Voorzitter. En als we het dan toch hebben over fouten — dit is overduidelijk een bouwfout — die gemaakt worden: er zitten ook fouten in de versterkingsrapporten, zoals al veelvuldig aan bod is geweest. Er zitten hier mensen op de tribune die van alles kunnen vertellen over de rariteiten in die rapporten. Nu is onderzoek gedaan naar de fouten in die rapporten en eigenlijk is de conclusie als volgt. Alle huizen waarvan is verklaard dat ze op norm zijn, zijn goed beoordeeld. Er zijn wel een paar dingen fout gegaan. Maar ja, wat er fout is gegaan, is niet heel fundamenteel van aard. Daar komt het eigenlijk op neer. In dat onderzoek staat ook: "Wel moet worden aangetekend dat in veel gevallen sprake was van tekortkomingen, zoals onvolledige dossiers, ontbrekende opnamerapporten en niet-inzichtelijke keuzes in de berekening." Ook staat er dat "het door de beschikbare tijd niet mogelijk was om de opnamerapporten en diverse signalen over onjuistheden daarin te plaatsen en te toetsen en daarmee onze beschouwing van de opnamefase te kunnen completeren."

Als dit het resultaat is, vraag ik me af of je wel de conclusie kunt trekken dat al die woningen die veilig zijn verklaard, waarvan is vastgesteld dat ze op norm zijn, dat ook daadwerkelijk zijn. Ik vond het niet heel geruststellend om dat te lezen. Ik hoop dat de staatssecretaris de zorg die ik daarover heb kan wegnemen.

Voorzitter. Ik zie dat de tijd heel snel gaat. Ik ga staccato nog wat dingen noemen, te beginnen bij de mensen die eigen geld hebben ingelegd voor de sloop van hun woning. Die woningen staan er nota bene nog steeds. Die worden verhuurd. Ze moesten €10.000 inleggen. Ze hebben een afwijzing gekregen, maar hebben dat geld niet teruggekregen. Mensen die moesten betalen voor de nieuwbouw van hun woning, voor het aanbrengen van een vensterbank, voor het leggen van een pad naar de voordeur zodat ze niet door de modder hoefden te lopen. Ook zij hebben hun geld niet teruggekregen. Wat is de redenatie daarachter? Hoe is die ongelijkheid tussen mensen die wel geld hebben teruggekregen en mensen die dat geld niet hebben teruggekregen — vrijdag sprak ik deze mensen — te verklaren volgens de staatssecretaris?

Voorzitter. Dan de schrijnende situaties van de stutten, waar mijn collega Beckerman ook al aan refereerde. Volgens mij was het deze staatssecretaris die bij zijn aantreden zei: "Ik wil snel werk maken van die stuttenlijst. Die stutten moeten we uit het landschap halen, want dit is zo'n pijnlijk voorbeeld van hoe het fout is gegaan in Groningen." Nu ligt er een aangenomen motie en komt er na heel lang wachten en heel veel getouwtrek eindelijk een stuttenlijst, maar ik zie nog geen begin van hoe die stutten uit het Groninger landschap gaan verdwijnen. Dat vind ik zo pijnlijk! Je ziet woningen die letterlijk op instorten staan, maar er is nog geen begin met een oplossing gemaakt. Ik ben benieuwd of de staatssecretaris kan zeggen wanneer die stutten uit het Groninger landschap zijn verdwenen.

Voorzitter, tot slot. Er zitten hier ook mensen op de tribune die in een heel schrijnende situatie verkeren. Ze zitten met twee kinderen in een woning die niet verwarmd kan worden. Ze slapen in een caravan. Dat soort schrijnende situaties. Ik was er vrijdag. Zulke situaties mogen niet voortduren. Ik vind dat deze mensen voor de zomer uitsluitsel moeten krijgen dat ze in de winter kunnen rekenen op een fatsoenlijk, veilig en verwarmd huis. Het gaat wel om een gezin met twee kinderen. Ik hoop dat de staatssecretaris die duidelijkheid ook kan geven.

Voorzitter. Omwille van de tijd sluit ik me aan bij mevrouw Beckerman als het gaat om de gaswinning bij Warffum. Het is ongekend dat die winning doorgaat. Het is echt wanstaltig dat Shell en Exxon, die heel veel geld hebben verdiend aan Groningen, achter gesloten deuren nóg meer geld van de Staat proberen af te troggelen.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Hartsuiker.

De heer Hartsuiker (VVD):

Dank u wel. Voorzitter. Vandaag is mijn eerste commissiedebat in deze Kamer. Het debat gaat over een regio die ik van dichtbij ken en die mij na aan het hart ligt. Juist daarom voel ik de verantwoordelijkheid om me namens de VVD hard te maken voor een overheid die doet wat ze belooft. Gelden moeten effectief worden besteed en we moeten echt het verschil gaan maken voor de inwoners en ondernemers, in nauwe verbinding en samenwerking tussen Rijk en regio. Want dat is de enige manier waarop we het vertrouwen van inwoners kunnen terugwinnen.

Het loslaten van de strikte deadline van 2028 voor de versterkingsoperatie is wat ons betreft een verstandige stap. Een realistische planning richting 2030-2032 kan bijdragen aan herstel van vertrouwen doordat een betere balans tussen snelheid en kwaliteit kan worden gerealiseerd, zoals ook wordt geadviseerd door het Staatstoezicht op de Mijnen. Bijvoorbeeld door de versterking te combineren met verduurzaming en door ruimte te bieden voor maatwerk. Voorwaarde is wat ons betreft wel dat er voldoende voortgang blijft. De NCG verwacht tussen 2026 en 2028 het tempo te kunnen opvoeren om zo aan het einde van 2028 85% tot 95% van de versterkingsopgave afgerond te hebben. Ik moedig de staatssecretaris aan dit ook echt waar te maken.

Daarnaast vraag ik aandacht voor een betere communicatie met inwoners en ondernemers, waarbij proactiever wordt gehandeld en maximaal wordt ontzorgd, zowel bij de versterking als bij het schadeherstel. Belangrijk hierbij is om ook specifiek capaciteit in te zetten op de complexe cases in de kern van het gebied en om de langlopende aanvragen zo snel mogelijk op te lossen, want er wordt al heel lang gewacht.

De voorzitter:

Er is een interruptie van de heer Bushoff.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Allereerst welkom aan de collega in deze commissie. Het is zijn eerste debat en ik zal daar bij de interrupties ook rekening mee houden. Ik sla toch even aan op iets. U stapte er snel overheen, maar u zei: het is een verstandige stap geweest om die deadline voor de versterkingsoperatie los te laten en de datum van 2028 naar 2032 op te schuiven. Ik volg u als u zegt dat we de Groningers niet nog meer valse beloftes moeten doen en dat we ze vooral duidelijkheid moeten geven. Maar de Groningers wachten al zo lang op een veilig huis en op een afgeronde versterkingsoperatie en ik hoop toch niet dat als straks in 2032 blijkt dat de datum weer wordt opgeschoven, de VVD dan zegt: het is een verstandige geweest om de datum waarop de operatie klaar moet zijn uit te stellen. We moeten de Groningers immers geen valse beloftes doen. Ik hoop dat ik het verkeerd heb begrepen en dat de VVD er wel voor zorgt dat deze operatie voor 2032 klaar is.

De heer Hartsuiker (VVD):

Dat is een hele goede vraag. U heeft dat inderdaad verkeerd begrepen. De inzet moet erop gericht blijven om in 2028 85% tot 95% van de versterkingsoperatie af te ronden, zoals ik al zei. Maar wij zijn wel van oordeel dat het strikt vasthouden aan een niet-realistische deadline er eigenlijk voor zorgt dat je teleurstelling inbakt in het systeem. Dat moet je normaliter niet doen. Wij zeggen: zorg ervoor dat er voortgang blijft in de versterkingsoperatie, maar geef ook ruimte voor maatwerk. Uiteindelijk is ook de Groninger erbij gebaat dat als er versterking plaatsvindt die je kunt combineren ... Net werd dat rechts van mij ook gezegd, dat je dingen moet proberen te combineren. Dat Groningers, de mensen die rond Norg en Grijpskerk wonen en te maken hebben met deze operatie, uiteindelijk in een veilig, modern en duurzaam huis kunnen wonen, vind ik belangrijker dan strikt vasthouden aan een niet-realistische datum.

Dan ga ik verder met mijn betoog, voorzitter. De staatssecretaris kondigde een agenda voor herstel aan. Wat is zijn beeld daarbij? Hoe gaat dit concreet bijdragen aan een betere samenwerking als één overheid? De moties van mijn voorganger De Groot zijn hierover helder: zorg ervoor dat de gelden zo veel mogelijk in de regio landen en beperk de uitvoeringskosten.

De impact van schadeafhandeling en herstel drukt zwaar op de gezondheid van inwoners. Professionals moeten goed zijn toegerust om ondersteuning te bieden. De Aardbevingsacademie speelt daarin een belangrijke rol. Het kabinet reserveert ook middelen voor de scholing van NCG- en IMG-medewerkers in de periode 2025-2030. De regio heeft hiervoor aanvullend geld gevraagd. Wij steunen de inzet van het kabinet, maar wij willen wel graag van de staatssecretaris weten welke afspraken hierover zijn gemaakt met de regio.

Voorzitter. In april verscheen de Staat van Groningen en Noord-Drenthe 2025, een eerste versie die feitelijk inzicht biedt in de stand van zaken met betrekking tot de operatie van schadeherstel en versterking en de waardering van NCG en IMG. Wat ons betreft is het beeld nog te beperkt. Wat ontbreekt is een analyse van de impact van schadeafhandeling en versterking op inwoners en ondernemers en ook of en in hoeverre daarin verbetering optreedt. Wordt de aanpak inmiddels ervaren als milder, menselijker en makkelijker? Daarnaast is het van belang dat we op termijn ook een goed beeld krijgen van de effecten van de maatregelen uit de economische agenda, de sociale agenda en de isolatieaanpak. Ik wil graag van de staatssecretaris weten welke stappen er zijn en worden gezet om hier meer inzicht in te krijgen, zodat we dit bij de staat van 2026 wél in beeld hebben. Wordt er bijvoorbeeld voorzien in een nulmeting voor de bredewelvaartsindicatoren? Ik vraag de staatssecretaris hierop te reflecteren.

Voorzitter. De VVD staat voor duurzaam economisch perspectief in de regio, niet alleen schade herstellen en versterken, maar ook vooruitkijken en investeren in een toekomstperspectief op de langere termijn. Scholing, werkgelegenheid en innovatie zijn daarbij essentieel. De voorziene komst van een AI-fabriek naar Groningen waar bedrijven en kennisinstellingen kunnen experimenteren met kunstmatige intelligentie, is hiervan een prachtig voorbeeld. Een investering van 200 miljoen waarin Rijk, regio en hopelijk ook de EU samen optrekken. Ik wil het kabinet complimenteren met deze inzet. We spreken de hoop uit dat de Europese Commissie op korte termijn een positief besluit neemt. Deze investering biedt namelijk een grote kans om de economie sterker te maken door meer banen te creëren en talent aan te trekken. Daarvan profiteren niet alleen de ondernemers, maar ook de inwoners van Groningen en Noord-Drenthe, en dat is waar we het uiteindelijk voor doen.

Als VVD zien wij graag dat vanuit deze positieve mindset verder invulling gegeven wordt aan de economische agenda. Welke kansen ziet de staatssecretaris daarbij voor de grensoverschrijdende samenwerking met Nedersaksen? Wij kwamen het woord "Duitsland" niet vaak, of eigenlijk niet, tegen in de economische agenda.

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. U heeft nog een interruptie van mevrouw Beckerman.

Mevrouw Beckerman (SP):

Welkom, meneer Hartsuiker, welkom in deze commissie. Ik vond dat u mooi begon: "een overheid die doet wat ze belooft". Dat is natuurlijk fantastisch. Over welke beloftes heeft u het dan concreet? Welke beloftes vindt u belangrijk? In het coalitieakkoord stond bijvoorbeeld: geen Gronings gas meer. De Groningers dachten: hé, dat betekent geen nieuwe gaswinning, ook niet bij Warffum. Er zijn heel veel beloftes gedaan in Nij begun, waar mensen nog steeds op wachten. Over welke beloftes had u het toen u zei "ik wil een overheid die doet wat ze belooft"?

De heer Hartsuiker (VVD):

Wat ons betreft betekent dat dat de overheid maximaal inzet — dat staat ook in de brieven — op het vormgeven van het schadeherstel en de versterkingsoperatie en ook op het nakomen van de toezeggingen rond de economische agenda, de isolatieaanpak en de sociale agenda. Dat moet wat ons betreft gebeuren, dat zijn de afspraken die wij hebben gemaakt. En u weet hoe het werkt bij het toetsen van vergunningen voor gaswinning: dat moet gebeuren op basis van de Mijnbouwwet. Daarover is een brief verschenen waarin heel helder is aangeven welke afwegingen de minister heeft gemaakt. Wat mij betreft is dat glashelder.

Mevrouw Beckerman (SP):

Op dat laatste punt: je mag dus een belofte breken als je te langzaam bent met het uitvoeren van je vorige belofte, namelijk om de Mijnbouwwet aan te passen? Ik zit hier al iets langer. In 2023 beloofde het vorige kabinet, waar de VVD ook in zat, om de Mijnbouwwet aan te passen. Het zou niet langer "ja, mits" zijn, maar "nee, tenzij". Dat was de belofte in 2023. Toen kwam de belofte "geen Gronings gas meer", maar werden er toch weer nieuwe vergunningen gegeven. Dat mag blijkbaar, want als je je eerste belofte breekt, mag je je tweede belofte ook breken. Die logica ontgaat mij toch een klein beetje.

De heer Hartsuiker (VVD):

Dat is op zich ook wel logisch, dat de logica mevrouw Beckerman ontgaat, want het is ook geen terechte logica. De belofte was dat de gaswinning uit het Groninger gasveld zou worden beëindigd, en die is ook beëindigd. De lijn van het kabinet is altijd geweest dat zolang de gaswinning uit de kleine velden, voor zover die nog nodig is, past binnen de klimaatambities die we met elkaar hebben, die doorgang kan vinden en dat vergunningsaanvragen worden getoetst aan de Mijnbouwwet. Ik weet dat u een motie heeft ingediend — die is ook met ruime meerderheid aangenomen — om geen vergunning af te geven voor de gaswinning in Warffum. De minister heeft uitgebreid aangegeven dat u de minister daarmee eigenlijk vraagt om onrechtmatig te handelen. Daarvan zeggen wij: onze democratische rechtsstaat staat als een huis. Inwoners en ondernemers moeten kunnen vertrouwen op een stuk rechtszekerheid. Wij vinden het heel belangrijk dat een vergunningsaanvraag goed wordt getoetst en dat daarbij heel nadrukkelijk wordt gekeken naar de veiligheid. Maar op het moment dat de adviseurs van de minister tot de conclusie komen dat de winning veilig en verantwoord kan, dan heb je op basis van de Mijnbouwwet geen andere keuze dan het verlenen van de vergunning.

Mevrouw Beckerman (SP):

"Die staat als een huis", zei de heer Hartsuiker. Nou, op de tribune zitten heel veel mensen wier huis niet staat als een huis, onder wie mensen ...

De heer Hartsuiker (VVD):

Sorry.

Mevrouw Beckerman (SP):

Onder wie mensen uit Warffum. Hun huis staat niet als een huis. Hun huis is al jaren kapot en onveilig door toedoen van die eigen overheid die zich nu aan haar beloftes zou moeten houden. Je verschuilen achter een wet, terwijl je beloofd hebt het niet meer te doen en telkens opnieuw kiezen voor Shell en Exxon en je eigen winstbejag vind ik heel pijnlijk. Dan hoor ik de heer Hartsuiker ook nog zeggen dat de toezichthouder ermee akkoord is. Nou, de toezichthouder heeft zelfs letterlijk gezegd: wij zouden dit advies nu niet meer geven. Ik geef de heer Hartsuiker in overweging om hier nog verder op te studeren en zo dadelijk in gesprek te gaan met mensen uit Warffum, want dit is geen overheid die zich aan haar beloftes houdt. Hij zei ook nog "koste wat het kost". Geldt dat wat de heer Hartsuiker betreft voor álle bewoners in Groningen die met deze ellende kampen, of gaan we ook daarin weer verschillen aanbrengen?

De heer Hartsuiker (VVD):

Ik ben echt zeer onder de indruk van het emotionele betoog dat u hier houdt. U woont in het gebied, u kent het gebied goed en u bent al jarenlang woordvoerder op dit terrein. De passie die u heeft spreekt mij zeer aan. Ik heb dezelfde passie, alleen leg ik die op een iets andere manier uit.

Ik moet eigenlijk toegeven dat ik uw vraag vergeten ben, als ik zo vrij mag zijn.

De voorzitter:

Misschien kunt u de vraag herhalen, mevrouw Beckerman.

De heer Hartsuiker (VVD):

Ja, wilt u hem nog een keer stellen?

Mevrouw Beckerman (SP):

Ja. Mijn vraag was allereerst om in gesprek te gaan. Ik denk echt dat dat belangrijk is. Mijn tweede vraag was deze. U zei "koste wat het kost" en dat is zo'n zinnetje dat inmiddels een soort mantra is geworden. Het klinkt heel lekker, maar bewoners ervaren dat niet zo. Heel veel bewoners lopen ertegen aan dat de overheid zegt — ik weet nog dat Rutte het zei — dat geld geen probleem is. Nu is het "koste wat het kost". Elke keer is het een ander zinnetje, maar aan het eind van de dag krijgen mensen te horen "daar is geen geld voor". Die blokken huizen. De staatssecretaris zei gisteren zelf over Appingedam: ik ga het regelen, maar ik moet wel langs beide Kamers. Dat is toch een bizarre situatie, dat we voor elk blokje huizen opnieuw langs de Kamers moeten, in plaats van dat "koste wat het kost" leidend is en we het gewoon oplossen? Welke keuze maakt de VVD hierin? Is "koste wat het kost" voor iedereen leidend of doen we dat weer alleen voor een deel van de bewoners?

De heer Hartsuiker (VVD):

Ik ben altijd bereid om in gesprek te gaan met inwoners van Groningen. Ik zit hier nog maar kort, dus heb ik nog geen tijd gehad om dat te doen, maar ik ga dat op heel korte termijn doen. Wat mij betreft betekent "koste wat het kost" dat wij — zo staat het ook keurig in de brieven — uitvoering geven aan de wettelijke taken van IMG en NCG om het schadeherstel en de versterking gewoon te realiseren. Volgens mij kan ik niet klarer zijn, kan ik het niet klarer maken voor de inwoners dan zoals ik het nu gezegd heb.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Een korte vraag: hoe zit het dan met de ongelijkheid? Mag die blijven voortbestaan of moet die ook koste wat het kost worden aangepakt?

De heer Hartsuiker (VVD):

U heeft volgens mij allemaal het advies van de commissie-Van Geel gelezen. Daarin is heel duidelijk aangegeven — dat is ook de lijn van het kabinet — dat we moeten inzetten op het reduceren van verschillen. Tegelijkertijd wordt echter geconstateerd dat je nooit alle verschillen helemaal kunt oplossen en dat er weer nieuwe verschillen zullen ontstaan.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Misschien heb ik het verkeerd begrepen, maar is er nieuws te melden? Hoor ik de VVD zeggen "wij omarmen het hele rapport van Van Geel en daarmee dus ook het aanpakken van de ongelijkheid, conform het advies van de commissie-Van Geel"? Heb ik dat goed begrepen? Of zegt de VVD "nee, eigenlijk leggen we dat rapport toch naast ons neer"? Ik begreep het niet helemaal. Ik hoop dat we vandaag goed nieuws kunnen brengen.

De heer Hartsuiker (VVD):

Dat kan ik zo niet zeggen. De lijn om verschillen aan te pakken, is ook de kabinetslijn en die steunen wij. Maar ik kan niet zeggen dat ik het hele advies onverkort kan steunen. Maar de lijn om verschillen aan te pakken ... Van Geel zei heel duidelijk — ik heb het rapport inmiddels gelezen — dat er ook verschillen zullen blijven bestaan. Daarover moeten we ook gewoon eerlijk zijn.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Ongetwijfeld zullen er verschillen blijven, maar je kunt ook willens en wetens nieuwe verschillen creëren, en dat moet je volgens mij voorkomen. Ik wil er twee dingen uithalen. Mensen die eigen geld moesten investeren in de nieuwbouw van hun woning. €350 om een extra stopcontact aan te leggen voor de wasmachine en de droger. Nou ja, zonder stopcontact kun je de stekker nergens insteken en kan de machine niet draaien. Vensterbanken: €670. Ja, een huis zonder vensterbanken is toch heel raar? Het is toch logisch dat mensen zeggen dat ze ook in hun nieuwe huis vensterbanken willen? Deze mensen, van wie ik dit lijstje hier toegestuurd heb gekregen, hebben het geld dat ze zelf hebben ingelegd voor dit soort basale dingen niet teruggekregen, terwijl andere mensen dat geld wél terugkregen. Dat is willens en wetens ongelijkheid. Ik vraag de VVD om de principe-uitspraak te doen dat dit niet de bedoeling kan zijn.

De heer Hartsuiker (VVD):

Ik verwijs naar de woorden die ik net heb gezegd.

De voorzitter:

De heer Holman.

De heer Holman (NSC):

Dank u wel, voorzitter. Het doet mij goed dat er meerdere mensen uit Groningen op de publieke tribune zitten. Kennelijk hebben ze er nog vertrouwen in dat de staatssecretaris straks een opbeurend, optimistisch verhaal gaat houden, zodat ze met een goed gevoel weer naar huis gaan. Maar ik kan me ook voorstellen dat een heel aantal mensen boos, verontwaardigd, teleurgesteld of murw zijn en dat sommige mensen ook geen vertrouwen meer in de politiek hebben. Ik ga niet herhalen wat de eerste sprekers hebben gezegd; dat is evident. Vaak is het antwoord: het is vertraagd, er is verschil in aanpak, maar het gaat beter, we pakken het op, we gaan het anders doen. Is dit nu het maximale wat we kunnen doen? Of is er nog veel verbetering mogelijk?

Ik heb eigenlijk geen vraag aan de staatssecretaris, behalve deze. U zit hier nu een jaar. U heeft de langste tijd als staatssecretaris al gehad in deze kabinetsperiode, want die houdt over een poosje gewoon op. U heeft heel hard gewerkt in Groningen. U bent heel enthousiast begonnen. Volgens mij heeft u ook een heel aantal dingen goed opgepakt. Zou u zichzelf nu eens een spiegel voor willen houden en aan zelfreflectie willen doen? Wat is nu goed gegaan? Waar ben ik trots op? Wat hebben we nog niet kunnen oplossen en wat is de uitdaging voor de komende periode om het echt goed te doen in Groningen? Wat hebben we geleerd en wat kunnen we beter doen? Een beetje in lijn met het betoog van mevrouw Beckerman. U zult daar ongetwijfeld antwoorden op hebben.

Over een aantal dingen zijn we wel positief. U kunt trots zijn op de AI-fabriek, die al door de VVD is genoemd. Hoe groot acht de staatssecretaris de kans dat dat werkelijk gaat lukken? Volgens mij zijn we op de goede weg. Kunt daar een idee van geven?

Ook krijg ik graag een reactie met betrekking tot Norg. Daar is toch wel weer discussie en spelen er toch weer zaken. Het idee leeft dat de NAM zo snel mogelijk haar handen ervan af wil trekken. Komt het dan allemaal wel goed? Daarover is onrust in dat gebied. Kan de staatssecretaris daar wat over zeggen?

Als laatste Nij Begun. We proberen toch iets te gaan doen voor de Groningers. Twee keer 100 miljoen per jaar is substantieel, dus er is veel potentie. Er is nu een start gemaakt. Hoe kijkt de staatssecretaris aan tegen het begin en heeft hij echt het idee dat we nu daadwerkelijk wat doen voor de Groningers, iets waar de Groningers direct wat aan hebben? En heeft de staatssecretaris het idee dat de Groningers in die zin ook zelf aan het roer staan en zelf ook heel nadrukkelijk mee kunnen bepalen wat goed voor hen is en wat goed voor hun leefomgeving is?

Voorzitter. Nogmaals, ik stel verder geen inhoudelijke vragen over de verbeteringen, maar meer beschouwende vragen. Ik hoop dat de staatssecretaris hier ook in beschouwende zin een aantal wijze en verstandige dingen over kan zeggen.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Bamenga.

De heer Bamenga (D66):

Dank u wel, voorzitter. Afgelopen week was ik in Groningen. Ik sprak toen met Jeroen en Emma, vandaag ook aanwezig hier op de tribune. Bewoners met jonge kinderen die in een caravan wonen, omdat hun huis onbewoonbaar is. Omdat ze niet meer in een huis wonen, krijgen ze geen prioriteit. Twee kacheltjes declareren bleek te duur. Een keet mag niet: geen vergunning. Ze zijn geboren en getogen in het dorp, zetten zich in voor de gemeenschap, maar stuiten op een overheid die weigert menselijk te kijken. Sterker nog, een directielid van de NCG vertelde het stel: het kan zo zijn dat de oplossing voor ons heel logisch is en voor u niet. Pas toen Jeroen en Emma thuiskwamen van dit gesprek, beseften ze dat deze uitspraak namens de NCG waanzin is.

Voorzitter. Dit is geen beleid. Dit is onrecht. Het wordt tijd dat de overheid niet langer verzacht, vertraagt of wegkijkt, maar verantwoordelijkheid neemt voor Groningen en de mensen. Wat kan de staatssecretaris specifiek doen voor Jeroen en Emma? Kan hun dossier direct in de mail naar de staatssecretaris? Hoe gaat hij ervoor zorgen dat mensen eindelijk aan de slag kunnen met eigen aannemers in plaats van dat zij altijd maar moeten wachten op de bureaucratie?

Voorzitter. Het verhaal van Jeroen en Emma staat niet op zichzelf. Het is onderdeel van een puinzooi, die de versterkingsoperatie is geworden. In slechts acht weken heeft Pointer in 213 versterkingsdossiers fouten ontdekt. Het gaat om fouten in de rapporten die moeten bepalen of een huis veilig is, of om onnavolgbare versterkingsbesluiten, maar ook om ernstige fouten in de uitvoering. Als gevolg hiervan zitten minstens 100 bewoners met een huis dat slecht is afgewerkt, waar het lekt of dat scheve vloeren heeft. Voor deze mensen en vele anderen is het een gebed zonder eind. Welke actie gaat de staatssecretaris nu nemen om deze mensen te helpen? Hoe gaat hij voorkomen dat de versterkte huizen alsnog onveilig zijn en dat de bewoners achterblijven in een huis dat onaf is?

Ondanks dit alles, ondanks alle schade, alle pijn en alle gehavende levens gaat dit kabinet gewoon door met de gaswinning in Groningen. Ik heb het over Warffum. Het besluit van minister Hermans om de vergunning voor gaswinning bij Warffum niet in te trekken is onbegrijpelijk en onverantwoord. Vorige week sprak de Tweede Kamer zich uit voor een directe stop op deze gaswinning, juist vanwege de aanhoudende zorgen over de veiligheid van inwoners in de regio. Warffum ligt pal naast het Groningenveld, waar de gaswinning is stilgelegd vanwege de schade en het gevaar voor bewoners. Toch wordt er daar vlak naast nog steeds gewonnen, ondanks dat er in mei opnieuw een aardbeving plaatsvond met een kracht van 2.0 op de schaal van Richter. Deze beving onderstreept wat de bewoners al jaren ervaren. Het risico is reëel, ook bij kleinere velden. Dat het Staatstoezicht op de Mijnen nu zelf aangeeft dat gezondheid en welzijn van omwonenden eerder onvoldoende zijn meegewogen, maakt dit des te schrijnender.

D66 staat voor veiligheid, rechtszekerheid en rechtvaardigheid — voor alle inwoners. Het kabinet moet de zorgen uit de regio serieus nemen en alsnog stoppen met gaswinning bij Warffum. Daarom vraag ik aan de staatssecretaris: hoe boos bent u geworden op collega Hermans, toen ze Warffum, de Groningers, de Kamer en u in de steek liet door de vergunning voor Warffum niet in te trekken? Waarom vraagt u niet een nieuw SodM-advies aan? Daaruit zal blijken dat u dit niet moet doen. En breder dan dat: is het, met alle schade die u gezien heeft in Groningen en bij Groningers, niet gewoon tijd om gaswinning op land überhaupt zo snel mogelijk af te bouwen?

Voorzitter, tot slot. Vanuit Groningen krijg ik te horen dat er zorgen zijn over de governance van de Nij Begungelden. Hoe ziet de staatssecretaris de governance precies voor zich? Hoe zorgen we ervoor dat de overheden en vooral gedupeerden gehoord worden?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Vedder.

Mevrouw Vedder (CDA):

Dank, voorzitter. Als hekkensluiter kan ik niet anders dan concluderen wat een ongelofelijk pijnlijk dossier dit toch steeds weer is. Ik sluit me dan ook aan bij de oproep van mevrouw Beckerman, want wij zijn steeds niet in staat om de brug te slaan tussen procedures, organisaties en medemenselijkheid. Dat is wel wat we heel hard nodig hebben. Wel ben ik van mening dat we het systeem niet radicaal op de kop moeten gooien, want ik weet ook dat de inwoners zelf daar zorgen over hebben. Maar bijvoorbeeld gedeputeerde Top is erin geslaagd om de bestaande kaders met de bestaande regelingen en de bestaande organisaties te benutten en op zo'n manier samen te voegen dat er wel een stuk medemenselijkheid is ontstaan. Daardoor voelden niet alleen de gedupeerden zich gehoord, maar ook de mensen die bij het IMG en de NCG zijn gaan werken om het verschil te kunnen maken voor de ander. Zij voelden zich daardoor in hun kracht gezet en konden hun werk met veel meer plezier en met veel meer effectiviteit doen. Ik verlang er echt naar om die aanpak, die volgens mij heel goed werkt en waar ik gedeputeerde Top ook voor prijs, breder uit te kunnen rollen. Die hartenkreet richt ik aan de staatssecretaris.

Verder wil ik graag aandacht vragen voor schadeafhandeling in Norg. In het vorige debat hebben ik en collega Holman daar vragen over gesteld, waarna er een brief is verschenen. Die heb ik nauwkeurig bestudeerd, maar ik ben er niet tevreden over. In de brief wordt namelijk uitgelegd waarom het klopt dat een deel van de schades in Norg wordt afgewezen. Ik begrijp de redenering gewoon niet. Ik heb de brief van voor naar achteren gespeld, ik heb wetteksten erbij gezocht, ik heb de AMvB's erbij gezocht, ik heb hoofdrolspelers gebeld die met dit onderwerp bezig waren toen de AMvB werden opgesteld en kom tot de conclusie dat ik de redenering niet begrijp en denk dat dit niet in lijn is met de wens van de Kamer. Ik heb geprobeerd er een stroomschema van te maken. Als je schade hebt, dan val je of in een bevingsgebied of in een bodemdalingsgebied. Als je in een bevingsgebied woont en een nieuw huis hebt, dan kan je geen schade hebben en dan krijg je een rood kruis achter je naam. Als je in een bodemdalingsgebied woont dan bepaalt Deltares of je schade kan hebben. Als Deltares zegt dat je niet in het juiste vlekje woont, dan word je gek genoeg verschoven van het regime bodemdaling naar het regime "hoe gaan we om met schade die door beving komt?". Dan gaan we in een bodemdalingsgebied er dus een bevingsstrategie op loslaten en concluderen we "als je een nieuw huis hebt, krijg je ook een rood kruis, want je kan geen schade hebben door beving", maar dat geldt natuurlijk voor alle huizen in een bodemdalingsgebied, want daar zijn geen bevingen.

Misschien ligt het aan mij dat ik het niet begrijp, maar ik denk niet dat het aan mij ligt. Ik denk dat hier iets raars gebeurt. Maar wat ik in ieder geval zeker weet, is dat het in 2024 de intentie van de Kamer is geweest, zeker ook van mijn voorganger Agnes Mulder, om opnieuw de oortjes aan het effectgebied toe te voegen. Dat was naar aanleiding van hetzelfde onderzoek van Deltares, waarna er besloten werd om een deel van de schades niet meer te behandelen, wat weer de aanleiding is geweest voor de AMvB die de heer Vijlbrief, de voorganger van deze staatssecretaris, heeft geaccordeerd. Nu is hetzelfde onderzoek van Deltares opnieuw de lat waarlangs we schades leggen en op basis waarvan er onderscheid wordt gemaakt tussen mensen die "wel of niet in aanmerking komen voor".

Ik heb nog een minuutje, dus ik ga even wat dingen oplezen. Het besluit van het IMG om de schadeafhandeling te stoppen naar aanleiding van het onderzoek van Deltares leidde tot onvrede bij bewoners, gemeentes, provincies en de Tweede Kamer, wat weer heeft geleid tot allerlei moties en amendementen en uiteindelijk de AMvB, waaruit ik nu voorlees. Het betreft de volgende zin uit de memorie van toelichting bij de AMvB: "Daarmee borgt dit besluit dat het gebied waar het IMG schade afhandelt met toepassing van het bewijsvermoeden niet kleiner wordt dan het nu is of in het verleden is geweest." In alle teksten die ik heb gevonden, wordt er altijd gerefereerd aan twee randvoorwaarden: ofwel je zit in een gebied waar trillingen zijn van minimaal 2 millimeter per seconde of je zit binnen een gebied van 6 kilometer afstand. Alle andere afwegingskaders, alle andere redenen die bewoners te horen krijgen waarom ze niet in aanmerking komen, komen niet uit die wetteksten, maar komen bij het IMG vandaan. Ik vraag de staatssecretaris dus nogmaals om mij uit te leggen waarom dit zo werkt als het nu werkt. Ik snap het niet.

Voorzitter. Dat was het, vrees ik, want ik ben door mijn tijd heen.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee komen we aan het einde van de eerste termijn van de kant van de commissie. Ik kijk naar de staatssecretaris. Kunt u met 45 minuten uit de voeten? Ja? Dan stel ik voor om deze vergadering 45 minuten te schorsen. In die schorsing kunt u waarschijnlijk ook eten. Dan gaan we verder om 19.05 uur.

De voorzitter:

Ik heropen deze vergadering. Ik ga naar de staatssecretaris voor de beantwoording in de eerste termijn.

Staatssecretaris Van Marum:

Dank u wel, voorzitter. Het herstel van schade, het versterken en verduurzamen van woningen en het bieden van een nieuw toekomstperspectief voor Groningen en Noord-Drenthe. Daarvoor stond ik in de afgelopen maanden aan de lat en daar zal ik mij tot een nieuw kabinet aantreedt onverminderd voor blijven inzetten. Dat doe ik niet met grote beleidswijzigingen, maar door nog meer samen te werken, met uw Kamer, maar vooral met de regio, de uitvoering, de bewoners en de maatschappelijke organisaties. Het is goed om uw aandacht en betrokkenheid ook vandaag weer te zien in de Kamer. Ook een hartelijk welkom aan alle mensen die op de tribune zitten, als schademelder of als iemand die er last van heeft, maar ook als bestuurder en vertegenwoordiger van de bewoners.

Voorzitter. De bereikte resultaten zullen niet altijd direct te merken zijn voor de bewoners die al te lang in deze ellende hebben gezeten. Maar ik zie dat we wel belangrijke stappen zetten, met als doel een bloeiende regio, waar je fijn kunt wonen, werken en opgroeien en gezond oud kunt worden.

Dan ga ik nu over tot de blokjes: versterken, perspectief en sociaal-economische agenda, schadeherstel en overig/agenda voor herstel.

Ik begin met het blokje versterken, met uw goedvinden. De afgelopen periode laat zien dat er nog steeds problemen zijn in de versterking die opgelost kunnen en moeten worden. Daar blijf ik volop aan werken, ook in deze demissionaire periode. Proactief, doelmatig en rechtmatig werken is een van mijn vier principes voor deze versterkingsoperatie. Of het nu gaat om mensen die twijfelen over hun beoordelingsrapport, mensen die te lang wachten op een oplossing of mensen van wie het huis versterkt is maar dat nog boordevol bouwfouten zit: ik wil dat er naar deze mensen geluisterd wordt en dat er ook gehandeld wordt als dat nodig is. Ik probeer er ook voor te zorgen dat we daarbij niemand vergeten, zeker de zwaarst getroffen bewoners en bewoners met de complexe situaties niet. Dit betekent dat er ook voor de 88 woningen van Groninger Huis eindelijk duidelijkheid is gekomen. Die komen in aanmerking voor sloop-nieuwbouw. Een groot deel van deze huizen was al versterkt en daarbij zijn fouten gemaakt. Bewoners hadden onder andere last van vocht, schimmel en slechte ventilatie in de woning, met als gevolg ernstige gezondheidsproblemen. Deze bewoners hebben jarenlang het gevoel gehad niet te worden gehoord, met stress en gezondheidsklachten tot gevolg. Mijn medewerkers en ik hebben naar hen geluisterd en daarnaar gehandeld, ook met dank aan de SP, die deze woningen in het zwartboek over Marenland hadden opgenomen. In het najaar bespreek ik dit met de Tweede Kamer en Eerste Kamer. Nadat die hiermee ingestemd hebben, is de oplossing definitief. Ik zal u daar te zijner tijd uiteraard weer over informeren.

Ik werd hier net een beetje uitgedaagd omdat er werd gezegd dat ik voor elk huizenblok naar de Kamers moet. Dat is niet waar. Dit was een zodanig complex gebeuren dat hier apart dekking voor gevonden moest worden. Ik doe dat ook met aandacht voor de veiligheid. Daarbij is snelheid niet leidend, maar ik probeer die in balans te brengen met de kwaliteit. Het gaat erom dat ik voor deze bijzondere situatie naar de Eerste en Tweede Kamer moet vanwege het budgetrecht. Dat staat in artikel 105 van de Grondwet. Ik weet zeker dat de twee insprekers, mevrouw Beckerman en de heer Bushoff, mij daarom gevraagd hadden als ik dat niet gedaan had. Ik wil de Kamer daarin niet schofferen. Dit is dus een uitzonderlijke situatie die ook om een uitzonderlijke oplossing vroeg. Die heb ik hiermee gevonden en vanwege het budgetrecht dat jullie hebben, komt die dus weer terug in de Kamer.

Snelheid is niet altijd leidend. Maar ik probeer snelheid wel in balans te brengen met de kwaliteit, bijvoorbeeld door mijn keuze om de combinatie van lichte versterking en isolatiemaatregelen mogelijk te maken. Ik heb in dit debat twee onderwerpen gehoord waar ik echt even uitgebreider bij stil wil staan, namelijk de beoordelingsrapporten en de langlopende zaken. Voor ik daarop inga: deze onderwerpen hebben te maken met de kwaliteit van de versterkingsprocessen. In mijn brief heb ik stilgestaan bij hoe de NCG dit gaat verbeteren, bijvoorbeeld door extern toezicht te organiseren in iedere fase van het versterkingsproces. Dit moet leiden tot meer consistentie in de geleverde kwaliteit binnen de gehele versterkingsoperatie, onder andere door een continu leer- en verbeterproces.

Dan begin ik nu over de kwaliteit van beoordelingsrapporten. Daarmee geef ik ook antwoord op de vragen van de leden Beckerman, Bushoff en Bamenga. Op 23 juni heb ik uw Kamer een brief gestuurd over het eerste resultaat van een onderzoek door het ACVG naar de kwaliteit van de beoordelingsrapporten. Hieruit blijkt dat er slordigheden zitten in de beoordelingsrapporten en dat de werkwijze en communicatie beter moeten. Wat betreft de beoordelingen die zijn gedaan, met de Praktijkaanpak 2.0, constateert het ACVG dat de berekeningsrapporten in het merendeel van de gevallen ontbreken bij de NCG, doordat die door ingenieursbureaus niet tot een rapport worden uitgewerkt. Dat trek ik me aan. Ik zal eraan werken, want voor mij is één ding gewoon helder: bij elk dossier dat er ligt, geldt dat het volledige pakket van berekeningen en de hele zaak in één dossier aanwezig moeten zijn. Dat heb ik de NCG ook opgedragen.

Het goede nieuws is dat het ACVG geen aanwijzingen ziet dat er fouten gemaakt zijn die betrekking hebben op het veiligheidsoordeel. Dat vind ik heel belangrijk. Deze gebouwen zijn dus niet ten onrechte op norm verklaard. Dit stelt mij enigszins gerust. Ik snap namelijk als geen ander dat fouten in de rapporten, zoals een niet-bestaande schoorsteen, als gevolg hebben dat mensen gaan twijfelen over de kwaliteit van de beoordelingsrapporten. Maar nogmaals, deze fouten hebben geen betrekking op het veiligheidsoordeel. Dat oordeel is juist. De kwaliteit van de communicatie over de beoordelingsrapporten laat echter wel te wensen over. Naar aanleiding van de eerste bevindingen van het ACVG heb ik met de NCG afgesproken dat hij alle beoordelingen met de praktijkaanpak gaat reviewen in plaats van risicogerichte reviews uit te voeren, dat hij te allen tijde zorgt voor complete dossiers, ook bij de praktijkaanpak, en dat van de nazorg een standaardonderdeel van het versterkingsproces gemaakt wordt, bijvoorbeeld via een afsluitend gesprek, ook als huizen op norm worden verklaard. Ik heb met het ACVG afgesproken dat het tot het najaar 2025 doorwerkt aan de afronding van de eerste fase van het onderzoek. Daarmee wil ik bereiken dat bewoners meer zekerheid wordt geboden door het ACVG ook te laten doorrekenen en steekproeven in de praktijk te doen.

Dan het tweede en laatste punt: langlopende zaken. Langlopende zaken zijn voor mij een van de belangrijkste zaken waar ik aan wil trekken. Ik vind het namelijk echt onbestaanbaar dat mensen zeven, acht jaar of nog langer in de ellende zitten. Ik kan hier heel kort over zijn: dit moet gewoon beter. De NCG heeft daarom op mijn verzoek alle langlopende en complexe zaken in beeld gebracht. Dat zijn er tussen de 200 en 300. De NCG neemt met al deze bewoners uiterlijk voor het eind van het jaar contact op. De bewoners wordt dan een passende oplossing geboden, zodat die weer perspectief hebben en problemen worden opgelost. Ik volg dat ook. Ik heb maandelijks gesprekken met de NCG en ik wil gewoon voortgang zien in die dossiers. De individuele casussen die vanavond genoemd zijn, ontvang ik graag. Die breng ik dan ook onder de aandacht van de NCG. Dat betekent niet dat ik die op het bordje van de NCG gooi. Ik ga die met mijn mensen die ik hier in Den Haag heb, onder de aandacht van de NCG brengen en dan gaan we samen kijken wat er aan de hand is en hoe die opgelost kunnen worden. Ik wil daarbij ook zeggen dat het niet altijd onwil is van de NCG. Het is soms ook de complexiteit van de hele stapel van wat er allemaal geleverd is. Maar door er soms met wat nieuwe mensen met een frisse blik naar te kijken, kun je toch weer beweging in die zaken krijgen.

Mevrouw Beckerman stelde een vraag over de Aak in Uithuizen. Daar zitten mensen in onzekerheid. Haar vraag ging specifiek over de mensen uit twee blokken. Zij geeft aan dat maatregel 10, 11, 12 en 16 niet worden nagekomen bij deze bewoners. Ze krijgen bijvoorbeeld geen €2.500 voor het lange wachten, terwijl veel andere mensen die wel krijgen. De Aak is een bijzondere situatie. Het besluit is genomen om daar alsnog voor sloop-nieuwbouw te kiezen voor mensen die eerst een besluit op norm hebben ontvangen. Dat doen we samen met de regio, omdat we verschillen willen dempen. Ik wil ruimhartig zijn met de vergoeding en ik kom hier kort na de zomer bij u op terug.

Dan vroegen mevrouw Beckerman en de heer Bushoff waarom niet iedereen uit batch 1588 een vergoeding krijgt. Zoals ik aangaf in mijn beantwoording op Kamervragen van 13 juni van de leden Beckerman en Bushoff, heeft de NCG onderzocht of de bewoners hebben gekregen waar zij recht op hadden. Van de in totaal 88 meldingen van bewoners uit batch 1588 bleek in 31 gevallen dat die onvoldoende budget hebben gekregen om een functioneel vergelijkbare woning terug te kunnen bouwen. Deze bewoners krijgen daarom een aanvullende vergoeding om zo de verschillen die zijn ontstaan te dempen. Bij 57 meldingen hebben bewoners een afwijzing ontvangen, omdat zij bijvoorbeeld al op een andere manier waren gecompenseerd, door middel van maatwerk, of omdat er kosten waren gemaakt voor extra werkzaamheden, zoals verduurzaming. Om de verschillen te verkleinen ben ik met de gemeenten in overleg over welke regelingen we ook voor batch 1588 beschikbaar kunnen maken.

De voorzitter:

U heeft een interruptie van mevrouw Beckerman. Toch niet? Dan ga ik naar meneer Bushoff.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Als ik vrijdag weer bij mensen over de vloer kom, dan zou ik het liefst tegen ze willen zeggen: het komt wel goed. Maar dat kan ik niet. Als ik de beantwoording zo hoor, ben ik bang dat ik, als ik volgende week weer naar die mensen toe zou gaan, weer niet kan zeggen dat het wel goed komt. Ik ben benieuwd of de staatssecretaris die stelling wel aandurft of dat hij soms ook bang is dat het niet goed komt voor mensen. Ik vraag dat ook in het licht van wat hij bijvoorbeeld net zei over de mensen die eigen geld hebben ingelegd en die een afwijzing hebben gekregen. Want het kan toch niet zo zijn dat je, als je bijvoorbeeld het aanleggen van een pad naar je voordeur, stopcontacten of vensterbanken met eigen geld hebt betaald, daarvoor geen compensatie krijgt? Als dat het geval is, gaat er toch iets mis, vraag ik de staatssecretaris. Dan kan ik, als ik weer terugga naar dit soort mensen, toch moeilijk tegen ze zeggen dat het wel goed komt?

Staatssecretaris Van Marum:

In de afgelopen periode zijn al deze aanvragen bekeken. Daarbij is ook gekeken wat er uitgekeerd is, ook aan aanvullende zaken. Er zijn mogelijk op een ander vlak dingen vergoed die niet vergoed hadden hoeven te worden, maar die wel vergoed zijn. Dat is naast elkaar gelegd. Daar is een eindresultaat uit gekomen. Ik ga ervan uit dat dat zorgvuldig gebeurd is. Zoals altijd kan daar ook een fout gemaakt zijn. Als mensen op een gegeven moment zeggen dat ze het ergens absoluut niet mee eens zijn, dan kunnen we daarnaar kijken. Maar we hebben zorgvuldig gekeken. We hebben gekeken wat mensen al gekregen hebben en wat mensen zelf ingelegd hebben, waar het gaat over zaken die met versterking te maken hebben en die ook toerekenbaar zijn. Maar er zijn ook mensen die gewoon meer hebben gedaan dan alleen het versterkingsdeel. Dat kun je niet met terugwerkende kracht allemaal vorderen. Dus: er is gewoon echt serieus naar gekeken. Ik sluit niet uit dat er hier en daar alsnog iets in zit waar we nog eens naar kunnen kijken. Maar het grote, gemene beeld dat ik heb, is dat er op een zorgvuldige manier naar gekeken is en dat mensen gecompenseerd zijn voor de kosten die ze gemaakt hebben. Dat niet iedereen tevreden is en dat niet iedereen gekregen heeft waar ze op gehoopt hadden, is een ander verhaal. Maar er is, denk ik, op een zorgvuldige manier naar gekeken.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Dat roept eigenlijk alleen nog maar meer vragen op. Ik heb de brieven met de afwijzing ook gelezen. Er wordt verder weinig uitleg in gegeven. Er staat alleen dat het verzoek is afgewezen. Er wordt ook nog gezegd: we hadden een taakstellend budget. Ik ben dus wel benieuwd wat dat taakstellend budget was en of dat leidend is geweest bij de keuzes over wat wel en niet vergoed werd. Ook ben ik benieuwd of het volledige budget dat hiervoor beschikbaar was, ook daadwerkelijk is uitgegeven aan de mensen voor wie het bedoeld was. Ook vraag ik de staatssecretaris om toch nog echt in te gaan op de voorbeelden die ik net noemde. Een vensterbank, een pad naar je voordeur, stopcontacten: het is toch heel logisch dat dit soort dingen in een gewoon huis aangelegd worden? Als mensen daarvoor kosten hebben moeten maken, is het toch logisch dat ze die terugkrijgen? Het zit 'm niet in het feit dat ze verduurzaamd hebben. Het zit 'm niet in het feit dat ze al iets hebben gekregen. Want die mensen hebben hiervoor niks gekregen; ze hebben hiervoor hun eigen geld ingelegd. Ik zou heel graag een uitleg van de staatssecretaris willen. Hoe kan het dat deze mensen een afwijzing hebben gekregen? Ook wil ik graag een reactie op de vragen die ik net stelde over het taakstellend budget. Hoeveel is daar nog van over of niet? Is het leidend geweest?

Staatssecretaris Van Marum:

Die mensen hebben in feite destijds een taakstellend budget gekregen om in orde te kunnen maken wat er nodig was. Dat is het budget dat ze gekregen hebben. Een aantal mensen hebben onvoldoende geld gekregen; zij hebben daar eigen geld voor moeten inleggen. Het deel dat ze niet gekregen hebben in het taakstellend budget, hebben ze alsnog gekregen in de berekeningen die we nu gemaakt hebben.

In het tweede deel van uw vraag vraagt u of ik het niet normaal vind dat iemand een stopcontact boven een wasmachine krijgt. Natuurlijk is dat normaal. Maar — dat zeg ik er ook even bij — je kunt dat nooit op deze manier zeggen als je het niet in de context van het hele verhaal ziet. Er is in een totaalplaatje naar gekeken. Er zitten mensen bij die zaken volledig terecht opgevoerd hebben. Er zitten ook zaken bij die niet terecht zijn opgevoerd. Ik wil niet zeggen dat deze mensen ongelijk hebben of dat het hier niet goed gaat, maar het op deze manier presenteren, uit de context van het geheel, maakt het lastig voor mij om te zeggen: ja, meneer Bushoff, u heeft gelijk; dat moeten we oplossen. Er is namelijk gekeken wat er aan die woning moest gebeuren. Daar is een budget voor beschikbaar gesteld. Er is gebleken dat dat budget niet toereikend was. Vervolgens is er berekend wat die mensen alsnog vergoed konden krijgen van de kosten van datgene wat ze moesten doen en die ze zelf bijgedragen hebben. Er kan hier en daar echt een foutje in zitten. Daar kijken we dan gewoon naar. Misschien moeten we het ook gewoon beter uitleggen, om het beter inzichtelijk te krijgen. Maar er zijn ook mensen die gewoon veel meer hebben gedaan dan wat ze daarvoor moesten doen. Zij hadden de hoop dat dat vergoed zou worden, maar dat zit niet in het budget dat ze daarvoor beschikbaar hebben gekregen. Dus ja, er zullen ook mensen verdrietig zijn, maar dat is de consequentie van hoe het systeem in elkaar zit.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Tot slot op dit punt. Volgens mij trek ik hier niks uit de context. Ik ben bij deze mensen thuis geweest. Ik heb het kunnen zien. Ze hebben me alle documenten laten zien. Dit zijn mensen die inderdaad budget beschikbaar gesteld hebben gekregen voor de nieuwbouw van hun woning. Vervolgens moesten ze nog heel veel eigen geld inleggen. De documenten hebben ze allemaal keurig aangeleverd, met tot op de komma hoeveel geld het was per uitgevoerde reparatie en hoeveel geld ze zelf nog hebben moeten inleggen om gewoon een beetje een normaal huis te krijgen. Het ging niet om gouden kranen, maar gewoon om stopcontacten, een paadje naar de voordeur of vensterbanken. Zo'n huis wilden ze ervoor terugkrijgen. Die mensen hebben nog niks gehad. Ze krijgen nu weer niks. Dat kan ik gewoon niet begrijpen. Ik hoor de staatssecretaris zeggen: het is moeilijk om daar nu verder op in te gaan. Dan zou ik graag willen dat de staatssecretaris schriftelijk heel duidelijk uitlegt hoe het kan dat deze mensen dat geld niet krijgen, ook gelet op de aangenomen motie die heel duidelijk stelt dat alle mensen die eigen geld hebben ingelegd, dat terug zouden moeten krijgen. Evenzogoed hadden de mensen die €10.000 van dat budget af hebben zien gaan voor de sloop van hun woning, die er nog staat, dat terug moeten krijgen. Dat hebben zij ook niet teruggekregen. Ook dat begrijp ik niet.

Staatssecretaris Van Marum:

Taakstellend budget is budget om terug te krijgen wat je had. Het budget van de NCG is op dit gebied ongelimiteerd, want versterken is niet gebonden aan geld. Dus ik zeg hier nog een keer dat mensen die een bepaalde woning hadden, met wat erin zat, krijgen wat ze hadden. Als er onvoldoende middelen voor beschikbaar zijn gekomen om dat terug te zetten, krijgen ze dat vergoed. Er zijn zaken die u zegt niet te snappen. Ik kan die niet bekijken in de context waarin u dit nu stelt. Ik ben bereid om met u een dergelijk rapport te bekijken en uitleg daarbij te geven. Maar in algemene zin zijn al deze aanvragen bekeken. Mensen moesten gewoon terugkrijgen wat ze hadden. Als ze tekorten hadden in hetgeen ze aan budget beschikbaar hebben gekregen, hebben we datgene wat daar niet in zat, erbij gedaan. Er zijn mensen die meer hebben gebouwd of gedaan dan wat ze hadden. Er zitten ook mensen bij die dat deel niet vergoed krijgen.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik weet nog steeds niet of we aan het einde van het blokje zijn, maar ik ga hier toch interrumperen. Als je naar dit debat kijkt en je nog nooit een debat hebt gevolgd, dan lijkt het allemaal misschien heel netjes. Maar deze zondag is het twee jaar geleden dat onze motie werd aangenomen. Die verzocht om mensen die eigen geld hebben moeten investeren, bij de versterking, schadeloos te stellen. Twee jaar geleden! Het was een enorme strijd om die motie erdoor te krijgen. We hadden namelijk allemaal van dit soort debatjes. Het budget was "wél goed" en het werd allemaal "netjes gedaan". Het was een eindeloos debat. Op 6 juli 2023 lukte het ons eindelijk. Twee jaar later zitten we hier nog steeds op dit niveau te debatteren. Straks moeten we met de rapporten komen om te bepalen of dat stopcontact wel terecht is. Er staan nog zó veel mensen in de wachtrij. Laten we onze aandacht richten op al die mensen, die daar zitten en in een caravan slapen, en deze mensen gewoon schadeloosstellen. Want hoe langer we hier zitten te discussiëren en rapporten zitten te bekijken over een stopcontact of een tuinpaadje, hoe langer andere mensen moeten wachten. Ik snap werkelijk niet dat we dit geld niet gewoon overmaken. Zo doen we het ook met de causaliteitsdiscussie. Die voeren we helemaal niet meer tot €60.000. We zitten onszelf hier gek te maken met discussies over een stopcontact en een tuinpaadje, terwijl er mensen zitten te wachten in een caravan. Waarom maken we dit geld niet gewoon over? Dit is toch niet te doen?

Staatssecretaris Van Marum:

Sorry, mevrouw Beckerman, maar u haalt hier twee zaken even volledig door elkaar. Ik zie dat u dat niet vindt, maar dat doet u wel. Ik laat me dit niet aanleunen. Wij hebben hier heel zorgvuldig naar gekeken. Mensen zijn niet tevreden omdat ze niet het bedrag hebben gekregen waarop ze dachten recht te hebben. Dat gebeurt. Dat kan. Ik weet zeker dat hier op een goeie manier naar gekeken is, in de trant van: "Er is een taakstellend budget. Mensen hadden een woning. Mensen krijgen terug wat ze hadden. Al het meerdere dat ze hebben gedaan, zit niet in die budgetten." Wij hebben ervoor gezorgd dat de mensen die meer geld hebben moeten inleggen, omdat ze niet terugkregen wat ze hadden, dat geld terugkrijgen. Als daar omissies in zitten, ben ik bereid om daarnaar te kijken, zonder twijfel. Maar dit is hoe het gegaan is. We hebben ons hier heel erg hard voor gemaakt. De zaak 1588 heeft u vanaf het moment dat ik aangetreden ben, continu onder de aandacht gebracht. We hebben er heel hard aan getrokken om het inzichtelijk te maken. We waren daarbij van meerdere partijen afhankelijk om het voor elkaar te krijgen. We zijn nu tot een afronding gekomen. Als er zaken zijn waar u niet tevreden over bent, kunt u altijd terugkomen om die aan te brengen. Maar wij hebben dit naar mijn idee naar behoren afgehandeld. Als er zaken zijn die naar uw idee nog niet goed zijn, ben ik altijd bereid om daarnaar te kijken. Maar ik laat me niet aanleunen dat we dit onrechtvaardig gedaan hebben.

Mevrouw Beckerman (SP):

Al eerder kwamen er afwijzingen over deze dingen. Het gaat bijvoorbeeld over mensen die eerder onder NAM/CVW vielen. Er zitten mensen bij — ik ga hun namen niet noemen — van wie de staatssecretaris net zo goed weet als ik wat voor enorm ellendige tijd zij hebben gehad door toedoen van de overheid. Zij zijn uit hun huis geplukt, omdat het acuut onveilig was. Zij moeten nu opnieuw de strijd aangaan, want ook zij hebben een afwijzing gekregen voor dat eigen geld. Zij hebben inmiddels weer een advocaat. Ze moeten inmiddels weer in bezwaar. Er worden weer rapporten gestapeld. Dit gaat er niet om of je ergens in een rapport een foutje kan vinden. Dit gaat erover dat mensen die eindeloos veel ellende hebben beleefd, daar opnieuw mee bezig zijn. Mijn vraag is: is dit het wel waard? We doen mensen namelijk wéér verdriet en ellende aan. Maar vooral zijn we allerlei capaciteit aan het inzetten om hier op de vierkante millimeter naar te kijken. Dat terwijl de staatssecretaris zelf zegt dat er nog zo veel dossiers liggen — hij had het over 200 of 300 — die gewoon bijna niet meer vlot te trekken zijn. Daar moet weer met een frisse blik naar gekeken worden. Waarom richten we onze aandacht niet daarop, in plaats van dat we mensen weer in een enorme strijd storten? Want dat is wel wat er gebeurt.

Staatssecretaris Van Marum:

Dat is uw opvatting daarover. Wij zijn juist hiermee aan de gang gegaan om tot een afronding te komen. Die afronding is er nu. Ik denk nog steeds dat het op een ordentelijke manier gegaan is. Daar laat ik het voor nu ook bij. Ik heb u een aanbod gedaan, namelijk dat ik best wil kijken naar zaken waarvan u denkt dat ze volstrekt onrechtvaardig zijn. Ook in deze zaak verknoopt u batch 1588 weer met andere afhandelingszaken bij NAM en CVW waar we oplossingen voor aan het bedenken zijn. We zijn dus wel zaken aan het oplossen: 1588 maar ook schades die zitten bij NAM en CVW. Maar het is allemaal niet makkelijk, dat kan ik u ook vertellen.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Staatssecretaris Van Marum:

Een schrijnende situatie. Dat was een vraag van de heer Bushoff. Wordt een sloop-nieuwbouwhuis dat weer in de stutten staat opnieuw gecompenseerd voor de ellende? Deze situatie is mij niet bekend. Die klinkt schrijnend. Ik ontvang graag nadere informatie, zodat ik kan nagaan wat er aan de hand is. Mochten bewoners zich onveilig voelen, dan kunnen ze zich altijd melden bij het loket acuut onveilige situatie bij het IMG. Maar laat me in elk geval even weten waar het over gaat, dan kunnen we kijken wat er aan de hand is.

De heer Bushoff vroeg naar de inleg van €10.000 voor de sloop van een woning. Bewoners hoeven geen kosten te betalen voor de sloop als versterking aan de orde is. In het bouwbudget dat de bewoners hebben gekregen voor sloop-nieuwbouw van hun woning is €10.000 opgenomen voor het slopen van de oude woning. Omdat de bewoners de sloop zelf regelen, betalen de bewoners deze kosten uit dit bouwbudget. Daarom krijgen de bewoners hiervoor geen vergoeding, want dat zou dubbel zijn.

De heer Bamenga vraagt hoe ik ervoor ga zorgen dat mensen eindelijk aan de slag kunnen met eigen aannemers in plaats van altijd maar te moeten wachten op bureaucratie. De eigenaren van een gebouw kunnen bij de NCG een verzoek indienen voor vergoeding van versterking in eigen beheer. Dit kan voor de verschillende fasen van het versterkingstraject. Eigenaren zijn niet verplicht gebruik te maken van de diensten van de NCG voor de versterking van hun woning. Wel moet de versterking voldoen aan wettelijke eisen. Daarom moeten aannemers die voor de versterking uitgekozen worden, ook in hun eigen beheer voldoen aan die kwaliteitseisen. Die kwaliteitseisen zijn in het belang van de bewoners, want het gaat hier om hun veiligheid. Er worden dus wel kwaliteitseisen gesteld aan de aannemer, maar in principe mogen bewoners hun eigen aannemers aandragen.

Ik kom bij blokje twee, het perspectief.

De voorzitter:

Ik onderbreek u voor een interruptie van meneer Bamenga.

De heer Bamenga (D66):

Dank voor de reactie van de staatssecretaris. Ik zou graag wat meer willen weten over de kwaliteitseisen die nodig zijn. Waar moeten we zoal aan denken? Over wat voor kwaliteitseisen hebben we het precies als het gaat om die eigen aannemers?

Staatssecretaris Van Marum:

Ik wil de heer Bamenga wel een lijstje doen toekomen.

De heer Bamenga (D66):

We krijgen dus een lijstje van kwaliteitseisen?

De voorzitter:

Dit is een verduidelijking, geen interruptie.

Staatssecretaris Van Marum:

Ja.

De voorzitter:

Helder. Gaat u verder.

Staatssecretaris Van Marum:

Dan kom ik bij het blokje perspectief, sociale en economisch agenda. Ik ben blij dat zowel de sociale als de economische agenda door het Rijk en de regio zijn vastgesteld. De agenda's zijn goed ontvangen in Groningen en Noord-Drenthe. Ze zijn een mooi voorbeeld van hoe regio en Rijk kunnen samenwerken om langjarige-investeringsagenda's op te stellen. Daar ben ik ook trots op. Met deze agenda's zetten Rijk en regio belangrijke stappen in de richting van het structureel verbeteren van de brede welvaart in Groningen en Noord-Drenthe. Naast schadeherstel en versterking is het ook belangrijk dat het toekomstperspectief voor de inwoners wordt verbeterd. De komende periode wordt er gewerkt aan het zo snel mogelijk uitvoeren van de agenda's, zodat de bewoners ook écht wat gaan merken. Dit gebeurt, net als de totstandkoming van de agenda's, in zorgvuldige afstemming met betrokken partijen in Groningen en Noord-Drenthe, opdat overheden en gedupeerden zich gehoord voelen, een punt waar de heer Bamenga aandacht voor vroeg. Kortom, we zorgen voor een passende uitvoeringsstructuur, met oog voor de zorgen van de regio.

In de tussentijd zitten we niet stil. Als coördinerend bewindspersoon zorg ik ervoor dat de departementen goed zijn aangehaakt. Zo heb ik uw Kamer afgelopen vrijdag al geïnformeerd over de indiening van een voorstel om een AI-fabriek in Groningen te realiseren. Het voorstel is echt een gezamenlijke inspanning geweest van regio en Rijk. Dat zie je ook terug in het financieringsvoorstel: 60 miljoen euro van de regio, 70 miljoen euro van het Rijk en 70 miljoen vanuit Europa. Een schoolvoorbeeld van het hefboomeffect waar de economische agenda op inzet. Dit brede commitment maakt het voorstel ook kansrijk, mede omdat het bedrijfsleven en de kennisinstellingen ook actief betrokken zijn. Zodoende deel ik in het enthousiasme van de leden Hartsuiker en Holman. Een AI-fabriek kan gewoon een vliegwiel in gang zetten ter versterking van de regio. Zo'n fabriek trekt talent aan, creëert hoogwaardige banen en helpt ook ondernemers en instellingen in bijvoorbeeld zorg, landbouw en energie om te vernieuwen met slimme technologie. Die ambitie wil ik samen met de regio waarmaken.

Ook met de uitvoering van de sociale agenda gaan we na de zomer van start, met zeven concrete maatregelen gericht op jongeren, zoals ondersteuning van jongeren zodat ze hun opleiding afronden, extra activiteiten op scholen, armoedebestrijding en hulp bij mentale problemen.

De heer Hartsuiker vroeg welke afspraken er over de Aardbevingsacademie zijn gemaakt met de regio. Voor het programma Sociaal & Gezond is 55,8 miljoen euro beschikbaar gesteld door het Rijk. In principe kunnen de kosten van 2,9 miljoen euro voor de Aardbevingsacademie ook uit deze middelen worden betaald. Er zijn geen aanvullende afspraken gemaakt. Maar ik begrijp dat IMG en NCG ook gebruikmaken van de Aardbevingsacademie en indien nodig ben ik bereid om de kosten die ze daarvoor moeten maken — dat is ongeveer 40% van de kosten — voor mijn rekening te nemen.

De heer Hartsuiker (VVD):

Ik weet niet of de staatssecretaris er nog op terugkomt, maar ik heb ook een vraag gesteld over een nulmeting voor de economische en de sociale agenda.

Staatssecretaris Van Marum:

Daar kom ik bij de Staat van Groningen nog op terug.

De heer Hartsuiker heeft ook gevraagd naar de kansen van grensoverschrijdende samenwerking met Nedersaksen in het kader van de economische agenda. Groningen en Noord-Drenthe moeten het eerst profiteren van de kansen van de economische agenda. Kansen stoppen echter niet bij de grens. Nedersaksen staat vaak voor dezelfde maatschappelijke vraagstukken als Groningen en Noord-Drenthe. Zo heb ik deze vraagstukken ook in Oldenburg met Nikolaus Jansen van het Amt für regionale Landesentwicklung besproken. We hebben gesproken over hoe we samen konden optrekken op thema's als gezondheid, energie, industrie, water en landbouw. De komende tijd verken ik hoe we dat kunnen verbinden aan de agenda. Als buurtregio's verstaan we elkaar letterlijk en figuurlijk goed en hebben we passende samenwerkingsprogramma's zoals Interreg A.

Dan naar het blokje schadeherstel. De afgelopen periode zijn er door het IMG met de invoering van de nieuwe schademaatregelen belangrijke stappen gezet naar een mildere, menselijkere en makkelijkere schadeafhandeling. In de Staat van Groningen en Noord-Drenthe wordt geconcludeerd dat deze nieuwe maatregelen positief worden ontvangen. Gemiddeld genomen zijn bewoners met fysieke schade tevreden over de schadeafhandeling en ook positief over het contact met het IMG. En hoewel het steeds beter gaat, moet het IMG blijven werken aan de verbeterpunten.

In gesprekken met de bewoners hoor ik nog steeds verhalen waarin het beter kan en ook moet. In die gesprekken met bewoners kom ik veel oud maar soms ook nieuw zeer tegen, en dat is bepalend voor de gevoelens over de schadeafhandeling. Ook hier gaat het vaak om heel complexe problematiek en langlopende dossiers. Recent heb ik verkend hoe de afhandeling van de complexe casuïstiek door vangnetten en taskforces verloopt en of deze kan worden gestroomlijnd. Ik heb u hierover vorige week per brief geïnformeerd. Een deel van het zeer ziet op de schades die in het verleden door NAM of CVW zijn afgewezen. Bewoners hebben daar nog steeds last van. We kijken goed naar wat we daarmee kunnen. Er zijn bewoners die nog steeds echt niet verder kunnen met hun leven doordat er in hun huis nog steeds grote schades zitten die destijds door de NAM of CVW geheel of gedeeltelijk zijn afgewezen, waardoor ze later niet altijd in aanmerking kwamen voor herstel. Samen met de uitvoeringsorganisaties, de regio en maatschappelijke organisaties breng ik momenteel voor de bewoners voor wie dit geldt de oplossingsmogelijkheden in kaart, zodat wij hun de juiste hulp kunnen bieden.

Mevrouw Beckerman vraagt naar de uitvoering van de motie over de afgewezen NAM-schades. Daar kan ik over zeggen dat ik mijn uiterste best ga doen om dit met betrokken partijen zo snel mogelijk uit werken in een concrete aanpak. Dit zal in vrijwel alle gevallen een specifieke oplossing zijn voor de betreffende bewoners omdat een generieke oplossing niet voorhanden is. Kort na de zomer kom ik hierop terug.

Terugkijkend op het afgelopen jaar ben ik positief gestemd. Ik zie dat IMG op volle toeren draait en stappen zet om de mijnbouwschade milder, menselijker en makkelijker af te handelen. Maar ik constateer daarbij ook dat de nieuwe schadeafhandeling met daadwerkelijk herstel tijd nodig heeft om breder effect te krijgen. De komende jaren moet blijken of deze veranderingen inderdaad leiden tot meer tevredenheid over en vertrouwen in de schadeafhandeling, maar ik blijf me daarvoor inzetten.

Dan naar de vragen. Het lid Bushoff en het lid Bamenga vragen naar de Pompsterweg en de toezegging dat de bewoners voor de zomer uitsluitsel krijgen over een verwarmde woning in de winter. Ik ga normaal gesproken niet op individuele casussen in, maar ik ben bekend met deze voor de bewoners urgente situatie. Ik begrijp de frustratie en de onzekerheid waarin ze zitten ook, maar ik kan in dit debat hierop niet ingaan. U kunt er zeker van zijn dat deze geluiden wel gehoord worden en dat er ook wat mee gedaan wordt.

Er zijn verschillende vragen gesteld over de stuttenlijst. Mevrouw Beckerman vroeg waarom het hele proces zo lang duurt. De heer Bushoff heeft gevraagd wat er nodig is om de stutten weg te halen. Die stuttenlijst heb ik laten maken omdat ik inzichtelijk wilde hebben waar die stutten nou vandaan komen. Het vervelende van de gebruikte systematiek is dat alle meldingen over onveiligheid bij het IMG landen als AOS-melding. De mensen die namens het AOS-team langskomen, kijken alleen maar naar de veiligheid en doen geen uitspraak over een causaal verband. Het kan dus heel goed zijn dat je brand hebt gehad en er stutten komen om de woning veilig te stellen of dat er een auto tegen een woning aan is gereden waardoor er stutten nodig zijn. Maar het kan ook te maken hebben met mijnbouw. De afgelopen periode hebben we gezocht naar een manier om daarin een onderscheid te maken. Ik vind het belangrijk dat bewoners in een onveilige situatie zo spoedig mogelijk uit deze situatie worden geholpen, zodat ze weer in een veilig huis en een veilige omgeving kunnen wonen.

Voor het samenstellen van die stuttenlijst is veel handmatig werk gedaan. Er is gekeken op welke adressen er stutten zijn geplaatst, op welke adressen ze nog staan en waarom. Daarom heeft het langer geduurd. Voor het verwijderen van de stutten geldt dat de NCG na afronding van de versterkingsoperatie de stutten altijd zal wegnemen. Voor het verwijderen van stutten die zijn geplaatst in het kader van de schadeafhandeling of die om een andere reden zijn geplaatst, geldt dat in de helft van de gevallen — dat zijn er ongeveer 150 — er samenwerking met de gemeente benodigd is. Over hoe wij dit goed en veilig kunnen doen is momenteel contact met een uitvoeringsorganisatie en met het samenwerkingsverband op het gebied van veiligheid, toezicht en handhaving van de gemeente.

De heer Holman vroeg nog naar de onrust in de omgeving van Norg. Hij krijgt signalen dat de NAM haar handen daarvan af wil trekken. Er loopt een verzoek van NAM om kussengas te winnen uit de gasopslag Norg. De beoordeling daarvan ligt bij de minister van Klimaat en Groene Groei. De schade in het gebied wordt afgehandeld door het IMG met toepassing van bewijsvermoeden. Dit is onafhankelijk belegd, dus los van de NAM. De bewoners in het gebied komen voor dezelfde regeling in aanmerking als de bewoners in de rest van het effectgebied.

Mevrouw Vedder vroeg uitgebreid naar mijn brief over het bewijsvermoeden bij Norg. Ik snap dat heel goed. Het is namelijk heel ingewikkeld. Ik begrijp dat mevrouw Vedder de technische logica niet ziet, want bij het grootste gedeelte van de gebieden, de zogenaamde "oortjes", waar het om gaat, is met uitzondering van twaalf kleine deelgebieden geen sprake van schade door gaswinning — geen bevingen en ook geen bodemdaling. Dit is ook de reden dat het IMG in de oortjes de schadeafhandeling tijdelijk heeft stilgezet. Vanuit bredere maatschappelijke overwegingen is het politieke besluit genomen om de schade toch weer te gaan afhandelen. Je moet dan wel een keuze maken over hoe je die schades afhandelt in een gebied waar geen schade door gaswinning heeft kunnen ontstaan. Om deze onwenselijke verschillen te voorkomen heeft het IMG ervoor gekozen in het weer toegevoegde gebied precies dezelfde werkwijze te hanteren als in de rest van het effectgebied. Als dat niet was gebeurd, zouden bewoners van woningen gebouwd na 2012 in deze specifieke gebieden meer schade vergoed krijgen dan elders in het effectgebied waar niet wordt vergoed. Het is misschien goed om te weten dat er nieuw onderzoek van het IMG loopt naar indirecte effecten van diepe bodemdaling. Ik hoop in de loop van dit jaar hun werkwijze te kunnen presenteren.

De voorzitter:

U heeft een interruptie van mevrouw Vedder.

Mevrouw Vedder (CDA):

Ik wist even niet of dat aan het einde van het blokje moest, voorzitter. Dat kan nu?

De voorzitter:

U heeft wat dat betreft geen verplichtingen, dus als u een interruptie wilt plegen: ga uw gang.

Mevrouw Vedder (CDA):

Nou geweldig.

De minister zegt: er is geen sprake van schade door gaswinning; dat kan niet. Dat klinkt als een bekend verhaal dat ik ook wel herken uit het verleden over andere gebieden. Het duurde een tijdje voordat we erachter kwamen dat het misschien toch mogelijk was. Maar is dat überhaupt relevant? In de brief staat dat het vermoeden wordt weerlegd als er een duidelijke andere oorzaak aangetoond kan worden. Ik kan me toch niet aan de indruk onttrekken dat er grootschalige schades worden gemeld in het gebied bij Norg en dat er geen andere oorzaak wordt aangedragen waardoor de schade zou kunnen zijn ontstaan. Dan beroep je je toch op het wettelijk bewijsvermoeden, zou ik zeggen.

Mijn tweede punt. Ik snap heus dat we geen nieuwe verschillen willen creëren, maar waarom gaan we in hemelsnaam een procedé loslaten in een gebied dat te maken heeft met diepe bodemdaling, maar waar geen sprake is van bevingsschade? Daar plakken we dan wel een bevingsschadeprotocol op. Ik vind het volslagen onbegrijpelijk.

Staatssecretaris Van Marum:

Ik vind het logisch dat u die vraag stelt. Voor zover ik het heb begrepen, hadden wij een gebied bij de gasopslagen, de oortjes. Uit onderzoek van het IMG ... Ik zeg niet of wij daar anders over denken. Er is in elk geval juridisch gekeken in welke gebieden schade heeft kunnen ontstaan ten gevolge van gaswinning. Daaruit zijn twaalf gebiedjes naar voren gekomen waar dat juridisch aantoonbaar was. Vervolgens is er een politiek besluit genomen. Men heeft gezegd: het kan niet zo zijn dat er in die twaalf gebiedjes een ander afhandelingsregime gaat gelden dan in het totale effectgebied van de gasopslag Norg. Nu wordt dus in het gehele gebied van de gasopslag Norg dezelfde systematiek gehanteerd als in de rest van het effectgebied van het Groningenveld. Er is nu juist geen sprake meer van een uitzonderingssituatie. Sterker nog, in de gebiedjes die eerder waren aangewezen kan zelfs nog een beetje meer qua regelingen die mogelijk zijn. In feite wordt het hele gebied dus afgehandeld als zijnde IMG-gebied, maar in gebieden waar het echt aantoonbaar is, kun je soms nog wel gebruikmaken van de maatwerkprocedure, terwijl je dat in de rest van het gebied vanwege het bewijsvermoeden niet kunt.

Als het niet helder is, wil ik het met alle plezier nog een keer uitleggen en ook uit laten leggen, zodat het echt helder is. Ik snap dat het heel lastig is. Je hebt een gebied waar de gasopslag zit. In dat gebied zijn twaalf gebiedjes geïsoleerd waar sprake is van een zodanige bodemdaling als gevolg van de gaswinning dat bewezen kan worden dat er schade kan ontstaan door de winning. Op het gebied van trilling: er is één beving geweest die zo zwaar is geweest dat die trillingen heeft veroorzaakt die tot schade hebben kunnen leiden. Dat is de beving van Huizinge. Daar komt 2012 vandaan. De Kamer heeft destijds gezegd: wij vinden het een onwenselijke situatie dat je alleen in die twaalf kleine deelgebiedjes schade kunt afhandelen. Daarom is het gehele gebied onder de afhandelingssystematiek van het IMG gekomen. Alleen in die gebiedjes waar het extra deel zit, kun je nog een beetje meer met een maatwerkregeling. Dat kan niet buiten die gebiedjes, want dat levert juridisch een probleem op. Je kunt mensen wel tegemoetkomen met de €60.000-regeling. Bij bijna alle schades die in dat gebied voorkomen kun je de mensen ook op die manier compenseren.

Dat laat onverlet, dat is tenminste mijn stellige overtuiging ... nu ja, stellige overtuiging ... Ik vind het van belang dat wij alle mechanismen die ten gevolge van de mijnbouw kunnen ontstaan of hebben kunnen ontstaan en die tot schade kunnen leiden, onderzoeken en zo scherp mogelijk hebben. Als wij mensen kunnen compenseren naar aanleiding van die onderzoeken, dan kunnen wij dat ook doen. Die onderzoeken lopen op dit moment ook. Er wordt daarbij ook gebruikgemaakt van meetapparatuur en dergelijke, zodat we daar een goed beeld van kunnen krijgen.

Mevrouw Vedder (CDA):

Dank aan de staatssecretaris voor het aanbod om het mij nog een keer goed te laten uitleggen. Eerlijk gezegd denk ik dat ik het behoorlijk goed in de gaten heb, maar ik laat me graag nog nader informeren. Maar het punt blijft staan dat de Kamer ooit heeft uitgesproken het onwenselijk te vinden dat er verschillen zijn ontstaan tussen die twaalf gebieden en de rest van de oortjes. Daar is die AMvB uit ontstaan. Nu wordt er alsnog weer een onderscheid gemaakt op basis van exact dezelfde grenzen. Dat is één.

Twee. De minister zegt dat in die twaalf gebieden bewezen kan worden dat er schade kan ontstaan door mijnbouw. Maar dat is niet het principe achter de omgekeerde bewijslast geweest. Ik heb altijd begrepen: tenzij je aan kunt tonen dat het niet door mijnbouw veroorzaakt kan zijn, tenzij we een andere reden kunnen vinden, gaan we uit van de veronderstelling dat het dus door mijnbouw komt.

Het derde punt. Overeind blijft staan dat de huizen in de gebieden in de oortjes die niet bij die twaalf gebieden horen, nu onder de werkwijze van het IMG vallen die het IMG toepast in het aardbevingsgebied. Dat betekent dat huizen die van voor 2012 zijn toch in aanmerking kunnen komen voor schadeafhandeling, eigenlijk alleen vanwege het bouwjaar van hun woning. Maar eigenaren van een woning die jonger is, krijgen, ook al zitten ze in een gebied dat niet relevant is voor aardbevingsschade maar wel te maken heeft met bodemdaling, te maken met een werkwijze van het IMG die uitgaat van een relatie met aardbevingsschade, omdat die werkwijze nu eenmaal zo is vastgelegd op grond van de rest van het effectgebied. Die werkwijze was er nu eenmaal eerder en die wordt geplakt op een gebied dat met hele andere mechanieken te maken heeft.

Ik vind het prima om het me nog een keer te laten uitleggen, maar ik denk dat ik dan exact hetzelfde te horen krijg als wat ik nu vertel. Maar in de kern is dat niet wat wij als Kamer hebben gewild met die oortjes. Is de staatssecretaris dat in ieder geval met mij eens? Ik heb dat gecheckt bij de mensen die toen in de Kamer zaten en ik heb dat ook gecheckt bij de bewindspersonen die op dat moment bezig waren met de AMvB. Dat punt blijft gewoon staan.

Staatssecretaris Van Marum:

Wat betreft de toepassing van het bewijsvermoeden: die geldt in dat hele gebied. Op het moment dat je in die twaalf gebiedjes woont, kun je met succes gebruikmaken van de maatwerkregeling. Dat betekent dat als je schade hebt die hoger is dan €60.000, je die kunt laten beoordelen, waarna toekenning zal volgen, omdat in dat gebied schade door mijnbouw kan ontstaan. Zou je kiezen voor een maatwerkregeling in de rest van het gebied bij schades hoger dan €60.000, dan kan het IMG op grond van de toepassing van het bewijsvermoeden daar zo veel andere zaken tegenover zetten dat ze niet tot uitkering kunnen komen. Eigenlijk kunnen alleen de mensen die in de erkende bodemdalingsgebiedjes zitten gebruikmaken van de maatwerkregeling. In de rest van het gebied kan de maatwerkregeling niet worden toegepast omdat te veel andere autonome oorzaken de toepassing van het bewijsvermoeden in de weg staan.

Mevrouw Vedder (CDA):

Ik ga het nog een keer proberen. Ik ga even voorlezen uit de brief van de staatssecretaris. "Het wettelijk bewijsvermoeden houdt in dat alle fysieke schade aan gebouwen en werken die naar haar aard redelijkerwijs zou kunnen zijn veroorzaakt door de voormalige gaswinning uit het Groningenveld of de gasopslagen bij Norg en Grijpskerk, wordt vermoed dat te zijn. Het vermoeden wordt weerlegd als er een duidelijke andere oorzaak aangetoond kan worden." Mensen met huizen gebouwd na 2012 bij de gasopslag Norg hebben schade. Er is geen duidelijke andere oorzaak aangetoond en toch krijgen ze te horen: njet.

Staatssecretaris Van Marum:

U zegt dat er geen duidelijke andere oorzaak is aangetoond, maar dat is mij te algemeen. Bij elke individuele schademelding is het verhaal immers weer anders. Als het IMG een schade beoordeelt, dan kijken ze naar een aantal criteria. Een schadebeeld kan meerdere schadeoorzaken hebben. Heel veel schade ontstaat ook ten gevolge van grondwaterproblemen, veenoxidatie, verdroging en noem maar op. Dit zijn autonome oorzaken. Het IMG moet daarmee rekening houden. Het IMG heeft nog een aantal zaken waar ze naar kunnen kijken om het bewijsvermoeden te weerleggen. Dat kan een trillingssnelheid zijn, maar dat kan ook een erkende bodemdaling zijn. In het gehele gebied stellen wij, zonder te kijken naar de oorzaak, mensen in de gelegenheid om tot €60.000 schade te laten repareren. Dat is een soort vangnet dat zij niet in de situatie van de maatwerkprocedure terechtkomen, want die maatwerkprocedure geeft het IMG in rechte — het is een zelfstandig bestuursorgaan dat juridisch moet kijken naar hoe de schade heeft kunnen ontstaan — heel veel uitsluitende andere oorzaken waardoor ze niet tot uitkering kunnen overgaan. Juist in die twaalf gebiedjes is er een extra reden voor het IMG om toe te kunnen wijzen en ook hogere schadebedragen, dus boven €60.000, toe te kennen met de maatwerkregeling.

De voorzitter:

Mevrouw Vedder, dit is uw vierde interruptie.

Mevrouw Vedder (CDA):

Ik weet het. En de laatste, gok ik.

Dat snap ik. Maar dat is mijn probleem niet. Mijn probleem zit 'm niet in die twaalf Deltaresgebiedjes, maar in de huizen daarbuiten, in de oortjes. En dan specifiek de groep de mensen die een huis hebben van na 2012. Ik weet eigenlijk niet hoe ik mijn vraag op een andere manier kan formuleren zodat ik een ander antwoord krijg, al vermoed ik dat ik dat antwoord niet ga krijgen. Maar snapt de staatssecretaris in ieder geval dat het totaal onbegrijpelijk is dat iemand in een gebied waar mensen zich zorgen maken over de bodemdaling, te horen krijgt "je huis is van na 2012 dus kun je geen last hebben gehad van Huizinge en dus gaan we niet over tot welke schade-uitkering dan ook"? Dan heb ik het dus niet over die €60.000-regeling, want ook daarvoor komen ze niet in aanmerking. Ze staan gewoon met lege handen. Dat is toch niet uit te leggen, die hele systematiek? Dat is toch bizar? Ik hoop in ieder geval dat de staatssecretaris het met mij eens is dat daarover onrust is — dat kan de staatssecretaris denk ik niet ontkennen — en dat daar wat aan moet gebeuren. Als ik al niet overtuigd ben, zal dat voor de mensen in Norg alleen maar moeilijker worden. Wat gaat de staatssecretaris doen aan die onrust?

Staatssecretaris Van Marum:

Ik kan u in elk geval toezeggen dat ik daarover verder spreek met u. In het gebied zijn ook mensen die daar graag over willen spreken. Die gesprekken wil ik zeker voeren. Ik bied u ook een technische briefing over dit onderwerp aan. Die wil ik u wel aanbieden. Het heeft in elk geval mijn aandacht, in die zin dat wij de onderzoeken die daar gedaan worden verbreden. We kijken niet alleen naar trillingssnelheid, maar gaan ook met tiltmeters en peilbuizen na wat de schadeoorzaken kunnen zijn in dat gebied, zodat we zaken aantoonbaar kunnen maken. We kunnen het leuk vinden of niet, maar IMG is een zelfstandig bestuursorgaan dat onafhankelijk en op een eerlijke manier moet kijken naar de schadeoorzaken die aan de orde zijn en naar toekenning. We proberen dat zo ruimhartig mogelijk te doen, maar ze zijn wel gebonden aan hun eigen vakkennis.

De voorzitter:

Ik ga eerst naar meneer Holman en daarna naar mevrouw Beckerman. Meneer Holman.

De heer Holman (NSC):

Toch nog maar even op hetzelfde doorgaand, want ik vind het heel onbevredigend. Is er sprake van bodemdaling? Nee, nog niet, dat komt pas als het gasveld niet meer vol wordt gepompt en de 7 miljard kubieke meter kussengas wordt weggehaald en de druk 200 tot 250 bar naar beneden gaat zakken. Ja, dan komen er wel bodemdalingen. Maar omdat het vol en leeg wordt gepompt, valt het tot nu toe nog mee, maar er is wel degelijk beweging in de grond. Echt sprake van bodemdaling is er dus niet. Grote trillingen door aardbevingen zijn er ook niet echt geweest, alleen van het veld verderop. Wat mij intrigeert, is dat de staatssecretaris zegt "het is een politieke afweging geweest dat". Voor mij klinkt dat als: "Oké, er is geen aardbeving geweest en ook geen bodemdaling. Jullie hebben schade, maar het is niet bewezen. Om niet beargumenteerde reden ga ik toch over tot schade-uitkering". Dat heeft ook een raar effect. Want die twaalf gebiedjes mag juridisch wel, maar daarbuiten niet. Dan krijg je juist de situatie dat als je buiten die twaalf gebiedjes zit, het IMG argumenten gaat aanvoeren waarom de schade niet komt door wat dan ook.

Ik ben ervan overtuigd dat de schade in het gebied — na 2015 honderden gevallen — te maken heeft met de opslag van gas in die regio. Ik hoor de staatssecretaris beargumenteren dat het IMG een zelfstandig bestuursorgaan is. Als het zo werkt en je dit soort ongewenste effecten krijgt, dan moet je misschien gaan nadenken of dat wel de goede methodiek van werken is. Als wij als Kamer, als politiek zeggen dat wij dit niet willen en de staatssecretaris het afdoet met het argument dat het juridisch een zelfstandig bestuursorgaan is, dan snapt het IMG de politieke bedoeling van ons in Den Haag niet.

Staatssecretaris Van Marum:

Ik denk dat de heer Holman niet begrijpt wat ik heb willen zeggen. Wat ik heb willen zeggen is dat juist in die gebieden waar het moeilijk aantoonbaar is ... Over een gebied waar de trillingen heel zwaar zijn geweest kun je zeggen: daar hebben we die trillingssnelheden gehad. We hebben in deze gebieden gezien dat er wel schade is ontstaan. Het tempo en waar die schadeoorzaak precies zit is lastig vast te stellen voor de organisatie die dat moet beoordelen. We hebben ervoor gezorgd dat het gehele gebied onder de afhandelingsstructuur van het IMG komt en we hebben er zelfs voor gezorgd dat niet elke schade beoordeeld hoeft te worden. Tot €60.000 kan schade worden vergoed zonder nader onderzoek. Alleen daar waar de schade hoger is dan €60.000 wordt er ook causaal onderzoek gedaan. Dan kom je in de situatie dat het IMG moet kijken of er oorzaken zijn, anders dan trillingen of mijnbouw, die tot die schade hebben kunnen leiden. Dan komen er autonome oorzaken naar boven drijven.

In de gebieden waar aantoonbaar bodemdaling is, zoals vastgesteld door Deltares, heb je de mogelijkheid om met een maatwerkprocedure de zaak bewezen te krijgen zodat je meer kunt uitkeren. Dan hebben de mensen er geen last van dat er geen trillingen zijn geweest. De bodemdaling die heeft plaatsgevonden, is dan voldoende oorzaak om de schade te kunnen toekennen. Dat is het verhaal.

Ik ben het met de heer Holman eens. Ik kom zelf uit het Westerkwartier. Wij zitten ook vlak bij Grijpskerk en wij hebben ook schade bij de gasopslagen. Het is mij dus absoluut niet onbekend. Maar je hebt te maken met een organisatie die wel op een juridische manier schade moet afhandelen. Wij hebben geprobeerd om de schadeafhandeling in die gebieden zo ruimhartig mogelijk neer te zetten. Als staatssecretaris laat ik niet na aanvullend onderzoek te doen om te zien of er ook andere oorzaken te vinden zijn die wel annex zijn aan de gaswinning, zodat we er nóg ruimhartiger mee om kunnen gaan. Maar dit is binnen de juridische kaders die we op dit moment hebben het maximale wat we qua afhandeling kunnen doen.

De heer Holman (NSC):

Het is een antwoord, maar hier blijkt weer uit dat we nog steeds in een juridische beschouwing van het hele geval zitten. Wat is het criterium voor die twaalf gebieden: hoeveel moet de grond gedaald zijn voordat er juridisch gezien sprake is van bodemdaling? Volgens mij is dat helemaal niet veel. Twee. Juist door juridisch twaalf gebieden aan te wijzen ontstaat er tweedeling, een verschil in benadering. Daarmee geef je het IMG — als grote organisatie juridisch sterk — ruimte om toch weer een juridisch gevecht aan te gaan met individuen die geen kennis van zaken hebben en hier geen ervaring mee hebben. Ik denk dat dit alleen maar heel veel frustratie oproept. Hoe kunnen we loskomen van juridische gevechten? Die krijg je wel door de keuze om het probleem zo te benaderen.

Staatssecretaris Van Marum:

U vraagt mij nu op detailniveau naar bodemdalingen. Ik weet dat hierover rapporten van Deltares liggen. U kunt dat gewoon zelf nazoeken als u dat wilt weten. Wij hebben geprobeerd om binnen de bestaande juridische mogelijkheden de schade bij de gasopslagen bij Norg zo ruimhartig mogelijk af te handelen. We hebben — dit is het laatste wat ik hierover zeg; anders wil ik u technisch hierover wel nader laten briefen — ervoor gezorgd dat de schade zonder nader schadeonderzoek tot €60.000 vergoed kan worden. In een aantal gebieden waar schade aantoonbaar door bodemdaling kan plaatsvinden, kan het IMG er nog een slag bovenop doen met een maatwerkprocedure die op andere plekken afgewezen zou worden. Nou, dat is de feitelijke situatie op dit moment. Daar moet ik het op dit moment ook even mee doen.

De heer Holman (NSC):

Geen vraag, maar een antwoord op mijn eigen vraag: 4 centimeter bodemdaling ten opzichte van het niveau van '75. Daar komt in andere gebieden nog 6 centimeter bij in een latere periode. Jaarlijks gaat de bodem ongeveer 2 centimeter op en neer. Je praat dus echt over minimale hoeveelheden. Dat is niet te vergelijken met wat er in Groningen is gebeurd. Daar spreek je over tientallen centimeters. Dat is van een volstrekt andere orde. Toch behandel je hen alsof er een bodemdaling is. Dat gaat er bij mij niet in en bij mevrouw Vedder duidelijk ook niet.

De voorzitter:

Dit was geen vraag, denk ik. Dan ga ik naar mevrouw Beckerman.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik heb toch weer even Nij begun erbij gepakt. Ik lees bij punt één, bouwen aan herstel: "De mensen in het gaswinningsgebied zijn duidelijk: geef voorrang aan het verbeteren van de schadeafhandeling en het zo snel mogelijk afronden van de versterking van onveilige huizen. Procedures zijn te juridisch en technisch ingestoken (...)." Ik hoor nu, ik weet niet hoe lang — het lijkt heel lang — een eindeloos juridisch en technisch verhaal. Hoort de staatssecretaris ook wat hier eigenlijk gebeurt? Niet voor niets staat dit bij punt één, bij bouwen aan herstel. Dit zouden we niet meer doen. Ik wil het even breder trekken dan Norg, waar overigens terechte vragen over zijn gesteld. Uit het kerngebied horen we dat het ook daar nog steeds niet goed loopt. Bij maatwerk wordt causaliteit ook nog steeds getoetst. En daadwerkelijk herstel en die regeling die fantastisch zou worden? Daarvan horen we dat bijna niemand er gebruik van kan maken. Hoort de staatssecretaris zelf dat hij een technisch en juridisch verhaal aan het houden is, terwijl we een hele parlementaire enquête hebben gehad om dat niet meer te doen?

Staatssecretaris Van Marum:

Ja, dat hoort u zeker en u daagt mij ook uit om dat verhaal zo te houden. Kijk, ik ben mij er terdege van bewust dat wij in het verleden een heel vervelend IMG-systeem hadden. De afgelopen periode hebben wij er hard aan gewerkt om zaken makkelijker, milder en menselijker te krijgen. Daarom hebben we die €60.000-regeling opgezet. Een heel groot gedeelte van de mensen kan hiermee geholpen worden zonder onderzoek. Dat geldt ook voor de gasopslag Norg. En ja, hier en daar zijn er nog wat zaken — heel weinig, overigens — waarin mensen meer schade hebben dan €60.000. Daar proberen we een oplossing voor te vinden. En ja, in de maatwerkregeling wordt er nog causaal onderzoek gedaan, dat klopt. Normaal gesproken wordt dat ook gewoon toegekend als je in de kern van het aardbevingsgebied zit. Je voldoet immers aan alle trillingssnelheden en dergelijke. Dat dat ongemakkelijk voelt voor de mensen in het kerngebied, snap ik ook. Want in de rand van het gebied worden mensen wel gewoon gecompenseerd tot €60.000, zonder nader onderzoek. Dat dat onrechtmatig voelt, snap ik dus. Maar op dit moment heb ik niets anders dan het systeem dat we nu hebben.

De voorzitter:

Uw vierde interruptie, mevrouw Beckerman.

Mevrouw Beckerman (SP):

"Op dit moment heb ik niets anders dan het systeem dat we nu hebben." Ik krijg een beetje het gevoel dat de staatssecretaris zichzelf als een soort slachtoffer van het eigen systeem positioneert. Ik heb net geciteerd uit het Dagblad van het Noorden. De staatssecretaris heeft een functie waarin hij dit daadwerkelijk kan veranderen. Hij is niet de speelbal van grote instituten, hij is de staatssecretaris. Een hele simpele vraag: hoeveel mensen hebben gebruik kunnen maken van daadwerkelijk herstel?

Staatssecretaris Van Marum:

Daar komen we even op terug.

De voorzitter:

U komt daarop terug. Is dat in tweede termijn?

Staatssecretaris Van Marum:

Zodra ik dat aantal heb.

De voorzitter:

Akkoord. Gaat u verder met uw beantwoording.

Staatssecretaris Van Marum:

"Wat bedoelt de staatssecretaris met zijn opmerking in het Dagblad van het Noorden dat hij gevangenzit in een systeem dat niet zijn systeem is?" Ik begrijp de vraag heel goed. Als ik het systeem bij het begin van het ontstaan van schade zelf had opgezet, dan had het er anders uitgezien. Dan waren schadeherstel en versterking niet uit elkaar getrokken, waren er niet allerlei regelingen geweest en was het allemaal onder één kantoor komen te vallen. Dan was het op die manier gegaan. Echter, zo is het niet gegaan. Ik zit in een situatie waarin ik te maken heb met het IMG voor de schadeafhandeling en met de NCG voor de versterking. Als ik het systeem nu helemaal overhoop ga gooien, geeft dat gewoon een enorme puinhoop. Allerlei mensen zitten in procedure bij de diverse organisaties. Alles komt dan stil te liggen en dat levert enorme problemen op. Dit leidt tot nieuwe vertraging, verschillen en frustratie, en dat wil ik niet.

De parlementaire enquêtecommissie was twee jaar geleden heel duidelijk. Ze adviseerden nadrukkelijk om géén systeemverandering door te voeren. Ik kies ervoor om mensen nú te helpen, net zoals ik dat in Appingedam gedaan heb. Dat is niet altijd makkelijk, dat is soms een strijd. Maar ik kies er ook voor om voor die mensen te strijden in plaats van iedereen in de wachtstand te zetten.

Wel heb ik de afgelopen tijd gewerkt aan precies datgene waar mevrouw Beckerman en de heer Bushoff naar vragen. Wij hebben met alle uitvoeringsorganisaties, gemeenten, provincie en Rijk gewerkt aan het beter op elkaar laten aansluiten van de systemen om samen te kunnen werken, zodat er een verantwoordelijkheid komt voor het probleem. Vaak zag je dat als een zaak van een bewoner ergens lag en de zaak niet volledig was, het probleem weer over tafel werd getikt naar een volgende organisatie. Daar wordt het ook weer over tafel getikt, "want het is niet van mij". Zo is niemand verantwoordelijk en blijft het probleem bestaan. De komende tijd gaan wij eraan werken dat al die partijen aan tafel zitten als een zaak op tafel komt. Met name de oude zaken gaan we zo aanvliegen. Iemand wordt verantwoordelijk voor het probleem en die gaat met al die organisaties aan de gang om het tot een einde te brengen.

Ik heb heel goede hoop dat we dat de komende tijd ook gaan zien in de uitvoering en dat we met name de langlopende zaken en de complexe zaken daarmee gaan oplossen. Als we dit systeem blijven volgen, voorkomen we aan de voorkant dat we weer in deze situatie terechtkomen. Ik ben ervan overtuigd dat als we het aan de voorkant goed doen, we heel veel problemen aan de achterkant kunnen voorkomen. Ik heb goede hoop dat het systeem dat we met elkaar bedacht hebben, gaat werken.

Verschillende leden vroegen hoe ik kijk naar de agenda voor herstel en werken als één overheid. Het Rijk geeft samen met de provincie Groningen, de versterkingsgemeente, NCG en IMG invulling aan de werkwijze van één overheid via een agenda voor herstel. Ik vind dit heel belangrijk. Samen werken we namelijk aan het schadevrij, veilig en duurzaam maken van de woningen in het versterkingsgebied. Doordat wij vaker en beter als één overheid samenwerken, stellen wij de bewoner centraal bij het ontzorgen. Zo willen we ook de hiaten in onze samenwerking oplossen. Daarbij zetten we niet in op een grote stelsel- of beleidswijziging, maar maken we slimmer gebruik van de mogelijkheden die er nu al zijn. Ik zei net al dat we bij elkaar zijn gekomen, al die organisaties. We gaan beter samenwerken met elkaar. Het heeft als voordeel dat we snel aan de slag kunnen. De komende maanden wordt er al werk van gemaakt. Ik zal uw Kamer hierover conform de motie nader informeren.

Welke stappen zet de staatssecretaris opdat de Staat van Groningen meer diepgang heeft, vraagt de heer Hartsuiker. Het klopt dat de Staat van Groningen dit jaar nog niet het complete beeld bevat. Het gaat de komende jaren ook veranderen. De regelingen voor verduurzaming zijn inmiddels gestart, de sociale en de economische agenda's zijn vastgesteld. Dit zal volgend jaar ook in de Staat van Groningen terugkomen, inclusief een beschrijving van het startniveau, de nulmeting waar de heer Hartsuiker ook naar vroeg. Ik wil hierbij wel opmerken dat we ook volgend jaar slechts beperkt over de effecten zullen kunnen rapporten. Met name ten aanzien van de brede welvaart heeft het gewoon tijd nodig. De Staat van Groningen zal de komende tijd dus meegroeien met de uitvoering van alle maatregelen uit de agenda's.

De heer Holman vroeg of zoals het nu gaat het maximale is dat we kunnen doen voor de gedupeerden, of dat er nog wat verbeterruimte is. Ik heb het afgelopen jaar gezien dat iedereen die zich inzet voor de mensen in Groningen dat met volle overgave doet. Maar dat betekent niet dat het niet beter kan. Maximale inzet leidt ook niet vanzelfsprekend tot resultaten. Maar we zijn met Nij begun een enorme verandering ingegaan. Dat vraagt om een andere manier van beleid maken en een andere manier van beleid uitvoeren. Het gaat langzaam steeds beter, maar het kost ook tijd. IMG en NCG zijn anders gaan werken: meer persoonlijk contact, beter communiceren, meer naast mensen staan, minder onderzoek en meer nadenken. En ja, daar zit nog steeds verbeterruimte in. We proberen binnen de organisatie te kijken wat we wel kunnen. Het levert op onderdelen ook de eerste resultaten op. Dat zien we in de Staat van Groningen. Maar ik zie ook dat het niet altijd goed gaat. Zolang u voorbeelden aandraagt van mensen die niet zijn geholpen, is er ruimte voor verbetering. Daar blijven mijn mensen en ik ook aan werken.

De heer Bamenga vroeg naar de gaswinning bij Warffum. Voor inhoudelijke vragen over de gaswinning bij Warffum moet ik u echt verwijzen naar mijn collega Hermans van KGG. Ik begrijp de zorgen van de bewoners van Warffum, die al veel hebben meegemaakt vanwege de voormalige gaswinning uit het Groningenveld. Ik bespreek deze zorgen ook met de minister van KGG. We werken goed samen om de bewoners zo goed mogelijk te helpen als het gaat om schade. Maar wat de winning betreft moet ik u echt verwijzen naar mijn collega van KGG.

Ik heb ook een antwoord op de vraag van mevrouw Beckerman. 24.000 mensen hebben we gepauzeerd. Daarvan hebben 2.500 de keuze voor herstel gemaakt. IMG heeft 2.000 bewoners van deze groep benaderd en op dit moment zijn er 111 positieve besluiten over een daadwerkelijk herstel.

Volgens mij ben ik door mijn beantwoording heen.

De voorzitter:

Ja. Volgens mijn opgave heeft u nog een blokje overig.

Staatssecretaris Van Marum:

Dit was de agenda voor herstel en overig.

De voorzitter:

O, dank u voor de verduidelijking. Daarmee komen we aan het einde van de beantwoording in eerste termijn, ware het niet dat meneer Bushoff nog een interruptie heeft.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Nog één interruptie dan. Ik denk dat we zojuist getuige waren van iets wat bijna niet uit te leggen was. Dat op zichzelf zou al te denken moeten geven, maar het wordt voor mij echt problematisch op het moment dat een uitleg ontbreekt waarom bepaalde keuzes worden gemaakt en je alleen maar hoort "binnen de juridische kaders" en "we waren ruimhartig". Dat zijn woorden die Groningers denk ik niet meer aan kunnen horen. Het gaat om recht doen aan Groningers. Ik maak me best wel veel zorgen als ik dit soort termen hoor die we al jarenlang hebben gehoord. Ik ben benieuwd hoe de staatssecretaris daarnaar kijkt, ook in het licht van wat hij net zelf zei, namelijk dat hij strijdt voor bepaalde mensen. Ik vraag me dan ook weleens af: tegen wie strijdt de staatssecretaris dan? Tegen de mensen in zijn eigen kabinet? Heeft hij een groter mandaat van de Kamer nodig om die strijd te voeren? Wij willen alles doen om het recht te trekken en recht te doen aan Groningers. We kunnen de staatssecretaris daarvoor alle mandaat geven. Ik zoek naar: welke strijd voert de staatssecretaris dan? Tot nog toe hoor ik een bijna onnavolgbare uitleg, of er is geen uitleg en dan hoor ik alleen "juridisch" en "we zijn ruimhartig". Dat vind ik heel moeilijk te verkroppen.

Staatssecretaris Van Marum:

Ik heb een beetje het gevoel dat meneer Bushoff een karikatuur van mij probeert te maken. De heer Bushoff weet heel goed dat je bij een schadeafhandeling altijd te maken hebt met een juridisch kader waarbinnen de schade wordt afgehandeld. Daarbinnen moet het IMG ook werken. Wij hebben met elkaar afgesproken dat dat op een hele ruimhartige manier gebeurt, dat ze in zaken waarin er twijfel is de schade in feite gewoon toekennen. Ik heb altijd gewerkt als contraexpert in andere schades. Dan geldt altijd: wie stelt moet bewijzen. Dat is het uitgangspunt van schadeafhandeling. In de schadeafhandeling zoals we die nu met het IMG geregeld hebben, is de toepassing van het bewijsvermoeden ingebracht. Dat geeft een enorme verruiming van de mogelijkheden die het IMG heeft om schade toe te kunnen kennen.

Maar die verruiming is niet onbegrensd. Ook zij moeten vanuit hun eigen verantwoordelijkheid als schadeafhandelende partij hierover verantwoording afleggen. Dat is de begrenzing die het IMG heeft en wij hebben met de toepassing van het bewijsvermoeden geprobeerd te zorgen voor een zo ruimhartig mogelijke begrenzing.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Even een persoonlijk feit maken. Ik probeer nergens een karikatuur van te maken, maar ik vind het wel gewoon klote als mensen met een gezin straks misschien geen huis hebben, als mensen hun eigen geld niet hebben teruggekregen of als maar 111 mensen daadwerkelijk gebruik hebben kunnen maken van herstel. Dat raakt mij, dat is wat ik aandraag. Dan maak ik nergens een karikatuur van, dan vind ik dat problemen die op z'n minst een antwoord verdienen. Ik vind het best lastig als dat dan niet echt naar voldoening is. Vandaar wellicht enige emotie af en toe in de stem.

De voorzitter:

Ik begrijp uw emotie, maar we gaan naar de tweede termijn. U heeft 1 minuut 40. Ik begin bij mevrouw Beckerman.

Staatssecretaris Van Marum:

Mag ik daar nog even op reageren?

De voorzitter:

Ehm ... Het is eerlijk als u daarop kunt reageren. Ga uw gang.

Staatssecretaris Van Marum:

Voor alle zaken die u in tweede instantie heeft genoemd: dat raakt mij net zo en daar werk ik net zo hard voor als u aan die kant van de tafel doet. Dat wil ik hier wel even gezegd hebben.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Beckerman.

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil een tweeminutendebat aanvragen.

Voorzitter. Er zijn zo ongelofelijk veel dingen die ik zou willen zeggen, maar laat ik er met één beginnen. We horen een heel verhaal over dat het milder, menselijker en makkelijker is en dat het geweldig is omdat er niet meer naar causaliteit wordt gekeken. Na doorvragen blijkt dat 111 gedupeerden daadwerkelijk gebruik hebben kunnen van die regeling, of in ieder geval dat het is toegekend. Of de schade daadwerkelijk ook is hersteld, weet je niet. Maar 111, 111! Ik vind dit wel symbool staan voor het hele debat.

We horen mooie woorden, krijgen heel veel technische antwoorden. Als we een vraag stellen over een individu — ze zitten daar op de tribune — krijgen we als antwoord: ik ga niet in op individuen. Stellen we een vraag over een collectief, krijgen we als antwoord: kunt u alstublieft individuele casuïstiek aanleveren? Dan moeten we zo ongeveer elk stopcontact aanleveren. Ik kan heel weinig met deze antwoorden.

Een antwoord dat heel concreet was, ging over die 111. Ik vind dat echt heel pijnlijk. Als na zo'n lange tijd na "milder, menselijker en makkelijker" beloofd te hebben, maar 111 mensen gebruik hebben kunnen maken van een regeling voor daadwerkelijk herstel waarin tot €60.000 niet gekeken wordt naar causaliteit ...

Voorzitter. Ik denk dat ik hiermee bijna door mijn tijd heen ben. Dat is wel de afdronk van vandaag: op heel veel moeten we nog terugkomen, heel veel komt later, heel veel weten we nog niet, over heel veel gaan we praten. Maar aan het eind van de dag zijn er maar 111 mensen die echt van die regeling gebruik hebben kunnen maken.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Bushoff.

De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):

Voorzitter. Ik denk op zich dat de meeste mensen — dat hoop ik en denk ik ook echt — het beste voorhebben met de Groningers. Alleen, heel veel dingen gaan nog niet goed. Dat benoemen is niets afdoen aan de dingen die soms gelukkig wel goed gaan. Maar het is wel nodig dat de dingen die niet goed gaan naar voren worden gebracht, omdat de situaties zo schrijnend zijn. Ze zijn nog steeds gewoon hartstikke schrijnend. Daarom is het goed als de Kamer deze wel voor het voetlicht brengt en niet alleen maar staat te applaudisseren voor de paar dingen die wel goed gaan.

Het is op zichzelf helemaal niet zo gek dat de Kamer dat doet, zeg ik in de richting van deze staatssecretaris. Dat doen we met z'n allen ook — ik weet dat er staatssecretaris er hard voor werkt — om ervoor te zorgen dat mensen straks wel een veilig huis hebben of in ieder geval ook een fatsoenlijk huis, zonder gouden kranen maar wel met stopcontacten en meer van dat soort zaken. We doen het om ervoor te zorgen dat mensen überhaupt een dak boven het hoofd hebben, een huis waarin ze met een gezin in kunnen leven.

Op dat laatste punt en over een aantal individuele casussen zei de staatssecretaris: daar kan ik in dit debat niet op ingaan. Oké, maar dan moet de staatssecretaris na dit debat een aantal van deze mensen de zekerheid geven dat ze in ieder geval de komende winter een dak boven hun hoofd hebben. Dat hoeft niet nu in het debat, maar wel na afloop van het debat. Dat kan volgens mij wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Hartsuiker.

De heer Hartsuiker (VVD):

Dank, voorzitter. Ik wil het kort houden. Ik constateer dat er vanuit kabinet en Kamer met passie inzet wordt gepleegd om de Groningers perspectief te geven en recht te doen aan de ereschuld die er ligt. Ik zeg nogmaals toe dat ik op korte termijn op werkbezoek naar Groningen ga om — ik heb dat in de pauze ook al gezegd — specifiek met een aantal mensen in gesprek te gaan.

Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Holman.

De heer Holman (NSC):

Voorzitter. Het was weer een redelijk indringend debat over een heel moeilijk en complex probleem. Ik twijfel op geen enkele manier aan de goede bedoelingen van de staatssecretaris of aan zijn inzet. Ik zie dat hij het afgelopen jaar heel hard en met verve heeft gewerkt. Respect en dank daarvoor.

Ik constateer dat de staatssecretaris niet is ingegaan op mijn uitdaging om een beschouwing te geven. Hij had de kans om even uit te leggen waar hij trots op is en wat hij het afgelopen jaar allemaal heeft gedaan. Hij heeft van die gelegenheid geen gebruikgemaakt. Nou ja, ook prima.

Nogmaals, in het belang van de Groningers en Noord-Drenthe hoop ik, zeg ik aansluitend bij mijn collega's, dat er daadwerkelijk stappen worden gezet, dat daadwerkelijk wordt afgestapt van altijd een juridische benadering, dat men oog heeft voor de mensen en dat men de menselijke maat kan en gaat toepassen.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Bamenga.

De heer Bamenga (D66):

Dank u wel, voorzitter. Ook dank aan de staatssecretaris voor de reacties.

Ik deel de emoties die zijn geuit. Ik ben, zoals ik al zei, vorige week in Groningen geweest. Zeker als je zelf verschillende mensen hierover spreekt, voel je de emotie. Het doet ontzettend veel pijn om te zien dat we met een opgave bezig zijn waarbij heel veel mensen tussen allerlei systemen vastzitten, dat er sprake is van een enorme bureaucratie.

Er is in dit debat af en toe gerefereerd aan het juridische. Ik ben zelf jurist. Als jurist weet je dat er altijd maatwerk geleverd dient te worden. Het is namelijk geen wiskunde als je het juridisch oppakt. Dus ook daar dient gewoon maatwerk geleverd te worden en gekeken te worden naar de mensen die met hun zaken komen. Ik hoop — maar goed, dat roep ik bij ieder debat — dat er maatwerk geleverd zal worden.

Ik heb zojuist een concrete casus aangeleverd. Ik heb de hoop dat die goed zal worden opgepakt.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Vedder.

Mevrouw Vedder (CDA):

Voorzitter. Ik probeer nog voor mijzelf een beetje op een rijtje te zetten waar we het allemaal over hebben gehad vandaag, zeker rondom Norg natuurlijk. Ik hoor de staatssecretaris een aantal keren zeggen: in de Deltaresgebieden is maatwerk mogelijk, voor buiten de Deltaresgebieden is er de €60.000-regeling. Maar wat de staatssecretaris daarbij niet vermeldt, is dat als je een huis hebt van na 2012, je nergens voor in aanmerking komt. De datum van de beving in Huizinge heeft net zoveel met de gasopslagen te maken als de datum van de uitbarsting van de Vesuvius, volgens mij. Maar goed. Ik ga me beraden op wat ik hier verder mee moet.

Het laatste stukje van het debat baart me ook zorgen. Ik zou willen benadrukken dat hier bondgenoten zitten. We zijn als Tweede Kamer kritisch, maar uiteindelijk zijn we allemaal bezig om de goede dingen te doen voor de Groningers. Hoe meer we ons realiseren dat we hierin elkaars bondgenoten zijn, hoe meer energie we kunnen steken in de dingen daadwerkelijk beter maken.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee komen we aan het einde van de tweede termijn van de kant van de commissie. Staatssecretaris, heeft u een schorsing nodig? Niet. Dan geef ik u het woord.

Staatssecretaris Van Marum:

Dank u wel, voorzitter. Naar aanleiding van de opmerking van mevrouw Beckerman over de regeling het volgende. In de tweede helft van 2024 is deze regeling gefaseerd opengegaan. Iedereen komt in aanmerking en die 111 is nog maar het begin. De regeling is nog maar net in werking. U kunt heel teleurgesteld zijn, maar inmiddels zijn er 2.000 aanvragen in behandeling. Er zijn er 111 toegekend en de teller loopt. Dat gaat dus gewoon door.

Dan de heer Bushoff. Ik dank u wel voor het debat. Af en toe moet er ook even scherpte in het debat komen om de oprechte problemen die in Groningen te spelen voor het voetlicht te brengen. De afgelopen periode hebben we met de uitvoeringsorganisaties, de gemeenten, de provincie en de bewonersorganisaties, met name de mensen van Ons laand, ons lu en van Stut en Steun, om tafel gezeten en heel goed geluisterd naar wat er speelt en wat nodig is om het systeem te verbeteren. Ik heb echt hele goede hoop dat wij, de mensen die de afgelopen periode bij elkaar hebben gezeten, een systeem aan het ontwikkelen zijn waarmee we iets kunnen doen tegen de enorme pijn die de afgelopen periode heeft kunnen ontstaan, en dat we daarmee voor de mensen die al zo lang in de ellende zitten de boel in beweging kunnen krijgen.

Het liefste zou ik elk individueel geval ter hand willen nemen en zelf oplossen, maar in de rol die ik hier heb gaat dat niet. Daarom vraag ik de commissie iedere keer ook: als jullie dit soort zaken hebben, draag ze aan. Want ze blijven niet liggen maar we gaan ermee aan de gang. Maar ik moet daar wel een rode lijn uit halen om ervoor te zorgen dat we in de toekomst niet weer terechtkomen in dit soort ellendige systemen en dat we een oplossingsgerichte manier krijgen om ermee aan de gang te gaan. Als we af en toe naar elkaar wat bijterig zijn in dit debat: ik weet dat jullie heel hard trekken voor de mensen in Groningen en Noord-Drenthe, maar weet dat ik dat aan deze kant van de tafel ook doe. Ik probeer de sfeer die hier af en toe wordt neergezet, weer een beetje recht te trekken. Want ik weet dat we er allemaal heel hard voor lopen.

De heer Hartsuiker. Dank voor het debat. Ik zou u zeker aanraden om dat bezoek ook te gaan plegen.

De heer Holtman heeft mij even uitgedaagd. Ik heb in mijn teksten al een beetje laten doorklinken wat ik de afgelopen periode gedaan heb. Een van de zaken waar ik het meest trots op ben, is deze. Toen ik begon en ik mijn mensen mee naar Groningen nam, was er afstand. Ik heb nog niet zo heel lang geleden een vergadering gehad waarin heel veel mensen van de uitvoeringsorganisaties, de gemeenten en de provincie bijeen waren. Toen heb ik te horen gekregen dat het eigenlijk voor het eerst is dat mensen elkaar graag zien komen, dus dat ze met plezier bij elkaar aan tafel zitten en gezamenlijk de schouders eronder zetten om dingen op te lossen. Als dat mijn erfenis mag zijn — bestuurders zijn maar voorbijgangers, maar de mensen die het werk moeten doen zijn blijvers — dan vind ik dat een prestatie waar ik met goed gevoel op terugkijk.

De heer Bamenga: weet dat ik niet altijd op een individuele casus kan ingaan, maar dat er aan de achterkant wel gewerkt wordt en dat we echt proberen om tot oplossingen te komen.

Wat betreft mevrouw Vedder: ik snap dat het probleem rondom 2012 nog speelt en ik zal daar op een later moment nog op terugkomen. Misschien kan ik daar een antwoord op geven dat ik zelf ook uitlegbaar vind.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee komen we aan het einde van tweede termijn, ware het niet, opnieuw, dat in dit geval Beckerman een interruptie heeft.

Mevrouw Beckerman (SP):

Excuus, voorzitter. De staatssecretaris zegt: die 111 kun je niet heel groot maken, want we zijn pas net begonnen met die regeling. Mijn probleem zit erin dat we eigenlijk opnieuw zien — we zagen het net in het eindeloze interruptiedebatje — dat er een heel nieuw juridisch en technisch systeem wordt opgetuigd. Want wat hebben we nu? We eindigen met een maatwerkprocedure waarin nog steeds causaliteit wordt onderzocht. Dat is niet milder, menselijker en makkelijker, dat is nog steeds causaliteit. Daadwerkelijk herstel is een regeling die je inderdaad niet op heel grote schaal kunt toepassen, maar dat is de enige regeling waar causaliteit niet in zit. Daar zijn maar 111 mensen mee geholpen. Dan heb je nog de vaste eenmalige vergoeding. Het IMG wil onderzoeken waarom zo weinig mensen schade melden. Ik denk dat ik het antwoord wel weet. Ik daag de staatssecretaris uit om in de zomer — dat hoeft niet nu — hierover heel goed na te denken. Ik denk echt dat het een onnavolgbaar, juridisch en technisch betoog was, zelfs voor ons, terwijl wij vrij goed zijn ingevoerd in deze materie.

Staatssecretaris Van Marum:

Ik zeg het nogmaals: deze regeling is nog maar heel kort van kracht. Een hele serie mensen heeft ... De pauzeknop is ingedrukt geweest. Vervolgens hebben mensen de gelegenheid gekregen om er gebruik van te maken. Op dit moment zijn er 111 gevallen waaraan we nu werken. Die teller loopt nog. Ik heb dus goeie hoop dat we daar gewoon op een goeie manier mee verder kunnen gaan.

De voorzitter:

Er zijn nog een aantal toezeggingen.

  • De eerste. De staatssecretaris komt direct na het zomerreces terug op de situatie in de Aak in Uithuizen. Dat is een toezegging aan mevrouw Beckerman.
  • De tweede. De staatssecretaris stuurt de Kamer op korte termijn een lijst met kwaliteitseisen waaraan deelnemers in het aardbevingsgebied moeten voldoen. Dat is een toezegging aan de heer Bamenga.

Staatssecretaris Van Marum:

Aannemers.

De voorzitter:

Zei ik "deelnemers"? Dat was een duidelijke verspreking. Het is inderdaad "aannemers". Excuus.

  • Drie. De staatssecretaris komt direct na het zomerreces met een plan van aanpak voor de afhandeling van de CVW-schades.

O, ik hoor dat het iets anders moet zijn. Ik heb hier echt "CVW" staan.

Mevrouw Beckerman (SP):

Ja, dat kan. De NAM en CVW.

De voorzitter:

O, oké. Die toezegging is gedaan aan mevrouw Beckerman. Er is ook een tweeminutendebat aangevraagd door mevrouw Beckerman.

Daarmee komen we aan het einde van deze vergadering. Ik dank de commissie. Ik dank onze gasten. Ik sluit deze vergadering. Wel thuis.

Sluiting