[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 24 februari 2025 (Kamerstuk 21501-32-1698)

Landbouw- en Visserijraad

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2025D06624, datum: 2025-02-17, bijgewerkt: 2025-02-18 11:52, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2025D06624).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2025Z02435:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2025D06624 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister en Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur over de geannoteerde agenda voor de Landbouw- en Visserijraad op 24 februari 2025 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1698)

De voorzitter van de commissie,

Aardema

Adjunct-griffier van de commissie,

Van den Brule-Holtjer

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
II Antwoord/Reactie van de Minister en Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
III Volledige agenda

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de agenda en de bijbehorende stukken voor de Landbouw- en Visserijraad (LVR) van 24 februari 2025. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

Geannoteerde agenda

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben te beginnen met de geannoteerde agenda vragen en opmerkingen. De Europese Commissie (EC) constateert dat de marktsituatie is gestabiliseerd en verwacht dat de Europese Unie (EU) haar positie als netto exporteur van landbouwproducten behoudt. Is in dit toekomstscenario rekening gehouden met een grootschalige omslag naar biologische landbouw? Is het volledig voldoen aan de Nitraatrichtlijn een randvoorwaarde voor dit Europese toekomstbeeld? Welke risico’s heeft dat voor de toekomstige rol van Europa als voedselexporteur, indien lidstaten de richtlijn niet tijdig uitvoeren?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie constateren dat u benoemt dat er «uitdagingen [zijn] voor de verschillende landbouwsectoren om te verduurzamen en om te gaan met klimaatverandering,» kunt u dit nader toelichten? Welke specifieke uitdagingen bedoelt u? Is het niet aan Nederland als lidstaat om effectieve maatregelen te nemen om deze uitdagingen te lijf te gaan en de noodzakelijke transformatie van de landbouw in gang te zetten? Welke maatregelen verwacht u van de LVR en de EC door deze problematiek in Europees verband aan te kaarten?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn op het onderwerp «rural proofing» benieuwd welk lopend nationaal beleid hier reeds invulling aan geeft. Deze leden denken onder andere aan de Regio Deals uit het traject «Elke regio telt». Wat is de toegevoegde waarde van maatregelen als een plattelandstoets? Leidt dit daadwerkelijk tot een betere positie van Nederlandse plattelandsgebieden en een gezondere natuur? Waaruit blijkt dat?

Fiche 1: Herziening Gemeenschappelijke Marktordening

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het fiche over de herziening van de Gemeenschappelijke Marktordening verordening (COM(2024) 577) die de positie van de boer in de keten moet versterken. Voor deze leden is het van essentieel belang dat nieuw Europees beleid bijdraagt aan een eerlijk verdienmodel voor boeren ten opzichte van grote ketenpartijen, mits het tegelijkertijd biologische bedrijfsvoering stimuleert en bijdraagt aan goede natuurbescherming. Is dit volgens u het geval?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn benieuwd naar de nationale implicaties van deze verordening. Op welke punten heeft u ruimte om nationaal een eigen invulling te geven aan deze verordening? Deze leden hebben zorgen over de druk op nationale toezichthouders. Hoe beoordelen de betrokken nationale toezichthouders deze verordening? Welke implicaties heeft de verordening voor de toezichthouders, en welke aanvullende capaciteit en middelen verwachten zij nodig te hebben om goed te kunnen handhaven? Wanneer verwacht u dit wel te weten en kunt u toezeggen om de toezichthouders tijdig en voldoende uit te rusten, indien dit nog niet duidelijk is?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden het van belang dat er overeenstemming is over de definitie van «eerlijk,» «billijk» en «korte ketens.» Alleen vanuit een gezamenlijke taal kunnen lidstaten samen optrekken. Op welke wijzigingen in de definitiebepaling van «eerlijk,» «billijk» en «korte ketens» stuurt u aan? Wanneer is de verordening op dit punt wél naar wens? Welke duidelijkheid heeft u nodig ten aanzien van de duurzaamheidsafspraken, zodat deze volgens u beter uitvoerbaar zijn?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn tot slot benieuwd naar de zienswijze van nationale belangenorganisaties op deze herziening. Heeft u contact met landelijke landbouw- en natuurorganisaties (gehad) over de voorstellen? Kunt u in algemene zin iets zeggen over hun zorgen en suggesties? Op welke punten heeft de input van deze organisaties uw standpunt mede bepaald?

Fiche 2: Verordening oneerlijke handelspraktijken

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het fiche over de verordening grensoverschrijdend toezicht Oneerlijke Handelspraktijken (COM(2024) 576) Deze leden veronderstellen dat een eenduidige methode voor samenwerking over landsgrenzen heen kan bijdragen aan het effectief bestrijden van oneerlijke handelspraktijken. Dit vraagt wel om een goede uitwerking en brede overeenstemming tussen lidstaten. Hierover hebben deze leden nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen of de weigeringsgronden voor samenwerking niet te vrijblijvend zijn. Hoe wordt onafhankelijk vastgesteld dat een verzoek niet tot doel heeft om oneerlijke handelspraktijken te onderzoeken? Kan de verzoekende autoriteit bezwaar maken als zij meent dat een autoriteit weigert mee te doen om ongeldige redenen? Kunt u bovendien meer zeggen over hoe de taken tussen autoriteiten worden verdeeld en op basis waarvan wordt besloten welke autoriteit een onderzoek coördineert?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie willen tot slot weten welke capaciteit en middelen de Autoriteit Consument & Markt (ACM) aanvullend nodig zal hebben ter voorbereiding en uitvoering van deze verordening. Heeft u hierover contact met de ACM? Gaat u hen tijdig tegemoet komen met voldoende middelen?

Reactie EU-dierenwelzijnswetgeving

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie betreuren uw inzet ten aanzien van de herziening van de EU-dierenwelzijnswetgeving. Deze leden staan versteld van de grove schendingen van dierenwelzijn binnen de bio-industrie. Volgens deze leden vraagt dit om een radicale omslag van hoe mensen met dieren omgaan. Ambitieuze Europese wetgeving kan er juist voor zorgen dat er eenduidige regels komen zodat veehouders een eerlijke concurrentiepositie hebben binnen Europa en dieren maximaal worden beschermd. Dat lukt alleen door Europees aan te dringen op zo goed mogelijke dierenwelzijnswetgeving. De valse tegenstelling tussen de positie van de boeren en betere dierenwelzijn doet geen recht aan het belang van een diervriendelijke toekomst van de landbouw. Hierin verwachten deze leden een voortvarende en ambitieuze houding van dit kabinet, die tot nu toe op dit dossier flink is achtergebleven.

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken ter voorbereiding op de LVR van 24 februari 2025. Deze leden wensen in dit kader enkele specifieke aandachtspunten te benadrukken en vragen hierover nadere toelichting van het kabinet.

De leden van de VVD-fractie constateren dat de marktsituatie in de landbouwsector zich grotendeels heeft gestabiliseerd, mede door dalende inputkosten en redelijke tot goede opbrengstprijzen. Tegelijkertijd blijven er structurele uitdagingen, zoals de impact van klimaatverandering, dierziekten en geopolitieke onzekerheden. Deze leden vragen het kabinet welke concrete maatregelen Nederland bepleit binnen de EU om de veerkracht van landbouwmarkten te vergroten. Welke initiatieven neemt de EC om handelspolitieke spanningen te verminderen en de positie van Europese landbouwers op de wereldmarkt te versterken?

De leden van de VVD-fractie zien daarnaast het belang van innovatie en ondernemerschap voor het verdienvermogen van boeren. Deze leden steunen de focus op verduurzaming, maar willen inzicht in hoe het kabinet de balans bewaakt tussen strengere duurzaamheidseisen en de concurrentiepositie van de Nederlandse landbouwsector. Hoe wordt gewaarborgd dat verdere eisen niet leiden tot een onevenredige lastendruk voor boeren en tuinders?

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de bespreking van het beginsel van «rural proofing» en erkennen het belang van een vitaal platteland. Deze leden steunen initiatieven om beleid beter te laten aansluiten bij de realiteit van landelijke gebieden, maar vragen hoe het kabinet ervoor zorgt dat deze aanpak niet leidt tot extra bureaucratische lasten. Hoe beoordeelt het kabinet de effectiviteit van bestaande instrumenten, zoals de territoriale effectbeoordeling en het Plattelandspact in dit proces? Daarnaast constateren deze leden dat het kabinet inzet op een synergie tussen de tweede pijler van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Hoe ziet het kabinet de mogelijkheden om deze integratie te versterken zonder de administratieve lasten te verhogen?

De leden van de VVD-fractie constateren tot slot dat generatievernieuwing in de landbouwsector een blijvend aandachtspunt is. Deze leden vragen hoe het kabinet in Europees verband pleit voor betere ondersteuning van jonge boeren en zij-instromers. Welke obstakels worden daarbij gezien en welke instrumenten acht het kabinet het meest effectief om de instroom van nieuwe ondernemers in de sector te bevorderen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben hier enkele vragen over.

De leden van de NSC-fractie zijn verheugd over de vele aandacht voor de positie van de boer in de keten. De wijziging van de Gemeenschappelijke Marktordening (COM(2024) 577) voor landbouwproducten heeft ten eerste als doel het versterken van de positie van de boer in de keten en ten tweede het vergroten van het vertrouwen in de voedselvoorzieningsketen. Is de Minister van mening van dat deze doelen ook gaan worden behaald met de gedane voorstellen door de EC? Welke haken en ogen zitten er nog aan dit voorstel? Hoe gaat de Minister deze verordening implementeren? Welke aspecten vindt zij daarin belangrijk?

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken voor de LVR van 24 februari 2025. Deze leden hebben ten eerste een aantal vragen over het verslag van de LVR van 27 januari 2025. Waarom heeft de Minister ervoor gekozen om in de LVR in te brengen dat het kabinet de voor- en nadelen zal overwegen en dan een definitieve positie zal innemen? Hoe verhoudt deze inbreng zich tot de aangenomen motie waarin de Kamer het kabinet oproept om de EC en de Europese Raad te laten weten dat Nederland het EU-Mercosur-verdrag niet zal ondertekenen?

De leden van de BBB-fractie constateren dat een aantal lidstaten bij de LVR van 27 januari 2025 opnieuw heeft onderstreept dat oog moet worden gehouden voor de boeren in de EU. Deze leden willen graag benadrukken dat ook zij zich zorgen maken over de import van Oekraïense producten die niet zijn geproduceerd volgens Europese maatstaven. De import van Oekraïense kip is ook voor Nederlandse boeren van grote invloed aangezien van de 20.000 ton kip die maandelijks vanuit Oekraïne naar de EU komt ongeveer 60 procent naar Nederland komt.

De leden van de BBB-fractie willen daarbij nog eens benadrukken dat ook in het hoofdlijnenakkoord staat dat «we niet willen importeren wat we in Nederland niet mogen produceren». Ook de oproep van Luxemburg onder het agendapunt «handelsgerelateerde landbouwvraagstukken» over importtoleranties hangt hiermee samen. Waarom heeft de Minister ervoor gekozen om dit punt aan te horen en niet te steunen?

De leden van de BBB-fractie hebben ook de opmerkingen bij het diversenpunt «vermindering van de administratieve lasten voor biologische boeren en medewerkers» gelezen. Deze leden onderschrijven dat het belangrijk is om regelgeving op het gebied van biologische productie te versimpelen. Deze leden willen echter ook aan de Minister vragen of zij heeft overwogen ter sprake te brengen dat de biologische productie-eisen niet in alle Europese lidstaten gelijk zijn, waardoor ook daar een vorm van oneerlijke concurrentie ontstaat.

De leden van de BBB-fractie zien over de geannoteerde agenda van de LVR van 24 februari 2025 dat de marktsituatie na de invasie van Oekraïne ook weer zal worden besproken. Ziet de Minister een mogelijkheid om iets te doen met de bovenstaande punten als het gaat over de import van landbouwproducten vanuit Oekraïne die niet geproduceerd zijn onder de strenge Europese (en Nederlandse) eisen en voorwaarden?

De leden van de BBB-fractie hebben daarnaast het Poolse compromisvoorstel over nieuwe genomische technieken (NGT’s) gelezen. Deze leden zien daarin dat onder andere tegemoet is gekomen aan de zorgen die vanuit Nederland leefden over het eerdere voorstel. Deze leden zijn van mening dat dit voorstel de Nederlandse steun verdient in de lopende onderhandelingen binnen de Europese Raad en een unieke gelegenheid is om op korte termijn voortgang te boeken in de EU op dit dossier. Deze leden hebben sterke bedenkingen bij het eerdere Poolse voorstel waarin lidstaten een opt-out kregen voor de toelating van NGT 1-planten waar een octrooi op rust. Deze leden zouden in plaats daarvan graag zien dat octrooihouders worden aangemoedigd hun kennis tegen redelijke voorwaarden beschikbaar te stellen voor boeren en kwekers, bijvoorbeeld door deelname aan diverse licentieplatforms en ondersteund door een openbaar toegankelijke databank waarin deze licenties worden geregistreerd.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie

De leden van de PvdD-fractie hebben kennisgenomen van de agenda van de LVR van 24 februari 2025 en hebben hier nog enkele vragen over.

In algemene zin zien de leden van de PvdD-fractie dat deze bewindspersonen binnen de Landbouw- en Visserijraden zeer weinig aandacht besteden aan het zetten van concrete stappen voor de transitie naar een duurzame, toekomstbestendige landbouw. Deze leden wijzen erop dat juist het huidige systeem ertoe heeft geleid dat veel boeren hebben moeten stoppen of, met hoge schulden, vastzitten, en dat het daarmee ook in hun belang is om de grote problemen die er zijn integraal op te lossen.

De leden van de PvdD-fractie lezen dat Nederland tijdens de LVR een oproep heeft gedaan aan de EC om in 2025 de herzieningsvoorstellen voor de dierenwelzijnsverordeningen te presenteren. Hoe heeft de EC gereageerd op deze oproep van Nederland? Hoe groot acht de Minister de kans dat de voorstellen ook daadwerkelijk in 2025 zullen worden gepresenteerd?

De leden van de PvdD-fractie lezen in antwoorden op de brief van Australische parlementslid Georgie Purcell (Kamerstuk 28 286, nr. 1375) dat de EC geen juridische basis ziet om de import van kangoeroeproducten op basis van dierenwelzijn te weren. Hoe kijkt het kabinet naar deze uitspraak, wetende dat andere wrede producten, zoals zeehondenbont, wel van de Europese markt worden geweerd op basis van publieke moraal. Deze leden wijzen erop dat een meerderheid van de Kamer het kabinet heeft opgeroepen om kangoeroeproducten van de Nederlandse markt te weren én zich actief in te zetten voor een Europees verbod op de import van kangoeroeproducten (Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2024–2025, nr. 848). Kan de Minister meer gedetailleerd aangeven op welke manier zij zich hard gaat maken voor dat Europese verbod?

II Antwoord/Reactie van de Minister en Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

III Volledige agenda

Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad van 24 februari 2025

Kamerstuk 21 501-32-1698 – Brief Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma, d.d. 10 februari 2025

Verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 27 januari 2025 en vierde kwartaalrapportage 2024

Kamerstuk 21 501-32-1696 – Brief Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma, d.d. 7 februari 2025.

Reactie op verzoek commissie over de brief van Georgie Purcell MP – Animal Justice Party inzake over «Zorgen Georgie Purcell MP – Animal Justice Party over kangoeroe handel»

Kamerstuk 28 286-1375 – Brief Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie, d.d. 17 december 2024

Reactie op verzoek commissie over brief van de Stichting SAANetherlands over hun zorgen over de relatie tussen de regels over de identificatie en registratie van honden in het Besluit houders van dieren en de aangekondigde wijziging van EU-regels over de verplaatsing van dieren

Kamerstuk 28 286-1379 – Brief Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie, d.d. 5 februari 2025

Fiche: Herziening Gemeenschappelijke Marktordening verordening ter versterking positie boer in de keten

Kamerstuk 22 112-3996 – Brief Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp, d.d. 7 februari 2025

Fiche: Verordening grensoverschrijdend toezicht Oneerlijke Handelspraktijken

Kamerstuk 22 112-3997 – Brief Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp, d.d. 7 februari 2025

Verzoek commissie over het speciaal verslag van de Europese rekenkamer (ERK) «Voedseletikettering in de EU – Consumenten kunnen verdwalen in het labyrint van etiketten»

Kamerstuk 31 532-295 – Brief Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans, d.d. 7 februari 2025

Reactie op verzoek commissie over de planning van de herziening van de EU-dierenwelzijnswetgeving

Kamerstuk (2025Z02417) – Brief Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma, d.d. 10 februari 2025